VAN IJPERIN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. EIGEN KEUZE Eerste Jaar. Zaterdag 26" Juni 1886. Nummer 26. IJzerenweg. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 4 fr. per jaar voor de stad. 4 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 2 ft*. 50. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers vojr artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gfaiis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Vertrekuren van IJperen naar Poperinghe, 6-50 9-09 10-00 12-07 3-00 Een Boterham in verscheidene beten. Halsstarrigheid. 't Is jammer dat onze lezers het Nieuws blad slechts bij name kennen, en het niet ernstig of waardig genoeg achtenom eens zijne manier van pennetwisten met het Weekblad van dicht bij na te gaan. Onze lezers kunnen zich met kinderachtigheden niet ophouden, en ze hebben sakkerloot geen ongelijk! Wij zijn ongelukkiglijk tot het lezen van het processievaantje genoopt, uit noodzakelijkheid der polemiek, maar hoe klaarder wij schrijven, hoe meer ongevoeli ge, onverstandige en dwaze antwoorden wij terug krijgen. Indien de NieuwsbladXezevs, van onze artikels kennis kregen, 't ware slechts een half kwaad: ze zouden voor en tegen, te pour et le contre kunnen overwegen. Maar het lezen van liberale gazetten, (dus ook van ons blad) wordt hun verboden door de II. Kerk, welke, door het orgaan van zekeren Pius IX, de vrijheid van drukpers gedoemd heeft, slechts aan goedgeloovige drukkers toelatende eenige onnoozelhedenzooals: Maria erkend,... de Z. Magriete, la ire Communion, enz. (te lang om te melden) de wereld in te zenden. Het Nieuwsbladje heeft dus alle kans om als 'nen dapperen penneridder door te gaan, •daar zijne lezers, ons schrijven niet kennen de, zijne proza als orakel aanvaarden. Daar bij het laat de hoofdartikels, waar het niet met eere kan van afkomen, zachtjes voorbij glijden en houdt zich op met beuzelarijen. BRUSSELSOHE ZEDENSCHETS I. De achtbare heer Hieranymus Cyriacus Pyrrhus, dokter in al de rechten, emeritus der Hoogeschool van X, woonachtig te Brussel,op de kleine Zavel, nummer zóóveel, was juist opgestaan, had zijn morgentoertje in den tuin gemaakt, om te zien of de slek- ken alweêr de slade niet hadden doorgebe ten, en bereidde zich om te ontbijten. Het morgenmaal des heeren dokters stond in de voorzaal opgediend; althans zoo noem de men het vertrek, dat op de straat'uitzicht had. Voorzaalf/e dat had moeten zijn echten naam wezen; doch dat geeft nu eens weinig ter zake. Genoeg dat dafir de dokter zat. Zijn bril, beslagen door den morgendauw op den wasem der dampende koffljkan, bezorg den hem dien dag zijn eersten tegenspoed. De dokter had meer dan eens opgemerkt, dat, wanneer een bril des morgens beslaat, de drager van dat oogwapen den dag in allerlei tribulatiën overbrengen moet. Doch hij was een geduldig en gelaten man en vaagde nu ook met voorbeeldig geduld en gelatenheid den beslagen bril af. En dan heeft het Nieuwsbladje... overschot van gelijk. De arbeiders-kwestie opgelost! Daar waar ministers en bestuurders, geleer den en Staatsmannen schipbreuk leden, in het opsporen van de oorzaken der huidige krisis en hare doelmatige oplossing, daar heeft het katholiek orgaan van het arron dissement den juisten toon aangeslagen: de oplossing der sociale vraagstukken is bescho ren aan de Katholieke Wacht van IJperen 1 Nu is Minister Beernaert gered! Dit zal geschieden door lustige avondstonden muziekfeesten en dramatische vertoonin- gen en die moedige en dappere jong- heden aanschouwen zich in hunne ootmoe- dige zinsgesteltenisse als rijke beloond door een gulhartig handgeklap. Als 't maar daaraan liegt: Bravöööö! een driedub bel hip, hoerahvoor de Katholieke Wacht onzer stad! Zij heeft aan haar hoofd eenen moedigen groothertigen en ievervollen voorzitter. Hij is aan 't hoofd van een groot getal werklieden! Hij is veeleer de vader dan de meester van zijn werkvolk. Tiens, tiensü Het Nieuwsbladje bazuint overal de hoedanigheden uit van den tegen- woordigen voorzitter der K. W., den - groot hertigen Mijnheer Ernest Seys. Het vlecht hem kransen om het hoofd, en het vond geen woordje aanmoediging noch dank, toen de voormalige voorzitter en stichter der K. W., zonder trommel of trompet, van zijne bedie ning afzag. Voor den eenen voorzitter alles: loftuigin- gen en vleierij, en voor den anderen voor zitter (nu oud-voorzitter) niets, zelfs geen woordje dank voor de onschatbare diensten aan de goede zaak bewezen. O klerikale onpartijdigheid! O klerikale dankbaarheid! Twee maten en twee gewichten! Groot Nieuws. De plaatselijke rubriek van het Nieuws bladje is verdwenen en vervangen door eene letterkundige bijdrage Deur Yper. Juist gelijk in den Figaro de Premier Paris en in het Office de Chronique Bruxelloise. Alleenlijk in den vierden regel van Deur Yper komt er eene mestkarre aangere den, welke geheel den geur der rest bederft. Zijne jonge dochter, jufvrouw Liza, zat rechttegenover haar vader aan de ontbijt tafel. Zij was een schoon meisje: blond met bruine oogen, een welgevormd ieestje, en allerlieftalligste handjes en voetjes. Zij zelf had vaders ontbijt opgediend, terwijl de meid een kieken pluimde; en ook omdat ze wist dat vader 't graag had, dat zijn Lies- je-kind - hem oppastte; en ook nog meer, omdat haar vader zeker iets moest te zeggen hebben. Inderdaad, vader had iets te zeggen, doch zie! wonderlijk genoeg, dat iets kwam er niet uit, alleer de achtbare emeritus twee beten door zijn botherham gedaan had. Dan sprak hij Horresco referens! Welken verschrik- kelijken eetlust hebben wij vandaagLaat ons eten, zei Seneca, en hij at de man. Wat is er dan al aan ons dagorde, dezen morgen! Ha, ja, zeg eens, Liesje-kind, gisteren avond hebt gij geen al te helder gezichtje vertoond, noch geene opgeruimdheid laten blijken toen wij u het aangenaam nieuws kwamen aan kondigen. Zou vader zich soms vergist heb ben, en zou ons toezeggen aan den majoor u... weieens... h... niet... h... al te best bevallen?... Gij antwoordt niet, Liesje-kind? Neen vader.zei Liza. Doch de dokter scheen met dat niet ant woorden niet voldaan want hij vervolgde Daarmeê zijn wij geen iota wijzer, meisje Gij staat toe vader dat ik openhartig spreke? Toestaan Wel verdraaiddat eischen wij, steeds en overal... dus? Wat dit neuskwellend voorwerp daar ver richt, heeft het Nieuwsbladje zelf niet ver klaard. Durfde het maar.... Onnoozelheid. Het Nieuwsbladje heeft, in een van fier heid kroppend artikel: Toe Geuzen onvoorzichtig van gentsche schandalen ge schreeuwd. Ongelukkiglijk voor het god- vreezend pastoorsgazetje, zijn er kaloten in die zaak betrokken, en daar wij zoo vrij waren zulks onder het reuk orgaan van het Nieuwsblad te wrijven, komt het op zijne zokken af en vraagt ons, in openhertige on noozelheid, dat wij die kadodders zouden noemen!... Maar, onnoozelaar toch, meent gij dat we ezels en botterikken zijn, en dat we in dat potje gaan roeren, vooraleer het Gerecht het dekseltje afgenomen heeft? Wij nemen de vrijheid te denken dat gij, niet beter dan wij, over die zaak ingelicht zijt, en wilden we ons zoo naïef toonen als gij, we zouden u moeten vragen dat gij ons die geuzen noemet. Maar dat kunt ge nu niet, dat durft ge nu niet en dat zult ge nu niet! 't Is veel voorzichtiger. Klaar en duidelijk. Geen hardere dooven dan degenen die niet hooren willen. Onder hen bevindt zich het Nieuwsblad, dat per fas et nefas onjuiste dingen staande houdt en namelijk in zijn laatste Nr afkondigt: 't Is de tweede maal sedert nieuwjaar dat het Weekblad zoo moedig en ridderlijk zijne armzalige zin- spelingen intrekt. Waarvan akte. Hewel, wij geven u daar geen akte van; maar indien gij iets voort wilt staande houden, hoeft gij het ons niet te vragen. Wij trekken geenen volzin, geen woord, geene lettergreep, geen puntje op de i, in. Wij kunnen missen inaar ons geene eerkrenkende zinspelingen toe laten. In uwen haat tegen ons, hebt gij M. Hub. Brouwers aangespoord ons te vervolgen en die heer heeft zich bij ons aangeboden. Wij verklaarden hem onbevreesd dat artikel tje gemaakt of liever vertaald te hebben, en deden hem verstaan dat er daarin niets eer- krenkends was. En, alsof hij toch verdere opzoekingen doen wilde, heeft hij een onzer knechten daarover gesproken, die natuurlijk van niets wist en zijnen ondervrager naar ons terug stuurde. Het spijt ons wel dit te Liza draalde een poos, doch scheen zich plots te vermannen en ging traag en kalm voort: Dus... Vader ik ben er fier op, u altijd eene gehoorzame dochter geweest te zijn. Bene, bene! dat is antwoorden, dat hooren wij gaarne, bevestigde vergenoegd haar vader. Maar ik was ook steeds diep overtuigd, dat voor eene vrouw, in zake van huwelijk, hare eigene keus de eenige goede keus zijn kan. Mr Pyrrhus had juist zijn koffijkopje aan de lippen gebracht en stak die tot slurpen vooruit. Doch de laatste zinsnede deed hem dat kopje verbaasd nederzetten, met ietwat meer kracht dan noodig was. Tevens onder brak hij Wat!... wat belieft er u?... Ziedaar, vaderlief, mijne wijze van oordeelen, maar... Zij is geen' pijp tabak waard onder brak opnieuw de dokter. Ik bid u, beste vader, stoor u toch niet, ging Liza voort; ik wilde zeggen, dat uw wil mij steeds een plicht was, en het nog zal zijn. Haha! haha! dat klinkt wat beter, Liesje-kind! zoo meenden wij het ook; zeker, zeker!... En ziehier waaromjonge juffertjes van achttien jaar, zoo beminnelijk en zoo schoon als onze Liza... Wel vader, gij lacht met mij... Lachen! wel voor den donder niet! Kijk in den spiegel, meisje, kijk in den spie gel: nosce te ipsum!... Wij zegden dus: een jonge juffer van achttien jaar zoo bemin- moeten aanhalen, maar gij verplicht er ons toe door uw aanhoudend zagen. Het ver wondert ons zelfs dat M. Hub. Brouwers, altijd zoo ernstig, uwe slechte raadgeving wilde volgen. Laatste brok. De artikels van het Nieuwsblad en voor al ZIJNE MANIER VAN PENNETWISTEN hebben dus iets ongeregelds in zich, dat min of meer van den rechten weg afwijkt, en misschien voortvloeit uit eene verwarring in de boven kamer. Voortaan zullen wij het Nieuwsbladje behandelen met al de voorkomenheid, welke men aan zieke personen verschuldigd is. in Alles is om ter best het beste der landekens! Het klerikaal ministerie was er noodig om de algemeene kwijning, door de liberalen veroorzaakt, te doen ophouden en om het land eene welvaart en eenen voorspoed te schenken, die het tot nog toe nooit gekend had. Het klerikaal bestuur kwam, maar die eeuw van geluk en welstand bleef weg. De koophandel lijdt meer en meer; de nijver heid valt om zoo te zeggen, heel en gansch stil; Werkstakingen breken op alle punten des lands uit en overal staat men voor den gapenden kolk der volksopstandenen burger oorlogen; de landbouw kwijnt van langsom meer en de toestand van 't geboerte is niet meer uithoudelijk. Dat bewijst reeds genoegzaam dat, sinds onze meesters het bewind veroverd heb ben, alles herleeft, bloeit en in weelde baadt. Een ander bewijs van den gezegenden toe stand, waarin de klerikalen ons landeken gebracht hebben, wordt ons geleverd door de ontvangsten op de staatsspoorwegen. In 1885, dus een jaar na de aankomst van onze meesters waren die ontvangsten reeds veel verminderdmaar nu, in 1886, geraakt de maat vol. Binst de maand Maart alleen van 1886 brachten de ijzerwegen meer dan 300 duizend franks MIN op dan gedurende diezelfde maand van 1885, die dan reeds veel minder opbracht dan de vorige jaren. nelijk en zoo schoon als onze Liza moet (en wij steunen op het woord moet) geluk kig zijn. En om gelukkig te zijn, moet ze... trouwen... Ja, ja,trouwen! laat dat lippeken maar t'hnis. En om te trouwen, moet ze een goeden echtgenoot vinden. En om dien goeden echtgenoot te vinden moet ha, Liesje-kind, hier ligt de hic moet zede keus overlaten aan eenen raadsman, die de wereld tot op den grond kent gelijk de soldaat zijn broekzak, zou de majoor zeggen -ergode keus overlaten, zeggen wij, aan haren goeden vader, wien niets zoozeer ter harte gaat als het geluk zijner eenige doch ter, en die, met veel te leven, ook veel heeft ondervonden.... experienlia docel!... Jutvrouw Pyrrhus wist, dat haar heer vader een man van ondervinding was, en aan zijne hooge wijsheid en kennis van alle zaken had zij, zooals 't elk rechtgeaard kind betaamt, nooit getwijfeld. Daarom besloot zij met een half onderdrukten zucht: Ik heb u beloofd, vader, geene andere wet te zullen kennen dan uw verlangen. Goed zoo, goed zoo. Dat is dus eene geklonkene zaak. En om weêr tot ons uit gangspunt terug te keeren, zullen wij doen opmerken, dat uwe thesis van daareven in duigen valt. De basis deugt niet. Hoe wilt gij, dat men, uit eene kreupele basis, goede konsekwentiës afleide! Wij willen duidelij ker zijn. Primo: het grootste deel der jongelingen en jongejuffers beschouwen het geen hen gelukkig moet maken uit een verkeerd oogpunt. Zij snakken en verlangen steeds naar eenen hoop gekke beelden, welke zij, half slapende half wakende, voor HET WEEKBLAD 4.00 6-25 9-05 9-58/ Poperinghe-Hazebrouck, 6-50 12-07 6-25. Houthem, 5-30 8-20 11-16 5-20. Komen, 5-30 S-05 8-20 9-58 10-10 11-16 2-41 2-53 5-20 8-58. Komen-Armentiers, 5-30 8-05 11-16 2-53 8-58. Rousselare, 7-4510-45 12-204-10 6-30. Langemarck-Ostende, 7-23 12-22 3-58 6-22. Kortrijk, 5-30 8-20 9-58 11-16 2-41 5-20. Kortrijk-Brussel, 5-30 9-58— 11-16 2-41 5-20. Kortrijk-Gent, 5-303-20 11-16 2-41, 5-20. (i) door Si. - H. DE QUEKER. (l)'De dag- en weekbladen, die Eigen Keuze zou den willen overdrukken of vertalen, hebben zich te wenden tot den heer schrijver, Kolvenierstraat, 23, te Brussel.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1886 | | pagina 1