i Eq in de 2.' Eessen. Vladsloo. Dixmude. Dixmude. Onder de leerlingen die zich liet meest hebben onderscheiden, bemerken wy, in de 1.’ SEKTIE, Eerste afdeeling. Vion Fidéle, Wyllie Charles Coppens Louis, Tweede afdeeling. Oudecappelle. van landbouw behandeld hei). (Zich tot M. De ruysscher wendende) M. de kandidaet, gy ziet hier, in deze vergadering, twee mannen, de heeren Desontter en Feys Napoleon; die heeren zyn merk- weerdig om de ongemeene buigzaemheid van hun karakter; gy oefent op hun eenen alvermogenden invloed uit; maer zie met welke reuzenschreden hunne kinderen voortgaen in de loopbaen der wetenschappen. Gelooft gy, gezond gesproken, dat deze kinderen, wanneer zy eens de menschelyke weerdigheid zullen kennen door het beoefenen der wetenschappen, gelooft gy, zeg ik, datdie kinderen, mannen geworden zynde weleens zullen kruipen voor uwen zoongelyk hunne vaders thans kruipen voor u? Neen, honderd duizendmael neen! Het Weekblad. Welke afgunstigheidMen wilt eene plaets van eer (sic) alnemen van onzen ryken medeburger. Boterkuip, spreekt gy nu wel eene katholyke taelzyt gy niet meer liberael dan ik zelve? (7) De heer Karei Benedikt Holvoet. Weg, weg met de Boterkuip De heer Napoleon Feys. Stampen wy de Kuip in duigen. De heer Deruysscher. Laten wyser eerst de boter uitnemen. De heer Désoutter. Ik moet er eene duig van hebben voor souvenir. De heer Pieter Vanderheyde. Steken wy er liever het vuer in, om er een Auto-ula-fé van te maken. Het Weekblad. Vivan den Autodafé! En dit uitroepende, neemt het ventje een fosforiekje om er het vuer aen te steken. Maer zie, de Boterkuip steekt hare lange armen uit, doet hare witte boterdoeken open, steekt het Weekbladje in den grond van de Kuipomhelst den heer Woets en maekt hem zoodanig vet, dat al de vliegen van het liberale Genootschap zich op zyn huid komen neêr- zetten.Daerna hangt het een plakkael op den rugge van Karei Benedikt, waerop geschreven staet in letters-monster GROOTE VRIEND VAN DE WAERHEID! Hierop bedekt zy M. Deruysscher met een gouden domper, en hangt aen den hals der heeren Desontter en Feys een wierookvat dat eenen rook van den besten assa fetida, in kronke lende golven, naer het uitspansel doet opstygen. Nanwelyks .begint deze stank zich in de zael te verspreiden, of al de leden stellen zich aen het loopen; de eenen springen door de vensters, de anderen stooten elkander over hoop om eerst het deurgat te bereikenmet eeu woordhet is een komplete dix huit brumaire. De eerste eerpenning is tofcgekend geworden aen den heer Vanwoumen, en de zes anderen, aen Filips Vereecke die, om te toonen welk kas hy er van maekt, er onmiddelyk twee van uitgedeeld heeft aen de rondstaende jongens. Naer de medalie van groot modul waren er vele mededingers,doch van gelyke waerde; en hierom heeft de jury het geradig gevonden dezelve in te houden niettemin is eene eerlijke melding aen al dat slach van kalvers toege kend geworden. Gaen wy nu over tot het ruim lokael der Halle, alwaer de tentoongestelde moeskruiden pronken. Van in den vroegen morgen was het gemakkelyk te zien, dat het daer was dal de hond gebonden lag. De toegangen der zael waren geheel en gansch belemmerd door onze kleine hoveniers, die gretig waren om de moesplanten en cornichons te zien van hovenier Edmond Deruysscher, Maer hoe groot was hunne teleurstelling niet, toen zy ver namen,om 10 ure en half, dat de expositie-zael niet zoude geopend worden, om reden dat de zon te straf scheenDoch men wierd al ligt gewaer, uat de wezenlyke oorzaek van het gesloten blyven der deuren was dat er slechts vier hoveniers toege stemd hadden eenige hunner groensels, welke zy bereid hadden voor den marktdag van ’s anderen- daegs, ter expositie te brengen. Eene enkele medalie is toegewezen geweest aen siêur Pieter Dekeyrel, hovenier alhier. De voort brengsels der drie anderen waren onbeduidend. Zie nu het ongeval dat plaets heeft gehad in den nacht tusschen den zondag en den maendag. De portierster van de Ilalle en het hospitael kweekt een zeker getal konynen. "V erschrikt door het groot gerucht welke de bewonderaers in de expositie-zael maektenis een hunner op den hol geraekt en uit zyn kot gebroken, en heeft byna al de hofgroenten der expositie-zael verslonden. Jammer dat M. Rogier dit geval niet voorzien heeft, anders zoude hy ongetwyfeld de opening der jagt op de konynen van te voren bevolen hebben. Het dischmael is allerprachtigst geweest. De fdosoof uit de Panne was er ook aenwezigen minder nutteloos dan de capucynen, heeft hy zyn deel van de maeltyd met eere weg gedragen, en daerenboven heeft hy nog, naer men zegt, een geheel wagenvoer gebrande zeeschelpen verkocht aen landbouwer Ph. Léplae, van Eessen. De toasten zyn onbeduidend geweesten der halve de moeite niet weerd om in ons blad gemeld te worden. DE STEVEMSTEN. Het fransch nieuwsblad, l’Ami de la Beligion meldt dat er te Senepjac, in het departement van Aveyron, onlangs verscheidene schismatieke huis gezinnen tot den schoot der katholyke Kerk zyn wedergekeerd, Deze goede doch verblinde mcnschcn De prysdeeling in het pensionnaet St.-Louis, bestuerd door den eerw. heer Baert alhier, heeft maendag laetst plaets gehad. Deze plegtigheid voorgezeten door den heer deken der stad, en bygewoond van onzen voormaligen deken M. Ver- heust, thans deken van Avelghem, een dertigtal priesters, den heer vrederegter en een groot aental voorname personen van stad en der buiten gemeenten, is met den besten uitslag afgeloopen. Het leest nam aenvang met het deklameren van eene vlaemsche fabel en een muziekstuk voor piano, wederzyds met nadruk uitgevoerd door de jonge leerlingen Louis Coppens en Louis Holvoet, van Dixmude. Hierop volgde de prysuitreiking aen de leerlingen der lagere school, en wierd afwis selend gevolgd door oefeningen van uitgalming en toonkunde, totdat eindelyk het drama Les pelits Savoyards, aenvang nam. Dit stukje droeg aller goedkeuring weg De jonge leerlingen Mesdach, Feys, Vermeesch, Stragier, Holvoet, Sackenpré, Vion,enz. onderscheidden zich vooral, door hnnne zuiverespraek en ongedwongenheid. De plegtigheid wierd geëindigd door de prysuitreiking aen de leerlingen der tweede sektie en het uitvoeren van een koorgezang door de leerlingen. kerk, toen de bisschop, als kerkvoogd, zyne plcg- tige intrede deed in onze stad Wy hebben niet meer noodig te bewyzendat de liberale kopstukken van Dixmude de inwoners der stad willen onttrekken aen den zaligmakenden invloed van den godsdienst, ten einde hun gansch te materialiseren en vervolgens te zekerder onder hun jok te kunnen houden. Die beertjes hebben hier van zelve, zondag laetst, een klaer bewys willen geven. Zy hebben de expositie willen openen met het begin van de hoogmis, niet vroeger, ir.aer ook niet later. Zoo haest de gewoone klok ophield van de christenen uit te noodigen tot de kerk, om de parochiemis by te wonen (die het byzonderste deel uilmaekt van den zondagdienst), hebben zy doorhettriomfgeluiden het spelen van den beijaerd diezelve christenen aengelokt om God en zynen tempel daer te laten, en zich te verzetten door het aenschouwen van ossen en veerzen. Moet men niet berooid zyn van alle godsdienstig gevoelenom zoo een heiligschendend gedacht op te vatten? Moet men niet verblind zyn door laetdunkendbeidom in eene katholyke stad de katholyke gevoelens van de byna algemeenheid der inwoners, zoo opentlyk te versmaden en te beschimpen? Moet men niet zich zelven miskennen door heerschzueht, om tegen alle regt en zonder voorafgaendelyke bekendmaking aen de geeslelyke overheid, te gebruiken, tegen den godlyken eeredienst en voor de stollëlykste voorwerpen, klokken die aen God toegewyd zyn, en die, volgens de bestaende wetten, alleenlyk in buitengewone omstandighedenzoo als brand of overstrooming,\en dienste der stadsregering zyn?(i) Indien de heeren geestelyken zoo onverdraegzaem waren als onze liberale windmakers, zouden zy dit gedogen? Zouden zy zich ook niet verzet hebben tegen de willekeurige orders der stadsregering, die niet gedoogde dat, zonder haren oorlof, een teeken van eerbewyzing geplaetst wierd op den toren der GRRRRROOTE LANDBOUW-EXPOSITIE gehouden te Dixmude, op_2i augusty 1851. Zoo als wy het hadden voorspelt, is de tentoon stelling van hoornvee en cornichons, op zondag laetst alhier gehouden, allerluisterlykst geweest. Sedert verscheide weken waren de muren van al de herbergen des distriks bekleed met groote plakkaten, omzet met zwarte rouwschreven, welke het monsterfeest aenkondigden. Het Weekblad van Dixmude, verschynende alle zondagenverwaer- loosde niets om de landbouwers en hovenierkun- digen te bewegen in hetzelve deel te nemen. Van den zaturdag morgend tot ’s zondags om 9 ure, de nacht er in begrepen, werkten een zeker aental metselaers en koordendraeijers om de Groote-Markt te omzetten met palen en reepen, ten einde dezelve in staet te stellen het feest- monster te kunnen bevatten. Om 10 ure lix, met het begin van de hoogmis, nam het feest aenvang. Het triomf-geluid bromde er, de beijaerd deed din,din,din, din, din, din,din, om de exposanten byeen te roepen; maer alles was en bleef vruchteloos slechts één vetlegger, de heer Louis Vanwoumen, kwam mededingen naer de blinkende eeremetalennieltegensteende er aen al de onderhoorige boeren orders gegeven waren geweest om met hun vee naer de expositie te komen. Op het zien van dezen pitoijabelen toestand vond de groot-ceremoniemeester, met zynen ge- barioleerden kiel, geenen anderen uitvlugt als onzen deltigen vetweider en slagter Philippe Ver- cecke te gaen uitnoodigen en smeeken, dat hy toch eenige van zyne kostbaerste beesten ten toon zoude komen stellen. Na vele aendringingen stemde d’heerVereecke in dit verzoek toe. En op die wyze, bevonden er zich eindeling zeven beesten van ver- schillige ouden, op de expositie. Cavereel Jean, Oudecappelle. Decuyper Hippolyte, Dixmude. Holvoet Louis, Derde afdeeling. Cuffez Emile, Dixmude. Decuyper Pierre, Degrendele Philogène, e SEKTIE, of hoogere klassen Eerste afdeeliug. Paret Louis, I&xmude, Sackenpré Léopold], Vion Joseph, Tweede afdeeling. Vermeesch Hippolyte, Dixmude. Woumen. Rousbrugge. Dixmude. Laleman Aloïse, Rubbreht Benoit, Holvoet Eugène, ‘Derde afdeeling. Vandenbussche Désiré, Wercken. Vandenberghe Charles, Oostvleteren. Vanhee Camille, Loo. Vierde afdeeling, Decuyper Augustin, Depauw Jéróme, Devos Jules, De eermedalie, voor het grootste getal pryzenis toegekend geworden aen M. Vandenbussche Désiré, van Wercken. Wy kunnen deze regelen niet sluiten, zonder eenen nablik te werpen op een goed getal leerlin gen welk, uit het pensionnaet St.-Louis gekomen, nu hunne studiën voortzetten en op den eersten rang staen in de kollegien vanRousselaere, Kortryk en elders. Onder degenen die het de kostschool van Dixmude het meest tot eere verstrekken, tellen wy de heeren Nevejan, van EessenLouwa- gie, van Bixschole; Dambre, van Vlamertingbe; Schramme, van Brugge; Bayart, van Passchen- daele; Goderis, van Alveringliemallen thans in het bisschoplyk kollegieteRousselaere; Dedeckere, van Dixmude, in het kollegie van Kortryk; Feys, van Dixmude, in het atheneum van Doornyk; Holvoet, van Dixmude, in het atheneum te Brugge, enz., enz. (7) Zie Weekblad. (ij Principes sur I'administration det Paroisscspar Boyer, tom. 1, peg. 57 ct suiv.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Boterkuipje (1846-1871) | 1851 | | pagina 2