STADSNIEUWS. zeggen, waarom het in die sociëteit waai de jongheden met eigen centen boeren over eenige maanden zoo zwart, zoo pikzwart zat, en waarom men den heer Voorzitter van destijds, door eenen groothertigen, moedi gen en ievervollen man vervangen heeft. Zeg eens Nieuwsbladje, had de eerste voor zitter misschien al die hoedanigheden niet? Allons, un bon mouvement, een woordje uitleg, asje belieft? Fiat Lux! Eindelijk draait het Nieuwsblad rond den pot, en herneemt ons schrijven nopens Watou met hier en daar een woord te veranderen, natuurlijk.... om alzoo van een feit te ge wagen dat in dezelfde voorwaarden, of nage noeg dezelfde, in onze omstreken zou gebeurd zijn. Maar dat is zoo geheimzinnig verteld, zoo nevelachtig voorgesteld dat wij niet we ten waaraan ons houden. Wees zoo bloot- hertig niet, Nieuwsbladje, en speel open kaart op tafel. Toe, jongentje, daar vele libe ralen van IJperen, volgens uw zeggen, uwe handelwijze goedkeurden, ge moet niet be schaamd zijn. Doch door het zoodanig met doekjes te omwinden zou het wel kunnen gebeuren dat gij alleen maar een groot gedacht hebt over die zaak, gelijk met uwen feuilleton van Baekeland De Reserve. Onlangs, op de laatste bladzijden van het Staatsbladzonder den minsten zienlijken titel, schoof men heimelijk twee eindjes van besluiten, die door niemand zouden ontwaard geweest zijn, hadde de drukpers ze niet op gespoord tot groote teleurstelling van hem, die ze daar zoo wel verborgen had. En eindelijk werd er zaterdag 11. aan al de militaire overheden en aan de distriktbe- velhebbers eene onderrichting van zestien bladzijden gezonden, die niets anders behel zen dan de volledige inrichting der nationale reserve. Plet land zal de handelwijs beoordeelen, die men gebruikt heeft om, bij middel van heimelijke wegen tot het doel te komen, dat men niet openlijk durfde betrachten. Ziehier nu, volgens de Nation, het begin sel, op welk men zich voortaan steunen zal om de verschillige mannen, die deel maken van de binnengeroepene militieklassen, op het tegenregister in te schrijven, alsook om de manschappen onder de verschillige een heden van het leger te verdeelen. De werkzame bataljons van het voetvolk zijn door de zeven eerste klassen der regi menten gevormd. De vierde bataljons zijn uit de zes laatste klassen samengesteld. In geval het leger marschvaardig gemaakt wordt, het vierde bataljon van ieder regiment verdeelt zich in tweeën en stelt een vijfde bataljon daar, onder het bevel van den majoor des depóts (wapenhuis). De 4e en 5e bataljons kunnen vereenigd zijn, onder het bevel 'van den luitenant-kolo nel,'om een reserve-regiment te vormen. Reserve-regiment! liet woord is er; wij zijn het niet, die het erbij voegen. Om het in tweeën splitsen van het 4e ba taljon te vergemakkelijken, ieder zijner compagnien vormt een tweede compagnie, die hetzelfde nummer bis draagt. Iedere dier acht compagnien lieefc haar afzonderlijk bestuur. Elke der huidige compagnien onderhoudt in vredestijd de mannen in soldij van de compagnie bis van hetzelfde nummer. Is het klaar genoeg? Daarop volgt eene kleine berekening, die voor onderwerp heeft het in tweeën splitsen van zekere bataljons der karabiniers. Aan de beurt van 't peerdevolk nu. De vijf huidige eskadrons van ieder regiment worden door de zeven eerste jaarlijksche lichtingen gevormd. De 8e, 9® en I0e lichtingen vormen een vijfde eskadron bis, dat bestuurd wordt dooi den nieuwslijks aangestelden kapitein be velhebber; een of twee bedienden zijn ter beschikking gesteld van die officieren om boek te houden. De mannen der 11® -n 12e lichting van elk regiment peerdevolk vormen, bij den trein, een peloton, dat met een bijzonderen dienst belast is. De acht alzoo gevormde pelotons stellen eenheden daar, die, in geval van marschvaardigmaking, door acht kapiteinen van 't peerdevolk bestuurd zijn, welke tot het regiment belmoren, waarvan de ruiters voortkomen. Ten einde de officieren van 't peerdevolk aan dien oorlog'sdienst te gewennen, zal een kapitein per regiment, ieder jaar, de ruiters vergezellen, die bij de kanonniers gezonden worden om er de bijzondere onderrichting te ontvangen nopens het geleiden der rijtuigen en het optuigen der trekpaarden. Daarna volgen andere schikkingendie enkel het gevolg der voorgaande zijn. Voor de veld kanonniers zijn de vliegen de batterijen van het le en het 3° regiment uit de acht jongste lichtingen gevormd. Den ln October van elk jaar gaan de mannen van de 9e lichting dier batterijen tot de reserve batterij dier regimenten over. De mannen der 1®, 2°, 3® en 4e batterijen van het 1° regiment en der 21e, 22e, 23® en 24® batterijen van het 3® regiment gaan weder zijds over in de 9e en de 29 reserve-batterij en deze der andere batterijen dier regimen ten wederzijds in de 10e en de 30e reserve- batterij. De vliegende batterijen van het 2e en het 4® regiment zijn ook samengesteld uit de acht jongste lichtingen: hunne 9e en 10® lich tingen gaan tot de reserue-batterijen der 2® en 4e regimenten over, en hunne lle, 12e en 13e lichtingen in de r-esezre-batterijen der 6® en 7® regimenten. De vier batterijen te peerd begrijpen enkel de zeven eerste lichtingen. De andere lich tingen gaan tot de reserve-batterijen hunner regimenten over. Voor de beleg kanonniers zullen de tien eerste militieklassen voortaan de werkzame beleg batterijen daarstellen. Den 1" october van elk jaar gaat de 11® klas van de werk zame batterijen tot de reserve- en depót-bat terijen over, in welke zij eenvormiglijk zal verdeeld zijn. De lle, 12® en 13® klassen zullen van deze laatste batterijen deel maken. De reserve en depót-batterijen der beleg regimenten zullen met twee pelotons ge vormd zijn, die elk een afzonderlijk bestuur hebben gaan. De mannen in soldij van het 2e peloton zullen voor't onderhoud bij het 1® peloton geplaatst worden. Zoohaast de marschvaardigmaking afge kondigd wordt, splitsen de reserve- en de pót-batterijen zich in tweeën en vormen, in elk regiment, vier reserve- batterij en. De kader dier batterijen zal door officieren der toepassingsschool, die van af den vredes tijd aangeduid zullen worden, aangevuld worden. Nu volgen er eenige schikkingen nopens het in tweeën splitsen der bijzondere kanon niers compagnien en het trein bataljon. De depót van den trein zal uit twee pelotons bestaan, die, gelijk de pelotons der werkza me compagnien, elk een afzonderlijk bestuur hebben zullen. Het eerste peloton zal den eigentlijken depót daarstellen; het tweede peloton zal ouder het bevel staan van den nieuwelijks aangestelden kapitein van 2e klas. Daaromtrent dezelfde inrichting voor de genie. Daar ook is, op 't oogenblik dat het leger marschvaardig wordt, de kader aange vuld door onder-luitenanten der toepassing- school. De omzendbrief eindigt door het blootleg gen der overgangsmaatregelen. Het zijn de minst belangrijke niet. De bestuurlijke eenheden van nieuwe vor ming zullen op 1 juli naaslkomende samen gesteld zijn. Seffens zullen er onderrichtin gen volgen nopens het houden van het bestuur en den aankoop der noodige registers. Ten einde te vermijden dat de mannen dei- klas van 1873, die op ln october naast de 14° lichting zijn zalin de tegenregisters te moeten inschrijven, zal de inschrijving der afgedankte klassen in die registers enkel op dien datum plaats hebben en zoo vervolgens voor de verschillige klassen ongelukkigen, die, op 't oogenblik dat zij denken zullen hunne schuld aan het vaderland betaald te hebben, een nieuwen dienst gaan moeten aanvangen. De mannen, die tot de afgedankte klassen behooren, zullen op ln october gewapend zijn, maar hunne wapening mag van nu af gereed gemaakt en in de magazijnen der korpsenvolgens bestuurlijke eenheid en militieklas gerangschikt zijn, opdat de uit- deeling ervan vergemakkelijkt weze in geval van marschvaardigmaking. Meent gij dat het al is? Geenszins. "Later zullen er maatregelen voorgeschreven wor den om het kleeden dier mannen te verze keren. En nu, open maar de Annates parlemen- taires en lees die zitting, waarin generaal Pontus zijn officierswoord verpandde, dat er geenszins van reserve kwestie zijn kon in de wijzigingen, die hij aanbood. Het land zal oordeelen! Do drie leden van Vlaanderen. Onder bovenstaanden titel vinden wij in de Brugschen Beiaard 't volgende artikel, dat onze stad raakt en daarom ook in een ijpersch blad zijne plaats verdient: Zoo noemen we de drie sterren onzer middeleeuwsche grootheid: Gent, Brugge en IJperen. Zoolang het Vlaamsche leven daar jeug dig blijft is Vlaanderen niet verloren. Nochtans als deze drie steden niet ver- fransclit zijn tot op het been, dan is 't de schuld niet der franskiljons. Sedert 1830 hebben deze, gedurende eene halve eeuw, als onbetwiste meesters die steden geregeerd en onderwezen... in, met, door en om het fransch. Indien het hemelscg mogelijk ware eene Vlaamsche stad te verfranschen, dan zouden Gent, Brugge en IJperen heden ver- franscht, ja, geheel Fransch zijn. Dat zij het niet zijn, bewijst hoe machte loos het fransquilionism is en hoe misdadig de liberalen zijn geweest, die aan 't frans- quiljonism medehiepen, van aldus eene halve eeuw lang de ontvoogding van het Vlaamsche Volk te hebben belemmerd, verduisterd, tegengewerkt, onmogelijk gemaakt! Daarom ook is Vlaanderen heden clericaal En onze drie groote steden zijn waarlijk niet verfranscht, als men ze verder, dieper onderzoekt dan de dungezaeide hoogere bur gerij, waartoe ook al de ingewekene Walen en Franschen behooren, die onze gewesten niet te slecht achteden om er winst te komen zoeken en goede cier te maken. Dat Gent, Brugge, IJperen nog door en door Vlaamsch zijn dat bewijst de statistiek der laatste jaren (1880). En men mistrouwe die statistiek niet, want zij is onder leiding van M. Rolin, meer tegen dan voor de fla minganten gemaakt. Wij gaven reeds die van Gent. wij her halen ze: GENT heeft eene bevolking van omstreeks 12o'Ó00 inwoners. Op dat getal spreken Vlaamsch alléén 101.191 id. Spreken Fransch alléén 2,332 id. Vlaamsch en Fransch 20,138 id. De rest spreekt vreemde of nog geen talen. Dus 121,329 inwoners van Gent spreken. Slechts 2,332 spreken Fransch alléén. BRUGGE heeft eene bevolking van 45.501 inwon. Opdat getal spreken Vlaamsch alléén 34.148 inwon. Spreken Fransch alléén 767 id. Vlaamsch en Fransch 6.773 id. De rest spreekt vreemde of nog geen talen. Dus 40.931 inwoners van Brugge spre ken Vlaamsch. Slechts 767 spreken Fransch alléén. IJPEREN heeft eene bevolking van om streeks 16.000 inwon. Op dat getal spreken Vlaamsch alléén 11.211 id. Spreken Fransch alléén 430 id. Vlaamsch en Fransch 3.254 id. De rest spreekt vreemde of nog geen talen. Dus 14.565 inwoners van IJperen spre ken Vlaamsch. Slechts 430 spreken Fransch alléén. Als men die cijfers beschouwt en er over nadenkt; als men in het oog houdt dat daar de uitslagen zijn van 56 jaren ver- fransching a outrance in de verlichtste steden van Vlaanderen, en dat aan die ver- fransching heel de wetenschappelijke, zede lijke, maatschappelijke en politieke opvoe ding van het volk werd opgeofferd, moet men zich dan nog verwonderen dat het Fran- sche liberalisme in de Fransche gewesten geene wortelen geschoten liebbe en thans door het eers'e onweer weggevaagd wordt? Moet men zich verwonderen dat de cleri- calen succes gehad hebben bij het Vlaamsch- sprekende Volk,door zich van het Vlaamsch, oh! zelfs van het plaatselijke patois te bedie nen om de Vlamingen te verstompen en tegen het fransche, onbegrepen en dus mis trouwde liberalisme op te jagen; terwijl zij de hoogere klassen in hunne collegien voort ver franschten, om ze van liet volk afgezon derd te houden. En zal iemand dan nog aarzelen te be kennen dat er weldra in Vlaanderen geen hoegenaamd liberalisme meer zal zijn, zoo dit liberalisme niet echt nationaal, niet Vlaamsch en vrijzinnig, niet Clauwaert en Geus is te zelfder tijd, en in dien geest dap per werkzaam wordt? Aan de franschgezinde liberale pères de famille's vragen wij nu ook in vertrouwen Voor wie moet het onderwijs zijn, lager, middelbaar en hooger, voor de Vlaamsche algemeenheid., voor de beschaving, de ver lichting, dus dè liberaliseering van het heele volk, ofwel voor die kleine minderheid, die, alleen uit modezucht, zich opsluit in het fransch? Dat het gezond verstand ons antwoorde Klerikale menschiievendheid. De Avenir de Courlrai geeft ons nog nieuwe en stichtende bijzonderheden nopens het «afschuwelijk schandaal van Harelbeke.» Woensdag, 23 Juni, binst de zitting van den gemeenteraad, vroeg een raadslid wat men aanvangen gaat met de bedlegerige wereldlijke ziekendiensterin geval deze voor den 1" Juli niet genezen is. Weet gij welk ongelooflijk antwoord men aan dien raadsheer gegeven heeft? Zie het hier letterlijk: Zoo zij dan nog niet genezen is, zal men haar naar het ouderlingen gesticht vervoeren-, daar moet zij maar zelve de onkosten betalen. Het is nog niet al. In dezelfde zitting was er een dier raadsleden die heldhaftig genoeg was om de wereldlijke ziekendien sters voor fotsen uit te maken. Het is heel mooi voor die brave kleri- kaaltjes, die zoo hoog loopen met hunne kristelijke goedertierenheid en die zoo luide boffen durven met hunne naastenliefde. Ja, 't is allerwelsprekendst. De goddelijke gerechtigheid. Inde kerkte X., gemeente van een der departementen uit het oosten van Frankrijk, had er Zondag 11., binst de hoogmis, een zeer aardig voorval plaats. De pastoor der parochie, de heer Z., een der onverdraagzaamste priesters, die ooit bestonden, was reeds een halfuur in den stoel der waarheid en donderde er tegen de goddeloosheden dezer eeuw, met dat wrokkig geweld, dat de eenige grondregel schijnt te zijn der welsprekendheid van onze heden- daagsche geestelijken. Het sermoen, of beter de schimprede dreigde nog lang te duren, toen de pastoor deze ongelukkige zinsnede uitgalmde: Ha! past op, ellendige zondaars! Beeft voor den Eeuwige! Zijne slagen zijn soins zoo onverwachts als schrikkelijk. Hij kan dezen op 't oogenblik treffen, die door zijne vele zonden de goddelijke goedertierenheid uitgeput heeft. Weest altijd bereid om voor dien ge- duchten rechter te verschijnen. Wie zegt er u, dat hier in deze kerk zelve, o versteende zondaars! niet een onder u het voorwerp zijner rechtveerdige wraak zijn zal, die zich zonder onderscheid uitstrekken kan tot De heilige man had zijne zinsnede nog niet geëindigd, wanneer de preekstoel met eene wonderlijke gepastheid een schrikwekkend gekraak instort en den rampspoedigen rede naar onder zijne puinen als begraaft. Hij is er gelukkiglijk nog van afgekomen met een mooi getalleke kneuzingen, die, Goddank, alle zonder ernstig gevaar zijn. Maar toen de eerste stond van schrik voor bij was, kunt ge wel peinzen of de parochia nen hebben moeten lachen. De zedeles van dat rampspoedig maar koddig voorval, 't is dat de heef- pastoor Z. dien zondag eene heel schoone gelegenheid gevonden heeft om te... zwijgen. Het Journal dYpres heeft in een tijd verloop van twee maanden, een half dozijn keeren gesproken van de omheining rond den square, bij de S' Maartenskerk. Waar mede rechtsgeleerden zich bezig houden! Doch, vergeten wij niet dat de onbeduiden- ste zaken soms de grootste verstanden in werking brengen, en dat al hetgeen het Stadsbestuur rond de S' Maartenskerk ver richtte, in het Journaltje besproken werdt als uitsluitend gedaan zijnde om de zwartjes te vervelen (pour embêter les curés). Als het regenwater na eene geweldige stortvlaag in de kerk loopt, 't is pour em bêter les curés-, wordt de square met stek kerdraad afgesloten, om de honden en straatjongens af te houden, 't is nog al pour embêter les curés. Wel hemelsche deugd, 't Is jammer van uwe curésZijn ze van suiker, dan? En, als er bij geval daar de slippen van hunnen zwarten rok ge scheurd hebben, zij moesten er maar zoo dicht niet tegenloopen: De Vandenpeere- boomplaats is immers breed genoeg! Wij zullen daar nooit onzen jas beschadigen, omdat wij langs daar geen zaken hebben, dewijl wij van geen kerktheaterspel hou den. En ware ik in de plaats van schepene Leleup, ik plaatste er nog meer stekker draad, zelfs eene dubbele rij, om den schijn niet te hebben aan de jerimiaden van het Journal toegegeven te hebben. Benoemingen. In het Staatsblad van Zaterdag vinden wij verscheidene kolommen gevuld met be vorderingen, door de heeren officieren van het leger verkregen. Onder de heeren officieren van ons garni zoen bemerken wij de volgende: De heer Soete, luitenant officier-betaalmeester, is bevorderd tot den graad van kapitein-kwar tiermeester. De heer onder-luitenant officier betaalmeester Devos is luitenant benoemd. De heer Vanraes, hulp-geneesheer, is bijge voegd geneesheer benoemd. Hij blijft aan de ziekenzaal dezer stad gehecht. Burgerwacht. Zooals wij het reeds aangekondigd hebben, zal morgen, 4" dezer, om Ï1 ure voormiddag, onze Burgerwacht op het Minneplein ver gaderen, om zich van daar naar de Groote Markt te begeven, waar de heer majoor bevelhebber tot de wapenschouwing over gaan zal. Vervolgens zullen de burgerdecoratiën, aan de heeren kapitein Myle en luitenant kwartiermeester Van Eeckhout onlangs toe gestaan, bij die gelegenheid officiéél ter hand gesteld worden. Zondag, in de processie die onze straten doorliep, op de klinkende marschen der Blauwe Kousen, waren er verscheidene kinderen van liberalen tegenwoordig, en t was niet ongemeen hier en daar een vaan del bij 'nen liberaal te ontwaren, 't Is eene zwakheid, welke die personen begaan uit menschelijk opzicht en bij gemis aan karak- tersterkste, vooral in die huisgezinnen, waar het vrouwtje den man bij den neus leidt. O goedzakkige liberalen, met de katholie ken op deze en andere wijzen of gelegen heden in de hand te werken, hebt gij niets voor onze eigene partij gewonnen, maar aan de klerikale partij zedelijke sterkte en luister door uwe medewerking bijgezet. Wees man, houdt u recht met on ver schrok-

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1886 | | pagina 2