STADSNIEUWS. Maatschappij Burgerwachten Burgerstand De droevige gebeurtenissen te Charleroi hebben onloochenbaar en voor veel in de kiesbalans gewogen. Wij besluiten Onze tegenstrevers beschikken in schijn overeene onzaglijke macht en in de werke lijkheid hangt hunnen toestand aan een draadje. Hadde de heer Yan Cleemputte, te Gent, 3 stemmen min bekomen, hadde de liberale partij te Gent de kans gehad van in ballotee ring te komen, dan zouden wij dinsdag laatst reeds gewroken geweest zijn. Dus zoo wij er niet in gelukken de kleri kale meerderheid bij twee jaren omver te werpen, wat heel wel mogelijk is, zij zal toch op hare laatste beentjes loopen en bin nen vier jaren zullen onze meesters zoo verpletterd zijn als zij nu machtig schijnen. Zij zullen genoodzaakt zijn druipneuzend de ministeriën te verlaten, waar zij G jaren te lang zullen gezeteld hebben. Brief van het Algemeen Bestuur van het Wil- lems-Fonds aan den heer Minister van Oorlog. Gent, den 3 .Juni 1886. Mijnheer de Minister, Meer dan eens werd aangetoond, en het wordt nu ook niet meer ernstig betwist, dat in een tweetalig leger als het onze, hot nood zakelijk is dat de oversten, die de manschap pen in den wapenhandel moeten oefenen en die hen in tijden van gevaar ten strijd zullen aanvoeren, beide landstalen machtig zijn. Onlangs werden door U maatregelen ge nomen om bij de onderofficierendie allen de Fransche taal verstaan en spreken, ook het gebruik der Nederlandsche taal te versprei den; en bij de Kamer der Volksvertegen- woogdigers is een voorstel hangende om bij de wette bepalen dat voortaan niemand offi cier van het Belgisch leger zal benoemd worden, die de twee talen niet kent.. Op die wijze zou, wat het krijgsonderricht betreft, de gelijke behandeling van alle dienstplich tige Beigen bevorderd worden, en ook in geval van oorlog de samenhang en bruik baarheid onzer strijdkrachten merkelijk worden versterkt. Het gebruik der beide landstalen dringt zich echter bijzonder op aan de officieren van den gezondheidsdienst. Het geldt hier niet alleen de goede inrichting, maar het behoud zelfvan de bestanddeelen van het leger; niet alleen het belang van den soldaat om doel matig en spoedig in den krijgsdienst onder richt te worden, maar zijne gezondheid en soms zijn leven. Dat zulks ook uwe overtuiging is, Mijn heer de Minister, bleek ons uit het ministe rieel besluit van 30 September 1885, beve lende dat alle drie maanden,door die officieren voordrachten over de gevaren der zedeloos heid en de regelen der gezondheidsleer aan de manschappen zullen gegeven worden, in het Fransch en in het Nederlandsch. In het leger echter zijn vele krijgsdocloren met die laatste taal gansch onbekend. Niet alleen zal het hun dus onmogelijk zijn uwe goede inzichten ten volle te verwezenlijken en ook de Vlamingen aan het nut der door U bevolene voordrachten deelachtig te ma ken; zij zijn daarenboven buiten staat om aan de Vlaamsche, de talrijkste onder de hun toevertrouwde soldaten, in geval van ziekte of verwonding, de ondervragingen en raadgevingen toe te sturen, welke het vol brengen hunner zending vereischt. Wel is waar kunnen zij zich, door tusschenkomst van eenen taalman, met de lijders in betrek king stellen; docb. wie weet niet dat zulke tusschenkomst altijd onvoldoende, ja soms gevaarlijk is? En wat gedaan indien de taal man niet kan gevonden worden, iets dat, vooral bij mobiliseering van het leger, licht gebeuren kan? Het is dus onloochenbaar dat hier ook de Vlaamsche soldaat in min goede omstandig heden verkeert dan zijn Waalsche strijdbroe- der; en men mag, zonder aan de kundigheid, den ijver en de nauwgezetheid der niet Ne- derlandsc'nsprekende krijgsdoctoren te kort te doen, vaststellen dat er gevallen moeien voorkomen, en in oorlogstijd.talrijk voorko men zullen, waar zij, door hunne onbekend heid met de taal van den soldaat, onbekwaam zijn hem op volledige wijze de vereischte zorgen *>e te dienen. Het is echter de plicht van den Staat om aan hen, die hij tot 's lands verdediging op- eischt, en aan hun gezin, aan hun beroep onttrekt, in geval van ziekte of lichamelijk letsel de beste en meest doelmatige verple ging te verzekeren; 't is dus ook zijn plicht om die verpleging slechts op te dragen aan hen, die bij de bekwaamheid in hun vak ook de noodige kennis der taal van de verpleeg den voegen. Aan die verplichting kan de Staat gemakkelijk, en zelfs zonder krenking van persoonlijke belangen, voldoen, daar alwie door lange en moeilijke studiën het vereischte diploom van doctor in genees- en heelkunde kan verwerven, ook bekwaam is om zich, benevens de Fransche taal, nog eene tweede levende taal eigen te maken. Om die redenen, Mijnheer de Minister, nemen wij de vrijheid eerbiedig te verzoe ken de noodige maatregelen te willen nemen opdat al de nieuwe te benoemen krijgsdocto ren eene genoegzame kennis van beide lands talen zouden bezitten, en ook diegenen, welke reeds in bediening zijnde, de Nederlandsche taal onmachtig zijn, in de gelegenheid gesteld worden om die taal aan te leeren. Aanvaard, Mijnheer de Minister, de uit drukking onzer eerbiedige gevoelens. Namens het Algemekn Bestuur van het Wülemsf Fonds: J. Vuylsteke, Voorzitter Aug. Gondry, Secretaris-Schatbewaarder. Men schrijft ons uit Brussel: Vrijdag 4n Juni 1886, tusschen 10 en 11 1/2 ure 's morgens, verschepen er. voor de boet straffelijke rechtbank van Brussel, eenige menschen, welke zich van de Vlaamsche taal wilden bedienen. Nauwelijks hadden zij begonnen, of de Voorzi tter snauwde hen toe: Kunt gij dan geen Fransch? Spreek Fransch! Die Vlamingen gehoorzaamden (daarin had den zij ongelijk) en legden hunne verklarin gen af in het Fransch, ofschoon het blijkbaar was dat zij die laatste taal niet vloeiender kunnen spreken dan het grootste deel der inwoners van Brussel. Zulke feiten gebeuren meermaals voor onze rechtbanken. Zij bewijzen hoe noodig het is nieuwe en strengere wetten te beko men in slede der tegenwoordige wetgeving, die de Vlamingen, tegen de inbreuken, wel ke een franschgezinde magistraat zich op hun taalrecht veroorlooft, niet kan bescher men. IJST BRUSSEL. Aan het Weekblad van IJperen. Nog een schandaalDe heer Minister van Openbaar Onderwijs, zaliger-memorie, komt alweer te toonen, dat zoo het gouvernement mag wikken, het de hooge papierkrabbers zijn die beschikken. Het is sedert lang geen uieuws, dat de heer Minister Thonissen, voor algemeenen be stuurder heeft een der hevigste franskiljons, die in België bestaan, voor de Walen, die geen vlaamsch willen leeren, een echte red der in 't fransch Sauveur. Dat heerschap komt een program op te maken voor de examens ter aanneming in gemeld ministerie. En de heer Thonissen, die zegt de Vlamingen genegen te zijn, heeft dat onderteekend. 't Is een echt schandaal! Ofwel de goede trouw van M. Thonissen is verrast, ofwel hij spot met de Vlamingen. Van twee, één! Dat program is een echte kaakslag voor onze taal en ons volk. Onder het handteeken van M. Thonissen, wordt daar de minderheid der vlaamsche Belgen voor de openbare be sturen gehandhaafd, 't Is een echt schandaal! Volgens het program van der Walen red der in 't fransch Sauveur mag ieder een in 't ministerie benoemd worden zonder een woord vlaamsch te kennen. Als het noodig zal zijn, voegt de hooge papierkrabber erbij, zal de vlaamsche taal geëischt worden. (Art. 5.) Nu, wij weten, dat het volgens die hooge menheeren, die ons in hunne programmes nog gratis durven beleedigen en op zulke wijze uitlachen, nooit noodig is. En M. Thonissen van Hasselt onderteekent dat! Die een ambt wil bekomen bij M. Thonis sen, moet alles in het fransch afleggen, rekenkunde, aardrijkskunde, enz. Wil hij daarbij nog toonen, dat hij vlaamsch kent, men is toel zoo goed hem die dioaze gril toe te laten. Maar hij moet het voorop vra gen. En meent gij, dat hij daar profijt uit trekken zal, indien hij 2 talen kent in plaats van één? Bij lange niet! Wel integendeel. Den Waal, den verstokten Waal, die meent met zijn fransch alléén de wereld door te geraken, hem worden alle gemakkelijkheden toegestaan. Met een klad fransch en de vier regels zeilt hij bij M. Thonissen de haven binnen, op sleeptouw genomen door den Walen redder in 't fransch Sauveur. En de goedzakkige flamingant (O la, la, 't kan bijkans niet zijn!) M. Thonissen laat dat alles onder de oogen van zijnen ministe- riëelen bril gebeuren. Luistert, brave Vlamingen, hoe men u voor den zot houdt. In het program in kwestie staat, dat men als rechtschrijven naai' een volmaakt fransch dictaat 30 punten bekomt. Kent men twee talen, dan heeft men in elke taal 15 punten. Alzoo een Waal, die zijne taal goed kent, zal in het fransch 30 punten bekomen. De Vlaming, die zijne taal zonder eene faut schrijft, en die daarenboven nog eene goede brok fransch, krijgt zal misschien ten hoogste 26 of 27 punten behalen Wie twee talen kent is dus ten achtere, wie maar ééne kent gaat voorop.Hoe dommer kinkel, hoe eerder geplaatst. En dat teekent M. Thonissen! (Art. 21, 23, 28, 33.) 't Is een echt schandaal. Beter de Vlamin gen geheel uitsluiten dan op dergelijke wijze er den zot mede te houden. Nog meer. Men laat den Vlaming verstaan dat zijn vlaamsch maar goed is om het gou vernement kosten aan te doen. De jurij bestaat uit den direcleur-général en eenige andere papierzwartmakers, walen en frans kiljons. Voor dezen die het vlaamsch nog bij hun exaam willen voegen, moet een speciale jurij uit Staatsleeraars benoemd worden.Wat geknoei! En de directeur-général, de befaamde Walen redder in 't fransch Sauveur heeft eene overwegende stem in de keuze der beambten. Zal dat heerschap ooit iets anders noemen dan Walen? Neen. Weihoe,weihoe! M. Thonissen, een vlaam sche Minister, laat moedwillig de Vlamingen uit zijn bestuur sluiten, 't Is een echt schan daal. In name aller Vlamingen vragen wij U, M. Thonissen, het volgende: 1. De talen zullen op gelijken voet gesteld worden. Er zal eene moedertaal zijn en eene bijtacd voor eiken kandidaathij weze Vla ming of Waal. 2/3 of 3/5 der punten zullen aan de eerste en 1/3 of 2/5 aan de tweede vergund worden. 2. Het vlaamsch, zoowel als het fransch zal voor alle aanzoekers verplichtend zijn. 3. De jurij zal uitsluitelijk uit mannen van onderwijs bestaan. Elkeen der leden zal moeten bekwaam zijn op alle vakken van het programma te ondervragen. In name der gansche Vlaamsche Beweging, zoowel katholieke als liberale, durven wii hier verklaren, dat het program Thonissen- Sauveur, in 't gezegende jaar 1886, door alle Vlamingen als een kaakslag wordt be schouwd, als eene bekrachtiging van het hatelijke sijsteem van minderheid, sedert 1830 jegens onze broeders door de franskil jons ingehuldigd. En wij eischen, ja wij eischen, dat dit program verdwijne, dat M. Thonissen die beleediging jegens de Vlamingen herstelle; anders zullen wij verplicht zijn hem als on zen rasvijand aan de kaak te stellen. En wij durven hopen, dat de katholieke organen Nieuiosblad medegerekend) ons in die vaderlandsche taak zullen behulpzaam zijn. Het afbreken van het bolwerk aan den statiekant geeft eene zeer groote hoeveelheid steengruis, dat uitnemend geschikt is tot het verbeteren der lage aardwegen, die 's win ters onder water staan of schier onbruikbaar zijn door het bovenmatig slijk. Ons stadsbestuur laat toe aan de inwo ners, die langs zulke wegen wonen, het steengruis af te halen om hunnen weg te verbeteren. Tot heden zijn er reeds meer dan 250 karren weggehaald, tot het ophoogen en verbeteren der aardwegen bij den Ver loren Hoek, aan het Wil Huis (weg naar Kemmel) en van de Augustijnenstraat(die de steenwegen van Brielen en Vlamertinghe vereenigt). Er zijn zeker nog wel andere zandstraten rond IJperen, die zouden kunnen verbeterd worden bij middel van steengruis. De per sonen, die deze gelegenheid willen te baat nemen, moeten niets inzien dan hunne moeite. Willems-Fonds. I-Ieden avond, om 8 1/2 ure, algemeene maandelijksche vergadering voor de leden der afdeeling, in het gewoon lokaal, Den Gouden Arend. Dagorde 1. Verslag. 2. Stemming van 4 nieuwe leden. 3. Mededeelingen. 4. Eenige ziens waardigheden uit den Haag, voordracht met zichten bij middel van oxhydrisch licht. Nog de PaardenSoopstrijden. Zaterdag 11. gaven wij een beknopt over zichtvan denuitslag der paardenloopstrijden, en in onzen haast vergaten wij heel en gansch de heeren van de Inrichtings- en Bijgevoegde Commissiën onzen innigen dank te betuigen voor de loffelijke en onbaatzuchtige pogingen die zij onophoudelijk in het werk stellen om hunne medeburgers eens hartelijk te verma ken en om de IJpersclie neringdoenders de gelegenheid te verschaffen een mooi stuiver ken te verdienen. Aan hen allen dan bieden wij heden onzen oprechten dank, die daarom niet te min wel gemeend is, omdat hij wat laat komt. Een woord lof vooral aan den heer Ed. de Florisone, voorzitter van den Sport-Hippi- que, die zoo heusch en op 't gepaste oogen- blik eenen der prachtigste bloemtuilen in naam der inrichtings-commissie aanbood aan de beminnelijke gade van den heer Majoor- Bevelhebber der Rijschool, die zoo bereid willig de prijzen aan de heeren officieren en onderofficieren, overwinnaren, ter hand stel de. Aan allen dus, die iets bijbrachten tot het welslagen van dat mooie feest, nog eens on zen hartelijkan en oprechten dank. Dief sta!. De dieven, die zoo behendig den heerHel- denberg, uurwerkmaker op de Oude Kleer- markt alhier, met inbraak bestolen hadden van verscheidene zakuurwerken en eene pendule, zijn reeds aangehouden. Het zijn franschmans. Vrijdag hebben zij voor den onderzoeks rechter verschenen. Sterfgeval. Een zoo wreede als onverwachte slag komt eene der achtbaarste familiën van Veurne te treffen. Maandag overleed aldaar, getroffen door eene schielijke beroerte, de heer Baron L. van Grave, voorzitter van den Veurnschen rechtbank van eersten aanleg en ridder der Leopoldsorde. Baron van Grave is lange jaren vrederech ter van het kanton Meesen geweest, later bekleedde hij hier te IJperen eenigen tijd de plaats van onderzoeksrechter en eindelijk werd hij voorzitter van den rechtbank van Veurne benoemd. Zijn zoo schielijk overlijden heeft op zijne lallooze vrienden een zoo diepen als pijnlijken indruk gemaakt. Hij was een man van minzamen omgang en liefderijk in gansch zijnen handel en wandel. Hij stond voor het recht van al zijne medeburgers en was een eerlijk, openhartig en rechtschapen magistraat. Baron van Grave was van eenieder geacht en bemind en zijn te vroegtijdig afsterven wordt algemeen en diep betreurd. Zijne plechtige begraving hadji. Donder dag morgend om 11 ure te Veurne plaats. Concert van IJperen. Schieting van Maandag 1 Juni f888. Naar de punten. Boedt Leon Vanniewenhuyse C. Butaye Arthur Ligy Albert Masscheleyn Alfons Swekels Leon Vantholl Hendrik Lesaffre Auguste Naar het wit. Bogaert Alfons. Schieting gegeven door liet Staatsbestuur. Eerste dag der schieting MAANDAG 14 JUNI 1886. van den 4 tot den 18 Juni 1886. Geboorten. Mannelijk geslacht 7. Vrouwelijk id. 8. lEuweJljlcen. Emiel Ghys, klakkenmaker, en Maria Le- majeur, breidster. Petrus Gergiez, metser, en Virginia Leroy, kantwerkster. Auguste Vandenberghe, daglooner en Pelagia Lozie, kantwerkster. Karei Pittellion, daglooner, en Rosalia De- leu, dagloonster, Karei Dechievre, beidende aan den telegraaf, en Maria Eelbo, zonder beroep. Petrus Verheylewegen, zonder beroep, 66 jaar, ongehuwd, lange Thouroutstraat. Karei Thiebault, hotelhouder, 76 jaar, we- duwaar van Maria Ferricx, Rijselstraat. Annoot Benedictus, notarisklerk, 38 jaar, ongehuwd, Heere Jan straat. Melania Vanderplancke, zonder beroep, 66 jaar, ongehuwd, Bollingstraat. Catherina Minnekeer, zonder beroep, 71 jaar, weduwe van Joannes Spinnewyn, Recollettestraat, Edmondus Bonquet, bakker, 31 jaar, echt genoot van Maria Carbon, Rijselstraat. e Programma van het Concert dat morgen Zondag, 20 .Tuni. zal gegeven worden, door het muziek der Pompiers, onder het bestuur van den heer J. Wit- tebroodt, in het zomerlokaal der Concorde, om 5 1/2 ure 's avonds. 1. Les Montónégrins, introduction Limnander. 2. La Reine d'un jour, ouverture Adam. 3. Fackeltanz Meyerbeer. 4. Aubade printanière Lacombe. 5. Une Chasse dans les Ardennes E. Marie. 6. Les Cloches de Corneville.fantaisie Planquette. 7. La Malle des Indes, galop 3 5 3 4 3 18 3 2 4 3 4 16 4 3 4 1 4 16 3 3 4 3 3 16 4 3 1 1 5 14 0 3 3 4 4 14 1 4 3 3 3 14 1 1 4 4 3 13 Ligy Albert 5 5 3 4 5 22 Mailliard Gustaaf 3 5 2 3 4 17 Butaye Arthur 0 5 3 4 4 16 Vermeulen Hendrik 4 1 4 3 3 15 Bogaert Alfons 5 4 3 3 0 15 Poot Arthur 1 4 3 0 4 12 Lesaffre Auguste 2 4 3 1 2 12 Vannieuwenhuyse C. 3 4 2 3 0 12 Overlijden®.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1886 | | pagina 2