Belangrijk nijverheidsgewas en bron
van welvaart voor
II. De Hoppeteelt in het land van Poperinge
Onze
Week-end
Reportage
ÏHET WEKELIJKS NIEUWS» Zaterdag 22 Sept". 1951'. Bladz. 12.
hmi'W i f'i
DE AANLEG
VAN HET HOPPEVELD
In de streek van Poperinge
spreekt men van geen hoppeveld
maar wel van een hommelhof. Een
dergelijk veld geeft in de zomer een
prachtig uitzicht aan de streek.
Het lijken wel dichte donken-groene
bossen te zijn
Het aanleggen van dergelijk veld
is een zeer dure zaak, doch daar
het hier een doorlevende plant
geldt die normaal 10 tot 12 jaar en
soms 20 jaar op dezelfde plaats
blijft, worden deze aanlegonkosten
in de opeenvolgende jaren door de
opbrengst vergoed. De hoppe ver
langt, naast een gematigd klimaat,
een humusrijke grond die voldoen
de kalk bezit, deze grond mag niet
al ia zwaar en moet goed door
dringbaar zijn. De plant wenst veel
licht, lucht en zon, doch hevige
winden, vooral de Noorder- en Wes
terwinden, kunnen haar veel kwaad
berokkenen. Daar haar bladergestel
sterk ontwikkeld is, verdampt deze
plant veel water, zij heeft dus een
grote voorraad aan grondwater no
dig. Voor een goede opbrengst
schat men deze noodwendigheid
op circa 2.500 ton per Ha. Hoppe
die over minder water beschikt zal
een deel der aanwezige meststoffen,
die onopgelost blijven, niet kunnen
opnemen en zal bijgevolg een veel
te geringe opbrengst leveren
Bij de aanleg van een hoppeveld
in de streek van Poperinge wordt
het dradenstelsel gebezigd. Rondom
het hoppeveld worden palen schuin
in de grond geplaatst, ze worden
«stuipers» genaamd en vormen de
kuip van het hoppeveld. De an
dere kepers, «middelkepers» gehe
ten, staan recht in de grond. De
toppen van de palen worden onder
ling over het veld heen verbonden
door sterke ijzeren draden. Van dit
6 tot 7 meter hoge dradenstelsel
dalen loodrecht lichtere geleidingen
neer die aan het steunnet met
koorden bevestigd zijn. Langs deze
verticale draden zal de hoppe, die
aan de basis geplant is, kunnen
opklimmen.
Deze wijze van aanleggen wordt
in de streek van Poperinge alge
meen gevolgd in tegenstelling met
het gebruik van de streek Aalst-
Asse waar het dradenstelsel niet
gebezigd werd tot voor enkele jaren
en waar men de hoppe laat opklim
men langs afzonderlijke staken. Te
genwoordig begint ook daar het
dradenstelsel veld te winnen.
Ten einde de zonnestralen zo
lang mogelijk te laten doordringen
tot aan de voet der planten ver
kiest men bij het aanleggen van
een veld de Zuid-Noor der li jke rich
ting. Hoppe wordt niet gezaaid,
tenzij in de laboratoria-proefvel
den, waar men door kruisingen
nieuwe variëteiten tot stand brengt.
In de praktijk vermenigvuldigt
men de hoppe door het nemen van
stekken of scheuten. Hiervoor ko
men de jonge sterke scheuten in
aanmerking die ongeveer 10 cm.
lang zijn, die twee tot drie kloe
ke ogen tellen en die van de moe-
derblok worden afgenomen. Wan
neer zij uitgeplant zijn en één jaar
gegroeid hebben noemt men ze za
gers die dan in het hoppeveld uit
geplant worden.
Het inleggen gebeurt op droge
gronden vóór de winter indien het
weder zulks toelaat. Kan dit niet
dan doet men het in het vroege
voorjaar.
De aanplanting op het veld wordt
gedaan op rijen waar men 2 m.
ruimte tussen laat. In het Pope-
ringse noemt men deze ruimten
«bakken». Tussen de planten van
eenzelfde rij laat men een afstand
van 1 tot 1,5 m.
Er is een mooi liedje waarin de
roem van de Poperingse hoppe be
zongen wordt en waarin twee ge
liefden hun trouwplannen om
schrijven met de woorden die in
de hoppekweek gebezigd worden:
«Het meisje zei: 't is 1NLEGJAAR
we maken dus nu kennis maar,
kan 't ROZEJAAR beginnen
't is dan om te beminnen
om dan in 't BRU IDE JAAR
te trouwen met elkaar.
Tijdens het INLEGJAAR brengt
de jonge plant er nog niet veel van
terecht inzake opbrengst. Zij groeit
tot 2 ft 1 m. van de top en geeft
maar een zwakke opbrengst.
Het ROZE JAAR is reeds van
groter belang. De plant bereikt
reeds haar volledige hoogte en de
opbrengst is weinig minder dan
deze van het volkomen hoppeveld.
Wanneer het BRUIDEJAAR aan
treedt dan is de hoppe volledig in
geburgerd en de stevige plant geeft
van dan af haar volle opbrengst.
ONDERHOUDSZORGEN
Bij het bespreken van de onder-
houdszorgen van de hoppe nemen
wij als voorbeeld de hoppe die
reeds meer dan twee jaar ter plaat
se staat. In de herfst worden de
overgebleven stengels met zorg tot
op één voet van de grond afgesne
den. De grond wordt vervolgens
tussen de rijen door omgeploegd en
in winterwerk gelegd.
In het begin van de lente wordt
het overblijvende rankgedeelte af
gesneden tot zelfs in de grond, dit
is het versnijden. Drie tot vier dei-
beste scheuten die daarna uitschie
ten worden tot rank opgeleid, de
andere verwijdert men.
Deze zijdelingse witte scheuten
zijn zelfs een zeer gezochte lekker
nij; men bereidde er vroeger in
onze streken de zogenaamde hop
salade mede. Dusdanig als groen
te gebruikt kan dit gerecht met de
asperges wedijveren inzake fijne
DE
HOPPE
smaak. Dit gebruik geraakte spijtig
genoeg op het achterplan in onze
streken. In de streek van Aalst
wordt deze groente nog zeer ge
zocht. Zelfs treft men er hovingen
aan waar de hoppe schier uitslui
tend geteeld wordt omwille van de
scheuten, dus als groente.
In de hoppevelden wordt de ke
perman er al vroeg bijgehaald om
het dradenstel in orde te brengen
door het aan te spannen. Bij het
opleiden van de planten laat men
deze eerst een eindje ver schuin
over de grond gaan dit om ze toe
te laten lager vruchten te dragen.
Tijdens het groeien is het van
groot belang de grond herhaalde
lijk om te werken ten einde het on
kruid te verdelgen, want het is
niet gewenst dat vreemde planten
het water uit de grond opzuigen.
Einde Juni begin Juli wordt de
hoppe gekapt, t.t.z. de «scheerran-
ken» worden gekort om de zijtak
jes te vermenigvuldigen en licht en
lucht toe te laten.
In de insektenwereld zitten er
veel vijanden van de hoppe. Daar
is vooreerst de aardvlo die tijdens
droge jaren veel kwaad aanricht.
De ergste vijanden zijn echter de
bladluis, ook hoppeluis genoemd, en
de rode spin.
De bladluis zuigt het sap uit de
bladeren terwijl het klevering vocht
dat zij afscheidt het stof gemakke
lijk op de bladeren doet plakken,
waardoor de ademhaling van de
planten belemmerd wordt. De blad
luis doodt de jonge bloesems en bij
grote besmetting wordt de hoppe
zwart. Hoppe door bladluis aange
tast geeft van de helft tot 2/3 min
der opbrengst.
Wanneer de rode spin <-e planten
teistert noemt men dit ook koper-
brand, naar de roodgele vlekken die
op de bladeren ontstaan. Door het
net dat dit insect aan de onder
kant van de bladeren weeft, wordt
de ademhaling der planten belem
merd. In het jaar 1947 werden bij
na alle velden in het Poperingse
door de rode spin aangetast die er
grote verwoestingen aanrichtte.
Onder de ziekten die de hoppe
teisteren valt vooral te vermelden
de pseudo-peronospora of valse
meeldauw. Deze ziekte tast voorna
melijk de okselscheuten der plan
ten aan.
De bestrijding van ongedierte en
van ziekten brengt veel zorgen voor
de kweker. Vroeger was dit een zeer
moeilijke zaak bij gebrek aan doel
matige bestrijdingsmiddelen. De we
tenschap heeft ook hier een handje
toegestoken en thans kan men met
goed gevolg de strijd tegen de ver
nieling aanvatten. Hiertoe moeten
regelmatig besproeiingen toegepast
worden. Een groot deel van de on-
derhoudsarbeid omvat juist deze be
sproeiingen welke reeds van heel
vro.eg in de zomer gedaan worden
en die gaan tot aan de hoppepluk
zelf. Zelfs wanneer groot gevaar
van ziekte of ongedierte dreigt zal
de ene zijde van het hoppeveld be
sproeid worden, terwijl de plukkers
aan de andere zijde reeds aan het
werk zijn.
DE HOPPEPLUK
Tegen het einde van de maand
Augustus of begin September is de
hoppe rijp en gereed om geplukt
te worden. De datum van rijpheid
hangt af van de variëteit en ook
van het weder. Het precies op tijd
plukken van de hoppe speelt een
grote rol voor wat de kwaliteit be
treft. Rijpe hoppebellen hebben een
lichte geel-groene kleur. Duwt men
er op dan hoort men een licht rit
selend geluid en de bellen komen
bij het loslaten terug tot hun oor
spronkelijke vorm. De kenners, die
zekerheid willen hebben, wrijven
een bel open tussen de vingers en
ruiken er aan, bij volledige rijp
heid wordt men de eigenaardige
lupulinegeur gewaar. Trouwens
men ziet de lupuline, een geelach
tige stof, goed tussen de schuts-
blaadjes zitten. Te vroeg geplukte
hoppe heeft een groene kleur en
bezit weinig lupuline, zij heeft even
eens te weinig harsen en wordt
door de brouwerijen geweerd.
Hoppe die te rijp is heeft een
bruinachtige schijn en bruine min
derwaardige lupuline, vooral wan
neer er veel wind geweest is. Deze
hoppe is ook meer vatbaar voor be
schadiging door sommige insekten.
Uit dit alles spruit voort dat een
planter met grote oppervlakten hop
pe er altijd voor zorgt verschillende
variëteiten te hebben die op uiteen
lopende tijdstippen rijp zijn. Daar
uit spruit ook voort dat het pluk
ken zeer vlug van de hand moet
gaan.
Deze hoppepluk, of kortweg de
plokgenoemd, heeft een zeer
oud-e traditie. Veel geplogendheden
van vroeger jaren vielen met de
tijd weg, de moderne mens is im
mers veel zakelijker geworden.
Folkloristisch gezien verloor de
plok met de jaren van zijn aan
trekkelijkheid, doch sociaal en eco
nomisch bekeken is de pluktijd nog
altijd een weldaad voor de streek.
Eén na één zijn de donker-groene bossen uit het land van
Poperinge verdwenen. Tijdens de pluktijd hebben ijverige han
den van oud en jong de bellen van de sierlijke hopperanken
getrokken. Van de hoppevelden blijven alleen nog de zware
staken, kepers genoemd, over met hun naakte verbindings
draden.
In het eerste deel van deze reportage handelden wij over
de hoppecultuur in het algemeen, wij gaven er een geschied
kundig overzicht van alsmede de verspreiding van dit belang
rijk nijverheidsproduct over gans de wereld.
Maar de hoppe heeft in het Poperingse vast wortel ge
schoten, zo in figuurlijke als in werkelijke betekenis. Met iedere
vezel is deze edele plant vergroeid met het land van Poperinge.
De hoppekwekers zijn hier specialisten in het vak en hun werk
geeft aan de streek welvaart en bestaan.
Hoe de hoppe te Poperinge geteeld en geoogst wordt, hoe
zij er bewerkt wordt alvorens naar de brouwerijen te vertrek
ken zullen wij in deze reportage ontleden. Wij zullen er ook
zien hoe er met man en macht gewerkt wordt om aan deze
cultuur terug de oude luister van voorheen te schenken want
allerhande factoren hebben in de loop der jaren nadelig
ingewerkt en deden de opbrengst inzake kwaliteit achteruit
gaan. Nieuwe tijden stelden nieuwe wetten en het was nodig
dat er een aanpassing gebeurde aan de moderne omstandig
heden hoe zwaar de offers, hiervoor gebracht, ook waren.
Het loodwaarvan men hierboven de afbeelding ziet, dient als
verzegeling van de balen die prima «-hoppe bevatten. Het is een
waarborgteken voor de afnemers, die aldus weten dat zij werkelijk
kwaliteitshoppe bij de hand hebben.
Reeds in de tweede helft van
Augustus zakken de woonwagentj es
af naar Poperinge. Het zijn de
eeuwige zwervers met bruingebrand
vel en gitzwarte haren. De mannen
dragen hun typische donkerblauwe
klakjes en trekken een populaire
melodie uit hun oude accordeons.
Zij kennen de hommelhoven
waar zij verwacht zijn als oude
kennissen. Te Poperinge en in het
omliggende zelf, gaat iedereen die
zich kan vrijmaken mee aan de
slag. Hoppeplukken is immers niet
alleen een flinke bron van inkom
sten, het is ook een goede gezond
heidskuur als tenminste het weder
meevalt.
Vroeger jaren, toen het reizigers-
vervoer nog een heel probleem was,
trokken de planters zelf met een
grote wagen, waar een paar kloeke
paarden voorgespannen waren, naar
het Houtland om er hun «plok
kers» af te halen. Tot vóór enkele
jaren bleef van dit gebruik nog
over dat de planter met de grote
wagen tot aan de statie reed om
zijn volk te halen. De auto heeft
hier reeds zijn woord in meegespro
ken en de plukkers komen thans
met alle soorten gerij naar het Po
peringse afgezakt.
Van 's morgens zijn de plukkers
reeds op hun post. De planter zelf,
of een van zijn helpers, slaat met
een lang mes, het «hommelmes»,
de koorden door waaraan de ijzer-
draad vastzit die als leidraad dien
de voor ieder hopperank. Aan de
basis worden de ranken voorlopig
nog niet afgesneden om de voe
dingssappen die in de rank aanwe
zig zijn, toe te laten terug opgezo
gen te worden naar de wortelstok.
Gezeten op een stoel schieten
dan de plukkers aan het werk. De
hoppe moet bel per bel geplukt
worden en zo kort mogelijk, want
hoppe met lange staartjes aan of
in trossen is minderwaardig. Te
kort plukken mag men ook niet
doen want dan bestaat er gevaar
dat de hoppebel beschadigd wordt
en ook van haar kwaliteiten ver
liest. Bladeren moeten streng ge
weerd worden want die zouden lan
ter een bittere en onaangename
smaak geven aan het bier.
Dat er gebabbeld en verteld wordt
in een hoppeveld hoeft wel niet
gezegd, het gaat er soms lustig aan
toe, maar dapper plukken is er toch
de hoofdzaak. Kinderen kunnen
even goed plukken als de grote
mensen en gebeurt het dan toch
nog dat er een is die er niet goed
mee weg kan dan kan hij allicht
nog dienst bewijzen met knops
te rapen, op zijn Poperings uitge
drukt. De knopszijn niets an
ders dan afgevallen hoppebellen die
allicht zouden onder de voet gelo
pen worden en verloren gaan moes
ten ze niet tijdig opgeraapt worden.
't Gebeurt tijdens de pluk ook
dat iemand van de plukkers de
witten krijgt». Een dodelijke ziekte
is dat niet, het is alleen maar een
gebrek aan werklust dat zich vooral
voordoet als het nieuwtje van het
plukken weg is en bij warm weder,
want zo uren aan een stuk stil zit
ten en altijd maar dezelfde bewe
ging doen kan vervelend worden.
De planter houdt tijdens het
plukken nauwkeurig toezicht op
het werk. De bellen worden gesor
teerd, men laat de roodbruine bel
len staan zodat alleen een eerste
rang handelsproduct overblijft.
Van de manden gaat de hoppe
naar grote lijnwaden zakken van
ongeveer 50 kgr. inhoud, 's Middags
en 's avonds wordt de opbrengst
van ieder plukker zorgvuldig gewo
gen, want de plukkers worden ver
goed per kilo geplukte hoppe.
Tijdens het hoppeplukken is het
altijd een drukte van belang op de
hofsteden, want het is geen zeld
zaamheid dat 60 en meer plukkers
in eenzelfde bedrijf werkzaam zijn.
De enen hebben hun boterhammen
meegebracht, de anderen zijn bij de
planter aan tafel en dikwijls moet
er ook voor nachtverblijf gezorgd
worden.
DE HOMMELPAP
Naarmate het einde van de pluk
nadert wordt het rumoeriger in het
hoppeveld. De laatste ranken wor
den gezamenlijk geplukt. Hier en
daar zijn er altijd voorlopers en
achterblijvers, zodat zij die het
eerst gedaan hebben de krasselaars
een handje toesteken om schoon
schip te maken
Hier en daar heeft reeds een
plukker met krachtige stem geroe
pen Gaan we t'avond hommel
pap eten? waarop in koor geant
woord wordt: «Ja'wü»
Het eten van de hommelpap is
een oud gebruik. Eens dat de laat
ste ranken geplukt zijn wordt van
een schone rank, die men hiervoor
aan de kant legde, een krans ge
vlochten die men de boerin als een
kroon op het hoofd zet terwijl de
plukkers vrolijk in de ronde dan
sen. Dit is voor iedereen het teken
om plaats te nemen aan de lange
tafels waar dampende zoetemelk
pap met bruine suiker te wachten
staat.
Vroeger werd een hommelvent
een strooien pop, aan de hoogste
keper van het veld vastgemaakt en
's avonds in brand gestoken. Bij de
danspartij die volgde kwam 'natuur
lijk een accordeon te pas. Dit feest
was het teken dat de plokbij
die boer gedaan was. De hommel
pap» sluit de hoppepluk en 't is
ook het ogenblik van uitbetaling.
Het werkelijk hommelpap eten is
in de meeste plaatsen tegenwoor
dig alleen nog een herinnering aan
vroeger, practisch komt het hierop
neer dat de laatste avond besteed
wordt aan het uitbetalen van het
loon. De geplukte kilo's werden
zorgvuldig opgetekend cn volgens
de overeengekomen prijs wordt de
afrekening gedaan.
EEN WELDAAD
VOOR DE STREEK
De hoppepluk, die naar die weers
omstandigheden drie of vier weken
in beslag neemt, is seizoenarbeid.
Daar het geen zwaar werk is, dat
zelfs geen speciale vakkennis vraagt,
kan ieder lid van het gezin hieraan
meedoen. Het is een buitenkans om
een flinke stuiver te verdienen en
dan juist op het ogenblik dat de
winter nadert met zijn dreigende
werkloosheid. Vele gezinnen zien
er de gelegenheid in een flinke
spaarpot te vergaren. Economisch
is deze nijverheid van gróót belang.
Te Poperinge, waar men vroeger
gemiddeld 300 werklozen had, tel
de men dit jaar van bij het begin
van de pluktijd geen enkele werk
loze, zelfs de werklozen uit het om
liggende vonden in de hoppevelden
een gepaste bezigheid. Moest men
het bedrag uitrekenen dat aldus
aan uitbetalingen van werklozen
steun bespaard wordt, men zou ze
ker tot een indrukwekkend totaal
komen.
Klaarblijkelijk komt de pluktijd
ook ten goede aan de plaatselijke
handelaars en winkeliers, want als
er zaad in 't bakje is wordt er eerst
en vooral aan gedacht het ontbre
kende in ieder gezin aan te vullen.
Als de hoppe goed gaat, leeft Po
peringe goed.
DE PLUKMACHINE
De moderne vooruitgang tracht
tegenwoordig meer en meer het
handwerk door machinaal werk te
vervangen. In de landbouw vindt
men hiervan tijdens de jongste ja
ren reeds talrijke voorbeelden.
De Amerikaanse hoppekwekers
hebben reeds sedert meer dan 10
jaar geen plukkers meer nodig,
daar wordt dit werk gans machi
naal gedaan. Hun plukmachines
zijn aangepast voor zeer uitgestrek
te velden en kunnen in kleinere
bedrijven niet renderend gebruikt
worden daar hun kostprijs te hoog
ligt. In Engeland werden inmiddels
ook plukmachines gebouwd, dit
maal van kleinere omvang en met
lagere kostprijs. Daar wordt tegen
woordig met twee verschillende
modellen gewerkt. In het ene mo
del zijn het stalen grijphaken die
de bellen van de ranken trekken,
in het andere worden de bellen af
getrokken door boven elkaar lig
gende, doch ln tegenovergestelde
richting draaiende gummirollen,
waar de ranken tussen schuiven.
Een hellende sorteertafel scheidt de
bellen en de mede afgetrokken bla
deren.
Dergelijke machine, die in ons
land gebouwd werd volgens de ge
gevens van de Engelse uitvinding,
werd in het proefstation der hoeve
Linthout, te Essene, beproefd tij
dens het huidig plukseizoen. Voor
wat de manier van plukken betreft
geeft de machine kort geplukte bel
len, het sorteren geeft tot nog toe
minder voldoening alsook het ren
dement voor wat de hoeveelheid per
uur betreft. Men bekwam tot nog
toe ongeveer. 100 kgr. per uur, doch
alles laat voorzien dat technische
verbeteringen op dit gebied kunnen
verwezenlijkt worden.
Men kan deze machines niet ver
gelijken met de Amerikaanse waar
mede niet minder dan 480 hand
plukkers kunnen vervangen worden.
Zo heeft dit jaar voor het eerst
een plukmachine haar intrede ge
daan op het hoppeveld. Het is nog
een proefneming die dit seizoen ge
daan werd in het proefstation te
Essene Volgens planters en hande
laars die de machine in werking
zagen is er op het geleverde werk
nog een en ander te zeggen. De
blaadjes zijn nog onvoldoende uit
de bellen verwijderd alhoewel dient
gezegd dat de bellen precies on ge
paste wijze getrokken zijn, schier
zonder staartjes Toekomstmuziek?
Dure machines? Tegenwoordig heb
ben dergelijke nieuwigheden zo
vlug hun plaats veroverd.
In het hoppebedrijf, gelijk in an
dere nijverheidssectoren, geldt de
wet dat de algemene onkosten zo
veel mogelijk moeten verminderd
worden. Wanneer uit de ondervin
ding blijkt dat de planter voordeel
doet met dergelijke machine in ge
bruik te nemen en dat zij tevens
goed werk levert, dan zal ook hier
het handwerk sterk verminderd
worden. De toekomst zal uitwijzen
welke richting men hier zal op
gaan.
Intussen zijn wij nog zo ver niet
en blijft de hoppepluk in het land
van Poperinge een der schoonste
oude gebruiken waarmede de bevol
king het goed stelt en waarin een
bron ligt van welvaart voor de
streek
NAAR DE HOPPEKEET
Nadat de hoppe geplukt is moet
de planter er voor zorgen dat de
hoppebellen kunnen bewaard wor
den tot ze in de brouwerij hun be
stemming bereiken. Met dit doel
worden ze gedroogd.
Vers geplukte hoppe heeft een
vochtigheidsgehalte van 75 ft 80
dit moet tot ongeveer 12 terug
gebracht. Wordt de hoppe gedroogd
tot minder dan 10 dan bestaat
er gevaar dat de schubben afbre
ken, waardoor de lupuline verloren
gaat. Blijft de hoppe te vochtig dan
zal ze onvermijdelijk rotten en be
derven.
Hieruit blijkt dat slecht drogen
de opbrengst onherroepelijk kan
bederven. Deze behandeling is dus
van allergrootst belang.
Het drogen geschiedt in hetgeen
men noemt hoppeketen. Dit gebouw
omvat langs onder een stookinrich
ting waar als brandstof gewoonlijk
cokes gebruikt worden De laatste
tijd werden ook proeven gedaan
met mazout. Door een buizenstel
sel wordt de warmte naar de eigen
lijke hoger gelegen droogeest ge
bracht waar de hoppe uitgespreid
ligt. Hoppe wordt dus met warme
lucht gedroogd waarvan de tempe
ratuur van 45° tot 50" bedraagt.
In de praktijk worden verschil
lende ventilatiesystemen toegepast
die tot doel hebben de voortge
brachte warmte op de voordeligste
wijze te gebruiken.
Het uitspreiden van de hoppe
geschiedt in de moderne hoppe-
keet op drie boven elkaar liggen
de vlakken. Deze droogvlakken ge
lijken op beweegbare lattestoors
die het mogelijk maken dat de
hoppe volgens zijn min of meer
gevorderde droogtetoestand van het
ene vlak op het andere kan ge
bracht worden. Op dit gebied zijn
er nog veel inrichtingen in gebruik
waar veel handwerk bij te pas
komt en waar boven een open vuur
op één laag gedroogd wordt.
Bij het drogen verliest de hoppe
4 tot 5 maal van zijn gewicht, bij
natte plukperioden nog meer.
Na het drogen moet de hoppe ge
zwaveld worden. Daartoe wordt on
der de hoppelagen zwavel gebrand
waarvan de dampen in de hoppe
trekken. Het zwavelen is ook een
bewaringsmiddel en geeft terzelf-
dertijd de gewenste kleur.
De handel is tegen het overtollig
zwavelen bij de boer, daar de oor
spronkelijke kleur niet meer te con
troleren is.
Sommige planters zwavelen zelf
de hoppe, anderen laten dit aan de
handelaar over.
Als de hoppe zal geleverd worden,
stuurt de handelaar zijn «hoppe-
zakkers» die de hoppe bij de plan
ter in grote balen stampen (zak
ken). In dergelijke baal gaat gemid
deld 45 tot 60 kgr. droge hoppe.
Dit persen van de hoppe heeft
vooral tot doel de lucht af te slui
ten zodat een langere bewaring mo
gelijk is. Door persen en zwavelen
behoudt de hoppe haar brouwwaar-
de wel enkele jaren, doch over jaar-
se hoppe verliest altijd aan kwali
teit. Door persen en zwavelen wordt
vooral de gezondheid en de zuiver
heid van de hoppe bewaard
VERBETERING
VAN DE HOPPETEELT
IN HET POPERINGSE
Voor zaadloze hoppe.
Bij het behandelen van de zorgen
die aan de hoppecultuur besteed
worden werd opzettelijk het pro
bleem der mannelijke planten ach
terwege gelaten Wij stipi^n reeds
hoger aan dat hoppeb"ilen waar
zaad in voorkomt niet gewaardeerd
worden door de brouwerij omwille
van de bittere smaak die door het
zaad aan het bier gegeven wordt
Doch zaaddragende hoppebellen we
gen zwaarder en dat raakt de prij-
zenkwestie aan. Zaaddragende bel
len verbrokkelen gemakkelijk waar
door verlies aan lupuline.
Het jaar 1945 kende een groot
tekort aan hoppe op de wereld
markt, er werden fantastische prij
zen betaald die gingen van 12.000
tot 15.000 fr. per honderd pond.
Daardoor aangemoedigd begonnen
sommige planters mannelijke plan
ten te zetten waardoor het zaadge
halte van de teelten verhoogd werd
en dus ook het gewicht van de op
brengst. Vroeger had de manne
lijke hoppe een grote verspreiding
gekend doch was stilaan uitgeroeid.
Thans hervielen sommige planters
in de oude fout. De gevolgen waren
fataal, want 19,46 bracht voor een
deel hoppe met een hoog zaadge
halte op de markt. Op de prijzen-
markt was de weerslag hiervan ver
pletterend, de prijzen daalden op
het einde van het seizoen tot 1500
ft 1200 fr. Van hogerhand werd ge
wezen op de reeds bestaande wet
geving die het aankweken van
mannelijke planten verbiedt en
men eiste er de strenge toepassing
van. Ongelukkig genoeg was door
dit alles het vértrouwen der brou
werijen weg.
In 1947 was er reeds verbetering
te bespeuren docht in dat jaar wer
den door de rode spin ontzaggelijke
verwoestingen aangericht, zodat de
opbrengst op 1/3 viel. De prijzen
echter stegen tot 5.000 fr. Dank zij
het streng optreden van het Ge
meentebestuur van Poperinge en
van de andere bevoegde instanties,
is de uitroeiing van de mannelijke
hoppe flink gevorderd.
De hoppevelden van het Pope
ringse die het dichtst bij de Franse
grens gelegen zijn, worden echter
tegenwoordig nog altijd bedreigd
door de aanwezigheid van manne
lijke planten in de Franse hoppe
velden waar men hiertegen geen
maatregelen treft. De wind brengt
gemakkelijk het stuifmeel van de
mannelijke bloesems naar onze stre
ken over, zodat het practisch on
mogelijk is de absolute zaadloos
heid van de hoppe daar te waar
borgen.
HET HOPINSTITUUT
Reeds van in de jaren 1600 be
stond te Poperinge de hoppeschaal.
De hoppe van de streek werd er
ieder jaar samen gebracht en ge
keurd, sedert 1600 wordt reeds mel
ding gemaakt van keurbiljetten.
Acht persen stonden er ter beschik
king om de hoppe in balen te per
sen, die met een grote weegschaal
gewogen werden.
Het roze certificaat werd afge
leverd voor 1* klas hoppe, terwijl
voor de gewone kwaliteit een wit
certificaat gegeven werd. De ver
koop van de hoppe gebeurde per
25 balen, die elk 150 kgr. wogen.
Vermelden wij ook dat de hoppe
schaal van oudsher ingericht was
voor het zwavelen van de hoppe.
Toen in 1946, zoals hoger gemeld,
de hoppeteelt er zeer slecht voorzat,
werd naar middelen uitgezien hier
aan te verhelpen.
Op initiatief van Burgemeester
Lucien Deschodt z. g., stichtte het
Stadsbestuur op 30 Oogst 1947 het
Hopinstituut, dat werd onderge
bracht in de gebouwen van de al
oude Hoppeschaal. Hierbij werd een
tweevoudig doel nagestreefd. Voor
eerst verbetering van de kwaliteit
en ten tweede de Poperingse hoppe
cultuur nieuwe glans bij te zetten
door het afleveren van het oor-
sprongsgetuigschrift tot waarborg
van kwaliteit en variëteit. De ba
len met prima kwaliteit krijgen het
prima stadslood, een prima getuig
schrift en in grote letters wordt
prima op de baal vermeld., zodat
de koper zekerheid heeft voor wat
de geleverde hoppe betreft
Dhr Burgemeester bekleedt van
ambtswege het voorzitterschap van
het Hopinstituut, de 1" Schepen,
dhr Denys, is door dhr Burgemees
ter als voorzitter afgevaardigd. De
Algemene Raad bestaat uit drie
planters, de HH. Jos. Igodt uit Po
peringe, Urb. Vercruysse uit Pope
ringe, en Gaston Brutsaert uit Wa-
tou. De Belgische Brouwerij is in
deze Raad vertegenwoordigd door
de HH. Vandenschrieck uit Leuven,
G. Damiens uit Brussel, en Peys uit
Roesbrugge. Vanwege de Hoppehan-
delaars maken deel uit van de
Raad de HH. William Dierickx uit
Erembodegem, André Fache uit Po
peringe en J. Cardinael uit Brus
sel. Vanwege het Stadsbestuur wer
den afgevaardigd de HH. Schepen
J. Roffiaen en de Gemeenteraads
leden Maur. Devos en Maur. De-
man. Als Sekretaris en teven Be
stuurder van het Hoppeïnstituut
werd aangesteld: dhr H. Hardeman.
Het Dagelijks Bestuur wordt
waargenomen door de HH. Denys,
voorzitter, Hardeman, sekretaris-
bestuurder en de leden Peys, Fache
en Igodt.
WERKING
VAN HET HOPINSTITUUT
De verschillende planters laten
zich in het Hopinstituut inschrij
ven. Reeds wanneer de hoppe nog
in het veld staat wordt tot keuring
overgegaan van de opgroeiende
planten om de variëteit na te gaan.
Vanaf de pluktijd wordt tot staal-
keuring overgegaan. De volledige
partij wordt gekeurd, hetzij in het
Hopinstituut, hetzij in het ma
gazijn van de handelaar waar de
levering gebeurt. Deze keurings
commissie bestaat uit drie leden.
Wanneer beroep aangetekend wordt
tegen de uitslag van de keuring of
wanneer er twijfel bestaat, of wan
neer een der keurders belet is, wor
den leden van het dagelijks bestuur
bij de keuringscommissie gevoegd
voor het onderzoek
In het Hopinstituut zijn drie ees
ten in gebruik voor het zwavelen
van de hoppe.
Na het zwavelen wordt de hoppe
in balen geperst bij middel van een
moderne pers die sedert één jaar
in gebruik is. Volgens de bestem
ming hebben de balen verschillende
vormen. Men heeft de grote vier
kante balen die 150 kgr wegen, de
cylinderbalen van 125 kgr., de ron
de balen (ook Duitse balen ge
noemd) van 150 kgr. en ten slotte
de pocket-balen, die kleine ronde
balen zijn van 80 ft. 90 kgr. Voor
verzendingen naar landen over zee
wordt een groter gewicht verpakt
in de balen die vervolgens in een
zinken omhulsel gestoken worden
welke op hun beurt in houten kis
ten verpakt zijn. Dit wordt gedaan
om plaatsruimte te winnen ip de
schf pen en de kostbare inhoud voor
beschadiging te vrijwaren.
Voor de verpakte hoppe wordt
een prima certificaat of een gewoon
certificaat uitgereikt volgens de
kwaliteit. Sedert verleden jaar werd
een tweede prima certificaat uitge
reikt voor de hoppe die voldoet aan
alle prima vereisten, uitgenomen de
kleur.
PRIMA HOPPE
Aan prima hoppe zijn hoge eisen
gesteld. Zij moet goed geplukt zijn,
geen trossen en geen bladeren, dus
bel per bel en met korte steeltjes.
Deze hoppe moet goed gedroogd
zijn, gezonde licht-groene kleur heb
ben en voldoende rijp zijn. Het
zaadgehalte mag niet, hoger zijn
dan 1 Wat de variëteit betreft
moet deze per geleverde partij een
vormig zijn. De hoppe mag geen
ziekteverschijnselen vertonen en
geen tekens van beschadiging door
weersomstandigheden.
Do keuring die in het Hopinsti
tuut gedaan wordt is hand-, reuk
en zichtkeuring. Deze wijze van
werken geeft bevredigende resulta
ten. Vermelden wij hierbij nog dat
de iaboratoriumanalyse van de hop
pe gfidaan wordt, in de Brouwerij-
schdol en in het Nationaal Belgisch
Hoppestation te Essene waar uit
sluitend een proefveldwerking ge
daan wordt. Ook brouwerijen en
speciaal ingerichte laboratoria hou
den zich met deze analyse bezig.
Hierboven een der meest gebruikte
soorten van balenwaarin de
hoppe verpakt wordt na keuring.
In grote letters wordt op iedere
baal vermeld welke soort en kwa
liteit er in aanwezig is.
RIJKDOM VOOR
HET LAND VAN POPERINGE
Terwijl deze reportage verschijnt
worden in het land van Poperinge
de laatste hoppebellen van dit sei
zoen geplukt. Als een gouden rijk
dom glijden zij door de handen van
de plukkers.
Wanneer men bedenkt dat jaar
lijks millioenen frank als zakencij-
fer geboekt wordt voor de streek
van Poperinge, dan is het hoger
aangehaalde beeld van gouden
rijkdom zeker niet overdreven.
Dit groot bedrag wordt schier in
gans het Poperingse verdeeld waar
bijna iedereen in de hoppeteelt be
trokken is, niet alleen de planters
met hun gespecialiseerd personeel,
maar ook de man van de straat als
het pluktijd ls.
De moderne vooruitgang zal mis
schien vroeg of laat dreigend ko
men opzetten wanneer eens de pluk
machine haar intrede zal doen.
Voor een groot deel van de bevol
king zal dan een schone bijverdien
ste wegvallen, maar daar hoeven
we ons nog niet voorbarig ongerust
in te maken, want bel per bel
en zonder bladdat kan men al
leen maar met de hand, dat kun
nen alleen de «hommelplukkers»
uit het land van Poperinge.
EER AAN WIE EER TOEKOMT!
Wij mogen deze kroniek over
hoppeteelt niet laten voorbijgaan
zonder een dankbare herinnering
te brengen aan «de» pionnier van
het eerste uur inzake verbetering
van hoppesoorten, hoppeverzorging
en hoppeeesten, en dat was:
E. H. ALFONS DEJAEGHER.
Ruim 50 jaar geleden was hij
jonge professor in het Bisschoppe
lijk College te Poperinge en was
bijzonder bekwaam ln al wat bloe
men- en plantenkunde flanging.
De moeilijkheden die de hoppe-
boeren ondergingen, ook de oude
slenter in het plukken, in het dro
gen, die belette dat de Poperingse
hoppe goede faam verwierf in de
brouwerij en in het buitenland,
troffen hem.
Hij zette zich aan het bestuderen
der hoppeplanten, der ziekten van
de hoppe en stond weldra als Proost
van de Hoppebond bekend als beste
raadgever bij de hoppekwekers.
Onder zijn leiding en met behulp
van Mr Miserez. bekwaam en on
baatzuchtig vakman van Aalst, ver
scheen het maandschrift «De Hop-
boerdat in tal artikels, meest
door E. H. Dejaegher geschreven,
de kwekers met alle nodige aanwij
zingen en raadgevingen in een nieu
we baan opleidde.
Oude eesten werden verbeterd;
door Mr Hector Lebbe werd, op
aanvraag van E H. Dejaegher, de
eerste Engelse hoppeëest gebouwd
naar het plan der Engelse droog-
torens.
Intussen werd E. H. Dejaegher
benoemd als Onderpastoor op Sint
Bertinus te Poperinge en werd hem
gelegenheid gegeven zich meer en
meer met de hoppekwestie en het
belang der kwekers bezig te hou
den. In het Ministerie van Land
bouw ging hij aankloppen, hierin
geholpen door de achtbare Hr Felix
van Merris, de toenmalige burge
meester van Poperinge en katholiek
volksvertegenwoordiger.
Het Ministerie gaf gehoor aan
hun aanhoudend vragen naar offi
ciële steun. HoppetentoonswHngen
werden ingericht; elke hoppekwe-
ker spande zich in om betere hoppe
te kweken en E, H. Dejaegher zag
zijn streven beloond: de Poperingse
hoppe werd, door selectie en door
meer zorg, verbeterd en kreeg in
gang naast de Aalsterse en Duitse
hoppe. En voor beter kwaliteit kwa
men hoger prijzen en meer wel
stand bij kwekers en Poperingse ne
ringdoeners.
De oorlog 14-18 bracht enige stil
stand bij, doch na de oorlog zette
E. H Dejaegher zijn werk voort,
nu doelmatig geholpen door Heer
Dokter Brutsaert, katholiek volks
vertegenwoordiger, en door Heer In
genieur Simoens.
Door ziekte verrast stierf Eerw.
Heer Dejaegher te Poperinge op
8 October 1930.
Zijn werk was niet voltooid maar
de grondgedachte: «ALTIJD NAAR
BETER TE STREVEN» was er bij
de hoppekwekers ingeplant en zo
werd het levenswerk van een be
kwaam en edelmoedig priester
voortgezet tot welzijn en welvaart
van heel de Poperingse bevolking
We. aanzien het als plicht, bij het
uitgeven van déze hoppekroniek,
aan E. H. Dejaegher, voor zijn stre
ven tot verbetering van de hoppe
ten bate van zijn volk, openlijk
dankbare hulde te brengen
GEMÖ.
NOTA.
In het eerste deel der reportage over
de hoppe hebben we vermeld dat de
V. f>9 (Rusbus) lmar oorsprong zou ge
vonden hebben bij Vandrogenbroeck.
vandaar de letter V. Een lezer merkt
ons daaromtrent volgende op:
De Rusbus» werd door HH. F. Hoed
en P. FJsocht van het Nationaal Bel
gisch Hopinstituut bekomen door een
kruising tussen een mannelijke Tett-
natigen een vrouwelijke Haller-
tauDe iets over 400 plantjes wer
den in het hof van dhr Vermeulen te
Erps-Kwerps verplant. Alle plantjes
uitgenomen 3 werden tot het proefveld
van het Hopinstituut overgebracht.
Ongeveer de helft waren mannelijke
planten De 3 overblijvende waren
vrouwelijke. Een dezer onderscheidde
zich door zijn weerstand aan bladluis
cn Peronnspora, terwijl de 2 andere er
erg onder leden. Het tweede jaar wa
ren er 2 stekkerif die de oorsprong zijn
van al de bestaande Rpsbus-plantcn.
Waarvan akte.