STADSNIEUWS. Doch die belasting komt niet en zeker orgaan zou hemel en aarde doen beven om die rechten te krijgen, niet wetende dat het brood, waarmede de arme stedelingen schier uitsluitend leven, daardoor in groote verhouding zou duurder worden. Dien nood onder de steedsche volksklas, noemen deze groote verstanden bescherming van den landbouw.... (en profijt der klerikale eigenaars). Dat men oordeele. Nog een Notaris. De korrektioneele rechtbank van Nijvel (Brabant.) heeft verledene week den notaris Minne, die een der leiders van de klerikale partij der streek was, voor talrijke schelme rijen tot vier jaren opsluiting veroordeeld. Die brave heer heeft op de uitspraak van den rechtbank niet gewacht om zich uit de voeten te maken. Sinds eenige weken reeds was hij naar Roumelie vertrokken Gemeenteraad van Siperen. Zitting van 3 Juli 1886. Zijn aanwezig: De heeren L. Yanheule, Burgemeester-VoorzitterH. Bossaert en Ch. Leleup,Schepenen; Ridder Gust.de Steurs, A. Soenen, Theoph. Cornette, A. Brunfaut, A. Beaucourt, E. Gaimant, P. Vermeulen, Osc. Poupart, Edm. Van Alleynnes, Em. Verschaeve, Ferd. Van Daele, Raadsheeren; M. Gorrissen, Sekretaris-, De zitting wordt om 5 ure 10 minuten geopend. Na goedkeuring van het verslag, maakt de heer Voorzitter bekend dat, tengevolge der verzending aan den Schepenenraad, voor onderzoek en verslag (zitting van 9 Mei 1885) van eenen brief van 't gemeentebestuur van S'-Jan, betrekkelijk het kasseileggen of de bestrating van de zoogezegde Groenestraat die de steenwegen van Zonnebeke en Lange- marck verbind!, en van een smeekschrift der bewoners van de Potyze, nopens 't zelfde onderwerp, de heer de Posch, onder-inge nieur van den technischen dienst der pro vincie, geraadpleegd geweest is over de te doene werken om die vraag in te willigen en over de uitgaven, die er uit voortvloeien zouden. Volgens het plan door dien bediende opge maakt, is de geheele lengte van dien weg 898 meters, waarvan 334 met. op 't IJpersch en 564 met. op 't S4 Jans grondgebied. De geheele uitgave zou tot 27,975-00 fr. beloopen. De aandeelen in de aanleggingskosten zouden 3/8 voor IJperen en 5/8 voor S' Jan zijn. De Raad verzendt het aan de 3e commissie, in wier bevoegdheid het opzicht over de openbare wegen valt. Verder wordt er lezing gegeven van een verzoekschrift, doorwelk ongeveer 150 inwo ners van IJperen den Raad bidden van bij de Nationale Maatschappij der buurtspoor wegen gestadig te willen aandringen, ten einde de aanvaarding te bekomen van de rechtstreeksche buurttrarnlijn, die deze stad met Veurne zal verbinden. De Raadsheer Verschaeve stelt voor dat verzoekschrift aan de bijzondere commissie, die met het onderzoek dier kwestie gelast is, te verzenden. Dat voorstel is aangenomen. den verkoren jongeling harer liefde, kunnen zij het hoofd laten rustenaan zijn liefdevol hart drinken zij met volle teugen balsem voor de droefheid,levenslust en lijdensmoed. En Liza?... Ach!... Haar vader heeft haar geleerd, de slavinnen uit de tijden der bar- baarschheid te beklagen, en zie!.... in volle negentiende eeuw, wat doet hij anders, dan zijne eenige dpchter, zijn jongste kind den stempel eener nog meer vernederende sla vernij op het voorhoofd drukken Want zij ten minste is vrij geboren want zij heeft de vrijheid, van kindsbeen aan, leeren liefheb ben. Hij bemint haar, dat is zéker!.... En daarom werpt hij haar in de armen van eenen man, wiens naam zij geen tienmaal in tiaar leven hoorde noemenvan eenen man, dien zij nooit gezien heeft; die haar natuur lijk niet meer bemint, dan zij hem bemint; dien zij bovendien nooit zou kunnen noch... willen beminnen.... Gelukkige dagen harer kindsheid,waarom zijt gij zoo snel vervlogen? Waarom heeft zij sinds lang haar hart niet weggeschonken Hadan toch zou zij iets tegen die willekeurige beslissing hebben in te brengenWaarom klopt er ook, in haren boezem, zulk een vrijheidslievend hart, dat van verontwaardiging dreigt uiteen te spat ien, bij de enkele gedachte aan huwelijks- Kvang. Een gedwongen huwelijk O, het igt haar eene koude huivering door merg been Wordt voortgezet). De heer Voorzitter deelt aan den Raad mede A) Eenen brief van 9 Juni 11., door welken de weduwe Peirsegaele vraagt om de gronden te koopen, waarop haar huis en hare maga zijnen gebouwd zijn. Hij stelt voor het onderzoek dier kwestie te verdagen tot dat de Schepenenraad een geheel bestemmingsplan van de gronden, die bij de statie aan te leggen zijn, aan den Raad heeft kunnen onderwerpen. De heer Vermeulen meent dat het voor- deelig ware dien grond, die toch maar een nietsbeduidenden pachtprijs opbrengt, te ver- koopen. De verkoopprijs, door de stad ge plaatst, zou een veel hoogeren intrest op brengen dan de cijns nu door de weduwe Peirsegaele betaald. Andere Raadsheeren, en vooral de heer Voorzitter, zijn van gevoelen dat de stad wijzelijk handelen zal met dien grond niet te vervreemden, die misschien onmisbaar zijn zal in geval de statie vergroot wordt. De Raad deelt deze zienswijze en verdaagt alle beslissing nopens bovengemelde vraag. B) Eenen omzendbrief in dagteekening van 21 Juni laatst, doorwelken de heer Gouver neur der provincie vraagt om welke reden het Gemeentebestuur van gevoelen was de overeenkomst voor het ondernemen der gas verlichting met den ouden begunstigde te moeten vernieuwen zonder tot de openbare aanbesteding overgegaan te hebben en vooral zonder acht te geven op de woordelijke voor stellen, die aan de stad door de Naamlooze Maatschappij voor verlichting van 't Midden punt, wier zetel te Brussel is, zouden gedaan geweest zijn. De heer Voorzitter doet opmerken dat hij, inderdaad, het bezoek van een vertegen woordiger van gemelde Maatschappij ont vangen heeft, maar dat niet een voorstel hem gedaan werd. Wat meer is sedert de ontvangst diens briefs is hij te wete geko men daD de Maatschappij van 't Middenpunt in der minne met verschillige Gemeentebe sturen onderhandeld heeft en dat de provin ciale Overheid zich niet schijnt bezig gehou den te hebben met het punt van te weten of die Besturen, ja of neen, een oproep aan de mededinging gedaan hadden. G) Eenen brief door welken de heer Van- neste, pachter der loten 2, 3, 7, 11, 12, 19 tot 46 inbegrepen (hetzij 20 heet. 65 aren 36 centiaren) maaigras die de westerwallen van de vaart vormen van af de voormalige Kaaipoort tot aan Boesinghebrug, eene ver mindering van pachtprijs vraagt, en ver klaart, in geval zijne vraag niet ingewilligd zijn zou, zijne pacht te willen vernietigen. De heer Voorzitter doet opmerken dat, volgens het art. 1 der lastvoorwaarden de verpachting' voor 9 jaren, die op 1 januari 1882 aanvang' genomen hebben, gesloten werd. Het recht van verbreking is enkel ten voor- deele der stad aangestipt geweest, die daar enboven er maar gebruik van maken kan op 't einde der 3 of 6 eerste jaren of' in gevai dat zij die gronden noodig hebben zou voor een openbaren dienst. De heer Vanneste heeft dus het recht niet van de pacht te vernieti gen. Na eene bemerking van den heer Vermeu len, zegt de heer Voorzitter nog dat de pachtprijs, 1465 franks, tusschen de stad en den belanghebbende vastgesteld, niet te hoog is en om reden der moeilijke gemeenschap met die gronden bepaald werd. De heer Vanneste kan enkel van zijne ver plichtingen ontstegen worden, dan wanneer de stad die gronden onder dezelfde voor waarden verpachten kan. Op voorstel van Schepen Bossaert is die zaak aan de 3e Commissie verzonden met bede om een haastig verslag. D) Eenen omzendbrief, in dagteekening van 26 Juni laatst, door welken de Maat schappij van 't Gemeentekrediet bekend maakt dat de Bestuurraad volgenderwijs de taks der jaarlijksche betalingen verminderd heeft, die door de gemeenten zullen te beta len zijn, welke deel zullen nemen aan de 29® leening die de Maatschappij in den loop van 1887 zal uitschrijven, te weten: Aan 4 voor de leeningen, die na 66 ja ren wedergegeven zijn; en aan 5 1/2 °/0 voor dezfe die na 33 jaren wedergegeven zijn. De heer Voorzitter doet de belangrijkheid van die mededeeling uitschijnen. De stad heeft aan de Godshuizen en aan het Weldadigheids bureel ontleend,en betaalt aan die besturen eeneninterest van 4 °/0 zonder dat er afkorting van' de schuld plaats hebbe. De voorwaarden door de Maatschappij van 't Gemeentekrediet voorgesteld, schijnen voordeelig. De Raad gelast de le Commissie met het onderzoek van dat voorstel en er verslag' over op te maken. De Raad beslist vervolgens, op voorstel van den Schepenraad, datde prijsuitreikingen aan de leerlingen der stadsscholen voortaan rond half-Oogst zullen plaats hebben,in plaats van op 't einde derzelfde maand. Daardoor zullen de vakantiën. die vroeger op 30 sep tember jeindigden, nu op 15 of 20 Septem ber einde nemen, behalve voor de bewaar- scholen en de keuken-werkschool,die enkel de eerste 8 en de tweede 15 dagen verlof hebben zullen. Het woord is daarna gegeven aan den heer Ridd. de Stuers, die lezing geeft van een vertoog nopens verschilllige .belangrijke werken. De achtbare Raadsheer steunt vooral op de bouwing van eene nieuwe statie, daar de huidige heel en ganscht onvoldoende is. Hij verwacht ook veel van het aanleggen van eene kom voor den schepenvervoer der vaart Leie-IJperlée, langs de statie. Hij denkt dat er schikkingen hoeven geno men te worden met het Bestuur van Brug gen en Wegen voor de gedeeltelijke verplaat sing der steenwegen naar Belle en Poperin- ghe. Zij zouden moeten opnieuw aangelegd worden op zulke wijze dat zij gelijkloopend en rakend zijn met de nieuw aan te leggen wandelparken, die de afgebroken vestingen zullen vervangen, om de schoone wandelin gen, die onze stad omringen, niet te onder breken. Hij stelt ook de verlenging der Elverdinghestraat voor tot aan de brug van den ijzerweg over de vaart. Hij uit vervolgens eenige opmerkingen nopens het plaatsen der nieuwe statie, de bestemming der gronden er bij gelegen, enz., enz. De heer Voorzitter doet opmerken dat de kwestiën, door den achtbaren Raadsheer behandeld, reeds het voorwerp der bekom meringen van den Schepenraad zijn geweest, die op dit oogenblik een geheel bestemmings plan van de statiewijk, met de bouwing der nieuwe statie verbonden, bestudeert. Ter dier gelegenheid geeft de heer Voor zitter lezing van eenen brief in dagteekening van 30 Juni laatst, door welken het Bureel der Koophandelskring ter kennis van den Raad brengt dat, op, het herhaaldelijk aan- dringen, de West-Vlaandersche Maatschap- pij met het gouvernement in onderhande- ling is met het doel aan de statie een nieuw ontvangstgebouw te plaatsen en er nieuwe en ruimere instellingen voor de koopwaren in te richten. De Kring verzoekt den Raad ook pogin- gen bij de zijne te voegen, opdat de stad eene statie bekome, harer waardig. De Raadsheer Verschaeve doet opmerken dat de Koophandelskring van gemelde onder handelingen bericht geweest is na gezament- lijke voetstappen bij het Bestuur der Maat schappij van Exploitatie en hij dringt er sterk op aan dat de Schepenraad de pogingen der bovengemelde Vereeniging rugsteune. De heer Schepen Leleup meent te weten dat de Staat bereid is nieuwe inrichtingen te bouwen, terwijl de Maatschappij schijnt te gelooven dat de vergrooting der huidige lokalen van natuur zijn zou verbetering te brengen in den toestand, waarover men zich sinds verscheidene jaren beklaagt. De heer Voorzitter is van gevoelen dat de stad alles in 't werk stellen moet om deze laatste oplossing te doen verwerpen, die en kel eene bewimpeling' zijn zou, waarvan de aanvaarding voor uitwerksel hebben zou de versieringsontwerpen van het stadsbestuur voor eeuwig te verdagen. De Raadsheer Cornette denkt te weten dat de technische dienst der Staatsspoorwe gen reeds de bouwing van eene nieuwe statie te IJperen als een werk aangeduid heeft, dat niet onbepaaldelijk mag verdaagd worden en dat een krediet van 100,000 franks in de begrooting is voorgesteld geweest. De heer Voorzitter verbindt zich voetstap pen te doen bij den heer Minister van Spoor wegen, om eene spoedigs oplossing der kwestie te bekomen. Hij legt vervolgens bloot dat, bij brief van 4 Juni 11. de heer luitenant-kolonel plaats bevelhebber de gemeenteraad verzoekt de zwemschool wel te willen ter beschikking stellen der troepen van het garnizoen den Woensdag en Vrijdag van elke week, van 3 tot 6 ure namiddag, in plaats van den Maandag van 5 tot 9 1/2 ure 's morgens en den Zaterdag van 6 tot 10 1/2 ure, zooals dat door het art. 3 van het reglement, door den Raad in zitting van 8 11. aangenomen, vast gesteld is geweest. Met het doel van te vermijden dat de Raad met nieuwe wijzigingen van gezegd regle ment lastig gevallen worde,' stelt de Sche penraad voor van een bijgevoegd artikel in te lasschen, waarvan de inhoud volgt: De dagen en uren, hierboven aangeduid, zullen, in geval van noodzakelijkheid, door den Raad van Burgemeester en Sche- penen mogen gewijzigd worden." Dat voorstel is zonder aanmerkingen goed gekeurd. De Raad neemt vervolgens, op voorstel van den Schepenraad, het programma aan der gemeentefeesten, door de daartoe aange stelde Commissie uitgevaardigd. Rond 6 ure stelt de Raad zich in geheime zitting. De oneenigheid in den Stadsraad. Uit overvloed van stof konden wij Zater dag laatst niet spreken over het geschil dat in den gemeenteraad heeft plaats gehad. Alhoewel ieder nu daarover zijn bescheid heeft en elk vogeltje zijn liedje zingt, willen wij toch eenige bedenkingen in 't midden brengen; al ware het maar uit gewetensont lasting. Geven wij den keizer wat den keizer toekomt. Is de liberale partij te IJperen sterk ge noeg om zulke krisis te doorworstelen is het nu het gepast oogenblik om ons te ver- deelen, onze krachten te verzwakken door inwendig krakeel? Zal onze partij daar iets bij winnen? Kunnen de eenen de anderen missen in den gemeenschappelijken strijd te gen den klerikalen vijand? En indien het antwoord Neen! luidt op al deze vragen, moeten wij met al de oprechte ijpersche liberalen, die het met den vooruit gang en de versterking onzer partij goed meenen, de ontstane verdeeldheid betreuren. Wij zijn voor de gevolgen bevreesd, welke er uit kunnen voorspruiten en wij begrijpen ten volle de ongerustheid waarin velen verkee- ren (veel oude ijperlingen.die hun leven lang het bestuur onzer schoone vaderstad in de handen der liberale partij zagen) over de onzekerheid van haar lot in de toekomst. Gelukkiglijk, dat wij nog vijftien maan den vóór ons hebben, en dat de tijd in zulke gevallen de beste balsem heeten mag. In- tusschen herhalen wij enkel den roep van de overgroote meerderheid der ijpersche liberalen: Eenheid! Eendracht!! Het huidig geschil is ontstaan in eene ge heime zitting des Raads en even was die geheime zitting geheven, of veel lieden wisten reeds wat er kwam te gebeuren. Het nieuws indien het zoo mag genoemd wor den breidde zich uit, reed op de tongen, en van mond tot moud, viel het in de kleri kale gazetten. Dat was brood op de plank voor hunne schrijvelaars, die bij het vertel len en bespreken der zaak, allerlei beden kingen en commentariën bijvoegden om den toestand nog zwarter af te schilderen,terwijl zij hartelijk in hun vuistjen lachten. Onze tegenslag is hunne vreugd en zij laten het blijken. Hier hebben wij veel van hen te leerendoen wij alléén onze zaken gelijk zijwant zij beter dan wij weten het vuil lijnwaad in famielje te wasschen. Zeer erge oneenigheden zijn, over een paar jaar (denken wij) in het tapmuziek, en on langs in de Katholieke Wacht uitgeborsten. He wel, hebben wij daar ooit het fijne van geweten? Er heeft daar geen haantje achter gekraaid en nu schijnen de klerikale gazetten beter ingelicht dan veel liberalen over onze eigene zaken. De allereerste oorzaak van het geschil ligt in de liernoeming van M. J. Iweins, aIs voorzitter van den bestuurraad der burger lijke Godshuizen. Wij verstaan genoeg waar om veel liberalen geen vrede hebben met M. J. Iweins, als voorzitter aan het hoofd zuiker belangrijke administratie als die der Godshuizen. Vooruit en vooral zou hij moe ten voldoening geven aan de overtuiging van de meerderheid onzer Raadsleden. Wanneer men hem vraagt zijnen invloed te gebruiken om aan de weesmeisjes der Elisabeth-school een degelijk onderwijs te verschaffen in onze uitmuntende kostelooze stadsmeisjesschool, zou hij moeten verstaan dat zulke gewichtige vraag van natuur is, zich zeiven (in geval van weigering) met de meerderheid des Raads overhoop te smijten. De heer Burgemeester vraagt, en wij met hem, dat die ongelukkige weesjes onttrok ken worden aan het eentonig kloosterleven, dat zij bij kinderen van hunnen ouderdom in. eene wereldlijke school onderwezen worden, dat zij eene opvoeding ontvangen, waardig van den tijd en van de toekomst, opdat er daar verstandige vrouwen uit opgroeien wars voor verkwezeling. In eene eerste stemming voor de mandaat vernieuwing waren er 7 JA, tegen 8 witte briefjes. Dit was voor M. Iweins genoeg te verstaan dat hij van gedacht moest verande ren op het hooger aangewezen punt, of zijn ontslag geven. Indien veel anderen zulken neus kregen van hunne lastgevers, zouden zij zich oogenblikkelijk terug trekken en de plaats aan iemand anders overlaten. Waarom heeft M. Iweins dit niet begrepen, hij, met zijne veelvuldige hoedanigheden welke het Journal dl Ypres hem toeschrijft?'t Is waar, M. Iweins ging over veel jaren, toen hij nog Procureur des Konings was, naar Brussel bij 'nen vreemden paap, de absolutie (kwijt schelding der zonden) zoeken, welke hem de pastoor van S4 Pieters, te IJperen,weigerde! 't Is nog waar, als M. Colaert, katholiek vertegenwoordiger van IJperen, een politiel' diner geeft, dat M. Iweins er ook tegen woordig isHet moet dus niemand vreem voorkomen dat het Journal d'Ypres M Iweins bewierookt, terwijl veel liberale geen redenen hebben om zulks te doem Da laat zich nog meer verstaan van het kleri kaal bladje, als men het aanziet als mouw vagerij van een advokaatjeaanden voorzitte van den tribunaal. Het verwondert ons dus niet dat de meer derheid der raadsheeren, bij de eerste stem ming, aan den heer Iweins eene waarschu wing gaven. Hij heeft ze niet verstaan c heeft ze niet willen verstaan. Te sléchte voor hem. Uit dit alles vloeit natuurlijk voort dat 'SZ

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1886 | | pagina 2