cuopden
Plechtige Huldiging
bij de Aanstelling van Z.E.H. Muiier
als Pastoor te Staden
Het 14e Nationaal Jaarlijks Hulde
betoon aan Koning Albert I en de
Helden van den Uzer te Nieuwpoort
HET WEKELIJKS NIEUWS
HET WASSEN WORDT EEN AANGENAME PLICHT,
NAAR AFSCHAFFING
VAN TREINVERKEER
TUSSEN KORTFMARK
EN TORHOUT
Hr ALFONS VANCOILLIE
Êeri verbaal voor 1balf*©0(tst
DUIVENDIEF
OP DE KERKTOREN
TE OOSTROOZEBEKE
SNELTREIN BOTST OP
AUTOCAR NABIJ KEULEN
18 Kinderen gedood.
In het Evangelie dat vandaag is
de H. Mis wordt gelezen, leren wij
dat er één gunst is welke wij dik.
wijls en vurig aan God moeten vra.
gen: dé gunst van de vergiflenii
onzer zonden. Daar wordt immer»
door O. L. Heer verteld van den
tollenaar, den openbaren zondaar,
die achteraan in den tempel blijft
om te bidden: «Heer, wees mij ge
nadig en die omwille van dat ne-
derig en betrouwvol gebed, gezuiverd
en vergeven terug naar huis mag
gaan. Zondaars zijn wij allemaal:
misschien wel riet door doodzonde,
want Goddank, er zijn er nog altijd,
jongéren en ouderen, in allen stand
en staat, die hun doopselgenade be
waren en hun doopselkleed niet be
zoedelen en verscheuren! Maar ook
zij kunnen nog bekennen dat zij
gezondigd hebben, dan tenminste
door dagelijkse zonden! en ook da
dagelijkse zonde is een groot kwaad,
omdat zij ook een overtreding is van
de wet van den groten oneind'gen
God. Daarom past ons allemaal dat
gebed om vergeving van onze zonden:
Heer, ontferm U onzer! Dat gebed
wordt dan ook zeer dikwijls door da
Heilige Kerk op onze lippen gelegd:
wij kennen allen de akte van berouw,
en in het Onze-Vader zeggen we het
lederen dag meerdere malen: «ver
geef ons onze schuldendat wil
zeggen onze zonden; en er is de lita
nie van het Heilig Hart met dat
telkens maar herhaalde ontferm
U onzer gericht tot Jezus, den goe
den Herder, die zijn leven gaf om
onze zonden uit te boeten. Laten
w»j toch nooit worden gelijk dia
Farizeër waarvan er ook in het Evan
gelie van vandaag verteld wordt:
die van zich zelf durfde zeggen, dat
hij niet was gelijk de anderen dia
zondaars waren! Wat een hoogmoed,
vooral tegenover God, die ons door
grondt tot in het diepste van ons
hart! Neen, laten wij nederig onza
schuld bekennen: 't is 't enige mid
del om ervan verlost te worden;
want wat van den tollenaar wordt
gezegd: «hij ging gereinigd terug
naar huisdat zal ook van on»
kunnen gezegd worden als wij mat
berouw en nederig vertrouwen tot
God bidden om vergiffenis. Wat 1»
dat heerlijk, van dat te weten: wij
kunnen helaas wei zonde bedrijven,
en soms diep vallen; maar als wij
ook gevallen zijn, we kunnen'terug
gaan naar God met de zekerheid
dat Hij luistert naar ons gebed om
vergiffenis. Willen we dan vandaag
van onze Zondagmis eens maken een
zeer gemeend gebed om vergiffen!*
over al het kwaad dat wij ooit heb
ben gedaan? Willen we dan dew
Mis, voor zover ze de onze is, vermit»
wij ze toch mede-opdragen met den
priester, aan God aanbieden als een
zoenoffer, als een betaling van al
onze schulden tegenover Hem? Dan
gaan we uit de Kerk met een licht
hart, want dan weten we, dat we
véél van onze schulden hebben af
gelegd, en dat is altijd zulk een blij-
makende gedachte!
En dan zal het zoveel te meer
Zondag en zonnedag zijn voor ons!
Alle politiekers van alle partijen
zeggen dat het dringend nodig is
een einde te naken aan de crisis.
Maar zij gen ellen vérder met
hun besprek.ngen.
Cp den duur zal men moeten
gaan gJov.v dat ue besprekingen
niet gehouden vaarden met een
bepaald dor', maar dat zij een
doel vormen op zichzelf.
Het feit dat de vorige regering
zo lang het roer in handen gehad
heeft, is daar misschien wel voor
iettussen. Er is nooit een ern
stige regeringscrisis geweest en er
was dan al dien tijd ook geen
gelegenheid om alles eens van
'naaldje tot draadje te bespreken,
gezellig, zoals de buurvrouwen
kletsen in hun koffielcransje.
Die schade heeft men nu ech
ter al dubbel en dik ingehaald-
De liberalen hebben er nu ook
stilaan genoeg van gekregen. Ze
vinden dut ze hun kiezers nu lang
genoeg voor het lapje gehouden
hebben .en dat er te kiezen of te
delen valt. Ze. hebben, samen met
dc socialisten, geprobeerd om het
de C.V.P. - formateurs zo lastig
mogelijk, te maken en de bespre
kingen en onderhandelingen te
rekken en te, doen aanslepen met
de kennelijke bedoeling de C.V.P.
murw te maken en te doen toe
geven.
Dadrin 'zijn zij echter evenmin
geslaagd als de socialisten.
Reeds bij de aanvang heeft de
Hr Eyskettsgezegd wel te weten
dat hij in sommige kringen ver
sleten werd als een flauwe ko
ningsgezinde maar dat men wel
zou merken dat men zich in hem
vergist had.,
Ja, de Minister van Financiën
is mischien niet overal zeer sym
pathiek maar we moeten toch er
kennen dat hij taai is en niet
gemakkelijk uit het veld te slaan.
De socialisten hebben het wel
geprobeerd hem moe te maken
met hun getalm, hun gezeur en
hun onhebbelijkheden. Maar de
Hr Eyskens kent zijn tegenspelers
en hij heeft ze reeds vroeger om
ver geredeneerd met de koude
logica van de ciifers. De socio's
koesterden de stille hoop dat de
Prins-Regent, na een eventuele
mislukking van de Hr Eyskens,
beroep Zou doen op een van hun
mannen om de regering te vor
men of dal althans hun mannen
uit de overleden maar nog niet
afgetreden regering Spaak in
voorkomend geval de kameront
binding én dé nieuwe verkiezin
gen zouden kunnen regelen.
Zover staan ze nu, 'de socialis
ten,
Er is nóg niets gebeurd. We zijn
al een eindje óver de veertig da
gen na de verkiezing van 26 Juni
en eigenlek zou men nu al ern
stig aan nieuwe verkiezingen
moeten denken.
Maar. korriZe zullen het toch
nog eens vroberen, met of zonder
de socialisten.
GOED WERK
VAN DE SOCIALISTEN.
Eigenlijk hebben ze nog niet
zo 'n kwaad werk gedaan, die
mannen vdn het Maison du Peu-
ple.
Zij wilden mordicus naar Pré-
gny gaan om de Koning voor te
lichten, hoewel geen van de an
dere partijen dat nodig achtte.
Zij zijn dan maar gegaan op
eigen houtje
Met het. gevolg dat de Koning
ook de 'andere partijen wilde
raadplegen.
En niet het gevolg dat de so
cialisten/zeker niet voorzien of
gewild hadden, dat de liberalen
namelijk: die nog een klein beetje
meer beafip' hebben voor de be
wijskracht pan 's Konings woor
den en voor zijn onaanvechtbare
grondwettelijke stellingname, nog
eens grondiger en ernstiger over
alles naoedacht hebben. De libe
ralen mi"en niet meer zo slaafs
de socialisftische woelmakers vol
gen en verklaren zich nu bereid
tot een driepartiienregering wan
neer de socialisten het principe
van de volksraadpleging willen
erkennen.
Maar wanneer dit niet gebeurt
zijn zij ook bereid alleen met de
C.V.P. een. regering te vormen.
Over het een en het ander zal
er al meer bekend zijn wanneer
de lezer deze regelen onder ogen
kriiat.
Het is echter kenschetsend voor
gr. ontwikkeling van de liberale
taJitelpd.pt. deze, zij het dan
c laat bereid zijn hun verant
woordelijkheid, on te nemen om
een rea°Hna te vemen welke het.
land drinnevd nodig heeft.
Niemand, kan het hun kwallik
nemen dat, zij bij gelegenheid ook
eens dénken aan de voorzitters-
zetel van de Senaat, aan de mi-
nisternorfeieiitlte's en andere on-
bennlliah eden.
Het doet. ons echter aoed te zien-
dat ?ij pf en toe ook oven oor
hebben, voor de steeds duidelijker
en dringend ér stem van hun ge
kozenen vit het Vlaamse Tand die
precies weten wat. de wil is van.
de onevbarp. mening. De Heren
Lahave Eabbe: L"ar en Koninekx
zuilen dat wel zeer goed weten.
Trouwens de houding van de Heer
Lahave tüdens de jongste verga
dering van de Permanente Raad
van d.e liberalen te Brussel was
ook uitaesvrokgn koningsgezind.
Zelfs AdolfVan Glabbeke wil met
de crisis nëdaan maken en zei dat
er een reaerihg moest komen van
de liberalen en van de C.V.P. bin
nen de 48 uren. Naar het schijnt
is hij de gnvamaker van de nieu
we verzoening* a ezinde houding
der libemletn. Kwatonaen bewe
ren dat het vooral Is uit rancune
tenen het. m">vr1jren van de so-
cïalist.isphe Minister van Arbeid
én Raciale yonrzora Troclet, die
steeds deed alsof de liberale syn
dicaten voor hem niet bestonden
en lucht waren. In de meeste
geva"en iijpren er in eik liberaal
svndion.nt nok niet veel meer le
den dan anderhalve man en een
paardeken Maar dat doet riie.tr
ter zake a dolt Van Glabbeke had
z'ch ontvnvt nis vocwveebter van
dce sundianiori en kon het. mis
prijzen nan Trpplet, vief, verteren
Daarom, pon hü Troel et. nu. ar aap
van riin ministerieel vieterstaiie-
ke zien vniien.Mis*ehien ont
neemt h'i hem. sirnks nog Zijn
ben'Hs fan hvraerdeuad.
Oe kv.pi nooit weten.
10-R-VP. PAS.
Was-salon Bcncüv, uitgevoerd in het Residence Novelty te Blanken-
berge, door dc F'tina Stevens Gebroeders uit leper. De huisvrouw,
zoels U ziet, heeft niet de minste inspannende arbeid te verr'ehten. Al
les gebeurt automatisch en het rendement is meer dan bevredigend.
De netheid en het gemak die dergelijke was-salons bieden, vallen op.
Zoekt g'iets t'huren of te kopen,
Zoekt ge 'n meid, 'n plaats of wat
Wacht niet lanaer, maar plaats nog heden
'n Kleine ZOEKER in ons blad!
De Raad van Beheer, de Re
visor, de Directie en de leden
van het personeel van de N. V.
BANK VAN ROESELARE, mel
den met diepe droefheid het
zware en onherstelbare verlies
dat zij ondergaan in de persoon
van hun Voorzitter, de
Ingenieur- Bouwmeester,
géboren te Roeselare op 10 De
cember 1884 en overleden te
Brugge op 8 Augustus 1949.
De begrafenisplechtigheid zal
plaats hebben in de parochiale
kerk van St-Amand, te Roese
lare, op Zaterdag 13 Augustus
1949, te 10 uur.
Vergadering ten sterfhulze,
Hugo Verrieststraat 60, te Roe
selare, cm 9.30 uur.
Wie geen rouwbericht modht
ontvangen hebben gelieve deze
kennisgeving te beschouwen als
een vriendelijke uitnodiging de
begrafenis bij te wonen.
Roeselare, 9 Augustus 1949.
Noordstraat 38. (2515)
Een straatmuzikant was na veie jaren
weer in de vaderstad gekomen. Hij was
rijk, maar zijn vrouw had hij onderweg
verloren. Zijn huis was vernietigd en hij
moest in de woonwagen huizen. Nu ge
beurt het dat zijn enige zoon ziek wordt.
Hij wordt door dezelfde slopende ziekte
aangetast, waarvan ook de moeder gestor
ven is.
Hij kan niet meer uit zingen gaan en
teert op de verdiende daalders. Maar zijn
bezit smelt ais sneeuw voor de zon. En ook
in de kléine jongen smelt het leven weg.
Hij ligt daar bleek en stil, het evenbeeld
van zijn moeder.
Het hart van de straatmuzikant is zwaar
van verdriet.
Op zekere dag vangt zijn oor verras
send nieuws op. In een stad, vijf mijl over
de bergen, is een wonderdokter aangeko
men, die de zonderlingste zieken geneest.
Maar hij doet het alleen voor schatten
geld en goud. De mensen kunnen er een
dozijn noemen die hij genezen heeft. De
straatmuzikant telt zijn goud na: een
klein en schamel bezit. Daarmee kan hij
niets uitrichten. Hij zit er over te pieke
ren. Kan niet slapen. Goud, als hij maar
goud kon bemachtigen. Goud om die lieve
Jongen te redden.
Op van wanhoop en verdriet neemt hij
zijn vedel onder de arm en sleept zijn
moede ledematen naar de Bergkapel. Het
is Zaterdagavond. Er brandt nog een laat
ste stompje kaars. Op de raampjes bloedt
de dag dood. Elno neemt de vedel en
speelt het Ave Maria, waarin hij heel zijn
smeken en smarten legt: Och, Gij, met
dat schone en gezonde Kindeke Jezus in
uw armen, help uw arme vedelaar, Ave
Maria! Goud, Maria, geef me goud voor
het knaapje dat daar te kwijnen ligt.
Ave Maria.
Hij ziet de Moeder Gods aan, Maria van
de Bergkapel, die duizenden lieden heeft
getroost.
En dan gebeurt het wonder. Er komt
De met bloed doorlopen ogen van de
vedelaar stralen. En hij zingt opnieuw
Ave MariaTerwij] ze de Jongen bij
zijn schabbernak vatten en op straat
gooien.
De schepenen vellen spoedig vonnis in
naeme der Allerheiligste DrievuMIgheit
ende hooghverhevene Moeder des Heren
De heiligschenner wordt tot de strop
veroordeeld.
En daar staat hij onberoerd dit alles te
aanhoren. En op zijn lippen leeft de verre
zweem van een glimlach. Zijn ogen staren
verloren in een schone droom. Of hij 'uis-
tert naar het hemelse gefluister van een
verre vedel: Ave Maria!
Ave Maria! Het is al goed, het leven is
goed, het sterven is goed. Wijl de zone
leeft, het kind van hem en de vrouw, naar
wie hij morgen heengaat als de moorden
de lus...
Ze komen hem vragen welke laatste
gunst hij begeert. Zo plegen ze met ge
hangenen te doen.
Laat mij nog eenmaal vóór Maria in
de Bergkapel het laatste lied uit mijn ve
del spelen. Samen met mijn zoon.
Na lang beraadslagen wordt het hem
toegestaan. Ze stoppen hem in de boeven-
kar en voeren hem naar de Bergkapel. Da
zoon werd verwittigd. Hij zit reeds lang
op vader te wachten. De vedel ligt naast
hem op de bank. Hij wacht en bidt. Tot
Maria, die hem wonderbaar genezen heeft.
ZIJ, en niet de wonderdokter. Die heeft
het gouden muiltje moeten afstaan, en
van komen was er geen sprake meer. Maar
cp hetzelfde uur dat Elno zijn Ave Maria
to neuriën begon, ts de Jongen een schok
wijst naar het gouden muiltje dat de won
derdokter r.ussen andere kostbaarheden op
een bankje heeft uitgestald.
Zo komt het uit wie de dief is.
Bij avondval dreunen de zware laarzen
der stadsschabletiers op het trapje van
EIno's woonwagen. ZIJ voeren een geboei
de man mee en laten een huilend knaapje
achter.
Drie dagen laten ze de straatmuzikant
in een donkere krocht zitten, met een slok
water en een homp brood. Dan slepen ze
hem voor de pijnbank. Om hem tot be
kentenis te dwingen. Maar de arme man
krijt:
Mijn zoon, mijn zoon, wat is er van
miin zoon geworden?
Niemand leent het oor naar die kreet.
Wie stoort zich aan andermans zoon al»
't eigen kind bloeit van geluk? En de zoon
van een dief dan nog.
Ze leggen hem op de pijnbank. HIJ be
kent niet. Hij verbijt zijn tranen en daar
begint hij, te midden de harde pijn zijn
Ave Mariate neuriën. Ze slaan hem in
't open gezicht.
Hij blasfemeert, roepen ze.
Maar hij laat striemen en bloeden. HIJ
zingt opnieuw zijn Ave Maria. Zoals hij
het ontelbare keren gevedeld heeft. Toen
zijn zonnige vrouw daar als een levend
stuk muziek naast hem te wiegen liep...
ja ook toen de Moeder Gods het gouden
muiltje van haar voet schudde.
En dat lied houdt hem recht.
Plots klapt de deur van de gerechtszaal
open en daar klinkt de klare roep van een
schone Jongensstem.
Vader. Vader!
leven in het beeld: Maria lacht hem toe,
beweegt het rechtarbern en schudt h°t
gouden muiltje af, zodat het vóór de
straatmuzikant rolt. Hij raant het muiltje
cp. Het ls een heel fortuin waard. Hij
ki.ikt naar Maria op. Zij staat daar weer
stil, beeldst.il.
Elno neemt het muiltje mee. Hij gaat
's anderendaags voor haan en zon op weg.
En tot de wonderdokter zegt hij:
Kunt gij mijn Jongen genezen?
Laat horen, wat kunt gij betalen?
vraagt de wonderdokter.
Dat muiltje krijgt gij ervoor.
Waar komt dat dingen vandaan?
Van een oude tante, die het in haar
tuin heeft opgedolven.
Laat uw muiltje hier, binnen drie
dagen kom ik naar de knaap toe.
De straatmuzikant trekt welgemoed
naar huis. Maar de hele stad staat op
stelten. Het muiltje der madonna in de
Bergkapel ls gestolen. Dat zal vloek neer
halen over de stad. Een donder van ver
ontwaardiging gaat door de straten. De
vedelaar krijgt het benauwd. Hij kruipt
vlug in zijn woonwagen en wacht. Nee,
het muiltte heeft hij niet gestolen. Gij
hebt het mij geschonken, Maria. Voor dit
kranke knaapje. Ave Marial
's Anderendaags voert de schout zijn
dikke dame. naar de wonderdokter. Zij
verzwaart elke week een pond. Waar zal
het eindigen, hooggeleerde medicijnman!
Do stadskoets kraakt onder haar gewicht.
Straks wordt het deurgat te eng en de
straatbengels roepen...
Hij stokt in zijn woorden. Zijn ogen
spalken wijd open. Zijn bevende vinger
In de dakgoot van de kerktoren te
Qostropzebeke werden twee bakken
aangetroffen, die moesten dienen oin
duiven tc vangen! Leze bakken wa
ren voorzien ven eten en drinken en
zodanig genu kt lat de diertjes die
',ich door h t aantrekkelijk lokaas
lieten ver'piden, niet meer uit de
bakken geraakten en gevangen wa
ren. Hoelang die bakken daar reed*
gebruikt werden, of wie ze er heef'
aangebracht kon tot nog toe nie»
n'tvemaakt worden. Heel waars-hijn*
l'.ik werden reeds tal van duiven ot
Aan een overweg nabij Keulen,
welke niet geheel gesloten was, werd
een autocar met aanhangwagens
door een sneltrein gegrepen. De auto
car. vervoerde knaapjes van een ka
tholieke vacantiekolonie die naar huls
terugkeerden. Van de ongelukkigen
werden er 18 gedood en 24 gewond.
De voerder van de autocar en de
wachter van de overweg werden bei-
n aangehouden.
F. R. ROSCHVOGEL.