VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Eerste Jaar.
Zaterdag 3" April 1886.
Nummer 14.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 4 fr. per jaar voor de stad. 4 fr. 50 voor den buiten. Per O maanden: 2 fr. 50. Annoncem 15 cent. per drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers vo-jr ariikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
belichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annonceu voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, MiJgdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
De toestand in ons Sand.
Sedert 1830, heeft ons land nog geen woe
liger en ongelukkiger tijdstip doorleefd als
heden ten dage. Van het begin af en gedu
rende de huidige klerikale regeering, is het
als of het volk in eene aanhoudende gisting
verkeerde, die maar een voorwendsel zoekt
om in muiterij over te slaan. En nochtans,
welke schoone beloften, voor de algemeene
kiezingen van 1884, deden ons de klerikalen
niet? De schoolstrijd zou ophouden en eene
nieuwe wet zou vrede en eendracht onder
het volk brengen Een algemeene welstand
zou voortvloeien uit het wijs beleid eener
katholieke regeeringDe lasten gingen afge
schaft en verminderd worden, daar ze toch
door de rechterzijde nutteloos beschouwd
wierden 1
Bittere spot 1 Deze schoone beloften fopten
een aantal kiezers, die in een oogenblik van
slecht gemutstheid ons land, gebonden, den
klerikalen overleverden.
Wat hebben wij sedert 1884 gewonnen?
Niets! geen enkele regereering en de te
genwoordige duurt nog maar twee jaren
heeft zooveel opstanden en muiterij binst
haar bestaan kunnen tellen. In Brussel ver
keert het volk, evenals te Antwerpen, in eene
gedurige gisting en opgewondenheid, en hoe
veel onlusten hebben wij sedert eenigen
tijd niet geteld te Gent, te Aalst, te Ronse,
te Flipsstad, te S' Niklaas en elders? Thans
is ons land aan eenen ongelooflijken schrik
ten prooi, ten gevolge der werkstakingen in
het Luiksche en Henegouwsche, werksta
kingen die ongelukkiglijk door buitensporig
heden, brandstichting, moord en plundering
gevolgd worden.
Zoover is het dus gekomen, dat eene kleri
kale regeering, voortspruitende uit de dom
heid van een zeker getal kiezers en uit den
invloed eener medeplichtige geestelijkheid,
het vertrouwen des lands niet bezit; dat het
haar mangelt aan zedelijk gezag en prestige
en dat zij onbekwaam is, om in tijds, niet
alleen een oproer te dempen, maar slechts
vrede in de gemoederen terug te brengen en
vertrouwen in haar gezag in te boezemen.
De ondervinding der twee laatste jaren is
voldoende om te bewijzen dat Belgie onder
een klerikaal Staatsbestuur niet kan noch
zal gelukkig zijn, dat eene klerikale regeering
voor ons land een driedubbel gevaar, onder
zedelijk, verstandelijk en stoffelijk oogpunt,
oplevert.
Doch, geven wij hierover voorbeeldenDe
schoolstrijd zou zachtjes aan verstillen
Woedt hij niet heviger dan ooit? De duizend
van plaats beroofde onderwijzers en onder
wijzeressen, de duizende afgeschafte en ge-
slotene scholen, de 50,000 kinderen, van
degelijk onderwijs verstoken en welke men
tot het ontvangen van een verstompend
onderricht dwingt, blijven daar immers als
een onloochenbaar bewijs van den haat der
klerikalen jegens vooruitgang en geleerd
heid. En welke misnoegdheid heeft zulke
schandalige handelwijze niet te weeg ge
bracht onder de slachtoffers der gedoemde
wet, onder hunne vrienden, onder hunne
bloedverwanten, onder de ouders, wier kin-
ders men gezond geestesvoedsel onttrekt,
onder alle vrienden van onderwijs en be
schaving
En dan de reserveMen oordeelt ze noodig
tot de verzekering van ons onafhankelijk
bestaan, iets dat atle Belgen, rijken zoowel
als armen, aanbelangt.
En wat doen de klerikalen? Ze maken eene
reserve, die duizenden franks zal kosten, die
op de arme volksklas alleen weegt, en die
door de gezaghebbendste mannen onzer partij
eene snoode verkrachting der eerlijkheid en
billijkheid geheeten wierd. Die reserve, tot
wiens wording onze ijpersche senatoor en
kamerheeren, ondanks hunne beloften en
manifest,zoo slaafsch medegeholnen hebben,is
voor het volk eene nieuwe reden van mis
noegdheid en zal den klerikalen,op een gege
ven oogenblik, bitter duur komen te staan.
En dan de zwetsende grootspraak van
stoeffer Beernaert: In zes maanden zou het
volk meer werk van hem krijgen, dan het
gedurende zes jaar van het liberaal mi-
nisterie bekomen hadHewel, waar is
dat werk, brood voor het volk? Wat heeft
het klerikaal gouvernement uitgevoerd, dat
aan de nijverheid en den handel hulp toe
bracht? Er heerscht eene geweldige krisis
met ellende gepaard; het volk vraagt werk
en eischt brood, en men antwoordt hem met
geweerschoten en bajonnetsteken. Niet dat
wij dit betreurenswaardig en laatste middel,
waartoe men tot het dempen van den opstand
en de muiterij der werkstakers heeft moeten
overgaan, willen bedillen; neen, de onlusten
waren te uitgebreid om zonder tusschenkomst
van hoogere macht, gestild te worden; maar
toch konden de feiten te Charleroi en omstre
ken voorkomen worden, door de voorzienig
heid van het Staatsbestuur.Toen de werksta
king in de omstreken van Luik zoo algemeen
wierd, was het te voorzien dat de nijverige
centrums van het Henegouwsche hoogst
waarschijnelijk het Luiksche zouden navol
gen, en toen er eindelijk de opstand losbrak
en als eene verdelgende zee voorzweepte.was
er te Charleroi eene afdeeling ruiterij van 78
man, om eene volksmassa van 7 a 10,000
personen weerstand te bieden.
En Beernaert, Pontus en Cle kenden de
gisting in de gemoederen, het smeulende vuur
onder de asch! Waarom dan geene voor
zorgsmaatregelen genomen? Onze troepen te
IJperen waren 14 uren geconsigneerd in de
kazern, éér zij heen gingen, gedurig het sein
van vertrekken afwachtende. Waarom ze
niet onmiddellijk doen gaan? Maar neen, men
roept ze wanneer het grootste kwaad gedaan
is. Het is zeker dat er veel min stoffelijke
schade, en helaas! ook min dooden zouden
geweest zijn, hadden de ministers] Beernaert
en Pontus meer vooruitziende te werk ge
gaan. Naar men zegt, waren zij door den
burgemeester en door den heer Balisaux, se
nator van Charleroi, op de hoogte gehouden
van den te vreezen toestand. De gevraagde
versterkingen zijn niet gekomen of beter te
laat om die afschuwelijke onlusten te belet
ten, en daarom draagt ons klerikaal gouver
nement zulke schrikkelijke verantwoorde
lijkheid in hetgeene voorgevallen is.
't Is evenwel merkwaardig te bestatigen
aan welke oorzaken de klerikale gazetten die
erge onlusten toeschrijven. Voor de Patrie,
den Bien pub lie, andere Nieuws- en Fonds
bladen is het eene straffe Gods, een uitwerk
sel van 's Heerenverbolgenheid, in antwoord
op de daden van het liberalismus. Zoo! waar
om heeft ons godvruchtig vaderland zulke
diepe rampen verdiend? De maand Maart is
toegewijd aan de godsvrucht tot dea H. Jo
seph, echtgenoot der H. Maagd Maria, voed
stervader van Christus en Patroon van Belgie,
ons geliefd en d u u rbaar vaderlandGed u rende
geheel deze maand werden in al de kerken
des lands gebeden gestort, missen gelezen,
novenen ingesteld ter eere van den
H. Joseph, lot, behoudenis van ons katho
liek geloof en vaderland! En die heilige,
machtige voorspreker bij zijnen almachtigen
zoon en bij de allerheiligste Maagd, verstoot
de gebeden der Belgen en laat in de Maart-
maand, aan hem toegewijd, op zijn geliefd
Belgie, de grootste en schrikwekkendste dei-
rampen storten
De burgeroorlog, met al zijne gruwelen,
waar broeders hunne broeders vermoorden.
Is het niet om dien patroon voor altijd in den
steek te laten?
Maar volgen wij de katholieke gazetten in
hunne redeneering.
Heeft een land, door de geschiedenis heen,
meer rampen gekend dan Frankrijk? En
nochtans waar heerschste er diepere gods
dienst, waar gebeurden er meer mirakelen
dan in die streek, welke met voorliefde door
de II. Maagd behandeld scheen? En nochtans,
Frankrijk - de oudste dochter der kerk
was toch niet altijd gelukkig.
Waar bestaat het geloof nog vaster dan
in Ierland? En evenwel is dit land, dal
kruipt onder den knoet eener dwepende
paperij, sedert eenige jaren door de hevigste
beroerten geschokt en schier der regeering-
loosheid prijs gegeven 1
Het katholieke Spanje, de dappere kamp
vechter met vuur en staal, tot behoudenis van
het Christen geloof, is een gedurig brand
punt van omwentelingen, tweedracht en
beroertenJa, het is armer geworden dan
Bohemen, en al de door verbeuring gestolen
goederen der Nederlanden, al het goud en
voortbrengselen uit zijne uitheemsche bezit
tingen herkomstig, waren niet bekwaam om
het van ondergang en bankroet te redden!
En bestond er een grooter rooversnest,
een vreeslijken moordershol dan de Pauzelij-
ke Staten, onder de poorten van Rome, door
den onfeilbaren Plaatsvervanger van Chris
tus op aarde bestuurd.
En meent men misschien dat het volk, dat
thans in ons land aan 't muiten sloeg, geene
christene mensclien zijn, die hunne eerste
kommunie deden, door de priesterleer ge
vormd en op den weg van het goede gezet?
Het geloof, hoe bovennatuurlijk liet moge
schijnen, evenals het betrouwen in God, is
onbekwaam om zulke gewichtige gebeurte
nissen te beletten. Als het volk nood lijdt,
moet dien nood gestild worden door wettige
of onwettige middelen, want Eene ledige
maag heeft geene ooren En 't is zeker het
geloof niet, waarmede men holle magen vul
len kan!
Langs eenen anderen kant zien wij dat
volkeren en landen, met het katholiek ge
loof onbekend, nochtans vrede en welvaart
genoten.
De afstammelingen der Albigeezen waren
protestanten, maar werkzaam, nijverig en
ook gelukkig.
Wanneer zij door de gelaarsde mission-
narissen van den koning Lodewijk XIV
brutaal uit hun land gedreven werden, viel
Frankrijk in eene soort van armoede, omdat
zijne beste inwoners gevlucht of uitgeroeid
werden.
Nooit beleefde Engeland meer voorspoed
dan onder de regeering der protestansche
Elisabeth, dochter van Hendrik VIII, die
zijne ouderdanen van de Roomsche kerk
afscheurde en de anglikaansche leer instelde.
Met Holland bezat dit land de sterkste zee
macht van des tijds. Onder hare vermaarde
reizigers noemen wij Drake, Davis, Raleigh,
en dan ontloken geniën als Shakespeare en
Bacon! En in evenredigheid barer uitge
strektheid bestond er wel eene voorspoediger
natie dan de protestantsche Bataafsche Re
publiek? En nochtans daar was er geen
kwestie van katholiek geloof, door onze
hedendaagsche dwepers als de voorwaarde
sine qua non van stoffelijke welvaart aan
zien.
En was de oude Grieksche en Romeinsche
beschaving en grootheid door het katholiek
geloof verkregen? Eene grootheid waarbij
de Christene beschaving, met het katholiek
geloof als toemaat op den hoop, nog ver in de
schaduw staat!
Maar laten wij de geschiedenis varen en
keeren wij tot de huidige zaak terug.
Het is een onbetwistbaar feit, dat sedert
1830, de hoogere klassen zicli weinig met
het lot van den werkman hebben bezig ge
houden! De klerikalen leverden onze grond
wettelijke vrijheden eenen onoplioudelijken
strijd, waarin de liberalen, helaas! niet altijd
de bovenhand hadden,en door noodzakelijken
tegenstand en verdediging gedwongen, kon
onze partij aan de werkmanskwestie al het
belang niet hechten, dat ze waardig is. Nog-
ians, het weinige dat tot heden in het voor
deel van den werkman tot stand gebracht is,
werd toch door de liberale partij verkregen.
De liberalen wilden de schreeuwende on
rechtvaardigheden onzer militiewetten ver
minderen, mei een ontwerp van reserve aan
te bieden, waarin de rijke burger naast den
armen duivel zou staan. Dat bestreden de
klerikalen, omdat zij vijand zijn van grond
wettelijke gelijkheid en niets aanvaarden
dan den adel en de priesters, als hoogere
klassen, en het volk, als bas fond de la
sociéló.
Het onderwijs, een machtige medehelper
inden vooruitgangen welstand eens volks,
werd, ten prijze der grootste opofferingen,
ingericht, verbeterd en uitgebreid.
Wat doen nu de klerikalen? Zij vernietigen
het volksonderwijs en stui en den vooruit
gang der opkomende geslachten, zwepen ze
in de ellende en domheid terug!
Nogtans moeten wij hier tot schande van
zekere klassen zeggen, dat zij hoegenaamd
niet beseffen, welke voordeelen een degelijk
onderricht aanbrengt en wat de geleerdheid
waard is.
't Waren ook de liberalen, die in het voor
deel van den handel en van het volk, onder
het Ministerie Frère-Orban, de oktrooien af
schaften en de belastingen op het zout en
gemaal ophieven.
In het programma onzer partij komt mo
gelijks het inrichten van het verplichtend
en kosteloos onderwijs, het regelen van. het
werk der kinderen in de fabrieken en der
vrouwen in de mijnen. Ook zullen deze
kwestiën, hopen wij, onder een naaste libe
raal ministerie, eene voldoende oplossing
krijgen.
Nogtans kunnen al de aanmoedigingen en
verbeteringen der volksklas van hoogere
hand niet komen; de nijveraars zeiven had
den ook veel kunnen bijbrengen ten voordee-
le hunner werklieden.
Waarom aanvaarden zij kinderen in hun
ne gestichten? Indien zij weigerden zouden
de ouders wel verplicht zijn die kleinen
schoolwaarts te zenden, waar ze ten minste
wat geleerdheid en opvoeding zouden krij
gen, iets dat reeds eene lotverzachting daar-
stelt, dewijl eeu onwetend mensch veelal
ongelukkig is.
Waarom door aanmoedigingsmiddelen
zelfs door eene zekere zedelijke drukking, den
werkman het sparen niet inboezemen, door
het inrichten van voorzorgkassen en maat
schappijen van ouderlingen bijstand? Waar
om hem niet het eerlijk vermaak doen lief
hebben mot het desnoods zelf in te richten,
en hem alzoo uit de kroegjes te houden,
waar hij tijd, geld en gezondheid verkwist?
Waarom de werklieden in den voorspoed
hunner nijverheid of fabrikatie geen belang
doen stellen, met ze aan de nijveraars te as-
sociëeren, met ze, in de maat van het moge
lijke, aandeelhebbers te maken in de winsten
der voortbrenging? In het fransch huis Godin
Lemaire, waarvan eene succursaal te Brus
sel bestaat, zijn de werklieden zeiven aktion-
narissen in de zaak, en allengskens aan
worden zij meester of patroon. In zulke
gestichten, waar de werklieden de meeste
belanghebbenden zijn, zullen zekerlijk geene
werkstakingen bij hunnen wil plaats hebben!
Doch met hier de hoogere klassen en nij
verheidsbazen eene zekere verantwoorde
lijkheid aan te wrijven, hebben wij de ge
dachte niet, de werkende klassen van alle
schuld vrij te pleiten. Integendeel, zij ook
hebben hun aandeel in den hachelijken toe
stand.
Indien de bazen, door eene plichtige onver
schilligheid, hunne werklieden aan zich zei
ven overlieten, dan moesten deze, bij gemis
aan dit initiatief, zich vereenigen tot
maatschappijen van voorzorg of ouderlingen
bijstand, uit eigen beweging sparen om later
een appelken tegen dorst te hebben. Met het
verzamelde maatschappelijk kapitaal ook
wel persoonlijk, volgens de goesting des
werkmans zou men in drukke tijden van
alles niet ontbloot zijn, de werkstakingen
HET WEEKBLAD