Het Dak der Wereld
Het sedert eeuwen ondoorgrondelijk barre
hoogland van Midden-Azië
SfSpBi
w*
MUm
Onze
Week-end
Reportage
m
WÈÊËSÈÈÊM
mm m
«HET WEKELIJKS NIEUWS» Zaterdag 21 Okt. 1850, Blad», SS,
-
i
i:
i
TIBET
De wereld kijkt naar Tibet. De belangstelling van Mao Tie Toeng
voor dit gedeelte van Azië is misschien roei groter dan die van het
even mie, al kan men gerust aannemen dat zijn belangstelling slechtl
geprikkeld wordt door bevelen uit Moskou om het communisme door
te voeren tot aan de poorten van India.
HET WOESTE GEBIED VAN
CENTRAAL AZIE
Een uitgestrekt gebied van twee
millioen Km2, in het hartje van
het Aziatisch vasteland, dat op een
doorsnee-hoogte ligt van gemid
deld 5.000 meter boven de zeespie
gel, dat is Tibet. In het Noorden
en het Oosten wordt dit land be
grensd door de Chinese Volksrepu
bliek, ten Zuiden scheidt de keten
van het Himalaj a-gebergte het land
van zijn naburen, namelijk voor
een klein gedeelte van Birma en
grotendeels van de jonge Staat
India, waarvan het noordelijke
Nepal als een smalle strook langs
Tibet loopt. In het Westen is het
nogmaals India dat de nabuur is
van Tibet.
Het Himalajagebergte, dat de
Indische grens zorgvuldig afsluit,
maakt meer oostwaarts een lichte
zwenking naar het Noorden en in
die kleine zuidelijke hoek ligt het
gèheimzinnige Lhassa, de hoofd
stad van het land. zowel op gods
dienstig als politiek gebied.
Deze hoogvlakte met zijn enor
me bergketen, het Himalajageberg
te, heeft een zeer ruw klimaat. Als
hoogste bergtoppen kent men er
de Pic Everest (8.840-m.), de Dhau-
lagiri (8.170 m.), de Kangchen-
doura (8.607 m.) en de Hidden
Peak (8.068 m.). Slechts langs
nauwe bergpassen, die dan nog op
grote hoogte liggen, is het Hima-
lajagegebied toegankelijk. De hoog
vlakte ten Noorden van deze berg
rug vormt een 2.000 Km. brede
woestijn. De laagste gedeelten van
de reusachtige bergketen vormen
tamelijk vruchtbare fjanken waar
zelfs fruitbomen gedijen en waar
men meestal weilanden vindt. Het
is daar dan ook dat de weinig
dichte bevolking samengetrokken
is.
Het is wel niet verwonderlijk dat
men Tibet bedacht heeft met de
dichterlijke benaming van «Dak
der Wereld», men is hier inder
daad op het «opperste».
De «Everest» is de koning der
bergtoppen, niet alleen in deze
woeste bergstreek, maar hij vindt
tevens over gans de wereld zijn
weerga niet. Zijn naam is ont
leend aan Sir George Everest, die
Enkele korte berichten in de wereldpers hebben de laatste weken de aandacht getrok
ken op de uitgestrekte hoogvlakte van Midden-Azië: Tibet. Daar liggen de meer dan 8000 m.
hoge bergtoppen van het Himalajagebergte, dat met zijn sneeuw en ijsgordel in het hemel
ruim de demarcatielijn trekt tussen de barre Aziatische steppen en het versmachtend
oerwoud van India.
Weinigen kennen dit land van bedelende Boedhistische monniken, van de duizend en
één incarnaties van Boedha, van duistere tempels en de heilige stad Lhassa waar slechts
uiterst zeiden een Europeaan de voet zette.
En toch werd er de laatste weken over Tibet geschreven en gesproken. Met ontzet
ting vernam de wereld rond het midden van de maand Augustus dat een geweldige aard
beving het gebied van Tibet en de ahnpalende streken, de Oostelijke rand van India, geteisterd
had. Latere berichten hebben de wereld niet veel bijzonderheden gebracht over deze ramp,
want Tibet ligt totaal afgezonderd en is nog steeds een schier onbekende streek voor het
overige van de wereld.
Niettegenstaande deze teruggetrokkenheid is Tibet toch niet ontsnapt aan de begerige
blikken der vreemde machthebbers. Het wisselend spel der invloeden van buitenuit deden in
het land zelf een onrustige deining ontstaan die het rhythme volgde van de beurtelïngse
overheersing der Chinese of Engelse invloeden. Zo werd dan bij tussenpozen even de sluier
opgelicht van dit geheimzinnig land.
Thans dreigt een ruwe arm het gordijn stuk te scheuren. Reeds klinkt het in oorlogs
berichten der Chinese communisten dat die en die stad in Tibet bezet werd. Het klinkt
als een profanatie dat de Lama's, de Tibetaanse monniken, misschien weldra uit hun een
zaamheid zullen verjaagd worden. Er wordt over Tibet, het geheimzinnig hoogland in Mid
den-Azië, gesproken, nu de rode vloed zijn onafhankelijkheid bedreigt.
gen, zij slaagden erin luchtfoto's
ervan te maken. Op 6.300 meter
houdt de plantengroei totaal op,
en op 6.700 meter vindt men zelfs
geen insekten meer. Daar begint
het rijk van de koude; hier wordt
de ademhaling schier onmogelijk,
daar de lucht te erg verdund is.
De beklimming van dergelijke
bergreuzen wordt eveneens lastig
en schier onmogelijk gemaakt door
het feit dat de sneeuw, die eeuwig
deze flanken dekt, bijna geen ge
wicht kan dragen. De minste brus-
ke beweging doet hier trouwens de
zo gevaarlijke sneeuwverschuivin
gen of lawines plaats grijpen.
DE TIBETAAN
Het is dan ook niet te verwon
deren dat in deze onherbergzame
oorden de bevolking weinig talrijk
is Nog nooit kon men het juiste
bevolkingscijfer van Tibet vaststel
len. Registers van burgerstand be
staan er niet, zodat men het moet
hun kudden te grazen leiden aan
den voet der bergen. Zij leven op
zeer primitieve wijze en kwamen
slechts zeer zelden in voeling met
de Westerse beschaving. Missiona
rissen en ontdekkingsreizigers, die
door het land trokken, beschrijven
de gewone Tibetaan als een levens
lustige mens die van spel en zang
houdt. Hun gewoonten wijken na
tuurlijk zeer ver af van deze die
hier bij ons in zwang zijn. Zo bv.
wanneer een vreemdeling in Tibet
begroet wordt, en dit gebeurt in
zeer hartelijke termen, dan steekt
men ginds de tong uit en houdt
men de twee duimen in de lucht.
Een vreemde die zo begroet wordt
mag zich zeer gevleid achten.
De Tibetaan is zeker zo verach-
terd niet als men het wel zou den
ken. Hij heeft een eigen taal die
éénlettergrepig is en zeer wellui
dend klinkt. Inzake geschrift zit
ten zij niet verward in het em-
broglio van duizenden woerdte
kens zoals hun Chinese geuren,
1
w
Sas
Centraal-Azië telt iconderbare bouwwerken. Hierboven een brug op de zo goed bekende
Birma-weg. Deze staalhangbrug is 135 meter lang en bereikt een hoogte van 90 meter.
In 1841 de opmeting van de Hima-
laja voltooide en die voor de eer
ste maal de ligging en de hoogte
ervan bepaalde. Deze ontdekkings
reiziger heeft de Everestberg niet
beklommen en ook na hem deed
het niemand. De hoogte van deze
en soortgelijke bergtoppen bepaal
de men aan de hand van meet
kundige formules. De Tibetanen
noemen deze berg Chomolungma,
d.i. dal der koningin. Pas in 1920
kon van de Tibetaanse regering
vergunning bekomen worden de
Everest te beklimmen, al de pogin
gen om de top te bereiken misluk
ten echter. In April 1933 werd de
top door twee Engelse piloten. Fi
sher en Blacker, tweemaal overvlo-
stellen met gissingen. Betrouwbare
bronnen laten toe het bevolkings
cijfer vast te stellen rond de vijf
millioen, wat reeds een heel getal
blijkt te zijn, doch dat werkelijk
op 'n uiterst dun gezaaide bevolking
wijst, vermits het hier gaat om
een land dat 66 maal groter is
dan België. Ons land telt 271 in
woners per Km2, Tibet telt er
2 1/2 per Km2. Van deze 5 mil
lioen inwoners zijn er minstens
een half millioen Boedhistische
monniken.
De doorsnee inwoner van Tibet
is het type van de herder der
Aziatische steppen; de Tibetaan
stamt af van het Mongoolse ras.
Het zijn kleine veehouders die
Het Boedhisme inspireerde de Aziatische bouwkundigen de mooiste
tempels en gébovaven. Hier een Joto van het nationaal heiligdom
van Thailand, de zogenaamde Koninklijke Tempel van Bangkok.
doch hebben een eigen alphabet,
bestaande uit 28 medeklinkers en
8 klinkers. Zelfs beschikt de Tibe
taan over boeken die schier in
ieder huis te vinden zijn en ver
spreid worden door de Boedhisti
sche monniken.
Om ten slotte een beeld te ge
ven van het huiselijk leven dient
gezegd dat doorgaans de veelman-
nerij in zwang is, ten minste bij
de zeer arme bevolkingsklasse. Bij
de rijken daarentegen is. het juist
andersom en vindt men de Chi
nese gewoonte terug van de veel
wijverij.
Dit voor de gewone burger. Tibet
echter heeft zijn bekendheid te
danken aan een afzonderlijke klas
se zijner bevolking, namelijk de
Boedhistische monniken. Om dit
land te begrijpen is het noodzake
lijk een kijk te werpen op zijn
godsdienst: het Boedhisme. Hier
ligt immers de sleutel van het ge
heim dat men Tibet noemt. Een
zeker godsdienstig fanatisme be
heerst hier alles, tot zelfs het po
litieke leven. Daarom eerst een
woord over
HET BOEDHISME
Boedha beduidt: de Verlichte.
Zijn eigenlijke naam was Siddhar-
tha Gautama en hij noemde zich
zelf veelal Sakyamuni, wat bete
kent: de Wijze uit het geslacht
Sakya.
Siddhartha stamde uit een prin
selijke familie, het vorstelijk ge
slacht der Sakya's. Uit oude ge
schriften blijkt dat hij tijdens zijn
jeugd zijn leermeesters overtrof in
wijsheid Hij huwde en had een
zoon uit dit huwelijk. Tot zijn
29e jaar leidde hij een onbekom
merd leven.
Door het zien van een jammer
lijke grijsaard, een zware zieke,
een lijk en een bedelmonnik, dron
gen de ellende, de waardeloosheid
en de ijdelheid van het, leven zich
aan hem op en hij zocht zich vrij
te maken van de ellende van het
bestaan. Hij verliet 's nachts
vrouw en kind en zocht als bede
lend asceet de ware vrijheid bij
beroemde asceten. Verhaald wordt
hoe hij door eigen overweging, zit
tend onder een vijgeboom, bij de
rivier Nairanjana, tot het inzicht
kwam dat alle wensen in het le
ven dienden r fgestorven en dat
het slechte moest ontvlucht wor
den. Gautama verwierf al spoedig
aanhangers ifl Indië en toen hij
op 80-jarige leeftijd stierf had zijn
levenswijze héél wat in aanzien
gewonnen.
In Indië zelf werd de Boedhis
tische leer niet zuiver bewaard
doch geraakte er verstrikt in het
Brahmisme. In Tibet echter, waar
heen enkele Boedhistische mon
niken afgezakt waren, schoot deze
leer zeer diep wortel en werd zij
zuiver bewaard. Voor de gewone
leek weet het Boedhisme slechts
weinig voor te schrijven, anders is
het echter gesteld met de monni
ken, wiens leven men kan samen
vatten als een betrachting en een
streven naar het «Nirvana».
Nirvana is zeer moeilijk te ver
talen, men kan het alleen om
schrijven als de volledige rust, de
volmaakte inwendige vrede, de ab
solute vernietiging van alle begeer
te en de vernietiging van het wor
den.
Zo ontstond dan in het Boedhis
me, de leer der wedergeboorte.
Volgens de Boedhisten immers
verhuist de ziel met de dood tel
kens In een ander wezen. Dit is
dus een wedergeboorte. Bij ieder
wedergeboorte echter moet de ziel
een hogere graad van volmaakt
heid bereiken tot zij uiteindelijk
het «Nirvana» bereikt als de hoog
ste trap van volmaaktheid.
Gautama werd door zijn volge
lingen als een Boedha, d.i. een
Verlichte, beschouwd. Volgens zijn
leer echter kende ook zijn ziel
een wedergeboorte en deze wordt,
steeds volgens hun leer, nog altijd
voortgezet. Men kan dus bij de
Boedhisten werkelijk spreken van
«levende Boedha's».
DALAI LAMA
EN PANCHEN LAMA
Het spreekt van zelf dat die
herhaalde wedergeboorte of incar
naties de zaken verre van eenvou
dig maken. Trouwens gans het
Boedhisme is cp zeer verwarde
gronden gebouwd. Gautama liet
geen geschriften achter en in de
loop der tijden geraakte men zo
danig verward in de verschillende
trappen van volmaaktheid door
deze en gene Boedha bereikt, dat
men tegenwoordig werkelijk van
duizend en één incarnaties van
Boedha mag spreken, incarnaties
die allen een verschillende trap
van volmaaktheid bereikten.
Indien men in deze incarnaties
naar de toppen der hiërarchie wil
gaan, dan komt men uiteindelijk
bij twee incarnaties van Boedha,
die als de waardigste en machtig
ste aanzien worden, namelijk de
Dalai Lama en de Panchen Lama.
De Dalai Lama, die resideert in
de befaamde Potalaeen paleis
met gouden koepel dat uitziet op
de verboden stad Lhassa, is voor
de Boedhisten van buiten Tibet
het hoogste gezag.
Doch bij de Boedhisten van Ti
bet zelf, beter bekend onder de
naam van Lamaistén, geniet de
Panchen Lama een meer verheven
waardigheid. De Panchen Lama
oefent de geestelijke heerschappij
over Tibet uit. terwijl de Dalai
Lama de wereldlijke macht in han
den heeft.
Op gebied van reincarnatie's
verschillen beide trouwens merke
lijk. De Dalai Lama wordt be-
schouwd als de reïncarnatie van
«Bodhisattva Avalokitesvara», wat
wil zeggen: Boedha van Barmhar
tigheid, terwijl de Panchen Lama
een emanatie is van Amitabha:
Boedha van het Eeuwig Licht. Dc
Panchen Lama staat aan den top
van de Lamaistische hiërarchie als
geestelijk leider van een grote me
nigte re incarnaties. Hoe talrijk die
voor het ogenblik reeds zijn is nog
nooit vastgesteld.
DE POLITIEKE MACHT
VAN DE DALAI LAMA
Vóór enkele dagen verscheen er
in de pers een foto van Mevr. Jap
Sji Sev, oudste zuster van de thans
16-jarige Dalai Lama van Tibet.
Men ziet haar in gesprek met
haar gemaal na haar aankomst in
New Delhi, waar zij op doortocht
is om besprekingen te voeren be
treffende onderhandelingen tussen
de Chinese Volksrepubliek en Ti
bet.
Het huidige Tibet is nauw be
trokken in het politieke spel dat
zich thans in Azië afspeelt als
achtergrond van de militaire ge
beurtenissen die China als inzet
hebben.
De politieke suprematie van de
Dalai Lama werd 300 jaar geleden
gevestigd, toen de Mongolen uit
het Noorden als een woeste horde
neerstreken over het Aziatisch bin
nenland. De toenmalige Dalai La
ma wist de gunst van de verove
raar Khan van Mongolië te win
nen en als teken van gunst kreeg
de Dalai Lama het bewind over
Tibet in handen. Tot nogtoe was
hij altijd in de schaduw gebleven
van den Panchen Lama, vermits
deze van uit godsdienstig oogpunt
veel hoger waardigheid bekleedde.
De Dalai Lama nam dan ook de
gelegenheid te baat om op sluwe
wijze zijn macht uit te breiden en
hij symboliseerde zijn suprematie
door de oprichting van het kolo-
sale paleis, dat men evengoed een
luxueus fort zou kunnen noemen,
de «Potala», op den top van den
Roden Piekberg, buiten Lhassa.
De Dalai Lama en de Panchen
Lama verkeren sedertdien in een
bittere rivaliteit. Als de onbestre
den geestelijke leider en de groot
ste van alle incarnaties van Boe
dha heeft de Panchen Lama altijd
het doel voor ogen gehad ook de
politieke suprematie in handen te
nemen.
Toen de Dalai Lama een ver
bond sloot met Indië, na een lang
durige weifeling tussen China, Rus
land en Engeland, besloten de Chi
nezen hun gewicht in de schaal
te werpen aan de zijde van den
Panchen. Ontelbare malen ver
klaarde China dat de pro-Britse
Dalai Lama zijn wereldlijke macht
had verbeurd en het ondersteunde
de protesteen van de Panchen.
Doch het politieke schaduw-boksen
slaagde er nooit geheel in om de
tegenstrever buiten gevecht te stel
len.
De revolutie van 1911 deed China
de macht over Tibet verliezen. De
Midden - Aziatische sneeuwlanden
volgende Panchen Lama... een Chi
nees zou zijn.
De ontdekking Immers van een
nieuwe incarnatie is een zeer in
gewikkelde geschiedenis. Hier hult
het Boedhisme zich in een ge
heimzinnige waas van bijgelovige
praktijken, die feitelijk met de so
bere en ascetische levensbeschou
wing niets meer te maken hebben.
Wanneer deze opzoekingen dan
uiteindelijk geleid hebben tot een
viertal mogelijkheden, dan wordt
er geloot bij middel van bamboe
stokken diè elk de naam van een
kandidaat dragen en die samen in
een vaas gestoken worden. Een
sneldraaiende beweging van de
vaas doet, ten gevolge van de mid-
denpuntvliedende kracht, bij de
bamboestokken een neiging ont
staan uit de vaas te wippen. De
stok die het eerst buiten vliegt
draagt de naam van de nieuwe
Panchen Lama.
Voor ieder buitenstaander was
het duidelijk dat de uitvoering
van het testament van de Pan
chen zeer grote moeilijkheden zou
opleveren, want aan een rasechte
Tibetaan een Chinees als grote
baas gaan voorschotelen, dat was
al te kras. Na 4 jaar zoeken had
men in Amdo, in de Chinese pro
vincie Tsinghai, vijf jongelingen
ontdekt die voor de loting in aan
merking kwamen.
De bamboestokken werden aan
het werk gezet en zekere «Lung-
rig-dhamthsowas de uitverkore
ne. De Lama's, die in de grootste
geheimzinnigheid hun opzeekings-
werk verricht hadden, togen op
reis naar de woonplaats van hun
pas ontdekte Panchen Lama. Toen
zij er echter aankwamen vernamen
zij dat Lung-rig-dhamthsoen
kele maanden voordien... gestorven
was.
Opnieuw werden de bamboestok
ken geraadpleegd en ditmaal had
men meer geluk. De nieuwe Pan
chen was zes jaar op het ogenblik
dat men hem «ontdekte». Thans
is deze knaap 12 jaar. Achter heel
duistere spel van incarnaties en
opzoekingen zitten natuurlijk de
machtige leiders die inmiddels rus
tig voortgaan met hun macht uit
te oefenen.
De Dalai Lama anderzijds die,
zoals hoger gezegd, in 1934 over
leed, werd gereïncarneerd in een
thans 16-jarige knaap die te Lhas
sa vertoeft.
DE
IN AANRAKING MET
EUROPESE BESCHAVING
Ten Zuiden van Tibet ligt het
land der Maharadjah's waar ar
moede en rijkdom, in zo schrijnen
de tegenstelling staan. Hierboven
de Maliaradjali van Cachemire die
met zijn echtgenote een bezoek
brengt aan een vluchtelingenkamp
te New Delhi.
werden terug onafhankelijk. Langs
de Panchen Lama om trachtte
China voort zijn macht op Tibet
te doen gelden. Omwille van deze
nauwe betrekkingen met de Chine
zen was de Panchen Lama, na de
eerste wereldoorlog, verplicht zijn
land te verlaten en begon hij een
zwerversleven door China.
Gans zijn prachtige hofhouding,
zijn paarden, zijn juwelen en ta
pijten, alles wat aan zijn hoge
stand herinnerde, werd op deze
tocht meegenomen. Hij zwierf door
China en Mongolië, van het ene
Lamaïstische klooster naar het an
dere.
In 1935 kreeg de Panchen echter
zijn kans. In December 1934 im
mers was de Dalai Lama gestorven
en kon hij dus wel een poging
wagen om Tibet binnen te rukken.
De Chinezen stonden hem bereid
willig een militaire geleide af, doch
Tibetaanse troepen blokkeerden de
hoge bergpassen en ook ditmaal
verzwond de droom van de Pan
chen Lama. Deze wanhopige strijd
had zijn gestel geknakt en óp
1 December 1937 overleed hij.
OP ZOEK NAAR
DE NIEUWE INCARNATIE
De Panchen Lama had natuur
lijk een testament achtergelaten
en dat ving aan met de woorden:
Vanaf mijn geboorte koesterde ik
het plan mij met China te ver
binden en het Boedhisme te ver
spreiden. Zijn prc-Chinese hou
ding was dus zeer duidelijk. Nog
meer kwam dit tot uiting toen hij
handelde over de volgende incar
natie van Boedha Amitabha, want
daar zegde het testament dat deze
incarnatie zou gevonden worden
onder de Chinezen. Dit wilde voor
ieder Tibetaan zeggen dat hun
Tibet is voor de buitenstaanders,
en alleszins voor de Europeanen,
steeds een gesloten gebied geweest.
Over Lhassa, de geheimzinnige
stad, die ten slotte niets anders is
dan een groot Lamaklooster, doen
de geheimzinnigste verhalen de
ronde. Tot vóór enkele jaren im
mers had nooit een Europeaan er
de voet in gezet.
Een Duits geleerde, Dr Ernest
Schafer, kreeg de gelegenheid in
het geheimzinnig Lhassa door te
dringen en er zelfs met toelating
van de Dalai Lama enkele weken
te verblijven.
Uit dit reisverhaal blijkt dat de
Lama's een oppermachtige kaste
vormen die met hun bijgelovige
praktijken een ware dwingelandij
uitoefenen. Zij zijn dusdanig ver
groeid in dit primitief leven, dat
hun een opperheerschappij bezorgt,
dat zij iedere Westerse invloed zo
veel mogelijk uit hun leven ban
nen.
Schafer beschrijft trouwens een
dezer Lama's die de kans kreeg in
Engeland te studeren en dus gans
vermodemiseerd in Tibet terug
keerde. De Dalai Lama had deze
beslissing getroffen om iemand bij
de hand te hebben die de moderne
methodes van mijnontglnning door
en door te kennen, om aldus in
staat te zijn de schatten van de
bodem, goud en edelstenen, in het
Himalajagebergte gemakkelijker te
veroveren.
De Lama Mondro kwam, na ja
ren afwezigheid, terug in Tibet
aan, doch met zijn studie van
mijningenieur had hij zich ook de
levenswijze van de Westerse be
schaving eigen gemaakt.
Voor de Dalai Lama was Mon
dro een kostbare hulp en hij steeg
vanzelfsprekend in aanzien en
macht, doch de monniken, die het
regentschap uitoefenden, oordeel
den daar anders over en een boy
cot in regel begon van het door
Mondro gepresteerde werk. Zo ver
kwam het dat hij het eerste goud,
dat hij volgens moderne ontgin
ningsmethodes boven haalde, terug
in.de grond moest stoppen op be
vel van hogere Lama's, die orakel
den dat er een grote droogte zou
komen indien men de aardgeesten
hur. goud ontnam.
Zo ligt Tibet verzonken in zijn
ouderwetse rompslomp.
POGINGEN
TOT BESCHAVINGSWERK
Niet alleen wetenschappelijke na
vorsers hebben getracht het duis
ter waas van Tibet te doorboren.
Ook Missionarissen hebben ge
tracht vaste voet te krijgen in dit
geheimzinnige land. Vercftr echter
dan een voorzichtige informatie
reis kon men het in de centra van
Tibet nooit brengen. De Dalai zo
wel als de Panchen Lama lieten
zich wel eens uit nieuwsgierigheid
verleiden tot een oppervlakkige
kontaktname met het Westen om
wille van onmiddellijke politieke
of andere voordelen, doch nooit
kon men het brengen tot een die
pere infiltratie.
Het eerste practisehe bescha
vingswerk werd hier echter begon
nen in 1930. Door Mgr de Guébri-
ant, overste van het Parijse Mis
siegenootschap, werd een oproep
gedaan om over Missionarissen te
beschikken, bestand tegen de hoge
Kronkelend loopt de Birma-weg
door het Aziatisch bergland. Deze
baan verbindt Birma met Tchoeng
King en speelde in de bevoorra
ding van Tchang-Kai-Shek, tijdens
de oorlog tegen Japan, een grote rol.
werk tot stand dat ook in Ti
bet zelf veroveringen deed.
De missie op het dak der we
reld zoals deze zending wel eens
genoemd werd, moest echter na
tien jaar zware arbeid toch zwich
ten voor de uitgesproken vijand
schap der Lama's. De invloed van
deze laatste immers op de eenvou
dige landelijke bevolking vermin
derde stelselmatig naarmate het
bekeringswerk der Missionarissen
vorderde. Voor de Lama's was dit
alles een doorn in het oog. Zij
wendden dan ook al hun invloed
aan om de Missionarissen uit het
land te verdrijven.
Op 26 Januari 1946 moest Pater
Torney een bloelende post verlaten
ten einde het leven van zijn kris
tenen te sparen. Ondanks alles
echter wordt er doorgewerkt, zij
het dan ook met hoogten en
laagten
De moedige Paters slagen er ech
ter niet in hun befaamde St-Ber-
nardshonden aan het Tibetaanse
klimaat te doen gewend worden.
In die hoge Alpen bieden deze hon
den, zoals men weet, een zeer kost
bare hulp.
HET RODE GEVAAR
Thans staat Tibet ln de bran
ding op het internationaal toneel.
De communistische troepen ruk
ken onverstoord op in de richting
van de barre hoogvlakten van Mid
den-Azië en houden reeds verschil
lende belangrijke plaatsen van Ti
bet bezet. In het kader van deze
strijd mag men niet vergeten dat
het Himalajagebergte, dat Tibet
ten Zuiden begrenst, tegen India
aanleunt. De vooruitgang van het
communisme ln Tibet kan dus ook
voor India een gevaar betekenen.
Tibet zelf zal zich hier niet te
weer stellen en weinig in de pap
te brokken hebben, India zal ech
ter voor zijn eigen veiligheid meer
moeten rekenen op de hoge ruggen
van de Himalaja, dat met zijn
zeldzame passen een goede verde
digingslijn vormt,
GEMO.
Jap Sji Sev en zijn echtgenote op
bezoek te New Delhi. De echtgenote
van Jap Sji Sev is nauw x>erbon-
den aan het politieke spel rond
Tibet. Zij is de zuster van de
16-jarige geestelijke leider van Ti
bet en voert besprekingen in op
dracht van haar broer.
lucht en het harde leven aan de
grenzen van Tibet. Paus Pius XI
belastte de Monniken van St-Ber-
nard met deze nieuwe vorm van
missiewerk. De eerste pioniers wa
ren de Paters Melly en Coquoz sa»
men met de lekebroeders Louis- Due
en Robert Chappelet. Bij de Lha-
ssapas werd een kloosterherberg
gebouwd op dezelfde manier als
zij dit in de Alpen gedaan hadden.
Elke zomer trokken honderden uit
geputte Chinese en Tibetaanse rei
zigers voorbij. De bouw was niet
heel vlot van de hand gegaan,
want het duurde tot 1935 alvorens
vergunning kon bekomen worden.
Vanaf de gi-enzen van China
kwain alzo stilaan een bekerings-
i
r
f
i