VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoneenblad.
EIGEN KEUZE
Eerste Jaar.
Zaterdag 3n Juli 1886.
Nummer 27.
IJzeren weg.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 4 fr. per jaar voor de stad. 4 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 2 fr. 50. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer.Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100.Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide "Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussol. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Vertrekuren van IJperen naar
Kouterij
over het laatste NIEUWSBLAD nummer.
Plaatselijk is werkelijk van kant gelaten
en definitief door Deur IJper vervangen
't is een middel, gelijk 'n ander, om te laten
denken dat er verandering in de redaktie van
't blad gekomen is. Deur IJper, is geheel
aan 't Weekblad gewijd. Welke eer voor
onsin het katholiek orgaan van 't arron
dissement eene bijzondere rubriek te heb
ben
Er gebeurden in het omliggende sedert een
paar jaar drie groote krachs, waarvan zeer
gesproken werd onder het volk, drie krachs,
zeggen wij, die hevig de openbare meening
prikkelden Gasteleyn-Vanden Berghe te
Meenen, Buyssens te Gulleghem en Capelle
te Watou.
Het Nieuwsblad, daarmede fel ongemak
kelijk, piepte niet eens en zweeg ze dood.
Wij hebben alleen van den laatsten krach
gesproken, daar de twee andere vóór het
ontstaan van het Weekblad plaats grepen.
Iedereen zal gemakkelijk begrijpen, dat wij
meer onze aandacht wijden aan zaken, die
in het omliggende gebeuren dan aan deze,
welke in een verlaten hoekje, langs den an
deren kant van Belgie geschieden, (al ware
het, zelfs te Bury of te Luny, het Nieuws-
bladje weet het zelf niet). Het gebeurde nu
dat wij niet gesproken hebben van zekeren
BRUSSELSCHE ZEDENSCHETS
door li.-M. I>E QUÉKËR.
(1® Vervolg
Ja, hernam hij, wij hadden ongelijk
ons te bedroeven. Vader zal aan u nog veel
genoegen beleven, niet waar? En geen de
minste schaduw van ongenoegen, niet waar?
Ja, ja, zoo zal 't zijn. En zoo trouwt gij met
den jongen heer Alfons, met den neef van
onzen goeden vriendden rijken majoor Ste
kel. Dus, een zeer welstellend jong mensch,
aangezien hij en zijne twee zusters ooms
paddeken moeten deelen. En daarbij niet
enkel geleerd, maar volleerd, ad unguem.
Kortom, of wij kennen er niets van, een
rara avis interris! O, maar gij hadt hem
moeten' hooren, toen hij zijne thesis verde
digde. Daar was vuur, daar was toon, daar
was klem: nu, 't was phenomenaal! In
gansch onze lange loopbaan hadden wij nooit
iets dergelijks bijgewoond. Nu, 't was phe
nomenaal! Van in de humaniora, toen hij
onze lessen volgde, bemerkten wij reeds dat
het een grond was, om er goud uit te delven.
Ja, hoe dikwijls hebben 't wij niet gezegd?
Stekel, zegden wij, houd een oog in
't zeil over dien kapoen: hij zal het verre
brengen! Ei, ja! de majoor wilde er een
officier van maken. Een officier van den
primus der humaniora! Risum teneahs! Een
wildzang als uw broeder Theodoor, goed zoo!
Maar mijnheer Alfons Delm een officier!...
Ha, ha, majoor, waar doolden uwe arme
zinnen? Nu, de jongen heeft den stekeligen
oom overpraat, hij is advokaat geworden en
hij heeft wel gedaan!
Marousé of Warousé, (is het een klerikaal of
liberaal?), die ievers in 't Doornijksche
slechte zaken zou gedaan hebben en daarom
een jaar verlof kreeg. Rap, gelijk het 'altoos
is, riep het bladjö: - He wel, Weekblad,
waarom zegt gij daar niets van? En wij
schreven dat wij alle deugnieterijen afkeuren
en laken, 't zij ze door liberalen of klerikale
kaloten geschieden; dat men wel gedaan
heeft eenen onrechtvaardigen beambte wie
het ook zij, te straffen; dat wij nooit eenen
kwaaddoener al ware hij zelfs een onschul
dig broertje van liefde, zouden bescher
men en bevoordeeligen, wanneer hij door het
Gerecht opgezocht wordt, iets dat in het
katholiek kamp nog al dikwijls gebeurt.
Da.t was klaar gesproken, maar het hard-
hoorend pastoorsgazetje schrijft opnieuw
Gij wilt niets zeggen omdat gij niét genoeg
ingelicht zijt. Hoe is 't mogelijk alzoo den
onnoozelaar uit te hangen en voor het lezend
publiek iets staande te houden, dat regel
recht met de waarheid, zelfs met den waar-
schijnelijkheid, strijdt? Na het bankroet van
Jan Capelle kregen wij uit Watou verschei
dene lange briefwisselingen over den krach,
met eene buitengewone oplage van eenige
bonderden nummers. Wij hadden dus geene
inlichtingen gezocht noch gevraagd; men
zond ze ons ongevraagd, verstaat ge dat.
wel, doof pastoors gazetje?
Van Bury of Luny, over Marousé of Wa
rousé, een kaloot of liberaal, zond men ons
niemendalle, en daarom hebben wij daarvan
ook niets gezegd men kan niet eischen dat
wij alle wereldgebeurtenissen in een klein
weekschrift bespreken 't Is maar het
Nieuwsbladje alleen dat het onmogelijke
vraagt. En dat kunnen we hem niet geven
Meet met de maat, waarmede gij
wenscht gemeten te worden, of Doe niet
aan een ander, hetgeen gij niet wilt dat
men u dede. Deze christene stelregels ver
dienen zeker wel in de hersenpan van 'n
katholieken gazetschrijver geprint te staan.
Zooals we daareven zagen, neemt het
Nieuwsblad het euvel op,dat wij over eenen
krach in 't Doornijksche niet ingelicht zijn.
Maar haar hart kloeg luid:
Ach mijne schoonste meisjesdroomen!
Nu, om voort te gaan, met de thesis die
wij hebben laten steken, wij zegden: tersio...
Dat tersio werd opnieuw den doorgang
belet door een kloppen op de deur der zaal.
De zestigjarige huisknecht Fideel, die nooit
anders voor het gelaat zijns meesters ver
scheen, dan met den pluimborstel in de eene
en den kleêrklopper in de andere broek-
teschtrad binnen en overhandigde den
emeritus eenen brief.
Zoo, wat is dat reeds?... vroeg Mr Pyr-
rhus zich af.
Fideel, neem mijn ontbijt weg... Ter
sio, zegden wij...
Liza, die vermoedde dat. achter dit koppig
tersio iets schuilde en daarbij Fideel als slim
en nieuwsgierig kende, legde haren vinger
op den mond en sloeg een blik naar den
knecht. M' Pyrrhus begreep dien blik.
Ha, 't is waar! zei hij, en bezag zijn on-
derhoorige met een beduidend professorsoog,
waaruit Fideel opmaakte, dat hij goed zou
doen eens te gaan zien of de zolder nog altijd
boven den kelder was.
Nu ze weêr alleen waren, brak de goede
vader den omslag des briefs open en ver
volgde
Tersio... Laat ons dat eens van wat
nader bekijken.... Goed zoo! van Dokter
Alkali, en dat met den vroegen morgen. Wat
Nu minister Thonissen (alias Fontein) heeft
een programma voor het ingangsexaam van
zijn Ministerie opgemaakt, dat overal luide
klachten deed opgaan, en in bijna al -de
vlaamschgezinde bladen besprokeD werd.
En liet Nieuwsblad drukt: Wij hebben de
gelegenheid niet gehad dit programma te
lezsn en te ontmoeten "in afwachting
dat wij de gelegenheid vinden om ons te
overtuigen. Maar jongen, als ge dat nu
nog niet weet, waar steekt dan uwevlaamsch-
gezindheid? En als ge over iets, dat alle
vlaamschgezinden weten, nu nog niet inge
licht zijt, waarom zijt ge dan zoo hard en
weinig toegevend jegens ons (die over Ma
rousé niet ingelicht zijn) Daar wij geene
reden hebben om te denken dat gij uwe
gewoonte niet volget, nemen wij aan dat gij
binnendrie weken de gelegenheid van
inlichtingen zult vinden.
Inderdaad, meer dan eens hebben wij bet
Nieuwsblad genoemd blad van het
Nieuws.... 3 weken achterna. En ziehier
een nieuw bewijs: Mijnheer Christiaen vader,
is te Passchendaele gestorven den 12 Juni,
en het Nieuwsblad meldt reeds zijn sterfge
val in het nummer van 26 Juni, dus 14 dagen
achterna, o rap ingelicht blad! En merk op,
vriend lezer, dat het Nieuwsblad dat sterf
geval met al de bijzonderheden als primeur
aan zijne lezers schenkt, juist gelijk zijn
feuilleton over Baekeland.
Seldermenten, van Baekeland gesproken,
er is hier ook iets te zeggen en te pluimen.
Aan die nieuwe uitgaaf (oorspronkelijke
legende van Baekeland), zegt het Nieuws-
blad, is er eene voorrede, die gelijk een
nieuw kapitel uitmaakt, en welke wij zon-
dag toekomende, ten deele toch, de lezers
van het Niemosblad zullen meêdéelenj)
Nooit is dat gedrukt geweesthet is den
eersten keer aan, dat het ter lezing aan-
genomen is, en de lezers van het
Nieuwsblad hebben eerst van al gelegen-
heid om er hennis meê te maken. Het is
alle dagbladen toegelaten die voorrede
y na te drukken. Nu is de Revue des
Hoe, vader, is mijn toekomende advo
kaat? vroeg Liza nieuwsgierig.
Nog schooner nu!... zei de oude heer,
eerst de handen in de armgaten zijner onder
vest brengende, ze vervolgens door de lucht
slaande, om ze heel kalmtjes op zijn koffi-
kopje te laten neerzinken; nog schooner
nu!... Heb ik het u gisteren niet op alle
toontjes gezegd
Ik was 't waarlijk reeds vergeten...
Zoozeer denk ik aan hem! dacht ze bij haar
zelve.
Ja, kind, en wees verzekerd dat hij zijn
gangje in de wereld maken zal, want. ver
geet het niet: sol lucet omnibus.!
Dat is iatijn vóór mij, onderbrak zij,
zich niet bekreunende te weten wat het voor
anderen was.
De jonge heer heeft talent, geleerdheid;
hij is ernstig, deftig. Weet gij wel wat het
zeggen wil in de wereld: ernstig en deftig;
Liesje-kind? Daarbij, hij is... Nu, dat zult gij
zelf ook wel zien. Daarom hebben wij de
aanvraag des majoors toegestaan,en betrouw
u op ons, kind. Gij zult het gelukkigste
vrouwtje wezen sub sole, en uw oude vader
zal bet genoegen beleven een schoonzoon te
hebben, die zijner waardigis. Gij begrijpt dit
heel wel, niet waar. Ik wed dat het voor
uitzicht u reeds gelukkig maakt.niet waar?
Ja, vader, volkomen gelukkig, was
haar wederwoord.
Deux Mondes paf geslagen! Onder ons,
konfratertje, weinig dagbladen zullen gene
gen zijn die oude vod over te nemen, omdat
er misschien geene zijn, die maar zulk gedacht
van hunne lezers hebben. Van Baekeland
vertellen, een afgezaagd historietje dat hon
derd jaar oud is, 't is om te stikken van
lachen.... en medelijden.
Waarom kondigt gij de boetpsalmen van
David niet af als feuilleton? Dat ware zeer
belangrijk voor pastoors-meiden en wijwa-
terdibben.
En dan die kroppende pretentieDat
extraordinaire feuilleton n° 1 krielt van
fouten tegen de spelling, en iaat geene advo-
katen- noch inspekteurspen verraden.
Zoudt ge wel gelooven, vriend lezer, dat
de Nieuwsbladschrijver de geheimen van
minister Thonissen kent Luister .- Wij
denken genoeg minister Thonissen te ken-
nen, om overtuigd te zijn, dat indien
dergelijke onrechtvaardigheid in zijn
- ministerie geboekt stond, liij ze zou doen
verdwijnen! Ja? zoo intime met uwen
Meester Daar zal zeker wel een avance-
ment aan vast zijn, om die goede Mijnheer
Thonissen zoo ridderlijk verdedigd te hebben.
De Nieawsbladschrijver is dus de vriend,
de kennisse- van Thonissen. IJdelheid en
praatjes!
Wij moeten bekennen dat het processie
vaantje argumenten bezigt, waar er niets valt
op al te dingen. Want, als de konfrater be
merkt, dat eene zoogezegde wederlegging
hem te verre leiden en te veel inkt en speeksel
kosten zou, trekt hij zich uit den slag met
dergelijk geraas verdient geen antwoord
of hetgeen gij ons vraagt is volstrekt geen
besprekinge weerd. C'est celaadvokaten
logiek, waarbij men wil zeggenIk trek
mij dat niet aan, 't is le klein voor mijn
machtig brein hetgeen men aldus vertaalt:
Er is geen uitkomen aan
Iedere maal wij van de Jonge Wacht spre
ken zwelt ons vlaamscli katholiek orgaan
van gramschap, maar wil om den duivel niet
heeft die weêral uitgevonden? De kerel beeldt
zich in, dat hij het perpetuum mobile in
zijn vestzak zitten heeft... Hezoo! nu nog
beter!...
Hij las:
Dr Alkali ware zijnen hoogachtbaren
kollega ga maar opmanneken Wij
weten hoe zwaar uwe titels wegen zijnen
hoogachtbaren kollega, Dr Pyrrhus, zeer
verplicht, zoo Dr Pyrrhus hem met een
bezoek vereeren wilde, hijzelfDr Alkali
ietwat lijdend zijnde. Hm! uw schrijf
trant riekt naar de reageerbuis, beste kolle
ga. Doel: inlichtingen nopens eene belang
rijke kwestie over het oude Rome.
Met eene niet te begrijpen verbazing voor
zulk een ondervindingrijk man, liet de hoog
gestrenge dokter den brief vallen terwijl hij
uitriep:
Over 't oude Rome Haba Wij
staan stom!
Is mijnheer Alkali naar Rome vertrok
ken, vader? vroeg zijne dochter tamelijk
naïef.
Neen, kind, wij gelooven vast, dat de
stugge grinnikker de geschiedenis van Rome
in zijne kookflesschen wil analizeeren. Wij
staan stom, wij staan stom! Wat hebben hij
en zijn scheikundig kraam met Rome van-
doen? Ha, ha, ha! dat belooft aardig te zijn.
Schoenlapper, schoenlapper, ne supra cre-
pidam! Gij wilt hooger dan de pantoffel,
vent! Nu dat moesten wij nog beleven en
belacben, in onze oude dagen. Kom, wij gaan
er naartoe... O, die menschelijke verwaand
heid kent geene palen meer.Lizaals
mijnheer de majoor en zijn neef... Doch
neen... Wordt voortgezet).
HET WEEKBLAD
j Poperinghe, 6r50 9-09
4-00 6-25 9-05 -
- 10-00 12-07 3-PO
9-5S.
Poperinghe-Hazebrouck, 6-50 12-07 6-25.
Houthem, 5-30 S-20 11-16 5-20.
Komen, 5-30 8-05 8-20 9-58 10-10 11-16
2-11 2-53 5-20 8-58.
Ivomen-Ai'mentiers, 5-30 8-05 11-16 2-53
8-58.
Rousselare, 7-45 10-45 12-20 4-10 6-30.
Langemarck-Ostende, 7-23 12-22 3-58 6-22.
Kortrijk, 5-30 8-20— 9-58—11-16 2-41 —5-20.
Kortryk-Brussel, 5-30 9-58 11-16 2-41 5-20.
Korti'ijk-Gent, 5-30 3-20 11-16 2-41, 5-20.
i
iff J.
f
P.ft
V