DE IJPERSCHE KINDEREN. STADSNIEUWS. Waarlijk gelooven wij dat de politie daarover ook een degelijk toezicht zou mogen uitoefenen, evenals op de melk. Wij betalen imniers onze leveraars niet, opdat zij ons langzaam met huune onzuivere waar zouden ziek inaken Wij laten voor het oogenblik deze veron derstelling van kant; dat liet brood ook kan slecht zijn, omdat het niet genoeg bewerkt is, in andere woorden, omdat het niet wel gebakken is. wij wijzen hier alleen op de slechte hoedanigheid of kwaliteit van liet meel, de grondstof welke vervalscht wordt, om eene grootere winst op te brengen. Som tijds is het bedrog zoodanig voel- en zicht baar, dat men gelooven zou op eenen mond vol zavel te knauwen, ware het niet dat men ons van jongs af geleerd heeft, dat de boterhammen van brood gesneden worden. Geef ons dus goed brood. J. Schoolvsrkwistingen. Iedereen herinnert zich nog wat al gehuil en getier tegen de schoolkosten in het kleri kaal kamp opgingen tijdens de wet van 1870. Men hoorde van niets anders dan van buiten sporige, uitzinnige, zotte verkwistingen, die al de gemeenten des lands arm maken gin gen. Ja, zoohaast de klerikalen het bestuur in handen krijgen zouden moesten en gingen die zotte uitgaven zoo niet totaal verdwijnen ten minste veel verminderd worden. Bij middel dezer en andere kiesreklamen kwamen die spaarzieken aan het bewind en wat is er gebeurd Lastenbetaalders, leest en oordeelt; Onderwijskosten Zoo, men heeft gedurende vier jaren tegen de buitensporige en zotte schoolverkwistin- gen gesehreeuwd en wij zien dat, sedert de aankomst der klerikalen aan 's lands bestuur, die schooluitgaven nog merkelijk verhoogd zijn in het meerendeel der gemeenten; nemen (Vervolg.) Qij ssoudt gelijk hebben, antwoordde ter stond Mijnheer de T...., indien het historie ware hetgeen gij komt te verhalenonge lukkiglijk voor u, en gelukkiglijk voor de IJperhngen, is het slechts eene fabel, eene vertelling; zij is populair geworden, dat is waar, maar zij is niet te min van allen grond ontbloot. Om er geloof aan te hechten, zou de minste geschiedeniskennis moeten missen. De mondelingsehe overlevering, Mijnheer, is alleen een historisch bewijs voor zooveel de onvervalschste oorkonden die niet vernietigen. Wat onze handschrifte lijke kronieken betreft, het grootste deel bevatten meer fabels dan waarbeden. Indien wij moesten gelooven aan die schriften en aan de overlevering, zou Keizer Karei slechts eenegemeene kluchtspeler zijn, in alles gelijk staande met het populair per sonage dat wij allen kennen onder den naam van Ulenspiegelen zou de Rijksdag van Francfort er ooit aan gedacht hebben de kei zerlijke kroon te plaatsen op het hoofd eens jongelings van dien aard? Daarbij, de ge- schi \leriis is daar. De geloofwaardige ge schiedschrijvers van dien tijd stellen ons Karei als een ernstig en welberaden man voor. De fransche schrijvers zelve, die men voor partijschap niet kan verdenken, zijn ^Plicht hem denzelfden lof toe te kennen. wij zoo eens onder alle de gemeente Rous- bruggede verhooging is daar van franks 1432-57, en merkt wel op dat men vond dat vroeger daar te veel betaald werddoch zie hier het bloempje: men betaalde te Elverdin- ghe 975 fr., het was te veel, de gemeente school moest afgeschaft worden; men strooide manifesten rond om te bewijzen dat er aan zienlijke besparingen uit voortvloeien gingen en na eenen nog al hevigen tegenstand ver kreeg men die afschaffing. Hewel, lezer,weet gij welke besparingen er uit voortkwamen? Het is dat liet lager onderwijs in plaats van aan de gemeente 975 fr. te kosten haar nu fr. 3197-57 kost, 't is te zeggen fr. 2222-57 fr. meer dan ten tijde der zotte schoolver- kwistiiigen, maar het is nooit te veel, wan neer het er op aankomt nonnetjes vet te mesten. Gelukkiglijk en dank aan het wijs bestuur van baren overleden burgemeester, M. Vander Ghote, was de gemeente Elver- dinghe in een alleröesten geldelijken toe stand; maar als de gemeente eenige jaren lang van het hedendaagsch bestuur zal geno ten hebben, zal zij er ons nieuws weten van te vertellenhet is waar dat zij de eer zal gehad hebben door eenen Markies be stuurd te zijn geweest. xa<ra De Fonteinisten, Alhoewel de Fonteinisten, van Gent, eene goede faam bezitten, was er betrekkelijk weinig volk in de schouwburgzaal, om naai de vertooning vah Zondag te komen zien en luisteren. De oorzaak ligt alleen hierin; dat wij wat ver in het winterseizoen zijn en in de laatste maanden nog al veel vertooningen gehad hebben, zoo dat bet publiek zich min of meer van den schouwburg begint te ver moeien. Het eerste deel der vertooning heeft ons zeer voldaan, maar ongelukkiglijk was het tweede eene jammerlijke teleurstelling. Marie Anna of de Vrouw uit de volks klas is geen van die drama's waarin gemoord en gebrand wordt, waarin de misdaad koel bloedig in hare akelige naaktheid den toe schouwers voor oogen gelegd wordt; heen, het is een echt beschavend stuk met bene zedelijke strekking, welke in den geheelen loop des stuks doorstraalt. Met de hoofdrol door Mej. Eug. De Terre te laten vertolken, heeft de opvoering van dit drama zeer weinig te wenschen gelaten. Mej. Eug. De Terre bezit een te groot talent, om een stuk, waar in zij de hoofdrol vervult, niet te doen ge lukken en te doen toejuichen. Zoo wij het goed voor hebben werd de rol van Marie Anna door haar op het vlaamsch tooöeel geschapen. De andere tooneelisten, die baai- flink ter zijde stonden, verdienen ook ónze gelukwenschingen, want wij mogen niet ver geten dat de Fonteinisteneven ais ónze Sterrelingen, liefhebbers zijn, die het too- neel niet als vakmannen betreden. De tooneelisten werden twee of driemaal teruggeroepen: daarin alleen ligt reeds een bewijs van de tevredenheid des publieks. Ik of gij is een fljn stukje, dat slecht vertokt is geweest; bij nadere opmerkzaam- lieid vindt men er eene menigte snedige gezegden in, welke de twee jonge en oner varen tooneelisten, met de kosterrollen gelast, niet genoeg hebben doen uitkomen, en welke door het publiek dan ook niet opgevat werden. Wij hadden liever die rollen zien geven door mannen die reeds zekere gewoonte van het tooneel bezitten en welke niet voor de eerste maal met eene hoofdrol vooot' liet publiek verschijnen. De slechte vertolking dier twee persoonaadjen Bewijst nu het karakter van dien keizer niet klaar genoeg hoe belachelijk de fabel is die M. de C...met zooveel vernuft en eigen aardigheid, komt te vertellen Wilt gij nog andere bewijzen, vervolgde de graaf, ik zou u zeggen dat reeds lang vóór den tijd van Karei V men den IJperiingen den naam van IJpersche kinderen gaf. Om zicli ervan te overtuigen, heeft men slechts onze kronieken van de XIII" eeuw te lezen, en onze archieven te doorsnuffelen. »0! O! onderbrak Mijnheer de C., half gram, half lachend, dé oorsprong van dien roem vollen naam klimt zonder twijfel op tot dien af stammeling der Trojanen, Hyperboreus, die op bevel van den koning Belgies, omtrent het jaar 3504 der schepping, de stad IJpe ren kwam stichten het is te zeggen vijf honderd jaar vóór de geboorte van Jesus- Christus Hyperboreus, antwoordde de graaf, behoort tot de fabelleer, en hetgeen ik u wil verhalen, is geschiedenis. Wij luisteren, Mijnheer de Graaf, sprak Mijnheer de C. een weinig onthutst; en, zich plotseling tot den jongen Hendrik deS..wendende: luister ook, mijn vriend, want beter dan elk ander kunt gij ons zeggen of het verhaal van Mijnheer wel echt is, daar gij de lessen van geschie denis, die men u op de school gegeven hebt, nog niet hebt kunnen vergeten. Hendrik had moeite om deze schimprede te begrijpenonverschillig aan al hetgeen rondom hem gebeurde, had hij aan het ge sprek niet de minste aandacht geleend. Zoo- (echte typen moesten het wezen) heeft na tuurlijk het geheele stukje schipbreuk doen lijden. Indien de Fonteinisten nog naar IJperen terugkeeren, raden wij hen aan vroeger in het tooeeeljaar te komen en hunne beste elementen te doen optreden. S. Chronique musicale. Une seconde séance de musique de cliam- bre nous a été donnée, Dimanche dernier, par notre excellent quatuor. Les ceuvres in- terprétées étaient le quatuor 4 op. 44 N° 2 de Mendelsohn plus un menuet, de Haydn. Le 4me quatuor de Mendelsohn se compose de 4 parties et peut être rangé parmi les plus beaux de l'illustre maltre. II est le second de l'oeuvre 44 et date de 1826. Ce quatuor se distingue des premiers par ses idéés beaucoup plus neuves et beaucoup plus bardies, et peut être regardé comme le prélude des grandes conceptions de Mendelsohn. L'introduction est dun style large et ma- jestueux. Dés l'abord on y remarque une élégance parfaite d'liarmonie, et une con- naissance approfondie de la technique instru mentale. Certes, dans cette introduction, on ne rencontre point ce fini, ce recherché que Ton trouve a chaque mesure dans les pages de Beethoven, mais on y sent partout l'inspi- ration et le soufflé d'une ftme merveiileuse- ment douée. Le scherzo qui suit cette introduction est d'une nervosité fiévreuse. II se compose d'une unique idéé, et constitue une des expressions les plus réussies et les plus pures du style Mendelsohnien. L'andante fait contraste. Comme presque tons les andante de Mendelsohn, il est em- preint d'un suave sentiment de langueur ff de mélancolie. Entièrement bati sur deux idéés principales ornées d'exquises broderies, il nous représente un des mouvements lents les plus mélodieux et en même temps les plus profondément rêveurs, des sept quatuors de Mendelsohn. Après l'Andante, le compositeur nous offre un finale presto agitato. Ce finale est d'une verve endiablée dont seuls quelques finales de Beethoven et quelques prestos de Haydn peuvent se rapprocher. II fournit a chaque instrument le moyen de prouver sa virtuosité et termine d'une faqon brillante ce 4me qua tuor. Le menuet de Haydn, qui clóturait ce charmant programme, est une des perles du vieux maltre classique. On l'a nommé le menuet du Boeuf, sans doute k cause de cer- laine harmonie imitative produite par le violoncelle, dont les sons graves doivent si- inuter les mugissemen's des congénères d'Apis. Ge menuet redemandé nous a arnenó un délicieux petit morceau de genre mi-pizzi- cato, ini-arco, dont nous ignorons le notri et l'auteur. Ces divers morceaux ont été enlevés avec un entrain et un ensemble remarquables. Les nuances chatiées a la perfection étaient tan tót d'une discretion moëlleuse, tantót d'une sonorité superbe, et si a la première séance nous avons pu admirer la délicatesse avec laquelle nos artistes ont détaillé les fines ciselures de Beethoven, cette fois nous avons pu applaudir l'énergie et le nerveux qu'ils ont dépensé a interpréter l'impétueux Men delsohn. Nos remerciments et nos felicita tions a ces Messieurs. Nous avons appris qu'une troisième séance suivra: G'est une excellente aubaine et nous l'annoncons volontiers au public de dilleltan- ti, accouru en si grand nombre en la jolie salie de 1 'Aigle. dra Mijnheer de C. zijn verhaal begonnen had, was hij dicht bij Mevrouw de B. gena derd, en had met haar een stil gesprek aan gegaan; van de geschiedenis van keizer Karei en de Lakenhalle had hij zonder twij fel niets verstaan.- Geen wonder dus dat hij sterk bloosde toen hij zijn naam hoorde; nochtans antwoordde hij niet. Dames, begon de graaf van T., toen het wederom stil geworden was, reeds in 1250 werd den IJperiingen de naam van hinderen gegeven. Margaretha van Constan- tinopel had hare zuster Johanna van Con- slantinopel in 1241 opgevolgd.Uit het huwe lijk van Margaretha met Willem van Bour bon, heer van Dampierre in Champagne, waren twee zonen gesprotenWillem en Gwijde. Willem was reeds aangeduid om zijne moeder op te volgenweldra zelfs ging hij de plechtige inbezitstelling van het graaf schap Vlaanderen ontvangen, toen eensklaps een [oorlogskreet door gansch Europa weergalmde Lodewyk IX, koning van Frankrijk, had aan zijne onderdanen laten weten dat hij zich gereed miek om zijn rijk te verlaten ten einde de Christenen uit het Oosten van het Turksche juk te verlossen. De Vlaamsche Adel bezit te veel ridderschap en heldenmoed om niet terstond den oproep des leenheers te beantwoorden. Velen namen het kruis, en kwamen zich scharen onder de banier van Willem van Dampierre, zoon der gravin Margaretha. Lodewijk IX had zich naar Aiges-Mortes begeven, nadat hij in de Abdq van Sl Denis, uit de handen van den Société des Choeurs. Mercredi soir avail lieu a la Société des Choeurs, le dernier concert de la saison. Ce concert a.t des plus variés et a été un des plus grands succès de l'année. La section symphonique, (4 pliers vi0- lons, deux altos, deux violoneelles, coutre- basse, harmonium et piano, plus le chéfi par qui débutait le concert, tenait laerand» partie du programme. Ejfe a ma<mifia„e ment execute et serait rent'rée haut la têtë dans nos bonnes graces, s! jamais elle eut dü en sortir, comme certain confrère, spécialiste musical intermittent, a eu fair de le faire entendre. L'ouverture des joyeuses commères de Windsor a été enlevóe avec un entrain et une délicatesse extraordinaires. Ce n'ost pas cependant quelle soit bien simple et bien fac ie, cette ouverture de Nieolaï, oti ies nuances s'interrompent d'une facon presque violente, et oü trois parties differences de premier vio'on et autant de seconds, débi- ent en des traits d'une extréme finesse les joyeux cpminérages de Windsor. Aussi pas ma! d'orciiestres, même complets, ont-ils retards et roculé pour toujours 1'e.xécution de cette gentille ouverture. La Chacone de Durand, imitation du style ancien, n'a pas été moins bien rendue. Presque tous les amateurs de piano connais- sent cette chacone, mais franchement ello nous plait bien davantage en orchestre que pour piano. Nous avons déjè eu l'occasion de dire un mot des Scènes pittoresques de Massenet, il y a quelques années. Cette fois on a été avare et nous n'avons entendu que l'Angelus et Fair de Ballet. Nous espérons qu'on nous redonnera les scènes en entier h la campagne procliaine, et en attendant nous constatons que l'Angelus a été phrasé d'une manière admirable et le Boléro pour violoncelle joué de main de maltre. Le dernier sommeil de la Vierge était neuf pour bien d'entre nous. Ce morceau, exécuté par les seuls archets et en sourdine, est d'une beauté tout h fait idéale. On dirait un rêve, et du commencement A la fin le rythme et parfois la mesure semblent égarés dans la contemplation et l'extase. i. Monsieur Goetinck a donné ce morceau la seule interpretation qui puisse lui convenir, celle qu'un jour nous avons eu le bonheur d'entendre par Massenet en personne. Nos félicitations au jeune et intelligent directeur, qui continue k conduire son orchestre dans la voie de la bonne et vraie musique, et nos félicitations k l'orchestre, qui suit son chef avec autant de talent que de succès. La partie vocale comptait tröis représen- tants: Monsieur Ponty, Mademoiselle 'Laurer.; et Monsieur Dekemper. Monsieur Ponty, un amateur distingué, possède des cordes vocales bien puissantes et bien étendues. II nous a révélé, comme chan teur. des qualités extrêmement estimables, Aussi le public ne lui a-t-il pas ménagé ses applaudissements. Nous avons déja pu apprécier la vois cliaude et sympalhique de Mademoisellf Laurent. Peu de chanteuses ont autant d'am- pleur et de velouté et peu possèdent uns égalité aussi parfaite dans le registre vocal, Nous sa/ions Mademoiselle Laurent aptel exécuter avec aisance et grüce les brillantes I vocalises des modernes, et c'est avec bonheur que cette fois nous l'avonsvu détailier la sim- plicité et la candeur des anciens. L'idylle de Haydn est en effet une vraie perle antique, i qui plairait peut-être davantage dans un salon que dans une grande salie, mais elle a été si bien dite que chacun se félicite de l'avoir en- pauselijken legaat, den beroemden en gewij-l den rijksstandaard ontvangen had, die reedsl menigmaal den schrik in de rangen deiI ongeloovigen verspreid had. Het was du;I daar dat Willem van Dampierre en de Vlaam-f sclie ridders zich bij hem voegden. Honderd acht en twintigscliepen, zondel de vaartuigen mede te rekenen die de paai' f den en de levensmiddelen moestenvervoerenl wachtten de kruisvaarders af. Deze scheepte:! zich in ten getalle van 60,000 en verlieten! Aiges-Mortes den 25 Augustus 1248. Het i| hier onnoodig al hunne heldendaden aan <1 halen. De vlaamsche ridders bovenal dedeil zich door hunne dapperheid onderscheiden! Sieur de Joinville spreekt dikwijls over hunl nen moed en hunne onverschrokkenheid! Men bemerkte de Vlaamsche KruiA vaarders, - zegt Michaud sprekende ovei den slag van Mansourah, De graaf Wüldi was aan hun hoofdhij wederstond zoiê der waggelen den vreeselijken schok dtI Mamelochen. In deze gelegenheid hiT Joinville zijn leven aan de krijgslied<j van Vlaanderen te dankenook zwaai1 hij hun den grootsten lof toe. De Vlamiw gen vereenigd met de krijgslieden vcf Champagne (de heerlijkheid van Dai1 pierre lag in Champagne) dreven n voetvolk en de ruiterij der Muzelmann\ op de vlucht, vervolgden ze tot buiten I legerplaats, en keerden terug beladen ml schilden en kurassen, die zij hunnf vijanden afgenomen hadden. (Wordt voortgesel') I Aandeel Aandeel Verhoo der der ging gemeente gemeente in 1885. in 1883. in 1885. 1675 3107 52 1432 52 443 1285 27 842 27 900 1342 80 442 80 1700 2176 51 476 51 1350 1825 67 475 67 2055 2969 03 914 03 1565 1904 94 339 97 1656 3006 66 1350 66 1500 2450 08 950 08 840 1287 75 447 75 635 712 66 77 66 445 50 828 50 383 2175 3978 33 1S03 33 1815 2205 22 390 22 870 975 77 105 77 5660 9892 09 4232 09 19250 20568 92 1318 92 1500 2910 91 1410 91 1893 2700 26 807 26 975 3197 57 2222 57 1460 1685 62 225 62 614 47 937 19 322 70 ARRONDISSEMENT ijpkrkn. CANTON ROUSBRUG- GE HARINGHE. Rousbnieae- Haringhe. Oroinbeke Proven Watou. Westvlctoren CAHTOH HOOGHLEDE. Hooghlede Gits Staden. CANTON MEESEN. Meesen Kemmel j Locre Wulverghem CANTON PASSCHENOAELE Moorslede Zonnebeké CANTON POPERINGHE Westoutro CANTON WERVIK Wervik CANTON IJpEREN IJperen Becelaero. Boesinglnj Elverdingile' Noordschote' 1 Sint-Jan

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1886 | | pagina 2