Het Dak der Wereld Het sedert eeuwen ondoorgrondelijk barre hoogland van Midden-Azië SfSpBi w* MUm Onze Week-end Reportage m WÈÊËSÈÈÊM mm m «HET WEKELIJKS NIEUWS» Zaterdag 21 Okt. 1850, Blad», SS, - i i: i TIBET De wereld kijkt naar Tibet. De belangstelling van Mao Tie Toeng voor dit gedeelte van Azië is misschien roei groter dan die van het even mie, al kan men gerust aannemen dat zijn belangstelling slechtl geprikkeld wordt door bevelen uit Moskou om het communisme door te voeren tot aan de poorten van India. HET WOESTE GEBIED VAN CENTRAAL AZIE Een uitgestrekt gebied van twee millioen Km2, in het hartje van het Aziatisch vasteland, dat op een doorsnee-hoogte ligt van gemid deld 5.000 meter boven de zeespie gel, dat is Tibet. In het Noorden en het Oosten wordt dit land be grensd door de Chinese Volksrepu bliek, ten Zuiden scheidt de keten van het Himalaj a-gebergte het land van zijn naburen, namelijk voor een klein gedeelte van Birma en grotendeels van de jonge Staat India, waarvan het noordelijke Nepal als een smalle strook langs Tibet loopt. In het Westen is het nogmaals India dat de nabuur is van Tibet. Het Himalajagebergte, dat de Indische grens zorgvuldig afsluit, maakt meer oostwaarts een lichte zwenking naar het Noorden en in die kleine zuidelijke hoek ligt het gèheimzinnige Lhassa, de hoofd stad van het land. zowel op gods dienstig als politiek gebied. Deze hoogvlakte met zijn enor me bergketen, het Himalajageberg te, heeft een zeer ruw klimaat. Als hoogste bergtoppen kent men er de Pic Everest (8.840-m.), de Dhau- lagiri (8.170 m.), de Kangchen- doura (8.607 m.) en de Hidden Peak (8.068 m.). Slechts langs nauwe bergpassen, die dan nog op grote hoogte liggen, is het Hima- lajagegebied toegankelijk. De hoog vlakte ten Noorden van deze berg rug vormt een 2.000 Km. brede woestijn. De laagste gedeelten van de reusachtige bergketen vormen tamelijk vruchtbare fjanken waar zelfs fruitbomen gedijen en waar men meestal weilanden vindt. Het is daar dan ook dat de weinig dichte bevolking samengetrokken is. Het is wel niet verwonderlijk dat men Tibet bedacht heeft met de dichterlijke benaming van «Dak der Wereld», men is hier inder daad op het «opperste». De «Everest» is de koning der bergtoppen, niet alleen in deze woeste bergstreek, maar hij vindt tevens over gans de wereld zijn weerga niet. Zijn naam is ont leend aan Sir George Everest, die Enkele korte berichten in de wereldpers hebben de laatste weken de aandacht getrok ken op de uitgestrekte hoogvlakte van Midden-Azië: Tibet. Daar liggen de meer dan 8000 m. hoge bergtoppen van het Himalajagebergte, dat met zijn sneeuw en ijsgordel in het hemel ruim de demarcatielijn trekt tussen de barre Aziatische steppen en het versmachtend oerwoud van India. Weinigen kennen dit land van bedelende Boedhistische monniken, van de duizend en één incarnaties van Boedha, van duistere tempels en de heilige stad Lhassa waar slechts uiterst zeiden een Europeaan de voet zette. En toch werd er de laatste weken over Tibet geschreven en gesproken. Met ontzet ting vernam de wereld rond het midden van de maand Augustus dat een geweldige aard beving het gebied van Tibet en de ahnpalende streken, de Oostelijke rand van India, geteisterd had. Latere berichten hebben de wereld niet veel bijzonderheden gebracht over deze ramp, want Tibet ligt totaal afgezonderd en is nog steeds een schier onbekende streek voor het overige van de wereld. Niettegenstaande deze teruggetrokkenheid is Tibet toch niet ontsnapt aan de begerige blikken der vreemde machthebbers. Het wisselend spel der invloeden van buitenuit deden in het land zelf een onrustige deining ontstaan die het rhythme volgde van de beurtelïngse overheersing der Chinese of Engelse invloeden. Zo werd dan bij tussenpozen even de sluier opgelicht van dit geheimzinnig land. Thans dreigt een ruwe arm het gordijn stuk te scheuren. Reeds klinkt het in oorlogs berichten der Chinese communisten dat die en die stad in Tibet bezet werd. Het klinkt als een profanatie dat de Lama's, de Tibetaanse monniken, misschien weldra uit hun een zaamheid zullen verjaagd worden. Er wordt over Tibet, het geheimzinnig hoogland in Mid den-Azië, gesproken, nu de rode vloed zijn onafhankelijkheid bedreigt. gen, zij slaagden erin luchtfoto's ervan te maken. Op 6.300 meter houdt de plantengroei totaal op, en op 6.700 meter vindt men zelfs geen insekten meer. Daar begint het rijk van de koude; hier wordt de ademhaling schier onmogelijk, daar de lucht te erg verdund is. De beklimming van dergelijke bergreuzen wordt eveneens lastig en schier onmogelijk gemaakt door het feit dat de sneeuw, die eeuwig deze flanken dekt, bijna geen ge wicht kan dragen. De minste brus- ke beweging doet hier trouwens de zo gevaarlijke sneeuwverschuivin gen of lawines plaats grijpen. DE TIBETAAN Het is dan ook niet te verwon deren dat in deze onherbergzame oorden de bevolking weinig talrijk is Nog nooit kon men het juiste bevolkingscijfer van Tibet vaststel len. Registers van burgerstand be staan er niet, zodat men het moet hun kudden te grazen leiden aan den voet der bergen. Zij leven op zeer primitieve wijze en kwamen slechts zeer zelden in voeling met de Westerse beschaving. Missiona rissen en ontdekkingsreizigers, die door het land trokken, beschrijven de gewone Tibetaan als een levens lustige mens die van spel en zang houdt. Hun gewoonten wijken na tuurlijk zeer ver af van deze die hier bij ons in zwang zijn. Zo bv. wanneer een vreemdeling in Tibet begroet wordt, en dit gebeurt in zeer hartelijke termen, dan steekt men ginds de tong uit en houdt men de twee duimen in de lucht. Een vreemde die zo begroet wordt mag zich zeer gevleid achten. De Tibetaan is zeker zo verach- terd niet als men het wel zou den ken. Hij heeft een eigen taal die éénlettergrepig is en zeer wellui dend klinkt. Inzake geschrift zit ten zij niet verward in het em- broglio van duizenden woerdte kens zoals hun Chinese geuren, 1 w Sas Centraal-Azië telt iconderbare bouwwerken. Hierboven een brug op de zo goed bekende Birma-weg. Deze staalhangbrug is 135 meter lang en bereikt een hoogte van 90 meter. In 1841 de opmeting van de Hima- laja voltooide en die voor de eer ste maal de ligging en de hoogte ervan bepaalde. Deze ontdekkings reiziger heeft de Everestberg niet beklommen en ook na hem deed het niemand. De hoogte van deze en soortgelijke bergtoppen bepaal de men aan de hand van meet kundige formules. De Tibetanen noemen deze berg Chomolungma, d.i. dal der koningin. Pas in 1920 kon van de Tibetaanse regering vergunning bekomen worden de Everest te beklimmen, al de pogin gen om de top te bereiken misluk ten echter. In April 1933 werd de top door twee Engelse piloten. Fi sher en Blacker, tweemaal overvlo- stellen met gissingen. Betrouwbare bronnen laten toe het bevolkings cijfer vast te stellen rond de vijf millioen, wat reeds een heel getal blijkt te zijn, doch dat werkelijk op 'n uiterst dun gezaaide bevolking wijst, vermits het hier gaat om een land dat 66 maal groter is dan België. Ons land telt 271 in woners per Km2, Tibet telt er 2 1/2 per Km2. Van deze 5 mil lioen inwoners zijn er minstens een half millioen Boedhistische monniken. De doorsnee inwoner van Tibet is het type van de herder der Aziatische steppen; de Tibetaan stamt af van het Mongoolse ras. Het zijn kleine veehouders die Het Boedhisme inspireerde de Aziatische bouwkundigen de mooiste tempels en gébovaven. Hier een Joto van het nationaal heiligdom van Thailand, de zogenaamde Koninklijke Tempel van Bangkok. doch hebben een eigen alphabet, bestaande uit 28 medeklinkers en 8 klinkers. Zelfs beschikt de Tibe taan over boeken die schier in ieder huis te vinden zijn en ver spreid worden door de Boedhisti sche monniken. Om ten slotte een beeld te ge ven van het huiselijk leven dient gezegd dat doorgaans de veelman- nerij in zwang is, ten minste bij de zeer arme bevolkingsklasse. Bij de rijken daarentegen is. het juist andersom en vindt men de Chi nese gewoonte terug van de veel wijverij. Dit voor de gewone burger. Tibet echter heeft zijn bekendheid te danken aan een afzonderlijke klas se zijner bevolking, namelijk de Boedhistische monniken. Om dit land te begrijpen is het noodzake lijk een kijk te werpen op zijn godsdienst: het Boedhisme. Hier ligt immers de sleutel van het ge heim dat men Tibet noemt. Een zeker godsdienstig fanatisme be heerst hier alles, tot zelfs het po litieke leven. Daarom eerst een woord over HET BOEDHISME Boedha beduidt: de Verlichte. Zijn eigenlijke naam was Siddhar- tha Gautama en hij noemde zich zelf veelal Sakyamuni, wat bete kent: de Wijze uit het geslacht Sakya. Siddhartha stamde uit een prin selijke familie, het vorstelijk ge slacht der Sakya's. Uit oude ge schriften blijkt dat hij tijdens zijn jeugd zijn leermeesters overtrof in wijsheid Hij huwde en had een zoon uit dit huwelijk. Tot zijn 29e jaar leidde hij een onbekom merd leven. Door het zien van een jammer lijke grijsaard, een zware zieke, een lijk en een bedelmonnik, dron gen de ellende, de waardeloosheid en de ijdelheid van het, leven zich aan hem op en hij zocht zich vrij te maken van de ellende van het bestaan. Hij verliet 's nachts vrouw en kind en zocht als bede lend asceet de ware vrijheid bij beroemde asceten. Verhaald wordt hoe hij door eigen overweging, zit tend onder een vijgeboom, bij de rivier Nairanjana, tot het inzicht kwam dat alle wensen in het le ven dienden r fgestorven en dat het slechte moest ontvlucht wor den. Gautama verwierf al spoedig aanhangers ifl Indië en toen hij op 80-jarige leeftijd stierf had zijn levenswijze héél wat in aanzien gewonnen. In Indië zelf werd de Boedhis tische leer niet zuiver bewaard doch geraakte er verstrikt in het Brahmisme. In Tibet echter, waar heen enkele Boedhistische mon niken afgezakt waren, schoot deze leer zeer diep wortel en werd zij zuiver bewaard. Voor de gewone leek weet het Boedhisme slechts weinig voor te schrijven, anders is het echter gesteld met de monni ken, wiens leven men kan samen vatten als een betrachting en een streven naar het «Nirvana». Nirvana is zeer moeilijk te ver talen, men kan het alleen om schrijven als de volledige rust, de volmaakte inwendige vrede, de ab solute vernietiging van alle begeer te en de vernietiging van het wor den. Zo ontstond dan in het Boedhis me, de leer der wedergeboorte. Volgens de Boedhisten immers verhuist de ziel met de dood tel kens In een ander wezen. Dit is dus een wedergeboorte. Bij ieder wedergeboorte echter moet de ziel een hogere graad van volmaakt heid bereiken tot zij uiteindelijk het «Nirvana» bereikt als de hoog ste trap van volmaaktheid. Gautama werd door zijn volge lingen als een Boedha, d.i. een Verlichte, beschouwd. Volgens zijn leer echter kende ook zijn ziel een wedergeboorte en deze wordt, steeds volgens hun leer, nog altijd voortgezet. Men kan dus bij de Boedhisten werkelijk spreken van «levende Boedha's». DALAI LAMA EN PANCHEN LAMA Het spreekt van zelf dat die herhaalde wedergeboorte of incar naties de zaken verre van eenvou dig maken. Trouwens gans het Boedhisme is cp zeer verwarde gronden gebouwd. Gautama liet geen geschriften achter en in de loop der tijden geraakte men zo danig verward in de verschillende trappen van volmaaktheid door deze en gene Boedha bereikt, dat men tegenwoordig werkelijk van duizend en één incarnaties van Boedha mag spreken, incarnaties die allen een verschillende trap van volmaaktheid bereikten. Indien men in deze incarnaties naar de toppen der hiërarchie wil gaan, dan komt men uiteindelijk bij twee incarnaties van Boedha, die als de waardigste en machtig ste aanzien worden, namelijk de Dalai Lama en de Panchen Lama. De Dalai Lama, die resideert in de befaamde Potalaeen paleis met gouden koepel dat uitziet op de verboden stad Lhassa, is voor de Boedhisten van buiten Tibet het hoogste gezag. Doch bij de Boedhisten van Ti bet zelf, beter bekend onder de naam van Lamaistén, geniet de Panchen Lama een meer verheven waardigheid. De Panchen Lama oefent de geestelijke heerschappij over Tibet uit. terwijl de Dalai Lama de wereldlijke macht in han den heeft. Op gebied van reincarnatie's verschillen beide trouwens merke lijk. De Dalai Lama wordt be- schouwd als de reïncarnatie van «Bodhisattva Avalokitesvara», wat wil zeggen: Boedha van Barmhar tigheid, terwijl de Panchen Lama een emanatie is van Amitabha: Boedha van het Eeuwig Licht. Dc Panchen Lama staat aan den top van de Lamaistische hiërarchie als geestelijk leider van een grote me nigte re incarnaties. Hoe talrijk die voor het ogenblik reeds zijn is nog nooit vastgesteld. DE POLITIEKE MACHT VAN DE DALAI LAMA Vóór enkele dagen verscheen er in de pers een foto van Mevr. Jap Sji Sev, oudste zuster van de thans 16-jarige Dalai Lama van Tibet. Men ziet haar in gesprek met haar gemaal na haar aankomst in New Delhi, waar zij op doortocht is om besprekingen te voeren be treffende onderhandelingen tussen de Chinese Volksrepubliek en Ti bet. Het huidige Tibet is nauw be trokken in het politieke spel dat zich thans in Azië afspeelt als achtergrond van de militaire ge beurtenissen die China als inzet hebben. De politieke suprematie van de Dalai Lama werd 300 jaar geleden gevestigd, toen de Mongolen uit het Noorden als een woeste horde neerstreken over het Aziatisch bin nenland. De toenmalige Dalai La ma wist de gunst van de verove raar Khan van Mongolië te win nen en als teken van gunst kreeg de Dalai Lama het bewind over Tibet in handen. Tot nogtoe was hij altijd in de schaduw gebleven van den Panchen Lama, vermits deze van uit godsdienstig oogpunt veel hoger waardigheid bekleedde. De Dalai Lama nam dan ook de gelegenheid te baat om op sluwe wijze zijn macht uit te breiden en hij symboliseerde zijn suprematie door de oprichting van het kolo- sale paleis, dat men evengoed een luxueus fort zou kunnen noemen, de «Potala», op den top van den Roden Piekberg, buiten Lhassa. De Dalai Lama en de Panchen Lama verkeren sedertdien in een bittere rivaliteit. Als de onbestre den geestelijke leider en de groot ste van alle incarnaties van Boe dha heeft de Panchen Lama altijd het doel voor ogen gehad ook de politieke suprematie in handen te nemen. Toen de Dalai Lama een ver bond sloot met Indië, na een lang durige weifeling tussen China, Rus land en Engeland, besloten de Chi nezen hun gewicht in de schaal te werpen aan de zijde van den Panchen. Ontelbare malen ver klaarde China dat de pro-Britse Dalai Lama zijn wereldlijke macht had verbeurd en het ondersteunde de protesteen van de Panchen. Doch het politieke schaduw-boksen slaagde er nooit geheel in om de tegenstrever buiten gevecht te stel len. De revolutie van 1911 deed China de macht over Tibet verliezen. De Midden - Aziatische sneeuwlanden volgende Panchen Lama... een Chi nees zou zijn. De ontdekking Immers van een nieuwe incarnatie is een zeer in gewikkelde geschiedenis. Hier hult het Boedhisme zich in een ge heimzinnige waas van bijgelovige praktijken, die feitelijk met de so bere en ascetische levensbeschou wing niets meer te maken hebben. Wanneer deze opzoekingen dan uiteindelijk geleid hebben tot een viertal mogelijkheden, dan wordt er geloot bij middel van bamboe stokken diè elk de naam van een kandidaat dragen en die samen in een vaas gestoken worden. Een sneldraaiende beweging van de vaas doet, ten gevolge van de mid- denpuntvliedende kracht, bij de bamboestokken een neiging ont staan uit de vaas te wippen. De stok die het eerst buiten vliegt draagt de naam van de nieuwe Panchen Lama. Voor ieder buitenstaander was het duidelijk dat de uitvoering van het testament van de Pan chen zeer grote moeilijkheden zou opleveren, want aan een rasechte Tibetaan een Chinees als grote baas gaan voorschotelen, dat was al te kras. Na 4 jaar zoeken had men in Amdo, in de Chinese pro vincie Tsinghai, vijf jongelingen ontdekt die voor de loting in aan merking kwamen. De bamboestokken werden aan het werk gezet en zekere «Lung- rig-dhamthsowas de uitverkore ne. De Lama's, die in de grootste geheimzinnigheid hun opzeekings- werk verricht hadden, togen op reis naar de woonplaats van hun pas ontdekte Panchen Lama. Toen zij er echter aankwamen vernamen zij dat Lung-rig-dhamthsoen kele maanden voordien... gestorven was. Opnieuw werden de bamboestok ken geraadpleegd en ditmaal had men meer geluk. De nieuwe Pan chen was zes jaar op het ogenblik dat men hem «ontdekte». Thans is deze knaap 12 jaar. Achter heel duistere spel van incarnaties en opzoekingen zitten natuurlijk de machtige leiders die inmiddels rus tig voortgaan met hun macht uit te oefenen. De Dalai Lama anderzijds die, zoals hoger gezegd, in 1934 over leed, werd gereïncarneerd in een thans 16-jarige knaap die te Lhas sa vertoeft. DE IN AANRAKING MET EUROPESE BESCHAVING Ten Zuiden van Tibet ligt het land der Maharadjah's waar ar moede en rijkdom, in zo schrijnen de tegenstelling staan. Hierboven de Maliaradjali van Cachemire die met zijn echtgenote een bezoek brengt aan een vluchtelingenkamp te New Delhi. werden terug onafhankelijk. Langs de Panchen Lama om trachtte China voort zijn macht op Tibet te doen gelden. Omwille van deze nauwe betrekkingen met de Chine zen was de Panchen Lama, na de eerste wereldoorlog, verplicht zijn land te verlaten en begon hij een zwerversleven door China. Gans zijn prachtige hofhouding, zijn paarden, zijn juwelen en ta pijten, alles wat aan zijn hoge stand herinnerde, werd op deze tocht meegenomen. Hij zwierf door China en Mongolië, van het ene Lamaïstische klooster naar het an dere. In 1935 kreeg de Panchen echter zijn kans. In December 1934 im mers was de Dalai Lama gestorven en kon hij dus wel een poging wagen om Tibet binnen te rukken. De Chinezen stonden hem bereid willig een militaire geleide af, doch Tibetaanse troepen blokkeerden de hoge bergpassen en ook ditmaal verzwond de droom van de Pan chen Lama. Deze wanhopige strijd had zijn gestel geknakt en óp 1 December 1937 overleed hij. OP ZOEK NAAR DE NIEUWE INCARNATIE De Panchen Lama had natuur lijk een testament achtergelaten en dat ving aan met de woorden: Vanaf mijn geboorte koesterde ik het plan mij met China te ver binden en het Boedhisme te ver spreiden. Zijn prc-Chinese hou ding was dus zeer duidelijk. Nog meer kwam dit tot uiting toen hij handelde over de volgende incar natie van Boedha Amitabha, want daar zegde het testament dat deze incarnatie zou gevonden worden onder de Chinezen. Dit wilde voor ieder Tibetaan zeggen dat hun Tibet is voor de buitenstaanders, en alleszins voor de Europeanen, steeds een gesloten gebied geweest. Over Lhassa, de geheimzinnige stad, die ten slotte niets anders is dan een groot Lamaklooster, doen de geheimzinnigste verhalen de ronde. Tot vóór enkele jaren im mers had nooit een Europeaan er de voet in gezet. Een Duits geleerde, Dr Ernest Schafer, kreeg de gelegenheid in het geheimzinnig Lhassa door te dringen en er zelfs met toelating van de Dalai Lama enkele weken te verblijven. Uit dit reisverhaal blijkt dat de Lama's een oppermachtige kaste vormen die met hun bijgelovige praktijken een ware dwingelandij uitoefenen. Zij zijn dusdanig ver groeid in dit primitief leven, dat hun een opperheerschappij bezorgt, dat zij iedere Westerse invloed zo veel mogelijk uit hun leven ban nen. Schafer beschrijft trouwens een dezer Lama's die de kans kreeg in Engeland te studeren en dus gans vermodemiseerd in Tibet terug keerde. De Dalai Lama had deze beslissing getroffen om iemand bij de hand te hebben die de moderne methodes van mijnontglnning door en door te kennen, om aldus in staat te zijn de schatten van de bodem, goud en edelstenen, in het Himalajagebergte gemakkelijker te veroveren. De Lama Mondro kwam, na ja ren afwezigheid, terug in Tibet aan, doch met zijn studie van mijningenieur had hij zich ook de levenswijze van de Westerse be schaving eigen gemaakt. Voor de Dalai Lama was Mon dro een kostbare hulp en hij steeg vanzelfsprekend in aanzien en macht, doch de monniken, die het regentschap uitoefenden, oordeel den daar anders over en een boy cot in regel begon van het door Mondro gepresteerde werk. Zo ver kwam het dat hij het eerste goud, dat hij volgens moderne ontgin ningsmethodes boven haalde, terug in.de grond moest stoppen op be vel van hogere Lama's, die orakel den dat er een grote droogte zou komen indien men de aardgeesten hur. goud ontnam. Zo ligt Tibet verzonken in zijn ouderwetse rompslomp. POGINGEN TOT BESCHAVINGSWERK Niet alleen wetenschappelijke na vorsers hebben getracht het duis ter waas van Tibet te doorboren. Ook Missionarissen hebben ge tracht vaste voet te krijgen in dit geheimzinnige land. Vercftr echter dan een voorzichtige informatie reis kon men het in de centra van Tibet nooit brengen. De Dalai zo wel als de Panchen Lama lieten zich wel eens uit nieuwsgierigheid verleiden tot een oppervlakkige kontaktname met het Westen om wille van onmiddellijke politieke of andere voordelen, doch nooit kon men het brengen tot een die pere infiltratie. Het eerste practisehe bescha vingswerk werd hier echter begon nen in 1930. Door Mgr de Guébri- ant, overste van het Parijse Mis siegenootschap, werd een oproep gedaan om over Missionarissen te beschikken, bestand tegen de hoge Kronkelend loopt de Birma-weg door het Aziatisch bergland. Deze baan verbindt Birma met Tchoeng King en speelde in de bevoorra ding van Tchang-Kai-Shek, tijdens de oorlog tegen Japan, een grote rol. werk tot stand dat ook in Ti bet zelf veroveringen deed. De missie op het dak der we reld zoals deze zending wel eens genoemd werd, moest echter na tien jaar zware arbeid toch zwich ten voor de uitgesproken vijand schap der Lama's. De invloed van deze laatste immers op de eenvou dige landelijke bevolking vermin derde stelselmatig naarmate het bekeringswerk der Missionarissen vorderde. Voor de Lama's was dit alles een doorn in het oog. Zij wendden dan ook al hun invloed aan om de Missionarissen uit het land te verdrijven. Op 26 Januari 1946 moest Pater Torney een bloelende post verlaten ten einde het leven van zijn kris tenen te sparen. Ondanks alles echter wordt er doorgewerkt, zij het dan ook met hoogten en laagten De moedige Paters slagen er ech ter niet in hun befaamde St-Ber- nardshonden aan het Tibetaanse klimaat te doen gewend worden. In die hoge Alpen bieden deze hon den, zoals men weet, een zeer kost bare hulp. HET RODE GEVAAR Thans staat Tibet ln de bran ding op het internationaal toneel. De communistische troepen ruk ken onverstoord op in de richting van de barre hoogvlakten van Mid den-Azië en houden reeds verschil lende belangrijke plaatsen van Ti bet bezet. In het kader van deze strijd mag men niet vergeten dat het Himalajagebergte, dat Tibet ten Zuiden begrenst, tegen India aanleunt. De vooruitgang van het communisme ln Tibet kan dus ook voor India een gevaar betekenen. Tibet zelf zal zich hier niet te weer stellen en weinig in de pap te brokken hebben, India zal ech ter voor zijn eigen veiligheid meer moeten rekenen op de hoge ruggen van de Himalaja, dat met zijn zeldzame passen een goede verde digingslijn vormt, GEMO. Jap Sji Sev en zijn echtgenote op bezoek te New Delhi. De echtgenote van Jap Sji Sev is nauw x>erbon- den aan het politieke spel rond Tibet. Zij is de zuster van de 16-jarige geestelijke leider van Ti bet en voert besprekingen in op dracht van haar broer. lucht en het harde leven aan de grenzen van Tibet. Paus Pius XI belastte de Monniken van St-Ber- nard met deze nieuwe vorm van missiewerk. De eerste pioniers wa ren de Paters Melly en Coquoz sa» men met de lekebroeders Louis- Due en Robert Chappelet. Bij de Lha- ssapas werd een kloosterherberg gebouwd op dezelfde manier als zij dit in de Alpen gedaan hadden. Elke zomer trokken honderden uit geputte Chinese en Tibetaanse rei zigers voorbij. De bouw was niet heel vlot van de hand gegaan, want het duurde tot 1935 alvorens vergunning kon bekomen worden. Vanaf de gi-enzen van China kwain alzo stilaan een bekerings- i r f i

HISTORISCHE KRANTEN

Het Wekelijks Nieuws (1946-1990) | 1950 | | pagina 12