Bodemkartering
IN DE MOES7 VIN
$44 IJiqSa
HM-
Westfalia
De Tentoonstelling over
te Brugge geopend
Nr 58
s HET WEKELIJKS NIEUWS Zaterdag 12 Dee. 1053. Blz. 13.
Stort 136fi\
DE VOLLEDIGE MESTSTOFFEN BATAILLE
PROTECTOR tot uw DIENST
Abel Pollet en Consoorten
voor het Frans Gerecht
KEURINGEN
EN PRIJSKAMPEN
VOOR HENGSTEN
BELGISCH TREKRAS
Links dhr Gouverneur Ridder Pierre van Outryve d'Ydcwaile, die
zich tijdens de opening van de tentoonstelling de nodige uitleg laat
verstrekken door Prof. Dr ïavernier.
Wanneer we onze schoolatlas nog
even willen openslaan, herinneren
wij ons van die geheimzinnige, in
schreeuwende kleuren uitgewerkte
landkaarten, waarop wij tevergeefs
zochten naar de strakke admi
nistratieve indeling volgens de
provinciegrenzen. Van ons land
blijft er op die kaarten niets an
ders over dan drie stroken, laag,
midden en hoog België.
Aan deze kleurenkaart dachten
wij Vrijdagnamiddag, toen wij in
het Provinciaal Hof te 16 uur aan
wezig waren bij de opening van de
tentoonstelling waarvan het doel
is: het publiek in te lichten over
de werkzaamheden van het Co
mité voor het opnemen vaq. de
Vegetatie- en Bodemkaart van
België
Wij hebben er het ontstaan en
dé groei gezien van een reusachti
ge kaart van België waarop wij
stuk voor stuk ieder Hectare van
de bodem gemerkt zien met een
bepaalde kleur die aan de inge
wijden moet uitlegigen hoe de grond
er vanaf de oppervlakte tot 4,50
meter diepte er uitziet.
Wie met landbouwproblemen is
vertrouwd, vat dadelijk het zeer
grote belang van dit werk dat men
de bodemkartering is gaan noe
men, het in kaart brengen van de
bodem. Aard van de bodem en
aard van de te winnen gewassen
vormen haast een wiskundige ver
houding en wanneer men aan
neemt dat wij in een tijd van
nauwkeurige mathematische bere
keningen leven begrijpt mien vol
komen dat de juiste kennis van de
bodem van kapitaal belang is.
Op dit belang van de bodem
kartering wees dhr Gouverneur,
Ridder Pierre van Outryve d'Yde-
walle, toen hij te 16 uur een korte
openingsrede hield. Spreker wees
op de zuiver wetenschappelijke
kant van dit werk dat voor de
oningewijden wellicht met vraag
tekens omringd is, maar dat ten
slotte ln zeer nauw contact staat
met de werkelijkheid uit de dage
lijkse landbouwpractijk.
De zaak werd trouwens heel wat
eenvoudiger toen dhr Gouverneur,
de Leden van de Bestendige Depu
tatie en de Provinciale Griffier,
de talrijke Burgemeesters, Hoge
schoolprofessoren, Ambtenaren van
het Departement van Landbouw,
de Buitenlandse Afgevaardigden,
de Technici van de Urbanisatie-
dienst en de talrijke Personalitei
ten uit Onderwijs en Landbouiw-
middens door Professor Tavemier
van de Gentse Hogeschool en Di
recteur van het Centrum voor
Bodemkartering in de tentoonstel
ling werden rondgeleid en de no
dige uitleg ontvingen.
Bij middel van foto's en teke
ningen verstrekt deze tentoonstel
ling uitleg over de aard van de
vegetatie, de plantengroei, in de
verschillende gewesten van het
land en ook over de bodemgesteld
heid. Er zijn zeer interessante
gronddoorsneden en dan vooral is
er de werkwijze van karteren, het
in kaart brengen van de bodem, op
bevattelijke wijze uitgelegd aan de
hand van het daartoe gebezigde
materiaal. Belangrijk zijn vooral de
reeds aangelegde kaarten, verge
zeld van de ultlegverstrekkende
dossiers, voor verschillende ge
meenten, vooral uit bet kustgebied.
Aan het uiteinde van de zaal is
een grote kaart aangebracht die
een beeld geeft van het werk dat
reeds gepresteerd werd.
HET WERK DER KARTERING
Hoe sprekend de tentoonstelling
ook was, toch werden de genodig
den nog in nauwer contact met
het werk van de kartering ge
bracht tijdens de voorstelling van
een merkwaardige kleurenfilm met
aangepast commentaar.
Wij hadden eveneens het ge
noegen belangrijke uitleg te krij
gen over bodemkartering van nie
mand minder dan dhr Ingenieur
vens die zij verstrekt over de aard
van de bodem. Dit heeft vooral
groot belang bij aanleg van wegen,
vliegvelden, spotterreinen, enz.
Alhoewel het karteren een zeer
speciale bedrijvigheid is, willen wij
toch in grote lijnen de werkwijze
schetsen.
Van een bepaalde gemeente, waar
het landbouwterrein dient gekar
teerd te worden, krijgt de karteer
der een kadasterplan waarop al de
percelen genummerd staan. Dit plan
is op schaal l/5000c.
Met inachtname der verdeling,
door bepaalde banen of rivieren te
weeg gebracht, wordt dit plan in
stukken verdeeld, werkstukken die
op karton geplakt worden.
Samen met een assistent trekt de
karteerder er dan op uit. Per Hect
are wordt een punt gekozen voor-
het vaststellen van de aard van de
grond. Daartoe wordt een speciale
grondboor gebezigd voor diepten tot
1,25 m. Waar dit nodig is wordt ge
dolven tot 4,50 m.
Op zicht en door het aanvoelen
met de vingers stelt de karteerder
de aard van de grond vast. Op het
werkstuk tekent hij het punt aan
waar geboord werd. zet links daar
van het volgnummer der boring en
vermeldt rechts het bodemtype. Te
vens maakt hij op het boringsre-
gister een meer gedetailleerde aan
tekening over deze boring, bij voor
beeld
0 tot 20 cm.: bovengrond humeu-
se zandige leem;
20/50 cm.: geel-bruine zandige
leem;
50/70 cm.: grijs-bruine zandige
leem en veel roestvlekken;
70/90 cm.: grijs, kleihoudend
zand en veel roest;
90/95 cm.: idem en enkele keien:
vanaf 95 cm.: zware zeer kneed
bare klei (blauwe spie).
Deze beschrijving past in grote
trekken b.v. voor het Ieperse.
Terwijl deze omschrijving aldus
vermeld werd op het boringsregis-
ter, omschreef de karteerder deze
soort grond op zijn werkstuk met
de benaming: L. 2 PT K.
Eens de gemeente aldus bewerkt
worden de werkstukken samen ver
werkt in de zogenaamde stippen-
kaart waarop alleen voorkomen: de
punten van boring, het volgnum
mer der boring, het symbool van
het bodemtype en de administratie
ve indeling in werkstukken.
Deze stippenkaart dient tot het
aanleggen van een bodemkaart der
gemeente op schaal 1/5000* met
opgave der bodemgrenzen.
Van deze bodemkaart wordt te
Gent in de tekenkamers een nette
tekening gemaakt met aanduiding
van dezelfde grondsoort door een
bepaalde kleur, dit op schaal
1/10.000*. Tevens wordt een breed
voerig uitleggevend verslag opge
maakt.
Zo wordt van iedere gemeente
een kaart gemaakt en tevens een
bijgaand verslag.
het er voor gans het land uitziet,
Om ten slotte nog te weten hoe
worden de bekomen gegevens over
gebracht op militaire kaarten, die
telkens een oppervlakte van 8.000
Ha. omvatten.
T'Jonck, karteringsleider te leper,
een man van het vak dus die men
iedere dag in een of andere ge
meente kan aantreffen bij het uit
voeren van bodemonderzoek.
Reeds vroeger werden in ons
land bodemkaarten aangelegd en
zelfs in 1867 prijkte er op de we
reldtentoonstelling te Parijs een
geologisch-agronomischc kaart van
ons land op schaal 1/200.000". De
ze kaart hield rekening met de of
ficiële landbouwstatistieken. Voor
nauwkeuriger bodemonderzoek wer
den sedertdien verschillende lof
waardige initiatieven genomen zon
der dat het ooit tot verwezenlij
kingen kwam die volledige vol
doening schonken.
In 1947 werd een comité gesticht
dat zou werken onder de auspiciën
van het Instituut tot Aanmoediging
van het Wetenschappelijk Onder
zoek in Nijverheid, bet best ge
kend onder de Franse afkorting
I.R.S.I.A.
Dit Comité voor het opnemen
van de Bodemkaart en de Vegeta-
tiekaart van België» werkt onder
voorzitterschap van Prof. Dr V.
Van Straelen, wijl het algemeen
Secretariaat wordt waargenomen
door Prof. Dr Tavemier. Er zijn
drie oentra voor dit onderzoek: te
Gent, Leuven en Gembloers.
Met bodemkartering beoogt men
in de eerste plaats, het vervaardi
gen van kaarten waarop de ver
schillen ln bodemgesteldheid aan
gegeven worden, zoals deze in de
loop van de tijden door natuurlij
ke of menselijke invloeden tot
stand zijn gekomen.
Deze werkzaamheden kennen 3
phasen:
Het in kaart brengen van de
verschillen in de bodemgesteldheid
die men uit de studie van het bo
demprofiel afleidt. Hierbij wordt
niet uitgegaan van de grondver-
schillen die door de jaarlijkse be
mesting sterk beïnvloed worden,
maar wel van kenmerken die een
meer blijvend karakter bezitten.
De tweede phase is het on
derzoek in het laboratorium voor
nauwer omschrijving van de ver
schillende bodemprofielen.
Als derde en laatste phase
wordt de landbouwwaarde vastge
steld door het aanleggen van
proefvelden.
Bodemkartering is niet. alleen een
vaststelling over de aard van de
grond, doch in vele omstandighe
den komt het ook tot een onderzoek
van de oorzaken die aan de basis
liggen van sommige slechte toe
standen in de bodem en men kan
aldus de middelen achterhalen die
een verbetering mogelijk maken.
Het hoeft zeker geen verder be
toog dat ook op gebied van urbani
satie de kartering goede diensten
bewijst door de betrouwbare gegc-
HOE VER REEDS
Bodemkartering is een veel om
vattend werk dat grote ondervin
ding vereist. De karteerder is land
bouwingenieur. Iedere dag trekt hij
er op uit. Het is begrijpelijkerwijze
een werk dat jaren in beslag neemt.
Thans reeds werd 1/3 van ons land
aldus in kaart gebracht. Voor onze
streken is reeds gans de kustzone,
tot een breedte van 8 km., afge
werkt; op sommige plaatsen reikt
men zelfs tot een 20-tal kilometer
diep het land in.
Op voorlichtingsbedrijven en op
proefvelden wordt nog grondiger ge
werkt dan elders en in bepaalde
gevallen wordt er oim de 4 meter
gebc^-d, b.v. op proefvelden waar
op kleine perceeltjes proeven ge-
Zie vervolg hiernevens DSP
De karteerder, dhr T'Jonck uit leper, aan het werk op een veld te
elen. Zijn helper is dhr C. Warreyn uit Veurne, die de grondboor
hanteert.
Nu de winter nadert zal men er
voor moeten zorgen dat niet geheel
winterharde groenten zo spoedig
mogelijk geborgen worden. Het
mooie weer kan nog wel wat aan
houden, doch plotseling kan het
vriezen en dan is de winter-andij-
vie bijvoorbeeld spoedig weg. Men
kan ze wel beschermen, doch dan
dient men er tegen dat de vorst
daan worden van bemesting, enz.
Bodemkartering is wetenschappe
lijk werk, laboratoriumwerk in open
lucht. Doch ook binnende muren
van de landbouwhogeschool komt
het tot nog intenser werk. Daar
worden grondontledingen gedaan
die het werk van de karteerder
moeten vervolledigen.
Neen, de landbouwer staat niet
meer alleen in zijn taak. Hij heeft
thans zeer kostbare hulp gekregen
en wanneer hij de tentoonstelling
in het Provinciaal Hof te Brugge,
die tot 20 December open blijft,
een bezoek brengt, zal hij van daar
de overtuiging meedragen dat er
veel gedaan wordt om hem in zijn
werk te helpen.
GEMO.
invalt een laag droog riet of droog
blad overheen te brengen. Soms
duurt die vrij strenge vorst dan
maar enkele dagen en dan kan
men het dek weer verwijderen en
dan is het niet onmogelijk dat men
tot Kerstmis nog verse andijvie van
eigen tuin kan eten. Wie over een
broeibakje beschikt doet echter
verstandig geen risico te lopen: ze
worden dan met een flinke kluit
opgenomen en allemaal naast el
kaar in het broeibakje ingegraven.
Wanneer men dan de ramen bij
niet vriezend weer maar steeds
open houdt, zal men van wegrotten
geen last hebben.
Rode kool kan wel een paar gra-
rfpn vorst hebben, doch ze dienen
opgeborgen te zijn tegen de
dat het echt gaat winteren,
tijd kan men riu spoedig ver
en het is beter als de kolen
helemaal volgroeid zijn, ze nu
op te nemen. Steek ze dan
de stronken uit de grond en
ze dan onderste boven op zol-
ze hangen daar luchtig en al-
bij strenge vorst zal men hen
naar een betere plaats moeten over
brengen.
De witloofwortels kunnen ook wel
wat vorst verdragen, doch waarom
zou men ze nog langer in de grond
laten zitten. Nadat ze opgenomen
zijn moeten ze echter opnieuw in
de grond, doch dan komen ze veel
dichter bij elkaar te staan en moet
men ze zo plaatsen dat er een laag
je van vijftien centimeter grond
overheen gebracht kan worden.
Winterwortelen zitten er hier en
daar ook nog in de grond, doch ook
die moet men niet langer meer aan
hun lot overlaten, ze zouden anders
plotseling wel eens kunnen bevrie
zen. Neem ze allemaal zo voorzich
tig mogelijk op zonder de wortels
te beschadigen die kan men an
ders niet zo lang bewaren en
zorg er voor dat ze winddroog naar
hun winterverblijfplaats gaan. Men
kan ze ook goed in kisten wit zand
in de kelder of op zolder bewaren,
doch dan moet het zand niet te
droog zijn anders drogen de wortels
op de duur wel sterk uit. Mocht dit
toch het geval zijn, zal men het
zand iets moeten bevochtigen, doch
vooral niet te nat maken, anders
heeft men kans op schimmel.
Witte kool kan ook geen vorst
verdragen en wanneer men hier
van nog geen zuurkool heeft bereidt
wordt het tijd dat dit gedaan wordt.
Witte kool kan men echter evenals
de rode kool met stronk en al op
zolder bewaren, doch de houdbaar
heid van witte kool is in een derge
lijke omgeving niet zo groot, daar
mee moet men dus wel rekening
houden.
Andere koolsoorten kan men ge
rust aan hun lot overlaten, boeren
kool wordt pas smakelijk als de
vorst er een paar maal overheen is
geweest, dus eerst laten bevriezen
en dan pas eten. Groene savooikool
stelt ongeveer dezelfde eisen, doch
kan nu ook al gegeten worden.
op postcheckrekening 47.63.60
van Het Wekelijks Nieuws
Poperinge, en U ontvangt ons
blad tot einde 1954.
VRAAG PROSPECTUS EJf f STICHTINGEN AAN.
ONZE GEWESTELIJKE VERDELERS OF AAN
Gewestelijk agent voor Pope
ringe en Omstreken:
Firma R. MILLEVILLE, 65,
Gasthuisstraat, tel. 233, te
POPERINGE.
Verdelers voor leper en Omlig
gende
Wed. J. COVEMAECKER-
DEGRIJSE, 23, Veurnesteen-
weg, tel- 73, te ELVERDINGE.
op basis van Ferticiline
Meststoffen met de hoogste opbrengsten
Meststoffen die poedervormig blijven
(5856)
ZIJN UW WINTERRANTSOENEN
AL OPGEMAAKT
Vanaf vandaag staat de landbouwkundige dienst
van PROTECTOR kosteloos ter uwer beschikking
voor alle raadgevingen over de voeding en de
rantsoenering van uw vee.
Deze dienst zal U toelaten op
de beste wijze de producten
van uw eigen uitbating te ge
bruiken.
PROTECTOR - RANTSOENEN dienst
Molens van Deinze
te DEINZE
(5566)
Nadruk
zelfs gedeeltelijk
ten strengste
verboden
uitdrukkelijk dat de bende twee overst-en
telde, namelijk Abel Pollet te Hazebrouck
en Camiel Guyard, alias Lapar, te Pope
ringe.
De verdediger van Lapar slaagt er noch
tans toch in van de onderzoeksrechter deze
voor Lapar gunstige getuigenis te bekomen:
Guyard bleef altijd meester van zich
zelf en zou pooit iemand gedood hebben;
hij wilde van geen geweld weten.
Al de slachtoffers der bende komen getui
gen doch brengen weinig nieuwe elementen
naar voor.
Na een zeer streng requisitoir door het
Openbaar Ministerie, neemt Meester La-
heyne de taak op zich om te trachten Lapar
wit te wassen.
De advocaat vindt in het loochenen van
Lapar een zeer aannemelijke poging om zich
te onttrekken aan hetgeen hem ten
laste wordt gelegd. Hij beklemtoont
echter dat er tijdens de overvallen
en diefstallen, waarbij Lapar aanwezig
was, geen enkele moord gepleegd werd.
Zelfs stelt de verdediger de vraag of
er te Krombeke, te Locon en te Vioiai-
nes wel bloed zou vergoten zijn ware
Lapar daar aanwezig geweest. Volgens
de verdediger heeft Lapar zich altijd
tegen moorden verzet.
Lapar zou aan de vooravond van de
misdaad te Krombeke aan Pollet en
Deroo gezegd hebben: Gij gaat nu
naar Krombeke en gij zult misschien
die oude mensen vermoorden voor
entwat van niet
De beschuldigde zelf heeft niets
meer tot zijn verdediging in te bren
gen en schijnt onverschillig het ver
dict der jury af te wachten.
Dit verdict is nochtans verplette
rend. Op al de gestelde vragen, of
Camiel Guyard al dan niet schuldig
was aan deze vier roofovervallen, werd
met ja geantwoord.
Na beraadslaging door het Hof
werd de beschuldigde tot 25 jaar
dwangarbeid veroordeeld.
Dit arrest scheen op Lapar geen in
druk te maken. Hij verliet de gerechts
zaal met stoute blik.
HOE HET VERDER
MET LAPAR VERGING
Lapar verdween uit de samenleving.
Op het ogenblik dat hij veroordeeld
werd, was hij 37 jaar oud. In de 25
jaar dwangarbeid, die hij opliep, wa
ren de 10 jaar gevangenisstraf opge
slorpt en zelfs zou hij tegen het ein
de van de eerste wereldoorlog terug in vrij
heid gesteld worden.
Naar Poperinge mocht Lapar evenwel
niet terugkeren en hij kreeg Ronse aange
wezen als verplichte verblijfplaats.
Op 9 Mei 1928, 20 jaar na zijn veroorde
ling door het Assisenhof, kwam hij naar
Poperinge terug. Zijn huis, een armtierige
woonwagen bracht hij mee. Een bereidwil
lige landbouwer had er zijn paard voor ge
spannen.
Het gevangenisleven had van Lapar een
eenzaat gemaakt, een sukkelaar die moest
leven van hetgeen liefdadige handen hem
gaven.
HH, stond onder politiebewaking. Het
bi' i echter dat hij zijn gevaarlijke nei-
In afwachting dat hij voor het Assisenhof
van Westvlaandcren zou verschijnen, begon
Lapar zijn reeds opgelopen gevangenisstraf
van 10 jaar uit te zitten.
ginggn naar andermans goed had laten va
ren. In Juni 1931 werd zelfs deze bewaking
opgeheven en was Lapar terug een vrij man.
Lapar voelde zich toch nog altijd een
uitgestotene der maatschappij, men schuw
de hem. Van langs-om-meer moest hij in
zijn bestaan voorzien door te bedelen en zo
kwam het dat hij op 3 Januari 1935 naar
■de Kolonie van Merkplas verwezen werd.
Een goed jaar hield hij het daar vol tot
hij plots tekenen van zinsverbijstering be
gon te geven. Hij werd naar een gesticht
te Rekheim in Limburg overgebracht in Fe
bruari 1935 en, daar zijn toestand vererger
de, naar het St-Amandsgesticht te Beer-
nem, waar Lapar op 1 Februari 1938 overleed.
Nog 28 leden der bende Pollet moesten
gevonnist worden. Het zwaartepunt dei-
bende had altijd in Frankrijk gelegen en
't was dan ook daar dat voor het gerecht
nog de zwaarste taak te wachten stond.
Op 26 Maart 1908 werd door de Kamer
van in Beschuldigingstelling bij het Hof
van Beroep te Dowaai besloten tot de sa
menvoeging van de verschillende rechts
vorderingen, waarin begrepen de misdaden
bedreven in België.
Zij die in België waren aangehouden wa
ren in dit land gevonnist. Zij die in Frank
rijk werden gevat moesten daar rekenschap
geven over hun misdaden. Zo komt het dat
iemand als Lapar, die nochtans ook in
Frankrijk gestolen had, alleen in ons land
voor zijn rechters verscheen terwijl Abel
Pollet en consoorten in Frankrijk zouden
terecht staan met alleen voor de in
Frankrijk bedreven misdaden maar ook
voor hetgeen zij België misdeden. Misdadi
gers uitleveren, zoals het thans geschiedt
volgens internationale overeenkomsten, ge
beurde toen nog niet.
Van Lapar heeft men trouwens altijd ge
zegd dat hij van geluk mocht spreken niet
in Frankrijk gevat te zijn geweest want dat
het hem dan zeker het hoofd zou gekost
hebben.
Hier volgen de namen, der bendeleden die
op 16 Juni 1908 voor het Assisenhof te Sint
Omaars zouden verschijnen.
ollet Abel, 34 J., Hazebrouck.
Pollet August, 37 j., Hazebrouck.
Rancy Philomène, vrouw Fauvart, 68 jaar,
Oud-Berkijn.
Platteel Angèle, vrouw Quaghebeur, 30 j.,
Hazebrouck.
Platteel Julienne, vrouw Abel Pollet, 35 j.,
Hazebrouck.
Morent Eugenie, vrouw August Pollet, 37 j.,
Hazebrouck.
Pollet Angèle, vrouw Herman, 45 j., Merville.
Fauvart Henri, 30 j., Oud-Berkijn.
Fauvart Leon, 26 j., Oud-Berkijn.
Note Victor, 35 j., Allouagne.
Josien Marie, vrouw Note, 34 J., Allouagne.
Josien Paxil, 38 j., Mazingarbe.
Laronde Eugenie, vrouw Ovarlet, 42 jaar,
Billy-Montigny.
Ovarlet Adolphe, 44 j., Billy-Montigny.
Vromant Canut, 29 j., Hazebrouck.
Deram Marie, weduwe Piquet, 56 j., Haze
brouck.
Vandevelde Charles, 40 j., Hazebrouck.
Lecleire Gustave, 48 J., Strazele.
Pollet Celine, vrouw Lecleire, 46 J., Strazele.
Deroo Theophile, 29 J., Pradelles.
Deken Sidonie, vrouw Deroo, 56 j., Pradelles.
Guffroy Marie, vrouw Lagache, 39 J„ ha
zebrouck.
Demoo Marcel, 27 j., Meteren.
Matoret Louise, 22 j., Hazebrouck.
Brouquet J., 45 j., Hazebrouck.
Debril Marie, vrouw Vandamme, 44 Jaar,
Hazebrouck.
Camerlynck Constant, 36 J., Hazebrouck.
Ook Alfred Dehouck moest samen inet de
hoger vernoemden voor het Assisenhof ver
schijnen, doch hij werd door ziekte weer
houden. Hij zou later afzonderlijk ter ver
antwoording geroepen worden.
Verschillende betichten werden door een
zelfde advocaat verdedigd, doch werden in
deze debatten, die 10 dagen moesten ln be
slag nemen, niet minder dan 14 advocaten
betrokken,
(Wordt vervolgd)
van het
TE KORTRIJK
OP MAANDAG 30 NOVEMBER *53
Cat. J: HENGSTEN BIJ DE f JA AH
1* Prijs: «Buccesaeur»
Elg. Vandenhend» Hllalre, Bt-Baafa-
VIJve.
2* Prijs: «Telemaque»
Elg. Vanhoutte Achlel en Zonen,
Koolgem.
Cat II:
HENGSTEN OP BEWAARPBEMIE
1* Ann.: Hussard de la Llebeeq
Elg. Vandenhende Hllalre, Bt-Baata-
Vijve.
2* Ann.: «Eavorl d« Scheldevrinde-
lce»
Elg. Vandenbroucke Jules, Wlels-
beke.
2* Ann.: Brutus de habllau»
Elg.Vandemeulebroucke TJrbatn,
Bellegem.
4" Ann: Balzac HI d'Helrweg
Elg.: Hondekljn Jozef, Anzegem.
4* Ann.: «Brutal de la Montagne»
Elg.: Vanhoutte Achlel en Zonen,
Koolgem.
Cat. Ill
HENGSTEN VAN 4 JAAR EN MEER
1* Prijs: «LI Blname de Mehaig-
noul
Elg. Vandenhende Hllalre, St-Baafg-
Vljve.
1* Ann.: «Joubert de 8t Genols»
Elg.: Holvoet Max, Bt Denijs.
GekeurdBuffalo de St Martens
Elg. Bouckaert Jozef, Waregem.
GekeurdOrtolan Chasseur
Elg. Gossuln August, Chlèvres.
GekeurdCarlo de Forehles
Elg. Debruyne Gaston, Dottenljs.
GekeurdDuo de Neerhof
Elg. Brei Alfons, Avelgem.
TE IEPER
OP WOENSDAG 2 DECEMBER '53
Cat. I: HENGSTEN BIJ DE 3 JAAR
1* Prijs: «Arsoullle de Sohelt»
Elg. Quaghebeur Pierre en Valeer,
Poperinge en Stavele, en Slmoens Ge
broeders, Stalhllle en Zevekote.
2« Prijs: «Ardent de Sohelt»
Elg.: Quaghebeur Pierre en Valeer,
Poperinge en Stavele, en Slmoens Ge
broeders, Stalhllle en Zevekote.
Cat II:
HENGSTEN OP BEWAARPREMIE
4" Ann.: «Macadam de Pottes»
Elg. Soetaert Gebr., Ledegem.
Cat. Ill
HENGSTEN VAN 4 JAAR EN MEER
1» Prijs: «Hallfax de Wytschaete»
Elg. Vanhoutte Jules, WIJtschate.
2* Prijs: «Isidore de Coury»
Elg. Quaghebeur Pierre en Valeer
Poperinge en Stavele, en Slmoens Ge
broeders, Stalhllle en Zevekote.
Gekeurd: «Prince du Moulin
Elg. Soetaert Gebr., Ledegem.
Gekeurd: Unlversel de Ltmelettei
Elg. Verraes Gaston, Kemmel.
GekeurdGuerrter du Coury
Elg. Remmery Emlel, Staden.
Gekeurd: Marquis de Reep»
Elg. Decraemere Jozef. Watou.
GekeurdBayard de Nlzelles
Elg. Soetaert Gebr., Ledegem.
TE DIKSMUIDE
OP VRIJDAG 4 DECEMBER '53
Cat. I: HENGSTEN BIJ DE 3 JAAR
1' Prijs: «Alglon de Vlerset»
Elg. Slmoens Gebr., Stalhllle en Ze
vekote.
2« Prijs: «Valseur de Vleogne»
Elg. Slmoens Gebr., Stalhllle en Ze
vekote.
3* Terug: Fllou du Ry
Elg. Slmoens Gebr., Stalhllle en Ze
vekote.
4* Terugg.Cesar v. 't Duivennest»
Elg. Slmoens Gebr., Stalhllle en Ze
vekote.
Gekeurd: «Zigzag d'Horlebecq
Elg. Broucke Wed. Maurice, Rams-
kapelle-IJzer.
GekeurdAvenlr de Sporkingshove
Elg. Joye René, Veurne.
Gekeurd: «Neron du Ry»
Elg. Slmoens Gebr., Stalhllle en Ze.
vekote.
Cat II:
HENGSTEN OP BEWAARPREMIB
1» Ann.: «Nikel de Bralbant»
Elg.: Broucke Wed. Maurice, Rams-
kopelle-IJzer.
2" Ann.: «Ideal de Houthave
Elg. Slmoens Gebr., Stalhllle en Ze
vekote.
4« Ann.: Arius de Beaumont»
Elg. Callebert Arseen, Zarren.
4' Ann.: «Ideal de la Bruyere
Elg. Slmoens Gebr., Stalhllle en Ze
vekote.
5" Ann.: Marquis de Deinze»
Elg. Slmoens Gebr., Stalhllle en Ze
vekote.
5" Ann.: Joll du Sart»
Elg. Slmoens Gebr., Stalhllle en Ze
vekote.
GekeurdLaboureur de Barsdam
Elg. Callebert Arseen, Zarren.
GekeurdRaf de Corte
Elg. Callebert Arseen, Zarren.
Gekeurd: Marquis de Hulse
Elg. Slmoens Gebr., Stalhllle en Ze
vekote. Wlllems Klnclers, Aalter, ep
Mestach Iréne, Tronchiennes.
Cat. Ill
HENGSTEN VAN 4 JAAR EN MEER
1* Prijs: «Quo Vadls des Volees
Elg. Slmoens Gebr., Stalhllle en Ze
vekote, en Desmyter Robert, Steen-
kerque.
2" Prijs: «Laboureur de Sart»
Elg. Joye René, Veurne.
1» Ann.: Hercule de Koolkerke
Elg. Joye René, Veurne.
Gekeurd: «Gamin de Neffe
Elg. Joye René, Veurne.
Gekeurd: Quibus des Volees»
Elg. Slmoens Gebr.. Stalhllle en Ze
vekote en Deroo Wed. M„ Aarsele.
Gekeurd: «Carlo d'Ohey»
Elg. Broucke Wed. Maurice, Rams-
kanelle-IJzer.
Gekeurd: «Paul de Poperinge»
Elg. Slmoens Gebr., Stalhllle en Ze
vekote.
GekeurdUltra Bon de Hognou!
Elg. Broucke Wed. Maurice, Rams-
kapelle-IJzer,
GekeurdPrince Baudouln II
d'Oosterzele
Elg. Joye René, Veurne.
Twee -maanden nadien, op 25 April 1907,
moest Lapar nog eens terug naar leper om
zich te verantwoorden voor de inbraak die
hij op 12 Januari 1906 pleegde bij de Ge
broeders Veys te Vlamertinge. Lapar werd;
bij gebrek aan bewijzen vrijgesproken.
Op 23 Juli 1907 moest Lapar opnieuw naar
Kortrijk voor de diefstal ten nadele van de
Heer Dumont te Laventie op 4 Juli 1905.
Lapar bekende de feiten en kreeg 5 jaar.
Zijn medeplichtige, Verbeke uit Wevelgem,
werd tot 4 jaar verwezen, terwijl Montheyne
werd vrijgesproken. Verbeke kreeg in beroep
één jaar afslag.
Volgens de voorschriften van het straf
wetboek werden al de tegen Lapar uitge
sproken straffen samen gebracht tot één
enkele gevangenisstraf van 10 jaar, met be
roving van zijn burgerrechten voor een ter
mijn van 5 jaar. Gedurende deze termijn
zou hij tevens onder bewaking der politie
staan.
Bij geen enkele diefstal vond men vol
doende stof om vrouw Parret te straffen. De
beschuldigingen tegen haar uitgebracht door
Abel Pollet waren formeel doch Lapar heeft
steeds geloochend dat zij voor iets in de ge
pleegde diefstallen betrokken was. Volledige
klaarheid is daar nooit in gekomen.
In afwachting dat hij voor het Assisenhof
van Westvlaandcren zou verschijnen begon
Lapar zijn reeds opgelopen gevangenisstraf
van 10 jaar uit te zitten.
VOOR HET ASSISENHOF
Met de vonnissen der rechtbanken van
leper en Kortrijk was het zondenregister
van Lapar nog niet helemaal uitgepluisd.
Voor vier misdaden was hij door de Kamer
bij het Hof Van Beroep te Gent naar het
Assisenhof van Westvlaanderen verwezen.
Lapar verscheen op 1 Juli 1907 voor dit
Assisenhof te Brugge dat zetelde onder voor
zitterschap van Raadsheer de Bast, met als
bijzitters de Heren Haleux en Ridder van de
Walle. Ridder van Elewijck zetelde als Open
baar Ministerie. Lapar werd bijgestaan door
Meester Laheyne uit leper.
Er was slechts geringe belangstelling van
wege het publiek, want feitelijk ging het
hier om roofovervallen waarbij geen enkele
moord bedreven werd.
Wij verhaalden de feiten reeds hoger: de
overval bij de echtelingen Pruvost te Nieuw -
Berkijn in November 1905, deze bij Henri
Degroote te Dadizele op het einde van de
zelfde maand, de roofoverval bij Araiand
Bailliu in de nacht van 17 op 18 April 1906
en de erge diefstal bij Nathalie Wemaere te
Bpesbrugge op 20 April 1906, de laatste
misdaad door de bende Pollet gepleegd.
Niettegenstaande Lapar tijdens het on
derzoek al deze feiten bekende, verdedigt hij
zich thans met klem, loochent gedeeltelijk
wat hem wordt ten laste gelegd en schuif t,
hij alles op de nek van Abel Pollet.
Hij antwoordt steeds het zelfde op de
hem gestelde vragen:
't Is Abel die het gedaan heeft.
Zelfs wanneer de Onderzoeksrechter Bou-
dry uit Bethune, die een groot deel van het
onderzoek leidde, een duidelijk overzicht
geeft van de bedrijvigheid der bende Pollet,
heeft Lapar maar één antwoord:
Allemaal leugens.
De onderzoeksrechter verklaart nochtans