STADSNIEUWS.
DE IJPERSCHE KINDEREN.
gaan de signoorkens er dapper door met de
centen der belastingbetalers. In eene der
jongste zittingen des gemeenteraads, werden
10,000 fr. toelage aan de kakscholen gege
ven, en daarenboven nog 800 fr. aan eene
bijzondere maatschappij La Concorde
uit volbloed klerikalen gevormd, om een
speelreisje van 3 dagen naar Verviers, op
224 kilometers afstand, te maken.
Voor hetgeen het laatste punt betreft, kan
men onbeschaamder verklaren, dat men op
het stadhuis iedereens centen beschouwt, als
het geld der klerikale kluchtspelers?
Wat de kloosterscholen aangaat, die krij
gen een jaarlijksch hulpgeld van 25000 fr.
Zulks heeft het Genootschap van den katho
lieken schoolpenning te Brugge, geëischt
in zijnen omzendbrief van 24n October 1885.
De strooien mannen van den gemeenteraad
vonden niets zoo natuurlijk dan Jan van Lef-
finghe dien boterham te geven. Vohiscum.
Het roept wraak.
Over eenige dagen sprak de pastoor van
eene aanzienlijke gemeente uit onze omstre
ken, in deze Godnavolgende woorden
den officieelen gediplomeerden hoofdonder
wijzer aan, die van zijne plaats afgesteld is
en vervangen door den koster-schoolmeester.
M. N..., gij stelt het goed, zie ik; gij
moet nu gelukkig zijnnu moogt ge te
biechte komen, mijn vriend (sic); uwe
vrouw ook, en geheel uw huisgezin. Wij
hebben u afgesteld voor uw geluk De ver-
doemde schoolwet is weg, nu is het iets
beters voor de onderwijzers, eh?Stel
het wel, mijn vriend (sic), ik verwacht u.
Hij verwacht hem, na hem zes jaren lang
gemarteld te hebben, na hem in naam van
den God van barmhartigheid vervloekt te
hebben, in zijne vrouw, in zijne kinderen!
Maar gij zult hem te vergeefs verwachten,
hij en zooveel anderen, die gij van den gods
dienst afgerukt hebt! Ja, weet het wel, het
is uwe snoode handelwijze, die het volk van
u afkeert en de religie zooveel kwaad doet.
Zooals het een uwer vrienden gezegd heeft:
Gij doet den godsdienst haten en misprij
zen.»
Het barakspel van gisteren avond.
Als het Kattefeest of Tuindag is, laten de
direkteurs van cirken, kunstenmakersthea
ters, marionettenspelen, enz. aan het geëerd
publiek weten.dat er 's namiddags,om 3 ure,
eene extraordinaire representatie plaats
heeft voor de kinders en kindermeiden, als
ook voor de leerlingen der kollegiën en kost
scholen. Tot gisteren toe geloofden wij, dat
zulks alleenlijk op de markt plaats had binst
den kermistijd.
Maar we zijn van onze dwaling terugge
komen na het opvoeren van het historisch
stuk De Martelaars van Straatsburg.
Ronkende titel, bij God, en die nog veel
ongewone toehoorders uitgelokt had't Is de
derde of vierde maal, dezen winter, dat de
beheerders sommiger rondreizende tooneel-
troepen ons publiek dergelijke spijs komen
opdischen en voorzetten. Zulke monsterach
tige grappen verlustigen de vroolijke lief
hebbers, die alles langs den goeden kant op
nemen gelijk de wijsgeeren, en daarom te
meer leute maken; maar het ander publiek,
dat door de zucht tot het schoone en het
Het was in September van het jaar 1839.
In de eetzaal van een kasteel onzer omstre
ken was een uitgelezen gezelschap van
lieeren en dames vergaderd. Bij het aan
schouwen van de vroolijke uitdrukking dier
aangezichten, kon men zonder moeite erken
nen dat de oprechtste gulhartigheid niet een
oogenblik had opgehouden te heerschen;
daarbij waren do lichtgekleurde wezens
trekken een bewijs dat de vroolijkheid de
cenige verdienste van het eetmaal niet was.
Al de glazen waren ledig, en de algemeene
samenspraak had reeds plaats gemaakt voor
bijzondere en stille gesprekken.
Heeren en Dames, vroeg de meesteres
des huizes, willen wij opstaan om den
koffie te gaan nemen?
Eh! lieve tanteriep een jongeling,
Henri de S uit, wie belet ons den koffie
hier te nemen? Wij zijn er zoo wel, voegde
hijerbij, zijne schoone buurvrouw, Mevrouw
de B..., beziende. Mevrouw de B... bloosde,
verscheidene dischgenooten konden niet na
laten eens te glimlachen; nogtans allen wa
ren opgestaan; de heeren hadden der dames
den arm aangeboden.
Eene kleine tafel en eenige ruwe banken
waren geplaatst geworden onder eenen
prachtigen trompetboom, te midden der
groene weide die zich achter het kasteel
uitstrekte. Allen hadden om deze lieve tent
plaats genomen; de mannen, de toegevenheid
hunner bekoorlijke gezellinnen kennende,
nadden hunne sigaren aangestoken.
Aan de voeten van Mevrouw de B..., die
op eenen stoel van boomschors was gezeten,
ware naar de tooneelzaal getrokken wordt,
verdwijnt allengskens tengevolge zijner ve
lerlei teleurstellingen.
Wij aarzelen niet te zeggen dat dergelijk
stuk, in andere steden van het vlaamsche
land, niet geduld, maar onmeedoogend zou
geschuifeld worden. De Franschen nemen
ons waarachtig voor gapers en liefhebbers
van alles wat gerucht maakt, gelijk de Pa-
rijzer boulevardslenteraars. Het verwondert
ons niet, dat het stuk op de affiche (verschei
dene vierkante meters groot) met de woor
den grand succès aangekondigd wordt.
Zulks kan waar zijn voor de badauds van
chez nous, maar nooit voor de Belgen, die
den naam hebben te wonen in le pays du
bon sens!
't Was een echt perelken van hetgeen het
chauvinisme frangais zoo al kan voor den
dag brengen. Toen M. Champagne, schrijver
van het stuk, die kolossale klucht aaneen
flanste, zwom zijne lever zeker in den cham
pagne! Anders kan men zich zulke dommig
heden niet verbeelden. Ons theater was gis
teren een echt slachthuis... om te lachen, na
tuurlijk; moorden, voor den kop schieten,
doodsteken, afbranden,beschieting met gros
se cameslagen, wat weet ik al! En dit allés,
om voor de aanhoorders en toeschouwers te
doen aannemen dat Frankrijk la Reine
des Nations is, en Duitschland de baker
mat des mangeurs de choucroüte.
En wat leugen, laster zelfs, tegenover de
Duitsche natie; wat onwaarschijnlijkheid
in de voorstelling; wat overdrijving in de
handeling; welke poesjenellentrekken van
wege eenige spelers De historische waar
heid wordt er op de schaamtelooste wijze
verkracht; op sommige plaatsen was het
drama zoodanig overdreven dat de toeschou
wers luidkeels lachten, en de spelers schier
van hun stuk geraakten. Toejuichingen vie
len hun niet ten deelspotternij was hun
loon. Ook zal de troupe P as cal- Dela garde
waarschijnlijk geene grande representation
populaire meer komen geven: deijperlingen
zouden zich immers herinneren dat het zicht
van een marionnettenspel maar 5 centiemen
kost op de Tuindagfoore
Een teleurgestelde.
Société des Choeurs.
Relativement pas trop de monde k la
soirée-concert de Mercredi dernier: parmi
les Dames, beaucoup de fralches toilettes.
Le programme du concert n'était pas long,
mais selected.
La symphonie (4 premiers violons, 4 se
conds, deux violoncelles, alto et contrebasse,
piano, harmonium et le chef) avait retrouvé
son entrain des bons vieux jours.
L'ouverture de Pique-Dame a été enle-
vée avec beaucoup de feu. La Zamacueca
de Ritter et l'Amoretlen Tahz de Gungl'
ont marché plus rondement et avec plus
d'ensemble qu'a la dernière tabagie. La
Zamacueca surtout, avec son original ac
compagnement en pizzicato et ses modula
tions assez brusques et assez bizarres nous
a beaucoup plu. II est vrai qu'au bis de la
Zamacueca, Messieurs les violons ont dai-
g.ié épargner h notre oreille, la désagréa-
ble surprise qu'iis venaient de lui causer,
en jouant traitreusement a cöté de la justesse
certains passages chromatiques du milieu
du morceau. En soinme a part ce léger
had de jonge Hendrik de S... zich neêrge-
vleid achteloos op het gras uitgestrekt
scheen hij aan eene diepe mijmerij ten prooi;
hij draaide zijne sigaar tusschen zijne vin
gers, en scheen gansch verslonden in het
nastaren der rookwolkjes die hij in de lucht
blies. Mevrouwde B... sloeg met belang en
goedwilligheid het spel gade van den jongen
Hendrik, wiens blond en gekruld haar door
het frissche avondwindje zacht bewogen
werd. Een fijne waarnemer hadde kunnen
bemerken dat de jonge vrouw haren blik
meer vestigde op dit schoon haar dan op de
lieve ronde rookwolkjes, die de jongeling
miek. Een hekelzuchtige, zooals er eilaas!
zooveel zijn, zou niet gevreesd hebben te
verzekeren dat het Mev. de B... zelfs niet
onaangenaam zou geweest zijn, dit rijk haar
met hare schoone fijne vingeren te mogen
streelen.
De sterren begonnen in eenen wolkenloo-
zen hemel te schittereneen zoele wind
bracht duizende geuren aan; de avondstond
was prachtig.
Hendrik, riep eensklaps Mev. de B...
uit, gij zijt een oprecht kind.
Ik, een kind, antwoordde hevig Hen
drik, die, zonder twijfel, er veel aan hield,
in de oogen van Mev. de B... een man te
schijnen, ik, een kindl Weet, Mev. dat ik
17 jaar oud ben en dat men, in de eeuw
waarin wij leven, aan dien ouderdom man
is.
Onze jonge vriend heeft gelijk, zegde
M. de C. koel, die deze schoone gelegenheid
niet kon laten voorbijgaan zonder eenige
laster te spreken; in de eeuw, welke wij
beleven, zijn er geene kinderen meer; ook
schijnt mij het burgerlijk wetboek onrecht
vaardig, mannen van zeventien jaar onder
et rarissime accroc un réel succès pour le
chef et l'orchestre.
Monsieur Moreaux est un pianiste de ta
lent qui possède de solides qualités et un
heureux choix de morceaux. RaffetBenoit
sont en effet des modernes que nous compre-
nons aisément et avec lesquels nous sympa-
thisons volontiers. Voila des auteurs que
nous recommanderions si nous étions pro-
fesseur de piano. Monsieur Moreaux s est fait
siens, ces deux grands maïtres: il les saisit
et les présente d'une faqon correcte, nette,
et soignée jusqu'a la sévérité. Inutile dajou-
jouter que les mazurkas de Benoit et le
caprice de Raff ont valu une ample moisson
de bravos et de rappels a Monsieur Mo
reaux.
Dekemper nous est revenu mieux disposé
que jamais. Ses chansons de genre ont été
trouvées charmantes par la belle moitié de
l'auditoire, et ses chansonnettes ont fait rire
l'autre moitié, les graves et les sérieux pour
qui se dérider, semble un cas de conscience.
Les danses qui ont suivi le concert étaient
fort animées. Naturellement le programme
s'en est fortallongé, etpersonne ne s'en est
plaint.
Nos remerciements a la commission direc
trice qui, avec les ressources dont elle dis
pose, sait nous procurer une série de fètes
aussi variées qu'attrayantes.
Poperinghe.
Den 4n Februari 1886.
Zondag, 31 Januari, en de twee volgende
dagen, trad de Maatschappij De Roeisclie
Barbaristen in den stadsschouwburg op
met het drama Fridolien, gevolgd van het
blijspel 's Avonds in deMane.
Maandag had het publiek talrijker kunnen
zijn, de loting kwam daar juist ten onpasse;
maar Zondag en vooral Dinsdag was de
schouwburg proppens vol.
Voor wat de vertooning betreft, wij moe
ten de Barbaristen van harte geluk wen-
schen, zij is goed van stapel geloopen.
Mev. Rans en Juff. Cuypers zijn geene
vreemdelingen meer voor ons, het zij dan
genoeg te zeggen, dat zij wederzijds de rol
len van Jidia en Fridolien meesterlijk heb
ben vertolkt. Mevr. Speliers geeft voor
treffelijk eene bejaarde vrouw. Het talent
van den heer Mailliard is genoegzaam ge
kend, wij hoeven dan enkel te zeggen dat
hij zijne oude faam van tooneelspeler heeft
staande gehouden. Insgelijks onze Pope-
ringsche liefhebbers hebben zich goed uit
den slag weten te trekken. Den heer Reniere
heeft met veel gevoel, kleur en levendigheid
gespeeld, evenale de heer R. Besem, die zich
vooral in het 4e bedrijf onderscheiden heeft.
Zoo ook heeft de heer E. Maurisse de rol van
Felix tot elks voldoening weergegeven en
de heer H. Maurisse heeft, met de personaad-
je van Hospes, veel bijval behaald.
's Avonds in de Mane is een recht aar
dig kluchtspel, dat goed werd opgevoerd en
hartelijk heeft doen lachen.
Ten slotte dan.- welgelukte vertooning!
Tijdgebrek belet ons verder uit te weiden,
maai' wij mogen ronduit zeggen, dat het pu
bliek zeer voldaan was; nu, het heeft ook
zijne toejuichingen niet laten ontbreken. Wij
sturen derhalve de oprechtste gelukwensch-
ingen tot onze liefhebbers, om den uitslag
die hunne ieverige pogingen bekroond heeft.
Burgerstand van Poperinghe
van den 28 Januari tot den 4n Februari 1886
Geboorten.
Mannelijk geslacht. 7. Vrouwelijk id. 5.
Huwelijken.
Lombaert, Einilius-Desiderius,30 jaren hoef
smid te Isenberghe, en Vandewynckef
Anna-Maria-Eugenia, 20 jaren, landbouw
ster te Poperinghe.
Merlevedë, Petrus-Leopoldus, 25 j., dweel-
wever te Poperinghe, en Butaye, Sophia-
Cornelia, 20 j., werkster te Poperinghe.
Vandenbussche, Eudoxia-Maria-Cornelia, 2t
jaren, kleermaakster.
Dewachter, Juliana-Cornelia, 38 jaren, fa
briekwerksterechtgenoote van Henri
cus-Franciscus Vermeersch, gehuisvest t
Amiens en overleden te Poperinghe.
Kinderen beneden de 7 jaar.
Mannelijk geslacht, 4.—Vrouwelijk id. t
Uif Voormezeele.
Gisteren gaf de Muziekmaatschappij S'G
celia, van Voormezeele, haar jaarlijkse
avondfeest.
Veel, ja zeer veel volk was er tegenwoo;
dig, en niet alleen ingezetenen, maar inw<
ners van Kemmel, Wytschaete, Dickebuscl
ja van IJperen en Langemarck zelf, wilde
eenen hartelijken avond komen doorbrengei
Allerbest lukte het concert, en we moge
het zeggen, 't strekt tot eer aan de Voormi
zeelnaars, die ons aldus getoond hebben d;
ze zich met pastoors en kwezeltjes preek ti
gen concerten en vermakelijkheden wein
inlaten. En wat zal ons baronske op de tai
den bijten en misschien wel eenen gebaldi
vuist naar de Vier straatrichten, wai
neer hij zal hooren dat de burgers zich ve
maakt hebbenwatlandlieden zich verm;
ken, maar dat is zonde GodsDe kasteelhei
en zijne priesterschaar, die mogen zich w
verlustigenzij mogen zich vetmesten m
het zuur gewonnen geld van burger en boe
maar de dorpeling moet werken, zwoege
onder den hiel van den heer smachten, ma
nimmer op vermaak denken!
Om nu tot ons concert terug te keer
moeten we zeggen, dat al de stukjes ze
goed uitgevoerd zijn geweest. De openi:
door de muziekanten werd met handgekl.
begroet, doch, de kleinigheden daar gelate
't Waren vooral de tooneelstukjes, die o
hartelijk hebben doen lachen.
In den Duivel op 't dorp hebben 3
vooral Kobe, den boerenknecht, en Want
de dienstmeid, bewonderd. Meesterlijk spe
den ze hunne rol, en vergeet niet, lezer, c
al onze tooneelisten mannen zijn, die hun
rol moeten leeren hebben na een gansch
dag slavelijk werk. Vader Clement, kuns
vertolkt, "boeide ieders aandacht. Hij was
goedhartige rentenier van den ouden stemp
vijand van parijschen opsmuk. Hij gelul
erin, zijne ongeletterde medeburgers eer
afkeer te doen krijgen van trots- en wulpsi
heid, in een woord, hij doet hun verstaan c
eigen deugd en eigen schoon ver te vi
kiezen zijn boven al die naaperijen ons v
het zuiden overgewaaid.
Van de overige spelers mogen we al zc
veel zeggen. Voortreffelijk speelden ze alh
en aan toejuichingen ontbrak het ook niet.
Na het tooneel kregen we nog iets. W
mochte schijnen, had de verdienste een eii
te stellen aan eenen woordentwist die ona;
gename gevolgen hadde kunnen hebbi
De naam van kinderen is roemrijk vi
ons, voegde de grijsaard erbij, want
gebeurtenissen waaraan onze vooroud
dezen titel verschuldigd zijn, doen hun
grootste eer aan.
Oh! oh! onderbrak M. deC.,eenigsz
verbitterd zoo in een oogenblik al het i
werksel van zijn spotwoord te zien veri
tigen; als men de overlevering moet gel
ven, dan schijnt mij deze titel weinig ac
baar.
Gij zijt geen IJperling, mijnheer, ze
de graaf, <- het is u toegelaten de geschie
nis onzer stad niet te kennen.
Dames, ik stel u als rechters aan, i
M. de G. uit, luistert naar mijne
schiedenis. M. de graaf zal ons daarnt
zijne verhalen. Ik zal u bewijzen dat, als
den IJpertingen somtijds aan tegenwoori
heid van geest ontbroken heeft, de IJpers
vrouwen van eertijds, zooals die van hec
nooit in die zonde gevallen zijn.
Is het een spreekwoord? vroeg de m
teres des huizes.
Neen, Mevrouw.
Eene liefdes geschiedenis?
Ongetwijfeld neen, hernam M. de
indien ik u vertellingen van dien aard
de laten hooren, ik zou geene toevlucht
men tot oude overleveringen.
Altijd hekelend, zegde de graaf stil
zijne buurvrouwdan voegde hij er
Welaan, Mijnheer, men luistert, gij
het woord.
Wordt voortgezet
voogdij te laten, en vooral ze onbekwaam te
verklaren het huwelijk aan te gaan.
De frissche en rooskleurige wangen van
den jongen Hendrik waren bloedrood ge
worden.
Als ik nog onder voogdij sta, als ik, zoo
als gij zegt, onbekwaam ben het huwelijk
aan te gaan, riep Hendrik uit, bevende van
gramschap, ik zal tenminste...
Aangezien gij u kwaad maakt onder
brak M. de C., aangezien gij handelt gelijk
een pruilachtig en boos kind, ik ben verplicht
mijn woord in te trekken, en aan die heeren
en dames te verklaren dat gij inderdaad
maar een kind zijt.
Buiten zich zeiven van toorn, wist Hen
drik niet één woord te zeggen. M. de graaf
van T., een van iedereen beminde en geëer
de ouderling, kwam hem ter hulp.
Ehwel ja, mijn lieve Hendrik, zegde
bij» gij zijt een kind; gij maakt u kwaad
voor een slechte woordspeling die gij niet
gevat hebt.
Eene woordspeling? riepen al de dames
uit.
Niets anders dan eene woordspeling,
ging de ouderling voort. M. de G. heeft
zooveel verstand! al zijne woorden hebben
twee beteekenissen.
Oh! leg ons deze woordspeling uit,
vroeg haastig Mev. de B., die alzoo een ein
de dacht te stellen aan eenen woordentwist
die haar schrikkelijk deed lijden.
Eh! zonder twijfel, vervolgde de graaf,
is de bijnaam der IJperlingen niet IJper-
sche kinders? en droegen onze magistraten
vóór de omwenteling, aan hunne kleederen
geene leibanden met groene franjen afgezet
om dezen titel te rechtvaardigen?
Deze uitlegging, hoe zonderling zij ook
«O CO»
>9-ia»»g»s IW Ui
O verlij «lens.