VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Eerste Jaar. Zondag 10n Januari 1886. Nummers 1 2. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 4 fr. per jaar voor de stad. 4 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 2 fr. 50. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers vo m arlikels, enz. 8 fr. per 100.Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraali vessel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zoudenArtikelen ongt-,teekend of personnaliteiten bevattendfe worden niet-opgenomen. Wat gaan wij doen? Als liberalen zijn wij niet uitsluitend; werken tot de eenheid der partij zal voor ons een plicht wezen, alhoewel wij geen aanhan gers zijn van de nekbrekers politiek in 'nen bandendraai, noch van de gestadige toege vendheid der mosselliberalen. Tegen het klerikalism, dat zevenkoppig monster, zullen wij opstaan om onze vrijheid, met moed en hoop te verdedigen, de liberale vlag te helpen schragen en meer dan ooit te strijden voor de onafhankelijkheid van het Burgerlijk gezag tegenover de geheime en langzame inmenging der Kerk. Dat de pries ter zich dus te zijnent moeie en de politiek onverlet late, of hij vinde in ons een hard nekkige tegenstrever, die hem ontmaskeren zal, telkens hij zijn ministerie of de leering van den God-Mensch wil verkrachten, om ze als werktuigen van overheersching en dwin gelandij te gebruiken. Den godsdienst laten wij onverlet, ons evenwel voorbehoudende op tijd en stond tegen dweepzucht en bijgeloof op te trekken. De geestelijkheid houdt het volk in dien toe stand om te beter hare heerschzuchtige plannen uit te voeren. Immers de geschiede nis is daór om te bewijzen, hoe dikwijls Rome's volgelingen het land- en volkenrecht geschonden hebben in het najagen van hun meesterschap. En dat zal ons ook te stade komen. In deze tijden van landbouwkrisis, zij het ons toegelaten vooral de belangen van den burger en werkman te verdedigen tegenover de schraapzucht der rijke klerikale eige naars, die zoo geerne ons land onder bet middeleeuwsche regiem zouden terug bren gen. Geene rechten op het graan, geene rech- len op het vee! Brood en vleesch zijn nu reeds te duur! Die maatregel, welken de ka tholieken willen invoeren, zou voor onver mijdelijk gevolg hebben, de burgerhuisgezin- nen op bekrompener voet te doen leven, de armoede onder bet werkvolk te brengen en de openbare besturen ten gronde te helpen. Een machtige faktoor in de grootheid eens volks en in het verkrijgen zijns rijkdoms, is een degelijk openbaar onderwijs. Daarin ligt de toekomst onzes lands en onzer instellin gen. Moet het dan gezegd worden dat we de jezuietenwet van 1884 zullen bevechten uit al onze krachten, niet alleen onder politiek, maar onder stoffelijk of finantiëel oogpunt? Als Vlamingen is het lot onzer Moedertaal ons niet onverschillig en wij gelooven aan die rechtvaardige zaak het onze bij te bren gen, met onze taalrechten te verdedigen tegenover wie het ook zij Mogen wij hierin rekenen op de medewer king en ondersteuning der vlaamschgezinde liberalen? Onze tegenstrevers wachten ons zonder vare of vreeze wij zijn bereid dien las- tigen kamp aan te vangen en onverdroten vol te "houden. Hoe grooter en nijpender het gevaar wordt, hoe wakkerder wij op de bres zullen staan om ons volk te beschutten, en gelijk de Vlamingen (in 1302) te Kortrijk rie pen, zoo herhalen wij hun zegeroep: Wat paapsch is, valsch is, Slaat al dood De Redactie. Het jaar 1885. Wij zijn een nieuw jaar ingetredenhet jaar 1885 behoort tot de geschiedenis. Het zag als velen zijner voorgangers oorlog en smetziekten, maar nog droeviger is dat het algemeene klachten hoorde oprijzen over kwijning van handel en nijverheid en gebrek aan werk, en als gevolg hiervan op vele plaatsen armoede en ellende. Laat ons verhopen dat het nu ingetreden jaar 1886 beternis zal aanbrengen; de be zorgdheid der meeste regeeringen is thans het zoeken naar nieuwe uitwegen, naar nieuwe verkoopmarkten en het maken van wetten, om handel en nijverheid ter hulp te komen.Mochten die goede bedoelingen vruch ten dragen en de duistere gezichteinder van héden helder opklaren! Behalve door het overlijden van vele be kende mannen, kenmerkte het afgeloopen jaar zich nog door eene reeks gebeurtenissen, die wel eene korte herinnering verdienen; vooreerst was het jaar rijk aan geduchte rampen. In Spanje heerschte de cholera en eischte meer slachtoffers dan eene der vorige smet ziekten. Kaschmir en de Caucasus werden geteisterd door aardbevingen, stormen richt ten groote verwoestingen aan in Noord- Amerika en Méxicoen in een deel van Oostenrijk had de bevolking weer veel van overstroomingen te lijden. Eveneens ging menig menschenleven ver loren door ongelukken op zee. In Februari boorde de engelsche boot Cumberland het zweedsche schip Noorden bij Cuxhaven in den grondin Mei verongelukte de stoom boot Helvetia bij Kaap Breton en de ham- burgsclie boot Messina op de engelsche kust; in Juni verging het fransch oorlogsfregat Renard met man en muis in de Roode Zee, waardoor meer dan 100 menschen het leven verloren, terwijl spoedig daarna de italiaan- sche stoomboot Italia met 125 man, de duitsche oorlogskorvet Augusta met 238 man en de engelsche boot Bengalore met 100 man aan boord verongelukten. Ook eisehten branden en spoorwegongelukken in alle deelen der wereld weer menig offer, maar voor de mijnwerkers was het jaar bijzonder rampspoedig. In Maart had te Karwin in Bohemen eene hevige ontploffing plaats; in dezelfde maand kwamen in de mijn Camphausen bij Saarbrucken meer dan 200 mijnwerkers om het leven en in Juni vonden 170 werklieden te Pendleburg den dood in eene kolenmijn. Evenwel ontbreekt 't ook niet aan meer opwekkende herinneringen. Te Antwerpen werd eene groote internationale en te Buda pest eene belangrijke nationale tentoonstel ling gehouden, welke met de electrische tentoonstelling te Parijs, do japansche te Berlijn en de tentoonstelling van uitvindingen te Londen, weer deden zien hoe kunsten nijverheid op elk gebied steeds vooruitgaan. Even rijk als aan tentoonstellingen was het jaar 1885 ook aan congressen. Men her- innere zich slechts het congres der beoe fenaars van het strafrecht te Hamburg, het telegraafcongres te Berlijn, de bijeenkomst der geneesheeren en der apothekers te Ant werpen en te Brussel; het congres voor het internationaal handelsrecht te Antwerpen, het congres voor gevangeniswezen te Rome. Gedenkteekenen of standbeelden werden opgericht te Gent voor Lieven Bauwens, te Zurich ter herinnering aan Zwingli, den Zwitserschen hervormer; te Potsdam voor Frederik Willem I, koning van Pruisen; te Stockholm voor Linaeus te Londen voor Darwin, te Parijs voor Voltaire; te Le Mans voor generaal Chanzy; te Southampton voor Gordon en vele anderen. leis voor de boeren. Wie heeft de kaloten in Juni 1884 aan 't bewind gebracht? Zeker de boeren,die geloof hechtten aan de zeemzoete beloften van pas toors en kapelaans, waardoor zij verzekerden dat de landbouwkrisis of slechten tijd ging beteren, dat de pachten gingen afslaan, dat de geldlasten of contributiën zouden vermin deren, dat men tabak voor niemendalle ging mogen planten, enz, enz. Nog een beetje en de.klerikale kiesdravers beloofden eenen geidregen voor de kas te vullen en gebraden kiekens om de maag te voldoen. Och Heere toch! De boeren zijn lichtgeloo- vig, vooral als de pastoor het eischt, en door dat lachend vooruitzicht verleid, stemden zij voor de kadodders. En nu gefopt zei Pierlala De klerikalen zitten aan den geldschotel, en tot nu toe heeft men nog nergens hooren spreken van afslag der pachten, vermindering van lasten of contributiën. Integendeel onder het huidig papengouvernement wordt het geld met volle grepen door liet venster gegooid en niet in de kas der boeren, maar in de muil der onverzaadlijke zwarte man nen. En met utoe centen, goede sukkels van boertjes,drinken zij de fijne wijnen en kwee ken zich een rond buiksken Aan sommige liberale gemeenten heeft de Regeering alle hulpgelden ontzegd, ten einde de officieële (de eenige goede) scholen te doo- de.T. Langs de andere zijde zien wij dat zeer veel gemeenten (meer dan 800) gemachtigd worden, om de reeds bestaande lasten te behouden, of wel nieuwe lasten of opcentiemen te heffen. Is dat misschien de beloofde lastverminde- ring? De inwoners dier achthonderd geluk kige gemeenten zullen dat best weten in hunne.... beurs, wanneer de contributie biljetten moeten betaald worden. Al die gemeenten werden tot lastverhooging ge dwongen door het schandalig gedrag der Regeering, welke hun alle toelage onttrok. En daarmee is het niet genoeg: Drie mil- lioen franken onttrokken subsidiën is te weinig, schreeuwt de razende Courrier de Bruceelleszij mogen wel tot zes mil- lioen beloopen. Het onderwijs is een dienst van gemeentelijk nut, (o vernufte econo- mistbijgevolg moeten de gemeenten daar alleen in voorzien. Dat is wel klaar, niet waar, brave buiten lieden 't Is de toepassing van het woeste grond beginsel De Staat buiten de school't is te zeggenDe Staat zal niets meer betalen, en de gemeenten (dat zijn de boertjes) zullen 't al betalen. Maar wat zullen de ministers met al ons geld aanvangen? Wees niet bevreesd, mijn eenvoudige lummes; zij zullen het geven aan de kerkfabrieken (die arm zijn), aan de pas- toorkens en onderpastoorkons, (die in nood verkeeren), aan de vuile broertjes, (die ten onrichte vervolgd worden), aan de vette kanonikken en andere smoutzakken, (die geen eten hebben) De gemeenten zullen intusschen voortsuk kelen, zoover zij maar kunnen, en wanneer, ten einde raad, men het Staatsbestuur nog eens bidden zal, op eene eerlijke wijze in eene rechtvaardige uitgaaf tusschen te ko men, zal het klinken Sluit uwe gemeente scholen Immers het volk hoeft slechts kerken en kloosters: Daar geeft men hemelse!) brood... en verstomping als toemaat! Hewel boertjes, gij zult misschien dan tevreden zijn; en weest niet ongeloovig: 't zal wel komen. Gij hebt het zoo gewildHelpt nu u zei ven en trekt er u uit als gij durft, enals gij kunt. D. N. T. Inkomrecliten cp het Vee. In zitting van 17 December laatst, zijn de volksvertegenwoordigers van Nivelles met het volgende wetsontwerp in de Kamers op het tapijt gekomen De invoerrechten op paarden, vee en vleesch worden vastgesteld als volgt: Paarden, per hoofd 25 frank; veulens, hebbende geene tanden van volwassenen, 10 fr.; ossen, 30 fr.; koeien, 12 fr.; stieren, 12 fr jonge stieren, hebbende geene tan- den van volwassenen, 6 fr.; veerzen, 3 fr.; schapen, 2 fr. 50; lammeren, 1 fr.; var- kens, 6 fr.; spinvarkens, min dan 10 kilo- grammen wegende, 1 fr., versch ofgezou- ten vleesch per 100 kilogr. 8 fr.; gerookt of gedroogd vleesch (hét spek uitgezon- derd) 8 fr. Wij gelooven dit wetsontwerp te moeten bestrijden, omdat dergelijke wetten strek ken, niet tot algemeen nut maar ten voordee- le der rijke eigenaars en uitsluitelijk ten schade van de werkende klas. De geestrijke Petrus medeopsteller van La Gazette, in een schertsend beknopt ver slag eener zitting der Kamers, in dewelke lezing werd gegeven van dit verachtelijk wetsontwerp; verslag dat wij hier laten vol gen, toont klaar en duidelijk dat er niet meer redens bestaan om de veekweek te bevoor- deeligen door 't daarstellen van beschermende rechten, dan deze of gene nijverheid even belangrijk Zitting van II December, onder het voorzitterschap van M. De Lantsheere. M. de Voorzitter. De zitting is open... Een wetsontwerp komt op liet Bureel neêr- gelegd te woiden. M. Neujean. Het ontwerp van M, Du- inoni, zeker? M. Dumont. Ja, Mijnheer, zooals gij zegt... en ik hoop dat gij het wel zult willen stemmen. M. Neujean. 'k En peis het niet, Mijn heer, 'k en heb nooit geen devotie gehad voor wetten, die de pracht der rijken doet betalen door arme duivels. (Tegenspraak rechts.) M. Dumont. Ik protesteer uit al mijne krachten tegen het hatelijk karakter dat gij mijn ontwerp toeeigent; daar is nergens kwestie van de arme duivels uit te hongeren, zooals gij zegt. Mijn ontwerp heeft geen ander doelwit dan eene nijverheid, die eene der belangrijkste bronnen uitmaakt van 's lands rijkdommen, te verlossen van 't doode- lijk gevaar dat haar bedreigt. M. Baron de Favereau. Zeerwel! M. Baron Snoy. 't Is eene lastering, ons andere gevoelens toe te eigenen. M. Dumont. De waarheid, de oprechte waarheid is, dat de veekweek in België eene doode nijverheid is, indien wij ons niet ver baasten dezelve te beschermen en te bevrijden tegen de vreemde mededinging, die ze ten onderen brengt en verplettert. M. Paslur. 't Is waarachtig waar. M. de Voorzitter.Als 't u belieft, Mijn- beeren, de beredenering van 't ontwerp zal later plaats hebben, er is nu slechts kwestie dit ontwerp aan te bieden. M. Systermans. Mag ik een woordje zeggen, M. de Voorzitter? M. de Voorzitter. Spreek,.'M: Syster mans. M. Systei mans. 'k Ben nog al gene gen, wat mij aangaat, liet voorstel van M. Dumont te stemmen. M. Dumont. Goed zoo M. Systermans, Maar wij, belgische brouwers, wij lijden zooveel door de meé- dingingals.de veekweekers. Indien M. Du mont zich eens de moeite wilde getroosten de cafés en bierhuizen van Brussel binnen tegaan, hij zou zien dat men daar schier niet anders drinkt dan duitsch en engelsch bier. Ik vraag dus dat men voor de Belgische brouwers doe, hetgeen men begeert te doen voor de veekweekers. Is 't rechtveerdig, ja of neen? Goedkeurend gelach links.) M. de Voorzitter. Nog eens er is hier geen kwestie van... M. Carbon. En onze oostendsche oes ters dan, Mijnheeren! Gaat men niets ver richten. om ze te vrijwaren? Onlangs nog maakten zij een onzer belangrijkste handels uit, en nu, met de mededinging der Zeeland- sche, zijn ze zoo afgestegen, dat wij ze allicht zullen moeten aan de verkens geven. (Alge meen gelach.) M. Léon Visart.Er moet daarmee niet gelachen worden, onze oësternijverhéid ver keert in eenen deerlijken toestand en ik zeg van nu af, dat ik vast besloten ben in de be- redeneering van 't ontwerp Van M. BuLcjit. een amendement voor 'te dragen in deri'zh der opwerpingen van mijnen achtbare*; vriend M. Carbon. M. de Voorzitter. Mijnheeren... M. d'Andrimont. Een woordekö Ar de Voorzitter. 1 veri M. de Voorzitter. Maar wij zuli alzoo nooit gedaan krijgen. J VVEF ^e(vi model. HET WEEKBLAD -la are!/

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1886 | | pagina 1