In het Munthof te Brussel, waar 600.00(1 Muntstukken per dag kunnen geslagen worden Onze Week-end Reportage VAN RUW METAAL TOT KLINKENDE MUNT De Munt In de geschiedenis In hef Munthof te Brussel MUNTFABRICAGE en ONTMUNTING Si Het Museum van het Muntfiof «HET WEKELIJKS NIEUWHï Sfcferfla* 18 AptB 1983. «o Bfe. 8. Het Belgisch Munthof kreeg de vererende opdracht de gouden penning te slaan die door het Groothertogdom Luxemburg in om loop gebracht werd ter gelegenheid van het huwelijk van Erfgroot- hertog Jan met Prinses Joséphine-Charlotte. I. DE OUDSTE MUNT Door de eeuwen heen heeft de mens naar passende betaalmidde len gezocht die door iedereen op hun waarde erkend werden. Goud wordt voor onvergankelijk geacht, dit in de materiële zin van het woord. Het biedt weerstand aan het even welk natuurelement en kreeg de naam van edel metaal. Zijn zeldzaamheid bezorgde het een grote waarde en het kwam vanzelfsprekend in aanmerking als duurzaam betaalmiddel. Op het goud volgde het zilver en vervol gens nikkel en koper in verschil lende samenstellingen of legerin gen. Men kan tot zeer ver in de oude geschiedenis teruggaan om er munten aan te treffen en al hoewel zij meestal hun waarde als betaalmiddel verloren, zijn zij te genwoordig waardevolle en trou we getuigen van vroeger eeuwen. In Klein-Azië waren in de 7" eeuw vóór Kristus reeds munten in om loop. De Griekse zilverstukken be heersten in de 3" en de 4" eeuw de geldmarkt. Spoedig zou dit ge bruik overgenomen worden door de Romeinen. Inzake afwerking mag men de oude munten niet vergelijken met de huidige. In vele gevallen waren zij gegoten en niet geslagen zoals dit tegenwoordig het geval is. Zelfs de oude munten die ge slagen werden tussen hamer en aambeeld of later tussen een pri mitieve schroefpers kunnen na tuurlijk de vergelijking niet door staan met de resultaten van de moderne techniek. HET VOORRECHT DER MACHTHEBBERS Of het nu de machthebbers der Griekse steden, dan of het een Alexander de Grote was die mun ten deden slaan, telkens vinden wij van in de oudheid het prin cipe terug, dat zulks alleen toe kwam aan de machthebbers. Zij hielden er meestal aan hun beel tenis op de munt te plaatsen en wanneer wij ons tegenwoordig kunnen voorstellen hoe de heer sers als een Phiotauros van Per- gamon, Prusias van Bythinië, een Julius Caesar of de bloeddorstige Nero er in hun wezen uitzagen, dan danken wij dit aan de mun ten die uit hun tijd bewaard ble ven. Later is in gelijk welke wetge- viv. dit muntrecht aldus bewaard gebleven. Wij vinden het in de voorrechten der Vlaamse gemeen ten evengoed als in de Grondwet van ons land waar artikel 74 be paalt dat de Koning alleen het recht heeft van de munt, ter uit voering van de wet DE MUNTGESCHIEDENIS IN ONS LAND Ons land heeft zich een zeer oude en even goede reputatie be zorgd in muntaangelegenheden. Wij bekijken hier vanzelfsprekend niet de financiële maar wjl de technische kant dezer kwestie. Aan de hand van een zilveren muntstuk dat het opschrift Bru- vocselladraagt, weten wij dat de Brusselse muntgeschicdenis op klimt tot in de XI" eeuw; deze munt werd geslagen op bevel van de Graaf van Leuven, Lambert I, wien3 initialen erop voorkomen. Te Brussel heeft een belangrijk stadskwartier de naam van Munt gekregen en daar ligt zelfs de Muntschouwburg. Dit heeft als historische grond dat vroeger eeuwen in dit stadsgedeelte het Munthof gelegen was. Precies op de plaats waar thans deze schouw burg gelegen is werd in 1649 het Munthof gebouwd, om in 1700 de plaats te ruimen voor de huidige schouwburg. In 1755 herbouwde men het Munthof aan de overzij de op de plaats waar zich tegen woordig de rechtervleugel van de Centrale Post bevindt. In het jaar 1880 werden de werk plaatsen van het Munthof overge bracht naar St Gillis, waar men, volgens de plannen van architect Roussel, het huidige Munthof op richtte. Het lijkt dus wel op een zeker monopolie dat wij liever verkla ren als een centralisatie die onder de Oostenrijkse Habsburgers werd doorgevoerd om stilaan de andere werkplaatsen uit te schakelen. In de Middeleeuwen had ieder be langrijke stad die zich respecteer de een eigen munt en ook een eigen munthof. Het was een sym bool van zelfstandigheid. De cen tralisatie kon ook slechts doorge voerd worden mits talrijke poli tieke kronkelingen en zij was te vens het beste bewijs van het toe nemend verval der gemeentelijke zelfstandigheid. MUNTERS EN MUNTWEZEN Was het een vorstelijk voorrecht tot het slaan van munten over te gaan, dan wisten deze machtheb bers ook de nodige voorzorgen te treffen die hen een nauwgezet toe zicht moesten verschaffen over de vervaardiging van dit betaalmid del. Reeds in 1291 richtte Jan I in Brabant het vrije eedgenootschap der munters op. Een keure voor zag talrijke voorrechten voor de leden van dit eedverbond dat 90 leden telde, waarvan 50 te Brus sel en 40 te Leuven werkten. Hun ambt was erfelijk en verkiezin gen vulden desnoods vrijkomende plaatsen aan. De hertog behield zich het recht voor tien gezellen te benoemen waarvan de namen op een speciale lijst voorkwamen. Ieder arbeider moest in staat zijn gans alleen zes zilveren marken per dag te vervaardigen. Een muntmeester leidde het werk onder toezicht van een offi cier van de hertog. Tenzij in geval van oorlog waren de munters vrijgesteld van mili taire dienst. Slechts wanneer de munters zich plichtig maakten aan manslag konden zij vóór het gerecht gedaagd worden, voor ieder andere beschuldiging kon alleen de muntmeester of zijn aangestelden recht spreken over de munters. Wat hun loon betreft, moest het steeds gelijk zijn aan dit van hen die in dienst van de koning ston den. De munters waren dus destijds personen die zich door talrijke voorrechten beveiligd wisten. Het Muntwezen zelf was te Brussel gedurende vele eeuwen aan een speciaal regime onder worpen. Het munten werd per kontrakt toevertrouwd aan een ondernemer die daardoor een al leenrecht verwierf. Onder toezicht van de Staat oefende hij dit. ambt uit in lokalen en met. materiaal dat aan de Staat toebehoorde, al les volgens vastgestelde tarieven die per kontrakt of door konink lijke besluiten geregeld werden. Eeuwenlang wist het muntwe zen zich aldus te handhaven. Tot in 1835 was deze belangrijke op dracht toevertrouwd aan de fami lie de Brouckère, vanaf die datum was het als een erfrecht naar de familie Allard overgegaan. Toen dit geslacht met de laatste baron Ailartl in 1931 uitstierf greep Het gesmolten metaal heeft de gepaste warmtegraad bereikt en de smeltkroes, die men rechts bemerkt, wordt uit de ondergrondse oven oinhooa s e trokken. er een grondigs wijziging ln het muntwezen plaats. Het Munthof werd inderdaad ln April 1931 een staatsinstelling die door de Admi nistratie der Munten rechtstreeks uitgebaat wordt voor rekening van de Staat. Op deze wijze verdween de laatste herinnering aan vroeger eeuwen en werd het Munthof een doodgewone staatsinstelling. Werden op deze wijze de uiter lijke vormen gewijzigd naar de eisen van een moderne staatin- richting dan kon toch de roem van het verleden niet worden uit gewist en nog steeds is deze faam de kostbaarste erfenis uit vroeger dagen. Een land dat een munt vervaar digt met een schoon voorkomen, maakt naam in het buitenland. Voor het schone uitzicht van onze munt zorgt het Munthof te Brus sel en zijn faam is in zoverre tot het buitenland doorgedrongen dat het van over de grenzen meerdere opdrachten krijgt uit te voeren wat, met betrekking tot een regel matige werkverschaffing van het personeel van het Munthof, een zeer goede zaak is. MUNTEN EN MUNTWAARDE Alvorens een kijkje te nemen ln de werkhuizen, waar men munten vervaardigt, dient er eerst nog een woord gezegd over de waarde der munten. Gelijk het in alle andere landen het geval is, zo ook kent men ln België twee verschillende tijdstip pen wat de geldwaarde betreft, namelijk het tijdperk der werke lijke waarde en dit der schijn- of erfwaarde. De scheidingslijn trek ken tussen deze twee tijdperken valt zeer moeilijk, daar wij met een belangrijke gemengde periode te doen hebben tijdens dewelke zowel de echte waarden als de schijnwaarden ln omloop waren. Oorlogen brengen gewoonlijk grondige veranderingen met zich mede en zeker wat de munt be treft. Vóór de eerste wereldoorlog ken de men in ons land nog de gou den munt waarvan de waarde van ijet metaal nauwkeurig overeen stemde met de waarde die op het muntstuk was aangebracht. Dit geldt niet voor de zilveren muntstukken die toen in omloop waren. De verhouding van beide metalen was toen van 1 tegen 15,5, wat beduidt dat 1 kgr. goud gelijk stond in waarde met 15,5 kgr. zil ver. Het zilver kon zich evenwel niet handhaven tegenover het goud en verloor van zijn waarde. Vóór 1914 was de zilverprijs reeds zo laag gedaald dat het 5 fr.-stuk der Latijnse Unie, bij het uitbreken van de 1® wereld oorlog, nog slechts zilver bevatte voor een waarde van 2,50 frank. Deze bemerking voor de zilve ren munt geldt a fortiori voor deze vervaardigd uit andere min derwaardige metalen evenals voor het papierengeld. Dit neemt ech ter niet weg dat een gezonde fi nanciële ordening van staatswege voor voldoende dekking zorgt van de in omloop gebrachte geldwaar den, zonder dat wij hier hoeven uit te weiden over de goudstand aard en andere geldelijke ver wikkelingen. Inzake muntvervaardiging spruit Hij betaalt met klinkende muntis een gezegde dat gebezigd wordt om Iemand aan te duiden die eerlijk en met goed geld betaalt hetgeen er te vereffenen is. Waarlijk er is tegenwoordig weer «klinkende» munt in omloop, voortgaande op de physische eigenschap pen en de heldere klank van de onlangs in omloop gebrachte zilveren, nikkelen en koperen stukken. Als de klank helder is, dan is dit ai een teken van deugdelijkheid. Voor de journalist is de nieuwsgierigheid een deugd wanneer zij door beroepsijver is ingegeven die voor doel heeft het publiek zo goed mogelijk in te lichten. Om deze reden wilden wij over het vervaardigen der munt het fijne weten en vroegen wij toelating aan de Heer Muntmeester in het Munthof te Brussel deze instelling te mogen bezoeken. Als-ant woord kregen wij een vriendelijke uitnodiging vanwege dhr Verlinde, muntmeester. Bij de Vlamingen staat de Administratie te Brussel in geen geur van heiligheid om dat wij er al te vaak onze taal horen miskennen. Laat ons maar dadelijk uitzondering maken voor het Munthof, waar men beide landstalen even goed beheerst, en waar men de Vlaming in zijn eigen faal aanspreekt, zelfs een knappe ingenieur uit Namen maakt opf deze regel geen uitzondering en stond ons in het Vlaams te woord. Dit raakt nu wel de technische kant van deze kwestie niet aan maar mog toch eens onderlijnd worden. Ais gidsen bij dit bezoek kregen wij niemand minder mede dan dhr Muntmeester Ver linde zelf, alsmede dhr Van den Brieie, toeziener der aanmunting (beide zijn Bruggelingen), die ons zeer bereidwillig te woord stonden en ons rondgeieidden in het Munthof. Vanzelfsprekend hebben wij ons met «de schotel van de dag» moeten tevreden stel len, 't is te zeggen met hef bijwonen der vervaardiging waarmede men zich op dat ogenblik bezig hield: de nieuwe koperen munt van 50 centiem. Als tegenhanger was er een zeer voor naam nagerecht voorzien. Wij mochten inderdaad het vervaardigen bijwonen der stempels waarmede de nieuwe gouden munt van het Groot Hertogdom Luxemburg zal geslagen worden ter herinnering aan het huwelijk van Prinses Josephine-Charlotte met Erfgroothertog Jan en als extra-toemaat hebben wij dat prachtig museum bezocht, eveneens in het Munthof onder gebracht, waar kostbare stempels en munten van eeuwen terug bewaard worden. Niet alleen hebben wij de ogen de kost gegeven in het prachtige Munthof te Brussel, maar wij kregen er ook zeer waardevolle uitleg die, waar het nodig bleek, zelfs tot in de verste geschiedenis terug ging. Met een kort geschiedkundig overzicht willen wij dan ook in deze reportage van wal steken. op c i bepaalde tak van afwer king toelegt, is het Munthof te Brussel een uitzondering, en wel in deze zin dat de verschillende werkfazen, vanaf de grondstof d.i. het metaal in ruwe vorm tot het afgewerkte product, er in een geheel zijn samengebracht. Het Munthof is derhalve een zeer gecompliceerde metaalfabriek. Er is een smelterij, waar de ver eiste legeringen worden samenge steld; even verder komen wij in een moderne pletterij, waar het metaal tot de vereiste dikte wordt gebracht. Deze beide afdelingen vormen reeds twee bedrijven op zichzelf, maar wanneer wij het uitpersen der metalen plaatjes, het reinigen daarvan en het munten bekijken, dan staan wij weer voor totaal andere werkwijzen en zijn wij eigenlijk pas in het muntersbe- drijf. Bij het einde van ons bezoek aan dit mooi bedrijf, kwamen wij in de afdeling waar de stempels gemaakt worden die dienen voor het aanmunten. Dus nog een ge heel ander bedrijf, dat wij even wel het eerst van dichtbij zullen bekijken alvorens wij de andere afdelingen van Jiet Munthof be spreken. DE MUNTSTEMPELS De muntstempel ls het kost baarste instrument bij de vervaar diging van munten. Hij dient om op een stukje metaal dat bepaald waarborgteken aan te brengen, waardoor aan het metalen plaatje een goed omschreven muntwaar de wordt toegekend. Nu is dit nog meer het geval dan vroeger, ver mits de hoeveelheid metaal niet meer aan de aangeduide waarde beantwoordt. Tot rond de jaren 1830 waren het de graveerders die de model- schreven, in het staal geduceerd wordt op vereiste grootte. De pantograaf vervangt dus in zekere zin de vakman, alhoewel deze toch nog een overwegende rol speelt bij het vervaardigen van de stempels voor wat hun fijne afwerking betreft. Vooral letters en cijfers worden met veel zorg en... geduld door de stempelsnij der bijgewerkt. De aldus bekomen stempel geeft een positief beeld, precies zoals de munt er langs een zijde zal uit zien. Nadat deze stempel gehard is wordt in een uitgegloeide stalen blok, bij middel van een slagpers, een negatief beeld geslagen. Na dat deze blok op zijn beurt terug gehard werd is hij klaar voor het slaan van munten. De aldus beko men negatieve stempel kan, Indien bij goed vervaardigd werd, tot 100.000 munten slaan. Vermits een munt twee verschil lende beelden toont, kop en munt zoals men dat noemt, moeten er voor het slaan van een geldstuk twee verschillende stempels ver vaardigd worden. IN DE GIETERIJ Alvorens in omloop gebracht tc worden, worden de munten zorgvuldig nagezien. Wij zien hier de rollende tafels die het onderzoek aan beide zijden toelaten. uit dit onderscheid evenwel een andere gevolgtrekking voort, na melijk dat het vervaardigen van een muntstuk, hetzij in goud of in zilver, dat door zijn gehalte aan een dezer edele metalen nauwkeu rig moet beantwoorden aan de opgegeven waarde, meer nauwkeu righeid en meer zorg vereist dan gelijk welke andere munt. De goud- of zilvertitel moest voor eerst zeer juist zijn afgemeten en dezelfde nauwgezetheid moest in acht genomen wat het gewicht betreft. Voor de andere munten, die slechts een schijnwaarde bezitten, weze het dan nog dat men met de meeste nauwkeurigheid te werk gaat mocht men iets groter afwij kingen toestaan. Niettemin wor den altijd hoge eisen gesteld aan gehalte en afwerking, daar het nooit geraadzaam is het de vals munters gemakkelijk te maken. Wanneer wij het hier hebben over werkelijke waarde en schijn waarde, dan past het de aandacht te vestigen op de nieuwe zilveren munten van 20, 50 en 100 fr. die thans in omloop zijn of tenminste in omloop zouden moeten zijn maar meestal in de spaarpotten geborgen zitten. Men hoeft zich nochtans over de waarde van deze stukken geen begoochelingen te maken, want de metaalwaarde van een uk van 100 fr. reikt met mcz'. e aan 25 fr., de vervaardi- gingskosten inbegrepen. II. EEN INGEWIKKELD METAAL- BEDRIJF In een tijd van specialisatie, ge lijk wij die thans beleven, waar leder bedrijf zich meer en meer len onzer munten ontwierpen en die zelf de nodige stempels in het staal graveerden op natuurlijke grootte. Tussen 1815 en 1830 werd in Frankrijk de zogenaamde vermin deringsdraaibank uitgevonden. De ze uitvinding bracht een totale om wenteling teweeg in het stempel- snijden. In deze draaibank wordt op ver nuftige wijze het beginsel van pan tograaf toegepast. Op een aan zienlijk vergroot model van de te vervaardigen munt wordt leder punt der oppervlakte door een stift afgetast. De afwijkingen van deze stift worden langs de panto graaf in verminderde verhouding overgebracht op een sneldraaien- de puntboor, die aldus in verklein de vorm het grote model op een kleine oppervlakte getrouw uit boort. De Vlaamse stempelsnijder, Jo- zef-Pieter Braemt, te Gent gebo ren op 15 Juni 1796 en te Brussel overleden op 2 December 1864, die te Parijs een leerling was van cle beroemde Galle en die in 1832 tót hoofdgraveur van de Belgische Munt benoemd werd en aldus de eerste muntstempels vervaardigde voor het nieuw gestichte Konink rijk, was ook de eerste om in het Munthof te Brussel de pantograaf- draaibank binnen te brengen. Deze pantograaf, die met de voetpedaal in beweging gebracht werd, is te Brussel nog altijd bewaard, weze het dan nog als een kostbaar stuk van het museum. Een ultra-moderne opvolger heeft de pantograaf van Braemt ver vangen. De munt.ontwerpen worden thans gemaakt door beeldhouwers van halfverheven beeldhouwwerk. Deze kunstenaars doorgaans medail- leurs boetseren in 't groot doorsnede 30 a 40 cm. Van hun plaastermodel wordt een bronzen afdruk genomen die door de re- duceermachina. zoals hoger bs- Wij zullen thans op de voet het vervaardigen van geldstukken vol den, zoals wij dit zagen gebeuren bij ons bezoek aan het Munthof te Brussel. Zoals hoger gemeld waren wij getuige van het gans fabricatieprocédé der koperen munt van 50 centiem. Daar waar er af wijkingen zijn voor wat de aan maak van andere munt betreft, zullen wij dit terloops laten op merken. Een der grootste zorgen bij het vervaardigen van muntstukken is de samenstelling van het metaal. Wij spraken hoger van koperen munt en de scheikundige zal hier terecht doen opmerken dat het hier niet om koper maar wel om brons gaat. Het verschil zit hem hier in, dat het metaalmengsel, waaruit de stukjes van 50 centiem vervaardigd worden, samengesteld is uit 95 th. koper, 3 t.h. tin en 2 t.h. zink. Het is dus brons van een goed omschreven gehalte. Op deze samenstelling wordt angstvallig gewaakt en er wordt voortdurend nazicht op uitge oefend. Nog meer geldt dit voor zilver en gouden munt. De aldus gereed gemaakte lege ring gaat naar de smelterij waar een temperatuur van circa 1100°, die in cokesovens bekomen wordt, het metaal doet smelten. Het is een secuur werk waar zowel on der- als oververhitting schadelijk zijn. Tijdens de verhitting wordt er zorg voor gedragen dat oxy- datie vermeden wordt, daarom is het smeltend metaal tegen ieder aanraking met lucht beschermd door een laag houtskool. Wanneer de gesmolten massa voldoende homogeen geacht is wordt zij in verticale vormen ge goten. Na afkoeling komt het me taal er uit te voorschijn onder vorm van blokken die ongeveer 700 mm. lang, 14 mm. dik en 70 mm. breed zijn. IN DE PLETMQLEN Deze blokken worden zorgvul dig gekuist en ontdaan van bra men en oneffenheden. Vervolgens worden zij naar de afdeling der pletmolens overgebracht.. Het pletten heeft voor doel de ■cegoten blokken tot de gewenste dikte te brengen die nauwkeurig overeenstemt met de munt die moet vervaardigd worden. Dit ge schiedt in 15 bewerkingen; de blokken moeten dus achtereenvol gens door 15 pietmolens, die tel kens de massa iets dunner maken. Nochtans verandert de breedte niet, zodat het dc lengte is die steeds toeneemt. De bewerking in de laatste plct- molen is de voornaamste, want wanneer het metaal daaruit te voorschijn komt mag er in de dikte geen afwijking bestaan die 0,02 mm. overschrijdt. Wat te dik is moet nog eens geplet worden, tot de vereiste dikte bereikt is, en wt te dun is gaat onverbidde lijk terug naar de smeltovens. DE MUNTPLAATJES Uit de aldus bekomen metalen banden worden bij middel van persen munt.plaat.jcs gesneden. Deze persen zijn met gecombi neerde matrijzen uitgerust waar door in één slag, drie tot vijf plaatsjes vervaardigd worden; dit aantal hangt af van de doorsnede en de. dikte der plaatjes en de capaciteit der pers. Tijdens het persen der munt- plaatsjes wordt nauwkeurig toe zicht uitgeoefend; plaatjes van iedere band worden aan een ge- wichtsonderzoek onderworpen. De plaatjes worden eveneens op. trieertafels nagezien, de afval wordt er uit verwijderd zoals de halve of misvormde plaatjes. Al deze afval gaat terug naar de smelterij. Na deze schifting gaan de munt- plaatjes naar de randmachine die de boorden lichtjes ophoogt. Het doel van deze bewerking is het eventueel aanbrengen van een ge ribde buitenboord, zoals dit het geval is bij de huidige stukken van 1 fr., 5 fr. enz..., te vergemak kelijken. Zelfs voor de bronzen stukjes van 50 centiem, waar nochtans geen geribde boord is aangebracht, wordt deze bewer king toegepast omdat de verhoog de boord ook een middel ls dat het te vroegtijdig verslijten van de beeldenaar voorkomt. Een munt die op een plat vlak ligt, of tussen andere munten ls opge stapeld, rust niet op de aange brachte afbeelding maar wel op de verhoogde boord. De aldus voortgebrachte munt plaatjes, vooral wanneer het zil verlegeringen betreft, zijn door de achtereenvolgende behandelingen te hard geworden, derwijze dat zij zelfs te hard zijn om gemunt te worden. Daarom worden zij ge gloeid tot ongeveer 700 graden, waardoor zij zachter worden. Als laatste behandeling van de muntplaatjes moeten wij ten slotte aanstippen het verwijderen van alle mogelijk vuil dat er ten ge volge van de mechanische bewer kingen zou kunnen aan kleven. Het kuisen gebeurt tn aarden potten die in schuine stand rond draaien en die aan de binnenkant van gleuven voorzien zijn. In deze potten bevindt zich een product dat het metaal kuist en dat aan gepast ls aan de aard van het metaal. Voor brons is dit wijn droesem. De plaatjes komen er glanzend uit te voorschijn, krij gen nog een beurt in zaagmeel om het vocht te verwijderen en worden ten slotte nog extra ge droogd op verwarmde platen. Na deze laatste behandeling wordt alles nauwkeurig geteld, voor de stukjes van 50 centiem per 10.000 in een zakje. Dit tellen gebeurde vroeger met de hand, thans geschiedt het automatisch met hoogst nauwkeurige telmachi nes. Het nazicht wordt nog verder doorgevoerd bij middel van we ging op de balans. HET SLAAN DER MUNT Tot nog toe zagen wij louter technische handelingen die aan het metaal nog geen enkele be- taalkracht toekennen. Thans gaan de muntplaatjes naar de afdeling waar aan weerszijde van het me talen plaatje een stempel gesla gen wordt. Het metaal wordt daardoor munt. Een muntpers is voorzien van twee stempels, die tegenover el kaar zijn aangebracht. De onder ste staat vast en is voorzien van een slagring waar het muntplaatje juist in past. Wanneer het muntplaatje op de onderste stempel ligt wordt de bovenste stempel in beweging ge bracht met een drukking van 30 tot 40 ton. Door deze beweging worden de twee zijden gelijktijdig gestempeld. Deze persen werken zeer snel en kunnen 80 tot 125 muntstukken per minuut voor brengen. In het Munthof te Brussel staan aldus 19 persen waarmede, tijdens een werkdag van 8 uren, ongeveer 000.000 munten kunnen geslagen worden. HET NAZICHT Met het slaan der munten is de taak van het Munthof practiseh geëindigd, maar de Staat, die op drachtgever is in deze aangele genheid, oefent zeer streng na zicht uit op de vervaardigde mun ten. Wij betraden hier het werk terrein van dhr Van den Brieie, toeziener der aanmunting. Het uit zicht, de klank, het gewicht en het gehalte worden zorgvuldig on derzocht. Het onderzoek van het uitzicht en het gewicht geldt voor alle munten, dit van de klank en het gehalte geldt vooral voor munten uit zilverlegeringen en na tuurlijk voor goudlegeringen. Op een zeer vernuftige samen gestelde trieertafel schuiven de muntstukken aan over een lopen de band. Een gespecialiseerd vak man slaat de voorbijschuivende stukken gade en zijn geoefend oog ontdekt dadelijk de gebrekki- gendie onmiddellijk verwijderd worden. Automatisch worden de muntstukken tussen twee banden gegrepen en aan de volgende werktafel bij een tweede toeziener gebracht die op zijn beurt de an dere zijde van de munten contro leert. Zilverstukken worden op de Klank getest, door ze op een sta- Dhr Verlinde, Muntmeester in het Munthof te Brussel, terwijl n ons de nodige uitleg verschafte over hetgeen wij in zijn prachtig instelling zouden te zien krijgen. AANMUNTING: voor België sedert 1948. Aard der stukken Gewicht ln gr. Aantal 100 fr. (zilver) 18 50 fr. (zilver) 12 20 fr. (zilver) 8 5 fr. (koper-nikkel) 8 1 fr. (koper-nikkel) 4 50 ct. (koper-nlkkel-zlnk) 2,750 Totalen ONTMUNTING sedert 1947. 11.875.000 18.066.000 30.987.500 139.032.000 230.755.000 19.350.000 Waardt 1.187.500.000, 903.300.000, 619.750.000, 695.160.000, 230.755.000, 9.675.000, Gatstt; ink}. m» as HU 834,1; m 53.21; 450.065.500 3.646.140.000,- J,«. 50 fr. (ztlver) LUI 20 2.612.577 130.628.850,— 20 fr. (zilver) Alb. en Lm 11 32.565.244 651.304.880,— 5 fr. (nikkel) Alb. 14 31.390.264 156.951.320,— 5 fr. (nikkel) Leeuw 9 21.107.500 105.537.500,— 1 fr. (nikkel) Zinnebeeld 5 103.304.678 103.304.678,— 1 fr. (nikkel) Leeuw 4,5 80.645.781 80.645.781,— 5 fr. (zink) 6 66.965.356 334.826.780,— 1 fr. (zink) 4,250 167.938586 167.938.586,— 2 fr. (staal) 2,750 20.109.595 40.219.190,— Ui: 35821 m m sua AW,vt sua 362.&1 Totalen 526.639.581 1.771.357.565,— INGETROKKEN STUKKEN sedert 1947 (nog gangbare 50 ct. (nikkel) 2,5 11.443.349 5.721.674,50 25 ct. (koper-nikkel) 14.331.830,— en nieuw zilver 6,5 57.327.320 10 ct. ld. ld. 5 82.125.140 8.212.514,— 5 ct. ld. ld. 2,5 34.865.101 1.743.256,05 25 ct. (zink) 6,5 18.178.684 4.544.671,— 10 ct. (zink) 4 33.915.607 3.391.560,70 5 ct. (zink) 2,5 4.984.077 249.203,85 23.300.000 85.000.000,— 133.1: Totalen 242.839.278 38.194.709,10 AANMUNTING VOOR HET BUITENLAND Belgisch Congo 5 fr. (koper 2/3, zink 1/3 7,5 10.000.000 50.000.000,— Groot Hertogdom Luxemburg verscheidene stukken 13.300.000 35.000.000, Totalen Algemene totalen len vlak te laten vallen. De ken ners halen er feilloos de slechte stukken uit. Nog een laatste toezicht voor wat het gewicht betreft en, netjes verpakt, zijn de muntstukken ge reed om afgeleverd te worden aan de Nationale Bank. Wij maakten reeds gewag van het hersmelten van delen metaal die niet dadelijk in aanmerking komen voor het aanmunten. Het toezicht is Inderdaad zo streng dat men in het Munthof geen en kel deeltje metaal laat verloren gaan. Ook de geringste afval wordt hersmolten. Bij de onedele metalen wordt een verlies toege staan tot maximum 1 p. honderd voor zilverlegeringen is slechts 1 p. duizend toegestaan. Wanneer men zilver behandelt worden zelfs de schouwen van de gieterij extra gekuist om deeltjes zilver uit het roet te recupereren. Goud wordt daarom in speciale ovens gesmol ten. Alle metaal dat binnen komt, zowel het ruwe metaal als de munten die uit de omloop getrok ken werden en moeten ontmunt worden om opnieuw als grondstof te dienen, en ieder afgewerkt pro duct dat buiten gaat, wordt, in zake gewicht, gecontroleerd. Het personeel dat in het Munthof werl t, wordt iedere dag afgetast bij het verlaten van het werk, deze regel wordt door iedereen aanvaard,, daar het beter is in dergelijke zaken iedere neiging tot ontvreemding te voorkomen. Wij moeten hier trouwens aan stippen dat de ongeveer 85 werk nemers van het Munthof in bij zonder goede voorwaarden te werk gesteld zijn. Op soeiaal gebied werd er veel voor hen gedaan. Tijdens ons bezoek hadden wij gelegenheid de mooie eetzaal en de badinrichtingen, ten behoeve van het personeel ingericht, te be wonderen. Uit alles wat voorafgaat blijkt dat wij er zeker mogen van zijn dat er alleen goed geld, beant woordend aan alle vereisten, door het Munthof afgeleverd wordt. De Muntmeester maakt daar trouwens een punt van eer van en wanneer hij zijn oordeel uitspreekt over een munt en in zijn uitspraak ver meldt dat de munt beantwoordt aan al de gestelde vereisten, dan heeft deze uitspraak kracht van vonnis waartegen zelf3 geen be roep kan aangetekend worden. Vermelden wij terloops dat in het Munthof, op verzoek, ook onder zoek ingesteld wordt naar de titel van voorwerpen in goud, zilver of platina. Deze diensten moeten na tuurlijk tegenover de Schatkist be taald worden. Aldus laat de Na tionale Bank in het Munthof haar goudvoorraad regelmatig testen. Ook in deze zaken is de uitspraak van de Muntmeester bindend. 713.7! sa: mnitei tut me m m wis 1351 fit 1.083,1: 133.!: 1.242.844.359 1.540.692.274,10 SMS III. Na het bezoek aan 4e werk plaatsen van het Munthof hadder wij het genoegen door onze vrier delijke gidsen rondgeleid te wor den ïn het Museum van het Muir hof waar een schat van herlnne ringen uit het verleden bewas; wordt. De catalogus van dit museur vermeldt ongeveer 6000 stukke: Daaronder vindt men stempels d. dateren uit de tijd van Albrecfc en Isabella. Niet alleen zijn er de stempe: waarmede munten en allerhan; gedenkpenningen en medailles f slagen werden, evenals een exei piaar van de geslagen stukke zelf, doch men treft er ook ee zeer zeldzame verzameling stee pels aan waarmede van vroege eeuw r af de edelmetalen gemeri: werden. Onder de kunstwerken van t' maarde graveerders vermelden «i o.m. deze van ,T. Rottiers, Th. V;e Berckel, Jacques en Charles Wit ner. Zij schonken roem aan 0 Munthof. In het tweede gedeelte van <t: museum vindt men de stempei en de munten van ons land, ds vanaf 1830. Ook de Congolese mor ten zijn er vertegenwoordigd, ui: zondering gemaakt voor de tijd spanne 1940-45, toen de munt® voor onze kolonie in Pretoria f slagen werden. Plet Museum bevat een scbs' van herinneringen uit onze ge schiedenis. Men ziet er de beelte nis van beroemde mannen, he" inneringen aan grote gebeurtenis sen, waarvoor een gedenkpennir.: geslagen werd. Wij vonden er o,® een medaille met de voorstelling van Alexander Rodenbach, wie® standbeeld dit jaar te Rumba® onthuld wordt. Wie vooral ln zijn nopjes wtf bij het bezoek aan het Muset® was Z. E. H. Denorme, pastoor® Loker en gekend zilverspecialif die ons tijdens dit bezoek aan 1» Munthof vergezelde. Voor Z. E, H Denorme was het een prachtig gelegenheid om meerder oude verstempels op te sporen en 1 vereenzelvigen. Doch op dit stu' van zaken betraden wij een gar ander terrein, dit der specialiste in het onderzoeken van oud zllve' werk. Als besluit bleef het ons eve; wel bij dat in het Munthof t Brussel een oude traditie met er- bewaard en voortgezet wordt. 0' iets beter te vinden op dit gebie hoeven wij werkelijk niet ovc onze grenzen te kijken, want os Munthof heeft een international faam die met ere wordt hoog gf houden. GEM0 Z. E. H. Pastoor Denorme, ervaren zilverspecialist, onderzoekt ff' aeldzaam stuk terwijl dhr Verlinde Uitleg verstrekt, ltecht* dhr V? den Brieie. ïoeachtear der aanmunting.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Wekelijks Nieuws (1946-1990) | 1953 | | pagina 8