KIEZINGEN VAN DIXMLDE. considerabel dat zy de vensterruiten van dat lokael deden in j stukken smyten. Men weet nog, en M. C beeft het in den Senaet opeplyk verklaerd, dat de van M. Debreyne lieten zich aen die kleinigheden niet gelegenzy besloten de stoutmoedigheid en den schrik te stellen in de plaets der verdienste en bekwaemheid. Men weet dat zy M. Desmaisières hoonden en gendarmen te peerd zullen worden geplaetst om de vrije intrede der kiezers te waerborgen. Men beeft inderdaed, den dag der kiezing, aen eiken ingang der stad, eenen of twee mannen te peerd gezien, in gezelschap van een twintigtal kiesbiljetverwisselaers ten voordeele van M. De Breyne. Die faktionnairen van een nieuw slach waren daer geplaetst ten dienste van de schrik- aenjagers der party Debreyne. en dat hy de fabel van de tiende, in 1845 uitgevon den door M. Verhaeghen, grootmeester der francs- ma^onnery in België en thans voorzitter der Be- presenlanten-Kamer, om het nationnael gevoelen te verleiden, in den doodboek zoude hebben laten rusten by al de andere logens en lasteringen door M. Verhaeghen destyds uitgekraemd. Nu, dewyl die heer hetgeradig vindt de boeren het schrikbeeld der tiende nog eens voor te hangenhel moet wel zvndat hy er iets zoude by te verliezen hebben indien die goede tyd wederom in zwang kwame; en wy weten niet of, eertyds de pachters der kerk- en kloostergoederen veel ongelukkiger waren en meer te betalen hadden dan tegenwoordig. Ditvraegpunt zullen wyeenen naestenkeer walnaderonderzoeken. Intusschen bekennen wy geern dat M. Bortier, by uitneming, een edel gebruik weet te maken van de goederen, welke de Proudhon’s van 1789 aen de kerken en kloosters ontstolen hebben. Het adres van M. Bortierte Parys, niet ken nende, zenden wy hem een nummer van ons blad naer zyn kasteel ter Panne. hem ging wegen, indien hy te laet wachtte het oppergezag de noodige hulptroepen te vragen voor den dag der kiezing, wendde M. de vrederegler Verwilghen zichtolden minister van binnenlandsche zaken door eene op menigvuldige daedzaken ge steunde vraeg. En het was slechts tien (jagen daerna, dat hy antwoord ontving, en dat nog wel door den gou verneur iu plaets van door den minister. Indien ik my niet misgryp, is het maer den vry- dag 6 december dat deze antwoordvan wegens het gouvernement, den voorzitter van hel kieskol- legie geworden is. M. de gouverneur van Brugge verzocht hem, desnoods, te willen melden of er troepen noodig zouden geweest zyn den dag der kiezingen, by voegende dat hy, gouverneur, dezelve zoude hebben gerekwireerd, M. Verwilghen stuerde aenstonds de uitdrukkelyke vraeg toe van voetvolk te bekomen aen den gouverneur, en gaf hiervan kennis aen al de burgemeesters van het distrikt, medebegrepen dengenen van Dixmudehun ver zoekende de kiezers ten dezen opzigte te willen gerust stellen. Al de burgemeesters deden deze publikatie afkondigen, uitgenomen nogthans de burgemeester van Dixmude, welke afkondigde dat er geene troepen gingen komen. Dus, dat terwyl de voorzitter van het kiesbureel zich bezig hield met de kiezers gerust te stellen wegens de oproer makers, de burgemeester van Dixmude scheen de oproermakers door alle mogelyke middels aen te moedigen. Een zulkdanig gedrag van wegens M. Debreyne, kandidaet voor de Kamer, moest noodzakelyk aen- gemoedigd zyn geweest door het ministerie ’T is hetgeen M. Verwilghen gevoelde. Hy kon dus geenen den minsten staet meer maken op de politie der stad Dixmude, en ’t is alsdan dat hy krachtens het artikel 22 der kieswet, de noodige troepen heeft geëischt voor den dag der kiezing. De generael kommandant der provintie, by welken hy zyn re kwisitoor aflegde, antwoordde bem dat hy zynen pligt kweet en dat de gevraegde troepen op Dix mude zouden gestuerd worden. By zyne terugkomst te Dixmude, liet hy op nieuw afkondigen dat er troepen zouden komen om de vryheid der kiezers te waerborgen. Het gemeenle-bestuer van Dixmude bleef niettemin zeggen dat er geene zouden komen, en slechts daegs vóór de kiezing ontving M. de voorzitter van 1 het kiesbureel eenen brief by welken hy verstond waerop het gevoelen van bet stadsbesluer gesteund was. In dien brief, door den gouverneur geschreven, verontschuldigt zich deze zoo lang gewacht te brengen der parlementaire akten van M. Desmai sières; de kans was voor hem; M. Debreyne’s be wezen diensten bestonden slechts in het uitspieken van eene redevoering ten voordeele der jonge kievitten, redevoering in welke de voorteekens te vinden zyn van de zonderlinge welsprekendheid die hy den 20 december in de Kamer aen hel daglicht heeft gebragt. Maer de achterloopers Gisteren, om 11 ure, heeft in onze parochiale kerk de.plegtige instellatie plaets gehad van Myn heer Ghesquièrepastoor-deken van Dixmude, in het bywezen van een groot aental geestelyken en andere geloovigen. M. de Kanonyk Vanhecelaere» pastoor der cathedraledeed de installatie De Brusselsche Vrede thans herdoopt met den titel van VLAEMSCHE STEM, en de Belgische ster (l’Éloile beige) zyn twee ministeriële ondernemingenby middel van welke het Slaels- bestier van zin is zich over de vrye drukpers meester te maken. ’T was niet genoeg België te overheerschen by middel van de ondcrwyswet, en Mynheer de Opsteller, Op het einde van mynen voorgaenden brief, zegde ik een woord over de ergelyke schanddaden welke plaets gehad hebben na het gulhertige ont- hael gedaen aen M. Desmaisières door de Maet- schappy van toonkunst in den Casino gevestigd. Hierby moet ik nog eenige woorden voegen, eu toonen, van nu af, op welke wyze het scbrikstelsel ingerigt was om M. Debreyne te doen gelukken, schrikstelsel zonder hetwelk hy, alhoewel onder steund door het ministeriedat zich uilgeeft voor driedubbel regtzinnig en als zich met geene kiezingen bemoeijende, geenszins zoude gekozen zyn geweest (al de gewetensvolle personen van het distrikt Dixmude herkennen dit openlyk). Iedereen weet dat de Maelschappy in den Casino «merendeels zamengesteld is uil kiesgeregtigden welke den 11 juny voor M. Debreyne hebben ge stemd. Eenigen zelve onder hen hebben hunnen naem op de fameuse protestatie der 51tegen de kiezing van M. Desmaisières gesteld. Maer hetgeen de vrije en onafhankelyke druk pers piet bad kunnen doen vóór Jen 11 juny, heeft zy gedaen sedert dat tydstip, met de talryke diensten op te geven doorM. Desmaisières aen het land en byzonderlyk aen de Vlaenderen en aen het distrikt Dixmude bewezen gedurende de vyftien jaren van zynen administratieve!! en parlementairen levensloop. De leden van bet genootschap in den Casino waren dus in staet gesteld te kunnen ooideelen hoe zeer M. Desmaisières nuttig kon zyn in de Kamer voor de belangen van het distrikt en der stad Dixmude. M. Debreyne was, wel is waer, in bezit van zyn mandaet, sedert 1845; maer een representant wordt niet gekozen voor zynen eigen persoon, maer voor de diensten welke hy in staet is te bewyzen. Indien M. Debreyne zich in 1845 op den rang stelde tegen M. Morel-Danheel, die het dis trikt sinds 1850 in het Kongres en in de Kamer vertegenwoordigd hadhet was waerschynelyk om dat hy geloofde grooter diensten aen Dixmude en deszelfs arrondissement te kunnen bewyzen dan M. Morel er bewezen had.... Wanneer M. Debreyne zich op rang heeft gesteld om M. Vanhille, als burgemeester van Dixmude te vervangen, hy die dien post gedurende eene lange reeks van jaren eervol had bediend, ’t was zekerlyk ook om dat M. Debreyne geloofde grootere diensten te kunnen bewyzen aen de stad dan M. Vanhille er bewezen had. Men heeft nogthans sedert altyd gezeid, dat de ultsteking van M. Vanhille door zynen kozyn Debreyne, de oorzaek is geweest der dood van den eerste. Er bestonden dangeeheïedenen by de kiezers van Dixmude om M. Desmaisières njet vpor te trékken voor M- Debreyne, welke nooit niets voordeeligs voor hét distrikt te weeg had gebragt. En ziedaer de oorzaek waerom ,MDesmaisières in den schóót der Maetsehappy.yan den ‘Casino uitgenöódigd’ wierd; ziedaer yyaeröm hy ér met opëne armen wierd ontvangen; ziedaer waerom de voorzitter' (ter Maelschappy er eene redevoering uitsprak ten zynen voordeele,en welke redevoering ZOQ warm toegejuicht wierd door de aenwezigen. Dit alles was het gevolg van het in het licht Patrie). Wy hadden leelyk vergeten onze konfrater, het Weekblad, een zalig Nieuwjaer te wenschen. De man wille het ons niet ten kwade duiden; het is enkel hy onoplettenheid geschied. Wy wenschen hem dan mits dezen, en uit den grond van ons herte, dat hy het masker der driedubbele regtzin- nigheid en van den enthousiasme zyner patroonen nog langen tyd moge blyven voort dragen ter meerder verlichting en nut zyner dun ge- zaeide lezers. Met dit masker aen, dat hem zoo goed pastkan hy de belangen van den waren godsdienst met vrucht blyven verdedigen tegen de Mynheer de senateur Cassiers verzoekt ons te laten weten dat, aengaende den brief doorliet Weekblad uit den Observateur beige van 5 dezer overgenomen, hy het volkomen eens is met M. Dubois, indien deze beer bekent dat hy geoor deeld heeft over den jammerlyken toestand en over de woorden van M. Cassiers, in de gesteldheid van hetgeen men welhaest ’t geheel land door zal noemen de Debreynsche enthousiasme. - - Dingsdag hebben alhier hun jubelfeest gevierd van vyftig jaren huwelyk Joannes Maximilianus Lambert, geboren te Dixmude in 1765 en zyne vrouw Maria Depoot, geboren in 1771Dit feest was zeer treffend en luislerlyk de jubilarissen wierden in stoet, de muziek voorop, naer de kerk geleid alwaerer eene mis ingroot orkest uitgevoerd is geweest. De woumenstraet was prachtig ver sierd met zegebogen en vaendels. ’S avonds wierden er verscheide pektonnen aengestoken. nemende dat eene groote verantwoordelykheid op onkundeen misbruiken derbisschoppen en priesters. 1 1 Wy wenschen hem daerenhoven een considerabel debiel in het bundeltje spotliederen dat hy aenge- kondigd heeft in het licht te zullen gevenen daer by dat hy hel kleinste bewys moge bybrengen van caricaturenof hoe het anders heeten moge, die de catholy ken hier, of elders en wanneer het zy, zouden gemaekt, gebruikt of willen gebruiken hebbennaer het voorbeeld der mannen van het Weekblad. Verders is onze wensch nog dat hy alle de voordeelen der nieuwe wet op het middenbaer onderwys moge blyven ophelderen als ook het grrrootè nut dat de landbouwers trekken uit de knolexpositien en boerescholen van meestér Bo- gier. Het zy zoo hebben van te antwoorden op het veizoek van M. den voorzitter des kieskollegie. Hy brengt als voorwendsel van dezen uitstel by, dal hy eerst den gemeenteraed moest raedplegen voor aleer zich tot de militaireoverheid te wenden. Hy voegt by dat bet kollegie van burgemeester en schepenen geene troepen wildenen dat hy gemeend haddat eene byvoeging van vyl gendarmenonder het bevel van den krachtigen manïhomme énergique (de regt- banken zullen eralligt over gaen beslissen), dat is, onder het bevel van dezen die deel had genomen in de zake van den Casino, en Henri Debreyne den ouden Claus had zien mishandelenallezins toe- uitschuifelden by zyn vertrek uit den Casino en reikend was om de veiligheid der kiezers te waer- j_u i.i....i :.j borgen. M. de gouverneur eindigt met te zeggen Cassiers dat er, by eiken ingang der stad, twee verkleede wachtmeester der gendarmerie, Brixis, zich onder het getal der rustestoorders bevond; Jat M. De- ruysscher, belast met de politie, en M. de burge meester Debreyne zelve, aeu den baes van den Casino, die hunne tusschenkomst inriep om de rustte herstellen, antwoordden dat zy zich die zaek niet aentrokken. Men weet eindelyk dat de stadsboden gedwongen waren zich te plaetsen in het midden der rustestoorders welke rond hen dansten. Deze schandalen gevoegd by de moord- en brandkreten welke men op de buitengemeenten deed hooren, bewezen klaerlyk dat Mynheer de voorzitter van het kieskollegie eenen pligt te ver- - vullen had; en, men moet hel bekennen, die deftige man heeft, zonder geestdrift, zyne pligten weten na te komen. Zich steunende op hetgeen den 11 juny plaets had gehadtoen de brigade gendarmerie van Dix mude, onder bet bevel van eenen brigadier, die geweigerd had zyne bevelen na te komen, en aen- gewezen was als zelve deel te hebben genomen in de wanorders van den Casino, en in aenmerking 'I De l'laeinsehe Slem en de Belgische Ster (L'Éloite, beige) twee ministeriele nichtjes. 2.d' BRIEF.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Boterkuipje (1846-1871) | 1851 | | pagina 2