Gazette Tan Yperen.
bevolking van vier miljoenen en half inwoo-
ners, 'sjaerlylcs uit te deelen aen den armen
omtrent acht miljoenen franken. In Frank-
rijk zijn er slegls negen duizend gemeenten
die armbesturen hebbenin welke men eene
bevolking lelt van boven de zestien miljoenen
en half inwoonersen men heeft daer rnaer
18 miljoenen franken uit te deelen. Weest
dan niet verwonderd te zien dat, in ons
klein koningrijk, in vergelykenis der bevol-
king een dubbel getal huisgezinnen door de
bureelen van weldadigheid dan in de negen
duizend gemeenten van Frankrijk. 31.
Liedls voegt er by Al de miljoenen, welke
jaerlyks aen den armen uitgedeeld worden,
hebben tot nu toe niet éénen uit de ellende
getrokken.
Wal de openbare onderstand niet doet en
waerloe hy onbekwaem is, zegt altijd 31.
Liedts, wordt door byzondere liefdadig-
heid volbragt, welke het onmeetbaer voor-
deel heeft onder dearrne lieden het zorgen voor
morgen niet uit te dooven, om dat zy alsdan
niet steunen op het bureel van liefdadigheid
'l welk verpligt is het gene zy te kort komen
te bezorgen.
Zoo dan, heer en liberalen, uw stelsel van
officieele liefdadigheid is niet bekwaem om
éénen enkelen armen te min op de lyst der
tve Ida dig heid te zien uilschrabben; (Jw stelsel
zegt aen den armen Kom, eet, wy moeten
u onderhouden! En dan komen toegevloeid
de ware armen en de slegte armendie eten
en drinken zonder sparen, die een ongeregeld
leven leiden zonder dat er ooit eene stem is
om hun te berispen. Dat is philantropie
gelijk de vrymetselaers en hunne aenhangers
ze noemen; maer deze handel leidt allengskens
de besturen lot den ondergang zonder voor
deel voor den armen.
Gij hebt, Mynheeren der hospicen en van
alle weldadigheid bureelen die geslaefd zyn
op het tegenwoordig politiek, geene de minste
magt om de armoede uit te roeijen, indien gy
den godsdienst niet neemt tot grondslapel van
uwen handel.
Dit zullen wy in eenen anderen artikel
bewijzen.
NOG DE VERSTERKINGEN VAN ANTWERPEN.
Een dagblad van Parys oordeelt de verster
kingen van Antwerpen in dezer voegen De
redetwisting betrekkelijk de versterkingen van
Antwerpen wordt voortgezet in de Kamer der
volksvertegenwoordigers van België zonder
dal men tot nu kan gissen welken uitslag die
betwistingen zullen hebben. Het is moeijelyk
zich niet te vragen, als men deze betwistingen
leest, of de ona/liangelykheid van België, ge
slaefd op de vrede verbonden en op de bescher
ming van Europa, hare beste verdediging
niet uitmaekt en of een kleine Staetmet zich
zeiven het middenpunt te maken van krijgs
kundige werken, op zich niet trekt de gevaren
die liy had moeten vermijden. Indien ooit een
inval in België plaels had hoe verre zouden
de versterkingen van Antwerpen het land
verdedigen?
Men moet stellig houden staen dat, toen de
vrede in Europa heerscht, toen niets kan doen
vermoeden dal Frankrijk met iets anders als
met vrede bezield is, België, met zijne miljoe
nen te besteden om Antwerpen te versterken,
schijnt te gehoorzamen aen wonderlijke voor-
oordeelen, wanneer het zyn geld veel beter zou
besteden tot het uitvoeren van groote en nut
tige werken. Alzoo spreken de vreemden en 31.
Bogier en de andere liberale ministers spelen
met onze nationaliteit en met ons geld.
Het vraegstuk der versterking van Ant
werpen wordt hoe langer hoe meer onop-
losbaer. Nooit kon men met meer reden
twyfelen aen de juistheid van het spreek
woord: uit den schok der lichten straelt de
waerheid. Immers, ondanks al de lichten
die sedert 10" december in de Kamer
schitteren en nu geweldig tegen elkander
schokken, laet de waerheid zich nog altoos
wachten, en blyft het nog eenige dagen
voortduren, dan zal zy misschien nooit
voor den dag komen.
Kortom, de beraedslaging, in stede van,
zoo als M. Rogier zegde, de volksvooroor-
deelen uit te roeijen, heeft slechts tot
hiertoe in de gemoederen nieuwen twyfel,
nieuwe wankelingen doen ontstaen.
NEDERLAEG VAN HET MINISTERIE.
De Kamer der Volksvertegenwoordigers
heeft woensdag eene eerste stemming ge
geven over de kwestie der versterking
van Antwerpen.
M. Veydt had voorgedragen de zaek uit
te stellen lot in de maend january aen-
staende. Het ministerie verwierp dien
uitstel, en liet hooren dat, werd den zeiven
aengenomen, gansch het wetsontwerp zou
ingetrokken worden.
De stemming heeft dan plaets gehad op
de kwestie van te weten of de zaek zou
uitgesteld worden?
52 stemmen heliben neen en 45 ja ge
antwoord. Vier leden hebben geen deel
in de stemming genomen.
Zoo men ziet, er waren 101 leden tegen
woordig, zoo dat de uitstel maer juist met
de volstrekte meerderheid verworpen is
geweest.
Het ministerie meende alsdan dat het
zegepraelde; maer eene schrikkelyke ne-
derlaeg verwachtte hem.
Het eerste deel van het artikel 1, betrek-
kelyk de versterking van Antwerpenis
in stemmen gelegd en VERWORPEN
GEWORDEN MET 55 STEMMEN TEGEN
59. Negen leden hebben zich onthouden.
M. Rogier is dan in eene fransche colère
geschoten, en heeft aen de Kamer gezegd
dat zy haer mogt verwachten om heden
naer huis te gaen, dat hy den zittyd ging
doen sluiten.
Daer aen is weinig gelegen de zittyd
eindigt op eene goede wyze voor het land.
Antwerpen zal niet versterkt worden; het
zal tot geene voorwacht aen Engeland
dienen en het ministerie is merkelyk
verzwakt!
De Kamer is donderdag, om 2 uren,
byeengekomen om lezing te hooren geven
van het besluit 't welk aen den zittyd een
einde stelt.
HET MINISTERIE DOOR DEN GOUVERNEUR VAN
BRABAND VEROORDEELD.
'T verleden jaer wilden de katholyken
eene wet maken om veel geld en goed naer
denarmen te doenstroomen,miisde gevers
eene schoone vrjheid behielden om daer
over te beschikken. De liberalen, in tegen
deel, die ten allen lyde eene nydige oog
gedragen hebben op alle katholyke wer
king, hebben die wet misnaemd en ze de
kloosterwet geheeten; z'hebben ze belogen
en gelasterd en ze ten lange laetsten met
kassysteenen dood gesmeten.
Als de kloosters, de wet nu dood zynde,
zullen misdeeld zyn, zoo zal voorzeker het
lot der armen des te meer verzachten, zoo
zal het gebrek des te ligter verdwynen!
'T is hetgeen men daer uit zou moeten
besluiten.
Welnu, de gouverneur van Braband, M.
Liedts, wiens stem niet verdacht is naer de
katholyke party over te hellen, komt met
het openen van den provincialen zittyd,
harde waerheden ten dien opzigte te laten
hooren.
Uit zyne redevoering mag men met der
waerheid afleiden, dat de bureelen van
weldadigheid het ongeluk zyn van de
gemeenten en van den armen zelfs.
Hy betoont dal de armoede aengroeit in
evenredigheid van hetgoed dat de bureelen
bezitten. Hoe ryker, zegt hy, deze zyn, hoe
min de armen het werk genegen zyn, hoe
minder voorzienigheid zy aen 't werk leg
gen, hoe vroeger zy zich op den armboek
doen aen teekenen en hoe trager zy daer van
afgeraken, en, om zoo te spreken, nooit
meer uitgeschrabt worden.
AI de miljoenen 't zyn de eigene
woorden van M. Liedts welke jaerlyks
aen den armen uitgedeeld worden, hebben
tot nu toe niet éénen uit de ellende getrok
ken; op de lyst leest men nog de kind-
kindszonen van degenen die over honderd
jaren daer op stonden.
M. Liedts haelt onder andere ten voor
bedde by wat er ten dien aengaende
geschiedt in het distrikt van Nyvel, in
Braband. Nergens meer dan daer, zegt
hy, groeit het getal ingeschrevene armen
aen, ter oorzaek dat nergens meer de
hulpmiddelen der bureelen van weldadig
heid aengroeijen. De landelyke bevolking
is, in den termyn van tien jaren, maer
aengekomen van 2 ten honderd, terwyl het
inkomen van het armgoed toegenomen
heeft van 20 ten honderd; ook, zyn er
sedert tien jaren zes duizend en zeventach
tig meer armen op den boek te vinden.
Deze hooge ambtenaer bewyst nog dat
zulks niet alleenlyk plaets heeft in Belgie,
maer evengelyk in Frankryk.
Zoo spreekt hyOnze bureelen van
weldadigheid hebben, voor eene bevolking
van vier millioenen en half inwooners,
's jaerlyks uit te deelen aen den armen
omtrent acht millioenen franks. In Fran
kryk, in tegendeel, zyn er slechts negen
duizend gemeenten die arm-besturen heb
ben, in welke men eene bevolking telt van
boven de zestien millioenen en half inwoo
ners, en waer men maer achttien millioenen
franks heeft uit te deelen. Weest dan niet
verwonderd te zien dat, in ons klein
koningryk, in vergelykenis der bevolking,
een dubbel getal huisgezinnen door de
bureelen van weldadigheden geholpen
worden dan in de 9,000 gemeenten van
Frankryk. Maekt dat de armbesturen zoo
rykelyk begiftigd worden in Frankryk als
■■BW