Een vraaggesprek zonder vragen met de Gouverneur onzer Provincie:
Weledele Heer Ridder Pierre van Outryve d'Ydewalle
Onze
Week-end
Reportage
Heer Bidder Pierre van Outryve d'Ydewalle
DE DEMOGRAPHISCHE
TOESTAND
IN WESTVLAANDEREN
BESTAANS
MOGELIJKHEID
OP EIGEN BODEM
WAT MOET
GEDAAN WORDEN
«HET WEKELIJKS NIEUWS» Zaterdag 27 Oct. 1951. Bladz. 12.
DU gmuui— ui ffESTYLAABDERM
Wie rond de stempeluren voorbij de landelijke gemeentehuizen
komt, ziet er regelmatig iedere dag de eindeloze rijen werklozen
aanschuiven. Westvlaandercn heeft een triestig record op zijn naam
gevestigd, want op 100 sociaal-verzekerden heeft onze provincie
24 werklozen. Luik heeft er slechts 4 op 100.
Deze kwaal lijkt wel vastgeankerd bij onze bevolking. Is het
niet bedroevend dat men verleden jaar in de kranten kon lezen
hoe te leper een werkloze zijn 25-jarcn doppenvierde?
Reeds vaak werd het probleem aangesneden en in vage be
woordingen had men het over de broodnodige industrialisatie
Maar bij vage woorden en vrome wensen is het tot nog toe meestal
gebleven. Niemand durfde of kon het aan deze plaag te keer te gaan
want politieke klippen maken de weg der bestrijding van de werk
loosheid vaak onveilig. Al te dikwijls is de werkloosheidsbestrijding
daarom beperkt gebleven tot slogans die. iedere partij in haar pro
gramma schreef rond de tijd van de verkiezingen.
Het is daarom een grote verdienste te noemen van onze Gou
verneur dat hij het op zich nam, deze plaag, die onze streken teistert,
doelmatig te bestrijden.
EEN INGEWIKKELD
PROBLEEM
Bij de aanvang van de gewone
zittijd van de Provinciale Raad, op
1 October jl., hield de Gouverneur
een zeer merkwaardige rede over
de werkloosheid in onze provincie.
Enkele dagen later kwamen de
Burgemeesters in de Arrondisse
mentshoofdplaatsen samen om een
uiteenzetting te horen door de Gou
verneur over het probleem der
werkloosheid en aanwijzingen te
krijgen over een tijdelijke tewerk
stelling der werklozen. Het vraag
stuk der werkverschaffing is dus
eindelijk eens terdege aangevat.
Eenvoudig is dit probleem niet en
het is pas wanneer alle factoren,
die er verband mee houden, zullen
verzameld zijn dat men doelmatige
oplossingen kan vinden. Men moet
de openingsrede voor de Provin
ciale Raad zien in het kader
van deze opzoekingen terwijl men
de vergadering der Burgemeesters,
waarvan sprake, moet bekijken in
het raam der voorlopige oplossin-
fen. Het vraagstuk is te ingewik-
:eld om in een handomdraai te
worden opgelost en de kwaal is an
derzijds te nijpend om noodoplos
singen zonder meer van de hand
te wijzen. Werkloze handen die te
lang stilstaan verleren het wer
ken, een werkloze wordt stilaan
maar zeker, sociaal gezien, onder
hevig aan een noodlottige misvor
ming bij zoverre dat er zich een
gevaarlijke norele werkonbekwaam
heid voordoet die na een tijd on
geneesbaar is. Daarom is een tijde
lijke tewerkstelling, zij het dan ook
buiten de gewone werkkring, zo
welkom omdat de werkloze dan
terug het besef krijgt een nuttige
schakel te zijn in de maatschappij.
Zonder dat velen het konden
vermoeden gaf de Gouverneur van
Westvlaanderen reeds vorig jaar in
de openingsrede die hij uitsprak
voor de Provinciale Raad de in
leiding tot zijn huidige rede. Hij
handelde toen over dc bevolkings
toestand in onze Provincie. Deze
zeer goed gedocumenteerde uiteen
zetting over de demographie in
onze streken toonde aan hoe de
Westvlaamse actieve bevolking, d. i.
de jonge lui van 15 tot 21 jaar en
de volwassenen van 21 tot 65 jaar,
in de eerstkomende jaren zal stij
gen en merkelijk hoger staan dan
in het merendeel der andere pro
vinciën.
Hierbij werd toen de vraag ge
steld: «Hoe zal er aan die groeien
de actieve bevolking geregeld werk
kunnen verschaft worden? In welke
richting moet hiertoe de West
vlaamse economie georiënteerd op
dat onderhoud en bestaan van de
komende geslachten gevrijwaard
blijven zonder dat de niet-rende-
rende lagen van de bevolking
kindexen en ouderlingen hier
onder lijden?
Er zijn thans grote moeilijkheden
inzake werkverschaffing en deze
zullen nog toenemen. Voor de ac
tieve groepen der bevolking moet
op eigen bodem werk gezocht wor
den en om deze tewerkstelling te
bevorderen, dienen er wellicht ver
anderingen aangebracht aan de
economische structuur van onze
gouw.
TOESTAND
DER ACTIEVE BEVOLKING
De aangroei der actieve bevol
king is in klare cijfers vastgelegd.
De schommelingen die zich op dit
terrein voordoen zien er als volgt
uit:
yoor de periode van 1930 tot 1947:
van 15 tot 24 jaar: 7.552
van 25 tot 34 jaar: 25.982
van 35 tot 44 jaar: 35.961
van 45 tot 54 jaar: -j- 31.797
van 55 tot 65 jaar: 10.620
Dit geeft in totaal een stijging
van 59.948 eenheden. Hierbij moet
aangestipt dat tussen 1900 én 1930
de actieve bevolking steeg met
127.438 eenheden.
Wanneer men nu de vermoede
lijke toestand op dit gebied vcor
1957 onderzoekt en de vergelijking-
maakt tussen 1947 en 1957 dan
krijgt men volgend overzicht:
van 15 tot 24 jaar 14.872
van 25 tot 34 jaar 36.077
van 35 tot 44 jaar 28.392
van 45 tot 54 jaar 9.964
van 55 tot 65 jaar 4- 20.522
Wat een verhoging betekent van
23.299 eenheden.
Een eerste vaststelling is dat de
actieve bevolkingsgroepen veroude
ren, wijl de groepen tussen 45 en
65 jaar aangroeien met 9.964 plus
20.522 30.486 eenheden.
Een tweede even sombere bevin
ding is dat de actieve groepen vroeg
of laat de last moeten ondergaan
van de niet actieve bevolking (be
neden de 15 en boven de 65 jaar)
en hier valt het op dat de geboor
ten dalen en de klasse der mensen
op jaren steeds toeneemt.
Het kind, dat op sociaal-econo
misch gebied ruime toekomstmo
gelijkheden biedt, verliest terrein
op de ouder wordende volkslagen.
Daaruit spruit als derde vast
stelling voort dat de jonge, actieve
volkslagen niet langer meer op re
gelmatige wijze zullen vervangen
worden waaruit men het angstwek
kend toekomstbeeld ziet opduiken
Maatsch.
Verz.
Werk
lozen
Westvlaanderen 141.028 34.743
Henegouwen 283.751 13.046
Brabant 485.358 34.609
Luik 242.632 8.888
Vergeleken met Luik kan men
daaruit besluiten:
dat Westvlaanderen, nagenoeg
even volkrijk als Luik, in ab
solute cijfers bijna viermaal zo
veel werklozen heeft als Luik,
zonder het verschil van 100.000
maatschappelijk verzekerden in
acht te nemen;
dat er ln Westvlaanderen op 100
verzekerden 24 werkloos zijn en
slechts 4 in Luik.
Volgens de volkstelling van 31 De
cember 1947 vindt men 18,25 dei-
werklozen van gans het land
in Westvlaanderen, onze provincie
heeft daarbij het hoogste aantal
gecontroleerde werkloosheidsdagen.
Ten slotte is de werkloosheid in
Westvlaanderen, niettegenstaande
het feit dat het hoog aantal werk
lozen zeer stabiel blijft, innerlijk
aan gevaarlijke schommelingen on
derhevig ten gevolge een steeds
veranderende tijdelijke werkloos
heid. Dit heeft voor gevolg dat de
werkloosheid breder lagen der be
volking bestrijkt dan de statistie
ken op het eerste zicht laten ver
moeden, wat een grote bestaanson-
zekerheid met zich meebrengt. Deze
wisselvalligheid heeft men uitge
drukt in de zogenaamde beurt
indexen
Per provincie ziet deze beurtin
dex er als volgt uit:
Brabant 1,51
Antwerpen 1,55
Oostvlaanderen 1,78
Westvlaanderen 2,06
Voor de ambtsgebieden der ar
beidsbemiddeling in Westvlaande
ren geeft deze index volgend beeld:
gebied Brugge 1.47
gebied leper 2,35
gebied Kortrijk 3,26
gebied Moeskroen 3,44
gebied Oostende 1,43
gebied Roeselare 2,04
dat een ouder wordende actieve
bevolking voor een steeds .toene
mende niet-actieve bevolking zal
moeten zorg dragen.
Deze wanverhouding zal ten
slotte nog scherper worden door de
uitwijking naar andere gewesten
van ons land. Het demographisch
verval in Wallonië, in het Brus
selse en in het Gentse is niet denk
beeldig en om reden van de econo
mische leefbaarheid van die stre
ken zal stelselmatig onze actieve
bevolking naar ginder overgeheveld
worden. Op een eerste zicht kan
men aannemen dat deze daling der
actieve bevolking de werkverschaf
fing dient, doch hier mag niet uit
het oog verloren worden dat het
overblijvende actieve bevolkingsge
deelte dan nog zwaarder zal gebukt
gaan onder de last van de aan
groeiende niet-actieve gedeelten. Op
dat ogenblik zal onze levensstan
daard zich in een zeer kritische
positie bevinden.
De non-actieve of non-produc
tieve groepen zijn trouwens uitge
breider dan men wel zou denken,
want men moet hierbij in aanmer
king nemen dat niet alle vrouwen
in dienstverband staan hoe lof
waardig hun werk als moeder aan
de haard ook is men moet hier
bij bedenken dat de kinderen lan
ger studeren dan vroeger, en dat
de legerdienst zijn gewicht in de
schaal werpt. Dit alles bij elkaar
genomen geeft op een totaal van
996.449 inwoners (31 December 1947)
een gemiddelde van 60,46 niet-
productieve personen. Dit wil zeg
gen dat de overblijvende 37,85
de onderhoudslast van 60,46
moet dragen.
In 1930 was deze verhouding be
ter, toen had men 48 96 produc
tieve voor 51,04 niet-productieve
personen wat ongeveer een gelijke
verhouding was.
DE WERKLOOSHEID
Na deze inleiding over de toe
stand der bevolking, waaruit blijkt
dat de aangroei van het niet-pro
ductieve bevolkingsgedeelte een hin
derpaal daarstelt voor wat de werk
verschaffing betreft, behandelt de
Gouverneur de werkloosheid die de
tweede hinderpaal is inzake werk
verschaffing.
Zeer terecht doet de Gouverneur
voor dit punt opmerken: Hier
luidt de alarmklok storm.
In de jongste Meimaand, welke
zeker geen periode was van lage
conjunctuur, beliep het daggemid
delde van de gecontroleerde werk
lozen in Westvlaanderen niet min
der dan 31.934, als volgt verdeeld:
gebied Brugge 5.873
gebied leper 3.440
gebied Kortrijk 3.690
gebied Moeskroen 3.095
gebied Oostende 9.895
gebied Roeselare 5.941
Elf arrondissementen van het
land hebben meer dan 10 werklo
zen op 100 loontrekkenden, hier
van neemt Westvlaanderen er 5
voor zijn rekening:
Diksmuide 44,40
Oostende 27,00
Veurn.e 25,20
Brugge 15,50
leper 13,00
Om deze toestand te vergelijken
met andere landsgedeelten raad
plege men deze tabel:
Wij hadden de eer en het
groot genoegen de Heer Gouver
neur van Westvlaanderen te
ontmoeten te Brugge tijdens een
vraaggesprek dat hij ons wel
willend toestond. Maar de vra
gen die wij netjes op een rij
tje hadden neergeschreven, zijn
niet gesteld geworden. Dat hoef
de ook niet, want toen wij voor
bij het noodzakelijke curricu
lum vitae waren, en het vraag
stuk aansneden der heersende
werkloosheid in onze provincie,
hoefden wij alleen zijn merk
waardige uiteenzetting te vol
gen en toen stelden ivij vast dat
onze jonge Gouverneur zijn zwa
re taak nauw ter harte neemt
en er ook ten volle tegen opge
wassen is.
Misschien is het wel ivaar
dat onze Gouverneur voor velen
een onbekende is, want deze ge
moedelijke man, die nochtans
een der hoogste adellijke ti
tels draagt: Ridder Pierre van
Outryve d'Ydewalle, houdt er
niet van op officiële plechtig
heden op het voorplan te treden.
Daarom houden wij er eerst en
vooral aan, ter inleiding van
deze reportage, onze Gouverneur
aan onze lezers voor te stellen.
De Gouverneur van West
vlaanderen, Ridder Pierre van
Outryve d'Ydewalle, is geboren
op 7 Januari 1912. Na schitte
rende middelbare en hogere
studies, promoveerde hij in Juli
1934 tot Doctor in de Rechten
aan de Universiteit te Leuven.
Intussen had hij zijn legerdienst
volbracht en was hij reserve
luitenant geworden bij het
26 Regiment Landers. Na zijn
studies liet hij zich op 4 Fe
bruari 1935 inschrijven bij de Balie van het
Hof van Beroep te Brussel. Intussen was hij
op 24 October 1934 in het huwelijk getreden.
Deze knappe rechtsgeleerde werd echter
spoedig tot andere taken geroepen. Hij deed
op 1 Februari 1937 zijn intrede in de ministe
riële diensten als Secretaris van de Minister
van Landbouw; een jaar later in 1938, werd
hij Kabinetshoofd in hetzelfde Ministerie, om
reeds in Mei 1938 Kabinetshoofd te worden van
de Minister van Economische Zaken, Midden
stand en Landbouw. Op 8 Maart 1939 werd hij
benoemd tot Kabinetshoofd van de Eerste Mi
nister en Secretaris van de Ministerraad.
Deze korte loopbaan was voor deze ver
dienstelijke ambtenaar een lastige training,
Gouverneur der Provincie
maar het was tevens een ideale voorbereiding
tot het hoge ambt waartoe hij op 14 Septem
ber 1944 geroepen werd, toen hij tot Gouver
neur van Westvlaanderen werd aangesteld.
Westvlaanderen kreeg een zoon uit eigen
bodem tot Gouverneur en was trots toen deze
jonge kracht met het hoogste gezag in onze
Provincie bekleed werd.
Met een laatste bijzonderheid willen wij
deze voorstelling besluiten. Ridder Pierre van
Outryve d'Ydewalle is ook een voorbeeld van
diepgelovig kristen huisvader. Zijn schoon ge
zin telt vijf kinderen. Het kroostrijk gezin is
voor veten een aftands gebruik geworden, maar
het voorbeeld van onze Gouverneur bewijst dat
het nog steeds een schone Vlaamse adeltitel is.
Legt men deze laatste tabel naast
deze van het aantal werklozen, die
hoger gegeven werd, dan ziet men
dat in de gebieden Kortrijk, leper
en Moeskroen de beurtindex het
hoogst is en dat anderzijds in deze
gebieden het aantal werklozen het
laagst uitvalt.
De oorzaak hiervan moet men
zoeken in
HET PROBLEEM
DER GRENSARBEIDERS
De grensarbeiders en de buiten-
de-provincie tewerkgestelden vor
men het derde punt dat een hin
dernis daarstelt bij het probleem
der werkverschaffing.
Op 31 December 1947 zochten
52.681 loontrekkenden of 13,37
van de productieve bevolking, hun
werk over de grenzen der pro
vincie.
Hiervan gingen 38.309 hun brood
in Frankrijk verdienen, meestal in
de textielnijverheid (29.460 perso
nen, vrouwen meegerekend)de
overigen arbeidden meest in con
structie- of metaalbedrijven, een
gering deel in de houtindustie en
de landbouw. Nederland stelde er
amper 287 te werk. Het gebied
Kortrijk omvat 22.666 grensarbei
ders, het gebied leper 13.540;
70 der Belgische grensarbeiders,
die in Frankrijk werken, zijn West
vlamingen; 40 van hen wonen
te Moeskroen, Me.nen, Wervik, Ko
men, Herzeeuw, Ploegsteert en Rek-
kem.
Daar is geen enkele provincie
welke zo 'n erbarmelijke toestand
kent. Wie een paar jaren achter
uitgaat en zich herinnert hoe onze
grensarbeiders een tijd lang het
hieltje van de ham moesten klui
ven, weet goed dat het grensarbei-
dersvraagstuk op zichzelf pijnlijk
is en des te dringender om een op
lossing bedelt Met betrek tot het
probleem der grensarbeiders denke
men slechts aan de miserie der
wisselvallige wisselkoersen, enz. On
langs nog werd de afdanking in
sommige Franse fabrieken voort
gezet, zodat tal van arbeidersgezin
nen wederom met een zuur stuk
brood kort zitten. We kregen hier
van een staaltje toen Zaterdag 13
October meer dan 1000 grensarbei
ders voor onbepaalde tijd afge
dankt werden in de streek van
Menen.
Westvlamingen gaan geregeld in
andere provincies werken, meestal
in Oostvlaanderen en Brabant, ook
nog in het Antwerpse en het He
negouwse, dit totaal is: 12.982.
Uit ander provincies komen nau
welijks 4.737 personen naar hier
werken, vooral uit Oostvlaanderen
(2.448), Henegouwen (941) en Bra
bant (782), maar eigenaardig dan
toch dat zij grotendeels in de tex
tiel-, vervoer- en bouwbedrijven
hun werkkring vinden. Blijkt de
werkgelegenheid voor vreemden in
Westvlaanderen niet ruim te ziin,
al te velen van onze inwoners heb
ben een lastig bestaan
DE WERKKRING
ONZER 394.020 PRODUCTIEVE
WESTVLAMINGEN
PER EINDE 1947
Op zeer nauwkeurige wijze on
derzocht dhr Gouverneur verder de
werkkring van de 394.020 produc
tieve Westvlamingen op het einde
van 1947. Hieruit blijkt dat West
vlaanderen belast is met een be
zwaarde economische structuur die
werkverschaffing op brede schaal
belemmert.
Activiteitssecties
Landbouw en Visserij:
Landbouw en veeteelt
Bosbouw en jacht
Visserij
Bodemindustrie:
Winning steenkolen, ertsen
Winning bouwsteen en grondstof
fen voor bouwindustrie
Bewerkende en verwerk, nijverheid:
V oedingswarenbereiding
Dranken en stokerijen
Tabaknijverheid
Dierlijke en plantaardige oliën en
vetten
Scheikundige nijverheid
Rubbernijverheid
Hout- en kurknijverheid
Papiernijverheid
Drukkerijen, boekbind., fotografie
Huiden- en lederbewerking
Textielnijverheid
Confectie (kleding), ook uit weef
stoffen vervaardigde artikelen
Electriciteit, gas, water
Bijproduct, v. minerale brandstof
Nijverheid der niet metaalhouden
de mineralen n. afz. gen.
Gieten, vormen, walsen,... der ge
wone metalei
Fabricage, product, gew. metalen
Machines (ook electr. toestellen,
voertuigen, schepen, luchtvaart)
Instrumenten, uurwerken, juwelen
Divers handwerk
Slecht aanged. handwerknijverh.
Man.
50117
275
2716
53108
446
387
833
11602
2389
452
528
2319
280
13305
511
2113
770
48799
Vr. Totaal Tot.
8226
7
35
8268
6
4
10
1695
245
188
27
216
46
1008
295
501
217
28229
58343
282
2751
61376
452
391
843
13297
2634
640
555
2535
326
14313
806
2614
987
77028
14,81
0,07
0,70
15,58
0,11
0,10
0,21
3,37
0,67
0,16
0,14
0,64
0,08
3,63
0,20
0,66
0,25
19,55
Bouwbedrijf
Gebouwen en bouwbedrijf
Vervoer, Verkeer:
Vervoerbedrijf
Post, telegraaf, telefoon
Handel-,
Groothandel
Kleinhandel
Financie, bank-, verzekeringswez.
Verscheidene agentschappen
Hotelwezen en Persoonsdiensten:
Hotels, spijshuizen, koffiehuizen
Onderneming v. rein. en onderh.
v. goed. en lokalen, persoonsverz.
Private huisdienst
Ontspanning, vermakelijkh., sport
Diensten van algemeen belang:
Geneeskunde, gebrekkigen, zieken
zorg. apotheek, veeartsenij
Begrafonisondernem., kerkhoven
Gezondheidsdienst n. e. g. (gods
huis, kinderwelzijn...
Orderwijs
Weeshuis
Museum, bibliotheek, instituut we
tenschappelijk onderzoek
Kruidtuin, dierentuin
Kunstschilder, beeldhouwer, gra
veerder (werkpl.)
Letterkunde, compositie
Letterk. of wetensch. vereniging
Wetenschappen
V oorlichtin gsdienst
Kerk en klooster
Landsverdediging
Arbeidskamp en dergelijke
Openbare diensten niet elders ge
noemd
Private diensten v. alg. belang
Onnauwkeurig bepaald
Werkloos
8444
9361
17805
4,52
2745
73
2818
0,72
383
8
391
0,10
4212
113
4325
1,10
2256
71
2327
0,59
6985
430
7415
1,88
11446
554
12000
3.05
1293
124
1417
0,36
551
165
716
0,18
142
16
158
0,04
121525
43582
165107
41,89
28987
161
29148
7,40
12870
802
13672
3,47
3253
326
3579
0,91
16123
1128
17251
4,38
25529
12774
38303
9,72
4657
2504
7161
1.82
2417
591
3008
0,76
836
234
1070
0.27
33439
16103
49542
12,57
4014
5921
9935
2,52
1998
1931
3929
1.00
403
7365
7768
1.97
939
243
1182
0,30
7354
15460
22814
5,79
1615
1880
3495
0,89
193
5
198
0,05
122
448
570
0.14
3727
5170
8897
2,26
12
17
29
0,01
18
6
24
0,01
3
3
213
27
240
0,06
15
4
19
0.01
5
5
29
2
31
0.01
69
8
77
0,02
1339
280
16)9
0,41
2084
38
2122
0,54
4
4
8
-
10722
874
11596
2.94
1255
341
1596
0,41
21425
9104
30529
7,76
513
99
612
0.16
.15166
1632
16798
4,26
298473
95547
394020
100,—
Als voornaamste nijverheden tre
den uit deze statistiek naar voor:
textiel, landbouw, groot- en klein
handel en bouwbedrijf.
FAMILIEBEDRIJVEN
Bij grondig onderzoek van de
Westvlaamse bedrijven komt dui
delijk naar voor dat Westvlaande
ren vol zit met kleine bedrijven, en
uit het groot aantal «helpers» moet
men besluiten dat deze bedrijven
meestal van familiale aard zijn.
De productieve bevolking is in
derdaad als volgt te verdelen.
Bedrijfshoofden 101.101 (25,65
Bedienden 48.675 (12,35
Werklieden 211.791 (53,75
Helpers 32.453 8.25
In de landbouw, de tweede
grootste Westvlaamse bedrijvigheid,
wordt de helft der productieve
werkkracht als bedrijfshoofd aan
zien. In deze economische tak is
het aantal helpers bijna tweemaal
zo 'groot als het aantal werklieden.
In de groot- en kleinhandel telt
men 27.502 werkgevers en 5.634
helpers.
Vermits men op 394.020 produc
tieve personen 101.101 werkgevers
aantreft moet men besluiten dat
één man op vier aan het hoofd
van een bedrijf staat.
Westvlaanderen met een even
grote bevolking als Luik telt slechts
141.028 maatscnappelijk-verzekerden
tegen 242.632 voor Luik.
Trouwens, 67,24 van de nijver
heidsinrichtingen in Westvlaande
ren hebben minder dan 5 werklie
den (32 maar één), 15,74 wer
ken met 5 9 arbeiders. In de han
del treffen wij omzeggens dezelfde
verhoudingen aan48,94 huizen
geven werkgelegenheid aan één
persoon, 33,93 aan 2 a 4, en
10,38 aan 5 a 9 personen Waar,
tijdens de periode 1911-1930, de
kleine handelsbedrijven met 17.769
toenamen, beliep deze aangroei
tussen 1931 en 1947 niet minder
dan 36.352. Vele onder deze geld
winningen waren zo goed klein
handel als handwerkhuis voor eigen
rekening zonder personeel. Boven
dien blijken talrijke kleine bedrij
ven veeleer individuele ondernemin
gen dan familiale uitbating te zijn.
Landbouw en veeteelt verminder
den sedert 1929 met 2,5 Welis
waar zijn varkens- en rundsveeteel
ten alsmede de peulgewassen be
langrijk toegenomen, doch bloe
men-, bomen-, groententeelt en nij
ver heidsgewassen gingen achteruit.
DE ECONOMISCHE NOOD
IN WESTVLAANDEREN
Alhoewel men de positieve waar
de en de volledigheid van statistie
ken kan betwijfelen, want zoveel
sociale en economische omstandig
heden roeren gestadig het sociaal-
economisch leven doorheen, toch
moet men toegeven dat hun ontle
ding leidt tot benaderende uitspra
ken en gevolgtrekkingen. Deze ge
volgtrekking is in onderhavig ge
val: dat de werkverschaffing in
Westvlaanderen in de hoogste nood
verkeert. Het recht op ae arbeid
komt iri het gedrang en meteen
de voldoende geldwinning voor die
arbeid.
Het is bedroevend te moeten vast
stellen uit brutale cijfers dat er in
onze provincie slechts voor 324.541
op de 394.020 werkgelegenheid is
en dat 17,60 der productieve be
volking ofwel geen bezigheid heeft
ofwel deze buiten de provincie moet
gaan zoeken.
Veel meer nog dan een econo
misch belang is nier een menselijk
aspect aan verbonden.
Om de zware onderhoudslast die
op de bevolking drukt te milderen
is het allereerst nodig dat de so
ciale wetgeving, vooral deze op de
maatschappelijke zekerheid, uitge
breid worde.
Ook de industriële bedrijvigheid
op eigen bodem dient verruimd. Het
zal altijd maar een lapmiddel blij
ven wanneer onze werkkrachten
overgeheveld worden naar andere
streken waai' het bevolkingspoten-
tieel op een laag peil gekomen is.
Dit is de heersende werkloosheid
milderen maar niet oplossen..
Op de arbeidsmarkt zelf heersen
abnormale toestanden Er zijn tal-
het er op aan komt kredieten te
verlenen aan de nijverheid.
Onze provincie staat aan de
eldinh
rijke bedekte werklozen, voorname
lijk in de landbouw, waar vele
kleine landgebrutkers bekend staan
als tewerkgestelden in het ouder
lijk bedrijf, doch in feite gedeelte
lijk werkloos zijn De wet zelf ver
gemakkelijkt daarbij misbruiken in
zake werkloosheid Vrouwenarbeid
werkt dikwijls de werkloosheid van
de mannen in de hand. De ergste
leemte op de arbeidsmarkt is het
tekort aan geschoolde arbeiders
niettegenstaande het groot aantal
werklozen.
Zeer terecht wordt hier de vraag
gesteld of de verlenging van de
schoolplicht niet, wenselijk is met
het doel de productiviteit van de
arbeid te verhogen.
ECONOMISCHE EN
INDUSTRIËLE STRUCTUUR
In de economische en industriële
structuur van Westvlaanderen zijn
er grote leemten. Nijverheids- en
handelsinstellingen zijn er op be
paalde punten samengetrokken. Cij
fers tonen dit voor de nijverheids-
instellingen als volgt aan:
Arrondissement Kortrijk 35.37 75
Arrondissement Brugge 18.55
Arrondissement Roeselare 13,78
Dat cijfer is, in Mei '51, 29.008 geworden en beliep 34.743 in Juli '49.
Totaal: 67,70 7'
Voor dc werkkrachten maakt dit
76 die in deze drie gebieden als
volgt verdeeld zijn:
44 in het Kortrijkse,
15 in het Brugse,
16 in het Roeselaarse.
Wat de handelaars betreft neemt
Kortrijk er 26 voor zijn reke
ning, Brugge 25 en Oosten
de 15
De grensstreek lijdt aan een ge
mis van industriële structuur.
De gebrekkige uitrusting der klei
ne ambachten is opvallend. Niet
minder dan 65 van de kleine am
bachten werken zonder drijfkracht:
37 der vleeshouwerijen en 33
der bakkerijen zijn nog niet gemo
toriseerd.
WESTVLAAMSE
SPAARCENTEN
ZIJN ELDERS GEBRUIKT
Zonder overdrijving kan men
zeggen dat het Westvlaamse spaar
geld elders gebruikt wordt wanneer
vast dat, van de door deze maat
schappij verleende kredieten, er
slechte 2,8 naar Westvlaanderen
terugvloeien. Men vraagt zich hier
bij terecht af of deze instelling
misschien niet aangepast is aan de
hier heersende omstandigheden,
dan of haar politiek op economisch
gebied te schraal is evenals deze
van sommige bedrijfshoofden. Is er
misschien bij onze mensen nog al
tijd een zeker wantrouwen tegen
over alles wat van Brussel moet
komen of is er een decentralisatie
nodigin de Nationale Maatschap
pij voor Krediet aan de Nijverheid?
Het ucaagstuk der werkverschaf
fing is, zoals uit bovenstaande
blijkt, zeer veelzijdig
Mits kapitaalbelegging kan er
nieuwe werkgelegenheid worden ge
schapen Houtbewerking en me
taalnijverheid kunnen in bepaalde
takken sterk uitgroeien.
Do mechanisatie der bedrijven is
broodnodig, de eisen der cliënteel
en de buitenlandse concurrentie
maken haar onvermijdelijk. Er is
meer specialisatie nodig bij de te
werkgestelden, al kunnen door te
werkstelling van geschoolde en ge
specialiseerde krachten de lonen
verhogen, dan moet dit gebeuren
met het oog op een beter productie.
Vóór alles Is het onontbeerlijk
dat men per bedrijf de toestand
onderzoeke. Het is nodig dat men
eerst alle elementen kenne die hier
invloed uitoefenen, dit wat de fis
caliteit betreft, de kapitaalmarkt,
de electrieiteitbediening en het ver
keer.
In een tijd dat men alles tracht
te regelen langs wettelijke weg. om
hier alleen maar het huisvestings
probleem en de maatschappelijke
zekerheid te noemen, waarom zou
men ook, Indien het moet. de werk
verschaffing niet regelen langs de
zelfde weg?
In deze zin is het wetsvoorstel
De Saegher zeker merkwaardig en
is een kentering ten goede waar
te nemen. Hierin wordt voorzien
dat voor een bepaald aantal jaren
op herbelegde winsten geen belas
tingen zouden betaald worden op
voorwaarde dat het nieuwe bedrijf
in een streek komt geteisterd door
werkloosheid
Er zijn reeds tekenen dat er iets
verandert ten goede. In het noor
den der provincie zien wij te Zee-
brugge een toenemende bedrijvig
heid, niet alleen noemen wie hier
de haven maar ook de glasfabriek
van Zeebruggc die met een produc
tie van 25.000 m2 per dag aanstal
ten maakt om een. der grootste
glasfabrieken, zo niet de grootste,
ter wereld te worden. In de streek
van Brugge wordt wéldra aanvang
gemaakt met het bouwen van een
katoenspinnerij.
Mochten we dergelijke grootnij
verheid ook weldra in anaere ste
den van onze provincie zien tót
stand komen, want daar zijn nog
ontzaggelijk veel open plekken op
de kaart.
TIJDELIJKE
TEWERKSTELLING
Alleen kleinzielige beknibbelaars
hebben de schouders opgehaald
toen onze Gouverneur de burge
meesters in de verschillende arron
dissementen samenriep om hen te
verzoeken de werklozen der gemeen
ten tijdelijk te werk te stellen aan
wegen, waterlopen, openbare gebou
wen, enz. Zeker, dat ls geen defini
tieve oplossing en men kan niet
zeggen dat hiermede het netelig
probleem van de baan is En toch...
De werkloosheid is niet alleen
een louter technisch - economisch
verschijnsel, zij is veeleer een ziek
te geworden die het moreel van de
werkende bevolking heeft aange
tast Het genot van te werken, het
plezier dat men er aan beleeft met
eigen vuisten eigen kost te verdie
nen voor vrouw en kinderen is bij
velen te loor gegaan
Daarom te het zo nuttig dat de
werklozen terug gelegenheid krij
gen aan het werk te gaan, weze
net dan ook ten voorlopigen titel.
Moesten bv, al de straten onzer ge
meenten, al de gemeentewegen, al
de vuile stinkende waterlopen, al
de openbare gebouwen eens flink
onder handen genomen worden dan
is dit zeker voor al de werklozen
der provincie een werkprogramma
dat over een paar Jaar loopt.
Intussen kan op industrieel ge
bied iets gedaan worden, want fa
brieken stampt men niet uit de
grond van vandaag op morgen.
De geschiedenis vermeldt hoe
onze steden ontstonden langs ver
keerswegen en bevaarbare waterlo
pen. In onze moderne tijd zou men
er de spoorbanen ook bijvoegen.
Waarom wacht men van hoger
hand om onze provincie met een
doelmatig verkeersuet te begifti
gen? Wij denken hier aan de nog
talrijke erbarmelijk-slechte wegen,
neem bv Ïeper-Veume, wij denken
aan de vaart Ieper-Komen die men
stilaan voor een overblijfsel uit het
stenen tijdperk zou gaan nemen,
wij kunnen hier ook het afgetakeld
spoorwegnet noemen.
De industrie vraagt verkeerswe
gen, nu zoals vroeger Geen enkel
industrieel denkt eraan zijn fabriek
te gaan begraven in een ongenaak
bare plaats.
De verbetering van het verkeers-
net. op ieder gebied te de eerste
voorbereiding tot industralisatie en
zal terzelfdértijd do werkloosheid
opslorpen.
Men kan deze laatste beschou
wingen opvatten als een al te een
voudige voorstelling van zaken in
een tijd dat men van overheidswege
steeds opnieuw verwijst naar de
hoge uitgavpn voor herbewapening,
enz.. Heeft men er echter een
ogenblik aan gedacht dat de werk
loosheid in haar ondersteuning ook
uitgaven vergt en dat men daar
door de morele ontwapening in de
hand werkt? Een volk dat niet meer
kan en niet meer wil werken zal
volslagen weerloos staan al weze
het met de laatste verbeteringen
der wapenfabrieken uitgerust. Werk
verschaffing te ook bewapening.
Men herhaalt het in ieder slogan
dat de herbewapening gericht is
tegen het communistisch gevaar
dat men dan eerst bedenke dat de
werkloosheid steeds meer en meer
troeven in de handen van het com
munisme zal spelen.
GEMO.
,-j~r~*ir *T"