VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-. Handels- en Annoncenblad. Eerste Jaar. Zaterdag 27n Februari 1886. Nummer 9. AAN ONZE LEZERS. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 4 fr. per jaar voor de stad. 4 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 2 fr. 50. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer.Afzonderlijke nummers vojr artikels, enz. 8 fr. per 100.Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureeie dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Puplicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Wij nemen devrijheid de personen, die tot nu ons blad ontvingen en geen goesting hebben er zich op te abon- neeren, te verzoeken dit nummer terug te zenden aan den drukker uitgever. Wie het niet doet zal als abonnent ingeschreven worden. Daar reeds acht nummers versche nen zijn kan ons dunkens, iedereen zich een gedacht geven van de ge halte en het streven van ons blad. Wat wij tot nu toe deden, zullen wij altijd volhouden en immer, zoo veel het in onze macht is, op de bres springen voor het goede recht van eiken burger. Ieders ware belangen zullen wij steeds verdedigen en daarom, hopen wij dat elkeen onze pogingen naar waarde schatten rugsteunen zal. De Redactie. De taaiste lap of om t'e'mdigen.» Het Nieuwsblad geeft het teekeu van den aftocht en zal met het Weekblad niet meer pennetwisten'tis jammer! Is dat nu uit onmacht, of omdat er aan ons geen rechten kant te krijgen is? Den Heere is 't wijs! Het eenigste wat wij denken kunnen, is dat de schrijver K. Lote geheel en gansch bolhoorde geworden is, door het over matig geschreeuw van zijnen jongsten bengel en door het lezen van het Week blad. Doch laat ons een kort overzicht maken, van hetgeen wij met onzen tegenstrever zoo al afgehaspeld hebben. K. Lote verwijt ons dat wij van hem ge schreven hebbengij zijt de schande van IJperen. Dit is onwaar, leugentaal. En al de woordverdraaiingen en redeneeringen van dit heerschap, zullen ons niet doen zeggen wat wij niet dachten. Zijne eigene woorden bevallen ons daarom zooveel te meer, namelijkdat wij ons, door onzen uitgever, een brevet van eerlijkheid 1:ebben laten toekennen. En als de uitgever zulks getuigde was zijn inzicht niet zich achter den diksten boom verscholen te houden, om ongestraft te kunnen met slijk werpen neen hij verzekerde het publiek dat zijne opstellers zich nooit in zulk straatje zouden bevinden. En om de liefde Gods, ga dan niet aanstonds peinzen, dat zulks op u isdat wij ons altijd met u bezig houden, dat wij geen ander woord kouten dan van u, en altijd van uTeveel pretentie, manneken; we hebben het u immers gezegd, 't Is misschien 2 weken geleden dat gij eenen tegenstrever verweten hebt, niet te kunnen lezen. Uw artikel van jongstleden zondag en uwe strooien argumenten bewijzen ten volle, dat gij met dezelfde kwaal behebt zijt, en dat gij evenmin den zin onzer woorden begrepen hebt. Van eone algemeenheid maakt gij eene bijzonderheid! Dat is jesuiterij. Wij hebben aan de processievaan en het wijwaterbladje gevraagd, hoe het stond met den ontworpen buurtspoorweg van IJperen naar Veurne en met de aangeknoopte onder handelingen, en of zij door tusschenkomst onzer Kamerheeren, die toch de zaken van ons arrondissement moeten kennen, ons geene inlichtingen konden geven Geen ant woord. Wij hebben ernstige ophelderingen ge vraagd over zekere geruchten, de Kat/le lijke Wacht betreffende, die in stad rond liepen. Geen voldoende antwoord en daarbij, afgescheept met het beminnelijkeDat gaat u niet aan, 't is eene zaak, die ONS al- leene raakt! Dankje. Wij hebben op zijne vraag nopens den wedstrijd van 1885 geantwoord in mate van ons vermogen, voor zooveel wij te weten gekomen waren. De Toekomst en wij zei ven hebben op onze beurt uitleggingen ge vraagd over de werkzaamheden van den jury, enz. De roode gazetjes tateren wat algemeenheden, waaruit niets te rapen is, geven geen enkel bijzonder feit op, en daar mede punctum! Toch wel, wij hebben daardoor de bekentenis uitgelokt dat het liooggeroemd klerikaal onderwijs van IJpe- peren, zich niet in de vereischten der wet bevond, om in gezegden wedstrijd te kunnen medekampen, in andere woorden: onze katholijke scholen, en de broertjesschool in 't bijzonder,bevonden zich op de hoogte niet, om zich nevens de minste olffciëele dorps school te meten. Zoo? Vuilblad beklaagde zich van persoonlijk heden in onze polimiek. En wij hebben hem, met bewijzen in de hand, getoond dat ge noemd blad zich steeds met persoonlijke aanvallen opgehouden heeft, en wij hebben niet geaarzeld daarbij eenige lap- en scheld namen op te geven, welke wij in zijne ko lommen, aan 't adres van achtbare liberalen, gevonden hebben. Dat waren toch wel onloochenbare waar heden Wij hebben de onchristelijke handelwijze van eenen IJperschon drietip, jegens eene arme moeder, laten kennen. Geen ant woord, geene verschooning, niets En ten slotte eischt onze tegenstrever dat wij onze artikels met eigen naam zouden onderteekenen, en twee maal verbindt hij zich op zijne eer zóó ook te doen. Vanitas vanitorum! Vooreerst een raad: Doe dat niet, K. Lote, want moesten de menschen u publiek kennen, als de schrijver van zooveel onnoozelen prietpraat en ongehoorde dingen, uwe reputatie ware in eens geknakt, de klerikale partij zou er ook bij inschieten en de geneesheeren van het krankzinnighuis zouden zich bij u kunnen aanbieden. En nu ons antwoord, dat gij reeds kent: op eene klerikale eer kan men geene kerk bouwenonze 3 fijne representanten hebben plechtig beloofd, en wel op hunne eer in een kiesmanifest, dat zij geene verhooging der krijgslasten zouden stemmen! En nauw- lijks en jaar en half later, helpen zij hon derden duizend franks stemmen om eene papieren reserve in te richten en 53 kapi teins te betalen! Wanneer zulke mannen, met een openbaar mandaat bekleed, zóó durven handelen, wat moet men van een klerikaal schrijvertje verwachten, dat maar handelt en spreekt, omdat de meesters het willen en daarvoor betalen? 't Ware wel aardig, indien het gekende spreekwoordzulke meesters, zulke knechten, hier onbewaarheid bleef!.. Kiezingen Het jaar 1886 zal een jaar zijn wederom rijk aan -allerlei beloften en omkoopingen. Er zijn kiezingen op handen. Vooreerst in onze provincie moet de helft der Provincieraad herstemd worden. Deze kiezing, die op Zondag 23 Mei valt, heeft plaats in de volgende kantons; Ardooie, Diksmuide, Ghistel, Hooglede, Kortrijk, Meesen, Moorseele, Moskroen, Oostende, Oostroosebeke, Thielt, Thourout, Veurne en Wervik. Dan hebben wij nog, op 8 Juni, de stem ming voor de hernieuwing der helft onzer volksver tegen w oord igers Deze kiezing zal geschieden in de volgende provinciën Oostvlaanderen, voor de arrondissemen ten Aalst, Dendermonde, Eecloo, Gent, Oudenaarde en S4 Niklaas. Henegouwen, voor de arrondissementen Aath, Bergen, Charleroi, Doornik, Soignies en Thuin. Limburg, voor de arrondissementen Hasselt, Maeseick en Tongeren. Luik, voor de arrondissementen Hoei, Luik, Verviers en Waremme. Allokiezers, hebt gij nu nog eens goeste om aan de beloften en het gezwets der kleri- kalen geloof te hechten? Zult gij u nogeens laten foppen gelijk over twee jaar? Neen, nietwaar. Nu dat gij de meineedigheid dier hansworsten ondervonden hebt, nu dat zij al hunne beloften vergeten en aan de eerste hunner plichten te kort gebleven hebben, zult gij op uwe beurt die mannekens, wan neer zij u opnieuw alles suikerzoet voorstel len zullen, maar kort en goed naar den weerlicht zenden en gij zult duchtig gelijk hebben. Krijscher I, uw troon zal dit jaar reeds aan het waggelen gaan. Overal dezelfde. Over twee jaar had te Oostende eene kie- zhig plaats voor eenen volksvertegenwoor diger. De strijd was er hevig en door allerlei zeemzoete beloften kwam de klerikale kan didaat, L. Carbon-Goddyn, met eenige stem men meerderheid de zege te behalen. De belofte, welke aan hem de voorkeur boven den liberalen kandidaat door de Oosteudsche kiezers geven deed, was deze van nooit een ministerie te willen dat al het geld aan militaire lasten verkwist, van nooit een reserve-leger,welkdanig ook, te helpen invoeren. Ja, lezer, dat heerschap werd dan gekozen onder het geroep vanweg met het reser ve leger. -> En heeft hij geen woord gehouden? is hij meineedig geworden en heelt hij zijne kie zers gefopt? hoor ik u vragen. Gelijk onze afgevaardigden Colaert en Cle, zoo heeft de heer Carbon-Goddyn, in de Ka merzitting van 12 dezer, liet onrechtveerdig reserve-ontwerp van onze meesters ge stemd! Generaal Pont.ns knikte en die arlo- kijn zegde ja Ook kunnen de plechtige beloften aan de kiezers gedaan niet opwegen tegen de eischen van onze meesters. Wanneer deze willen, moeten de klerikaaltjes als een man zich onderwerpen en zeggen .- dat uwe wil ge schiede - O, die huichelaarsbende! De Geestelijkheid in de Geschiedenis. Men riep den liberalen eens toe Gij zijt de partij van Frankrijk"! Wij gelooven inte gendeel dat den naam Partij der Leliaarts en Spanjaards beter aan bet klerikalïsm past, zoowel vroeger in de geschiedenis als thans. De katholieke partij is immers nauw met den priester verwantdaarom weze het voldoende in de historie de rol der Roomsclie priesters na te gaan,om in hun streven klaar te zien en te verstaan waar zij ons willen naar toe leiden. Het is onbetwistbaar dat de edelen en priesters steeds samenspanden te gen het volk en de vrije mannen. Zoo heeft de geestelijkheid zich altijd met de rijken en machtigen verbonden, met onze eigene gra ven, met de Burgondische hertogen, met de vreemde overheerschers en dwingelanden; niet zoozeer geschiede zulks uit overtuiging, maar meer om aan hare heerschzucht en baat vollen teugel te kunnen geven. Geen enkele maal vinden wij, gedurende de mid deleeuwen, onze geestelijkheid langs den kant der vrije lieden of echte vaderlanders geschaard. In de jaren 1200 hekelde onze Westvlaming Jacob van Maerlant reeds fel de geestelijkheid zijns tijds in eenige geest driftige strofen Van den Lande van Over- See en Der Kerken Claghe. Dat de priesters niet minder rijk waren blijkt ook nog hieruit: het tiende gedeelte der inkomsten van de geestelijke goederen werden voor vier jaren aan Koning Lode- wijk IV (een fransche koning) toegestaan door paus Clemens, op voorwaarde dat die koning eene kruisvaart zou hebben onder- nomen. In 1274 werd andermaal aan de Christene vorsten het tiende der inkomsten van de geestelijke goederen voor hetzelfde doel afgestaan. Het tiende der inkomsten der priesters was dus voldoende om de grootste en verste oorlogen, waarvan de gechiedenis gewaagt, te bekostigen. Zoo namen de papen, beurte lings en volgens de omstandigheden, hunnen toevlucht tot geweld en list. Ja, list van 't priestrenrot De Vlamingen der middeleeuwen, alhoewel aan den godsdienst verkleefd ten gevolge hunner onwetendheid of door hunnen naleven aard, werden alras gewaar dat de priesters hun van weinig voordeel wezen konden, en men duldo ze slechts, omdat men ze als die naars des Eerediensten aanzag. De oude kro nieken, de heldendaden onzer voorouders verhalende,bevatten weinig, misschien geene bladzijde, waar een echt vaderlandsch feit verhaald wordt en waar een priester op overwegende manier tusschen kwam. Wei eens koelde het vertoornde volk zijne wraak op bastaards en leliaarts; soms werd het ge waar dat de geestelijkheid in het vergrijp gewikkeld was, maar alsof een gevoel van schrik zich van hem meester maakte, wreekte het zich slechts op zijne onmiddelijke en zichtbare vijanden, terwijl de opstokers, priesters die uit geldzucht ziel. hadden laten uitkoopen, altijd eene verdiende straf ont kwamen. Was het dan te verwonderen dat de haat tot hunne vijanden zooveel te hevi ger was, naarmate zij den haat tegenover Rome's handlangers moesten onderdrukken, en dat men alles wat uitheemsch was, als ivalsch en paapsch haatte? Burgondië en Frankrijk waren steeds de hardnekkigste vijanden van het vrije vlaam- sche volk; Rome en de Geestelijkheid waren hunne trouwste bondgenooten, en alsmede onze eigene vijanden, 't Zal onnoodig zijn hier mei bewijzen vooruit te treden, om te staven in welke mate de geestelijkheid tus schen kwam, in de griuwelen welke de omwentelingen en godsdienstoorlogen der 16e eeuw kenschetsten Eene zaak is noch tans zeker: de hervorming ontstond niet al leen ten gevolge sommiger groote daadzaken, zooals de uitvinding der boekdrukkunst en andere, waarvan de geschiedenis gewaagt, maar meest en vooral door de wandaden der gansche geestelijkheid te beginnen met den Paus tot den laagsten paap. Genieten wij eene schoonere vrijheid dan de vrijheid van geweten, en was het die niet, welke de spaansclie bloedhonden, bijgestaan door onze inkwisiteurs, meestal priesters, het hevigt aanvielen en wilden vernielen en uitroeien? Clemens VII benoemde immers drie Neder- landsche geestelijken tot algemeene inkwi- siteurs op 17 Juni 1524: Olivier Buedens (of Buedin) proost der St. Maartenskerk, te ISSSZ* E E K L A D Hoelang nog, Heer, zult gijgedoogen, Hoelang zal nog de ridder stroopen, De paap uw heilig bloed verkoopen Voor geld, terwijl hij jammer sticht? Hoe lang zal hij, de kerk ter schande, ln wulpschheid, snoodheid allerhande, Versmachten waarheid, trouw en plicht? Bevecht ik moedig nriesterdwang en aldeltrots E. Hiel. Dit leerde,d'onderdaan van Heer en schatting vrijen Om Heidnen dood te slaan in Akraas woestenijen, Dit voerde ons goed, ons erf, voor luttel gouds ver- fpand, Kwansuis ten dienst der kerk den Vorsten in de hand. Dit deed ons arm, berooid, beladen met kwetsuren Het vloekb're bijgeloof op 't gasthuisstroo bezuren, En laten 't nageslacht, verbasterd van zijn aard, Een nietig plekje gronds met rente en schuld be tzwaard. W. Bilderdyk. In de rede sluipt de waanzin, die gelooft.... De zegepraal verwerpt de zoete aanminnigheid, Die den winnaar alle zielsgevoel ontroofd De priesters weten dat... maar weet het volk of liet [bedrogen wordt? Kennen zij niet duizend lasterstrekén Om het volk te leiden,te misleiden...'t Volk gelooft, 't, Lijdt op aarde toch zoo zeer,en 't zoekt naar troost; Zij beloven 't volk den hemel, en het loost Zijne zuchten in hun hert Daagt gij hen ten strijde met de naakte waarheid? U treft smaad en smarten, u treft nijd en naarheid. Kind, liet volk wil troost en 't volk gelooft... Uit Tachelijn.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1886 | | pagina 1