STADSNIEUWS.
Art. 4. De Staat al de geioone aandeelen
bezittende, zal de hierboven gemelde afkoop-
prijs toebehooren aan de dragers, titularissen
of rechthebbenden der bevoorrechte aandee
len, in de evenredigheid hunner wederzijd-
sche rechten en ler uitsluiting van den Staat.
Die prijs zal verdeeld worden onder de
rechthebbenden ingevolge de beraadslaging
der bijzondere algeineene vergadering der
aandeelhebbers, die zal beroepen worden
door den bestuurraad der naamlooze Maat
schappij van de vaart van IJperen naar de
Leie, zonder tusschenkomst van den Staat.
Art. 5. De vertegenwoordigers der naam
looze Maatschappij zullen de krachtdadigste
maatregelen nemen om de titels te doen in
komen die in handen van het publiek zijn,
en deze titels, alsook al deze aan het stam
register gehecht, maar die den eigendom der
begunstigde aannemers zijn, zullen door de
zelfde vertegenwoordigers aan het gouverne
ment afgeleverd worden.
Deze die aan het stamregister en onbe
schreven gebleven zijn, worden, krachtens
de tegenwoordige, als vernietigd aanzien en
zullen bevlekt of bestempeld worden volgens
de wijze die de heer Minister van openbare
werken zal aanduiden.
De Staat, vertegenwoordigd zooals ge
zegd is, aanvaardt dien weaerafstand in
de bewoordingen van den hierboven aan-
gehaalden brief van 5 Juli 1881.
Waarvan akte in dubbel origineel, opge
maakt en geteekend te Brussel, dezen 31
December 1881, en die, indien het noodig is,
aan de formaliteit der registreering met vast
recht zal onderworpen worden.
(Geteekend) Van Eecke.
Toussaint.
Félix Landrien.
Brussel, den 18 April 1882.
Yoor den Minister van openbare werken,
afwezig,
De Minister van 't inwendige,
(Get.) G. Rolin-Jaequemyns.
Waarom doet hij dat?
In eene der jongste zittingen van het
Senaat zag men Baron Surmont van IJpe
ren een verzoekschrift ondersteunen, waar
door sommige inwoners dezer stede vragen
dat eene briefuitdeeling den Zondag afge
schaft worde!! Hoe buitengewoon dit ook
schijnen moge, is het nochtens van den kant
des Barons niet te verwonderen: het fana-
tismus kan zoodanig op den mensch werken,
dat hij, stillekens aan, de dwaaste dingen in
den kop krijgt.
Alhoewel men gebuisd is in de gemeente-
kiezingen, kan men toch wel invloed genoeg
over hebben om een vijftigtal onnoozelaars
te vinden, die gewillig, en misschien wel on
wetend, hunnen naam schrijven op een stuk
papier hun door edele baronshanden aan
geboden.
Daaruit kan men genoeg begrijpen dat
Baron Surmont geen handelaar is, en zelfs
niet weet wat er afhangt van op tijds zijne
briefwisseling te ontvangendes Zondags
net gelijk 'nen anderen dag. Want vergeten
wij niet, dat vele kooplieden reeds 's Maan
dags vroeg met den trein vertrekken naar de
markten van Diksrnuide en Kortrijk, eer
zelfs de eerste distributie plaats heeft.
Bijgevolg kan het wel eens gebeuren dat
er in de briefwisseling, welke des Zondags
niet uitgedeeld werd, zich zaken bevinden
welke de handelaar volstrekt diende te we
ten vooraleer op reis te gaan. Zoo kan er
voor hem een groot vei-lies voortvloeien uit
het te laat ontvangen zijner korrespondentie.
Dat is nog maar alleen voor wat handels
zaken betreft, nochtans de familiezaken zijn
van geen minder belang en soms kan er ook
veel afhangen van in tijds verwittigd te zijn.
Men zal nu zeggen: in Engeland bestaat er
's Zondags geene briefuitdeeling en de inen-
schen leven ook. Dat is waar, maar de En-
gelschen zijn er aan gewoon, omdat zij het
altijd zoo geweten hebben en die mode in
hunne zeden gedrongen is. Maar in België is
het geheel anders: Wij zijn hier gewoon
regelmatig door de posterijen bediend te zijn.
en het gedeeltelijk afschaffen van zulken
gewichtigen dienst zou afkeer en tegenwer
king bij het publiek te weeg brengen.
'tls hetgeen hier reeds gebeurd is. Onze
Handelskring heeft aanstonds een verzoek
schrift bij de inwoners van IJperen laten
rondgaan, om tegen het eerste verzoekschrift
met 50 liandteekens, protest aan te teekenen.
Honderd neringdoenders en kooplieden heb
ben aanstonds geteekend, tegenover die 50
- signatures complaisantes van den Ba
ron
Wat mag nu de reden zijn van Surmont's
handelwijze? De eene zeggen dat hij het doet
om de IJperlingen te klen de anderen
vertellen dat hij het doet om de postbedien
den langs zijnen kant te krijgen tegen de
aanstaande gemeentekiezingen.
Beide zienswijzen kunnen echt zijn: Inder
daad, de Baron kan niet vergeten en ver
geven dat de IJperlingen hem eene buis
geschonken hebben: hij was zoodanig zeker
onze Burgemeester te worden dat de manden
champagne al uitgehaald waren, en dat hij
de topjes der bougiekaarsen in zijne salons
had doen afbranden omdat ze 's avonds te
beter zouden kunnen ontsteken worden als
de Blauwe Kousen hem de serenade zou
den geven. En er alzoo nevens zijn!! Ik ook
zou de IJperlingen wel vinden voor de poets
(buis)
Anderen, zooals wij eventjes zegden, be-
weeren dat de Baron zich een pluimken
op den hoed wil steken, om de genegenheid
te winnen der bedienden van ons postbureel,
in vooruitzicht der gemeentekiezingen van
1887. Indien men het werk der postbedien
den wil verlichten of verminderen het
geen wij wensclien uit den grond des harten
dat men het personeel vermeerdere of de
tegenwoordige werkuren vermindere. De
dood en de ondergang van het Staatsbestuur
zullen nooit langs daar komen, dewijl men
toch, met volle handgrepen, zooveel schoon
geld verkwist voor nuttelooze onderpastoor-
kens, broederkens, nonnekens, die allen on
nuttiger zijn dan een werkzame postbeambte.
Ten andere, onze postbedienden zouden
wel goede jongens moeten zijn, om hunne
overtuiging in de waag te leggen voor de
afschaffing van ééne briefuitdeeling, die van
5 ure nanoen, door den Baron gevraagd.
Want, tot nu toe hebben wij vergeten te
zeggen dat onze edelman de volledige af
schaffing der Zondag-distributiën niet vraagt.
Wij gelooven dat er alreeds twee afge
schaft zijn op de vijf, die van één ure en die
van zeven ure 's avonds, hetgeen ons, indien
Baron's voorstel aanvaard wierd, van alle
briefwisseling den Zondag namiddag zou
berooven.
En zonder in naam onzer postbedienden te
spreken, gelooven wij niet dat Baron op
die wijze zijne boontjes moet te weeken leg
gen, want 't zou kunnen boter aan de galg
zijn.
De Gazettehierover sprekende, zegde van
den Baron on n'est plus dröleni plus
fanatiqueX.
De wallomanie.
Over eenige weken was er in de Kamer
der volksvertegenwoordigers spraak van het
inrichten éener vlaamsche akademie. Dat
wij zooveel noodig hebben als onze lieve
broeders de Walen, die eene fransche aka
demie, te Brussel, bezitten, zal men ons niet
ernstig betwisten. Na de onverstandige
woorden van Sélys Longchamps in eene
senaatzitting uitgesproken, komt een andere
Waal d'Andrimont op zijne beurt het
vlaamsch volk beschimpen en zijne rechten
ontkennen.
Hij vraagt eene ivaalsche akademie
't Is om te stikken van lachen.
Hij wil dat het honger Bestuur moedwil
lig de oogen sluite tegenover de rechtmatige
eischen van 3 millioen en half Vlamingen,
die sedert meer dan eene halve eeuw, tegen
over hunne lieve broeders, de Walen,
achteruit staan, door de schuld der gouver
nementen, welke onze heilige rechten mis
kenden.
De Vlamingen laten de Walen gerust en
vragen hun recht; de Walen, integendeel,
vallen de Vlamingen aan, bespotten hunne
taal, miskennen hunne kunst, vergeuzen
hun eigen aard of volksbestaan.
Schande voor de partij 1 Die heftige aan
vallen van waaldolheid werden nu twee
maal bij liberalen waargenomen. Hoe zeer
zij ook inwendig overtuigd wezen van de
billijkheid hunner doenwijze (billijkheid,
welke ons doet schokschouderen), toch vin
den wij die handelwijze zeer onvoorzichtig,
onpolitiek. De Vlamingen zijn koppig en
zullen voor hunne taalrechten blijven strij
den, al beklagen de liberaalgezinde Vlamin
gen dat er onder hunne taaivijanden mannen
zitten van de liberale partij.
De liberale Vlamingen zullen dus, hoe
ongaarne ook, de liberale Walen bestrijden,
en die verdeeldheid van strijdmachten valt
zeer te betreuren voor de toekomst onzer
partij.
Men heeft reeds een voorspelletje gehad
van dat groot bédrijf, in den strijd tusschen
den kandidaat van den liberalen Vlaam-
schen Bond en dien der Ligue Wallonne.
En volgens de bekentenis der leiders der
Brusselsche liberalen, heeft de L. VI. Bond,
eene strijdmacht aangebracht, die niet te
verwaarloozen is. Men zal dus moeten af
rekenen met die schaar jonge mannen, vol
levenskracht en wil, die niets willen wat
hun eigen niet is, en zich dan ook niet
bekreunen om hetgeen in Frank- of Walen-
rijk gebeurt.
Hem is de toekomst, op voorwaarde der
gemoedelijke broederlijke eendracht, waarop
volksvertegenwoordiger d'Andrimont zich
zoo spottend beroept.
Wij kunnen niet ontkennen dat de kleri-
kalen ons hier in wijsheid overtreffen. Zie
de aartsbisschop van Mechelen, die in zijne
scholen de vlaamsche spraak als voertaal
aanpreekt; en wanneer hij een gansch ge
slacht tot de klerikale princiepen, bij middel
der klare volkstaal, zal gevormd hebben,
zullen de liberale Walen, met spot alleen,
niet zegepralen over die ongelukkige paar
dekoppen.' j.
Kiezing te Brussel.
De liberale partij heeft Dinsdag te Brussel
de zegepraal behaald
Ziehier den uitslag der kiezing
Ingeschreven kiezers 21,721
Stemmers18,001
Vernietigde briefjes1 f9
Geldige stemmen17,872
Hebben bekomen:
De heer Buis, liberaal 9,919
Jacmart, independant 7,953
Bijgevolg is de heer Buis, volksvertegen
woordiger van het arrondissement Brussel
uitgeroepen.
- -
De vinger Gods!
Wanneer een vrijdenker of een liberaal
mensch het slachtoffer wordt van eenig
ongeluk of door een schielijk overlijden uit
het midden van al de zijnen weggerukt is,
dan zijn al de klerikale bladen het eens om
daarin den vinger Gods te herkennen. Zij
huilen en tieren dan om ter meest van die
zienlijke straffe Gods, juist alsof een God,
heel liefde en bermhertigheid, zich tot de rol
van wraaknemer verlagen kon. Maar geldt
het iets dergelijks aan een kristelijk, wel
denkend persoon overgekomen, dan heeten
zij dat eene beproeving des Hemels, waar
door de getroffene eenen schitterenden parel
te meer aan zijne hemelsche kroon gewon
nen heeft.
Zulk eene hemelsche beproeving (God
spare er ons altijd van, want wij hebben
liever zelfs in 't geheel geene hemelsche
kroon) komt de kleine gemeente Dinter
(Noord-Brabant) te treffen en in opschud
ding te brengen.
Donderdag, 13" dezer, ging daar eene
processie uit. De stoet was in orde, en alles
wel geschikt. De geestelijken, de vaandel
en beeldendragers, de maagdekens, enz. stel
den zich in beweging om de kerk te verla
ten. De dienstdoende priester, met het
wierookvat in de hand, stond op het altaar
naar de geloovigen gekeerd, toen eensklaps
een ijselijk gekraak zich hooren liet. De
donder was in de kerk gevallen. Seffens
wierpen alle dragers én vaandels, én beel
den, én kaarsen weg; lieten alles in den
brand om op de vlucht te gaan. De gansche
stoet koos in de grootste wanorde en bleek
van schrik en angst het hazenpad. In de
kerkdeur was er zulk gedroom en gepers,
dat men er malkanderen, om zoo te zeggen,
plat drukte. Eenige priesters nogtans ge
lukten er in, na veel moeite, de menigte wat
te bedaren en de kerk te ruimen.
Zes personen waren door den bliksem
getroffen en verbrand of met lamheid ge
slagen geweest. Een maagdeken is dood en
geheel verkoold.
Ziedaar heel zeker eene beproeving, die
niemand wenschen zou te beleven, ware hij
zelfs zeker er den hemel onvoorwaardelijk
mede te verdienen.
Jammermaar voor de klerikale blaadjes dat
zulks niet in eene vrijdenkerslogie of in eene
liberale vereeniging gebeurd is 1 Wat zouden
zij schreeuwen en tieren van den vinger
Gods.'
Iets voor de landbouwers.
Het gebeurt maar al te dikwijls dat de
boeren zich allerlei tuigen, die met den naam
van guano- of meststoffenmeter bestempeld
zijn, laten ophangen, en er franken voor
betalen. Dat die zoogezegde guanometers
meestal geene de minste waarde hebben,
ondervindt de landbouwer enkel dan, wan
neer hij er reeds zijne franken voor uitge
geven heeft.
Beter en duizendmaal beter ware het, zoo
de landbouwers er wat meer aan hielden zich
te onderrichten, de meststoffen in al hunne
bestanddeelen en eigenschappen te bestudee-
ren en zich bij al die praktische middelen te
bepalen, welke in zekere boekjes aangeduid
zijn om de hoedanigheid en de waarde der
kunstvetten te onderzoeken.
En dergelijk boekje, getiteld Begrippen
over eenige veelvuldig gebruikte mest
stoffen, door D. R. Fremault, komt bij den
heere K. Deweerdt, den uitgever dezes, het
licht te zien. Het beslaat enkel een dertigtal
bladzijden en kost voorzeker maar eenige
centiemen.
In zijn werkje doet de heer Fremault elke
veelvuldig gebruikte meststof in al hare dee-
len kennenhij bepaalt daarbij de verschil-
lige vruchten, opwelke zij het voordeeligst
kan en moet toegepast worden en wijst voor
elke van haar al de praktische en zekere
proeven aan, waarmede de eerste de beste
onderzoeken kan of zij wezentlijk goed of
enkel redelijk of slecht is.
Hij wijst voor elke meststof de verschillige
stoffen aan, waarmede zij veelvuldig ver-
valscht wordt en de middelen, die alle land
bouwers bij de hand hebben om die verval -
sching vast te stellen en te bepalen.
Voorzeker kregen wij nooit een geschikter
boekje ter hand, dat op eene duidelijke en
eenvoudige wijze de landlieden met de sa
menstelling, de werking, de vervalsching en
de manier om deze te bestatigen, der kunst
meststoffen bekend maakt.
Het is een werkje, dat op alle hofstede
hoefde aangetroffen te worden, dat 0
zijnen verstaanbaren, eenvoudigen stijl
goud opwegen kan en dat om de vele nuttig
wenken en onderrichtingen ieders aanbev
ling verdient.
Ook twijfelen wij niet of het zal bij de
boeren, die vooruitkomen willen en hen ze
ven redden, een gul onthaal ontmoeten Alle
landlieden zullen er een will® om z;c^
inhoud er van te kunnen eigen maken en om
al het nuttige, dat er in vervat is, ten hunnen
dienste te hebben, er hun voordeel uit te
trekken en zich zoo tegen bedrog te vri;.
waren. J"
Gij boeren, die oprecht uwe belangen be
hartigt, en er zijn geen aadere, koopt
Begrippen over eenige veelvuldig ge
bruikte meststoffen, door D.-ft. Fremault
en gij zult er u wel bij bevinden, gij zuit er u
van beloven.
Het Water.
•i.
Dat men 't water voor den kafé,
Voor den thee-kom dienen laat
En veur nog veel andre zaken,
Ik en zie daarin geen kwaad.
Maar het zuiver binnen pakken,
Hola 1 da's een ander ding.
He! 't is deur 't geweld van 't water
Dat de wereld eens verging.
II.
Weekt gij stokvisch in het water,
Giet gij water in den hof...
Maar den wijn daarmeê bederven
Foei! dat is een beetje grof.
Niemendalle! 'k drink mijn wijn uit
Puur en zuiver lijk den dauw...
En daarveur en hê 'k ze leven
Geen kijvagie meê mijn vrouw.
III.
Water.is drank veur puien.
Ook, als zij aan 't klagen zijn...
Och 1 z'en kwekken naar geen water.
Ze zijn 't beu en vragen wijn.
Water in ons teere magen!...
Die dat doet is stekezo:.
Ziet ons schoenen en ons leerzen
Ei 1 ze gaan er van kapot 1
Het Staatsblad van Zaterdag bevat de
samenstelling van den jury belast met bet
onderzoek der werken van 'de jonkheden die
zich verleden maand aanboden om het kie
zers diploma te bekomen en die tegen de
beslissing van den eersten jury in beroep
gaan.
Voor het arrondissement IJperen is hij
samengesteld als volgt:
Voorzitter De heer Biebuyck Lodewyk,
provincieraadsheer, te IJperen.
Schrijver: de heer Maes,kantonale inspec
teur van het lager onderwijs, te Roeselare.
Lid: de heer Grilliaert, inspecteur? van
het vrij onderwijs, te IJperen.
De bijgevoegde zijn
De heeren Butaye Arthur, bijgevoegd rech
ter bij den rechtbank van eersten aanleg, te
IJperen; De Deyne Florent, kantonale inspec
teur van 't lager onderwijs, te IJperen, en
Willaert Robert, inspecteur? van het vrij
onderwijs.
Beurtspoorweg van IJperen-Veurne.
Het schijnt dat de kwestie van den beurt
spoorweg van IJperen-Veurne nog altijd
hangend blijft.
De vaderlandsclie Maatschappij, die, na
eene in 't oog springende voorkeur aan de
rechtstreeksche linie gehecht te hebben, de
richting langs Loo en Alveringhem aange
nomen had, schijnt op haar eerste ontwerp
terug te komen.
Zoo wij wel ingelicht zijn, heeft de hoofd
ingenieur der vormelde Maatschappij zich
op 14 dezer maand ter plaats begeven om op
eene bijzondere manier de kromten van den
val der vaart tusschen Loo en Alveringhem
te onderzoeken en na te zien.
Wanneer en hoe zal dat alles eindigen?
Tentoonstelling van Bouwkunde.
De Brusselsche dagbladen bespreken beur
telings de tentoonstelling van bouwkunde,
die op dit oogenblik in de hoofdstad open is.
De verzending, door het IJpersch stadsbe
stuur gedaan, is er zeer opgemerkt en geniet
er veel bijval.
De Gazette, in haar nummer van Dinsdag
11. drukt er zich volgenderwijze over uit.
De achteruitblikkende stukken zijn er
volgens lokaliteit geplaatst. IJperen onder-
scheidt zich met eene ontwerp-verzameling
van trappen voor de Hallen en gevels voor
het Nieuwwerk, gaande van het einde der
XVP tot aan 't begin der XVIIe eeuw.
De overvloed van ontwerpen is toe te
schrijven aan de verachtering van eene
halve eeuw, welke aan fle uitvoering der
-werken, om politieke gebeurtenissen ge-
bracht werd. Zij toonen den strijd van den
ouden bouwtrant met den nieuwen smaak;
strijd die in die tijden zooveel schilderach-
-2<3SS^-o>