VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
PolitiekNieuws-, Handels- en Annoncenblad.
EIGEN KEUZE
Eerste Jaar.
Nummer 30.
IJzeren weg.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 4 fr. per jaar voor de stad. 4 fr. 50 voor don buiten. Per G maanden: 2 fr. 50. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of' per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers vo >r ariikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor bet buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnalitei ten bevattende worden niet 'opgenomen.
Vertrekuren van IJperen naar
Poperinghe, 6-50 9-09 10-00 12-07 3-00
Het Nieuwsblad
heeft den bal misgeslagen.
Wij hadden de handelwijze van het or
gaan voorzien. Toen wij over 14 dagen, uit
enkele oorzaak van plaatsgebrek, niets zeg
den van het geschil in den Gemeenteraad,
hadden wij toch het vast voornemen onze
zienswijze vooruit te zetten, hetgeen dan ook
verleden Zaterdag gedaan wierd. Maar liet
Nieuwsblad, dat zoo babbelziek wordt over
onze zaken als het vischstom is over den
katholieken boel, meenende hier met fatsoen
te kunnen Ha.ro! roepen, maakte veel ge
schreeuw voor weinig wol, en terwijl het
ons beschuldigde van over de ontstane onee-
nigheid niet te durven of te mogen schrijven,
verscheen er op hetzelfde uur in ons blad een
artikel, dat de kwestie behandelde. Zal het
katholiek blad nu eerlijk genoeg zijn om
zijne bewering in te trekken en ons daarvan
akt te geven? Wij zullen er..; 3 weken naar
wachten.
Het Nieuwsbladzijn persoonlijk gedacht
voor de wezenlijkheid nemende en overtuigd
(het woord staat er) dat wij van de zaak geen
woordje zouden reppen, maakt eene onbe
schofte vergelijking, als waren wij gemuil
bande honden, die maar blaffen en de tanden
toonen als de heeren Carton en Vanheule het
gebieden. Die onbeschoftheid laat ons onver
schillig, want het vat kan maar uitgeven
wat het in heeft, (al ware het zelfs een brou-
wersvat) maar indien wij zegden dat die
onbeleefde kwant voor zijne onhoffelijke uit
braking jegens konfraters, eenen voet tegen
zijn klerikaal achterstuk verdient, gelijk
BRUSSELSCHE ZEDENSCHETS
(2e Vervolg.)
Ach, moeder, zoo klaagt het arme kind,
zoete moeder, heilig beeld, waarom zijt gij
zoo vroeg uit ons midden gerukt?... En gij,
vader, die'mij toch ook lief hebt, zaget gij
welke wonde gij zonder barmhartigheid in
de ziele van uw kind slaat, neen, gij zoudt
haar niet uitruilen tegen wat éérzucht en
wat goudstukken zaget gij ze bloeden,
mijne ziele, wanneer gij er; in eens, zoovele
gouden idealen en lachende verwachtingen
uitscheurt, neen, bij God! neen, gij zoudt
uw kind niet prijsgeven aan eenen vreemde
ling.
Een vreemdeling voor haar, ja! En dan
nog een hartelooze moet hij zijn. Wat heeft
zij hem misdaan, opdat hij nu hier haar
geluk verwoesten kome? En hoe kleingeestig
moet hij niet over haar denken, om zoo met
de deur in huis te durven vallen, en hare
hand te vragen? Wat zeg ik? Dat gewaar-
digt hij nog zelf niet te doen; hij laat zijn
oom,den brombeer, voor hem handelen. Wat
recht, meent hij op haar te hebben? Ha, hij
aanziet haar zeker voor een ding, dat men
naar welgevallen ontvangt of wegschenkt,
gelijk een boekwerk of een bloempot! Zoo,
zood&t is de boogere beschaving dier jonge
heeren; dat zijn de onovertreflijke wetten en
gebruiken onzer verlichte maatschappij J
men naar eenen waren hond schopt zou men
ons ten hoogste van overdrevenheid kunnen
beschuldigen.
Wij zijn dus vrij en herhalen het opnieuw,
vrij van te schrijven over hetgeen wij willen
en even vrij van te zwijgen over hetgeen ons
behaagt. Dat stond klaar in ons Nr van 10
Juli Wij verklaren, bij gevolg, dat noch de
heer Carton, noch de beer Vanheule ons ooit
iets geboden of verboden hebben, dat op de
strekking van ons blad betrekking heeft,
zooals het Nieuwsblad-, wij gaan nog verder
met te zeggen, dat wij liever de pen zouden
neèrleggen dan ons gedacht te laten smoren;
immers wij zijn daarvoor niet betaald en
ons streven blijft vrij. Hgt zal nog lang
duren eer een katholiek krantenschrijver, al
zij het een mooie (?)heer die al zijne schulden
betaalt,van zichzelvenzooveel kunne zeggen.
Dat nog eens om te toonen, hoe dwaas het is
van een papenblad, in eiken tegenstrever een
officiëelen melkbaard te zien. Noch melk
baarden, noch voornamen van verdachte
schrijvers, noch domme en zoutelooze woord
spelingen op den naam van andere personen,
komen hier te pas. Men bevecht de denkwij
ze van het blad en niet den konfrater.; zóó
verstaat men het ten minste overal, uitgeno
men in het kalotenblad der Boterstraat..(De
hierboven aangehaalde onbeschoftheid is er
weêrai een bewijs van).
De vrijheid is immers geen ongemeen ding
in het liberaal kamp, ten bewijze daarv.an,
de handelwijze der IV. De liberalen gaan
onderden knoet der H. Kerk niet gebukt en
daarom houden zij de vrijheid in eer. De
tijden zijn lang voorbij waarop men de lieden
in 't gevang wierp en dood martelde, omdat
zij niet dachten gelijk Rome! Het is dus aan
nemelijker dat een liberaal blad vrijer han
delt in zijne polemiek, dan een klerikaal
papier, dat maar mag drukken wat met de
belangen der verouderde kerk niet in strijd
is. En indien wij Nieuwsblad en Nieuws-
ö/ar/sehrijvers in deze laatste soort rang
schikken, zijn we nog geen ziertje nevens de
waarheid en al hunne ontkenningen zouden
valscli zijn. Knieval voor het Dogma, voor
den priester, voor den Meester - dat is de
lage slaafsche rol van eiken klerikaal, van
eiken K. Lote.
En een vluchtig rood schiet over.haar ge
laat; van verontwaardiging flikkeren hare
steeds zoo teerzoete, blauwe oogen, en met
gespannen lippen stoot haar mondje uit
Mijn vloek over al die wanbegrippen!...
Haar vloek? Haha! de vloek van een arm,
jong meisjeeen machtelooze vloek
Ja, dat begrijpt zij maar al te welhaar
vloek vermag nietsgehoorzamen zal en
moet zij. En haar gemoed schiet plotseling
vol, bare keel zwelt als toe en overvloedige
tranen verduisteren haren blik en vloeien
langs hare konen,om in eenen helderen perel
op het topje, van haren neus te blijven hangen.
Doch eensklaps vermant zij zich, droogt de
traantjes weg, en spreekt gelaten tot haar-
zelven
Komaaner is niets aan te doenik
onderwerp mij; ik laat mij slachtofferen!
Want ik wil het verdriet over uwe grijze
haren niet roepen,- beste vader, en, wat al
zedelijk lèed gij, onbewust, mij berokkent,
ik, ik wil u geene familieschande aandoen
Daarbij, ik ben 't eerste noch het eenigste
lam niet, dat ter slachtbank gaat.... Kom,
kom, leve het gedwongen huwelijk en de
onbekende echtgenooten! Ik trouw dus,
indien Mijnheer Alfons Delrn, advokaat,
primus, pedant... et caetera o, welke ziel-
verleidende. titels! indien die heer het ge-
radig vindt met mij te trouwen.
Met de lippen tot een spottend en bitter
lachje gekruld, gaat zij voor den spiegel
staan, brengt de duimen onder de oksels,
neemt baars vaders leeraarspose aan en
doceert hem na:
Indien het ons gelust had geen woordje
over het ontstane geschil te reppen, zou het
Nieuwsblad vooral ons van niet-durven
nooit „mogen beschuldigen, gelijk het gedaan
heeft en misschien nooit zal terug trekken.
Immers het pastoors blad blijft ons bet ant
woord schuldig'" op dozijnen vragen, wélke
wij hem in den tijd 'gesteld hebben, en als
men dat op de lever beeft zwijgt men heel
stille.
Vóór de bekendmaking der brieven welke
in het Progrès verschenen zijn, waren wij
verondersteld niets stelligs van die zaken te
weten, welke in eene geheime raadzitting
behandeld werden. Hoe wil dan de eene of
andere dwaaskop hebben, dat men over on
volledig gekende dingen eefi'juist 'oordeel
sti'ijke?
Wilt ge de maan hebben jongen?'"'
De IV hebben zich terug getrokken, maar
zij -werden nog niet door gro'óthertige,
•ievervolle en moedige mannen vervangen,
gelijk hetgeval was metden oud-voorzitter der
Kath. Wacht. En Indien zij zich vrijwillig
(let goed op bet woord) ..terug trokken,-was
het niet omdat de busse overliep; wij kunnen
dat stellig verzekeren.
Het Nieuwsblad vraagt onsgevoelen en
meening wij verzenden het naar. ons. voor
gaand artikel, nog eens herhalende dat wij,
als raadsheer, met 'den. heer Iweins geen
vrede zouden hebben en dat "wij als het 9e
witbriefje zouden geteld liebbeii in de man
daat vernieuwing. Wat nu echter het latere
persoonlijk geschil aangaat, daarin hebben
wij niet tusschen te komen in ons blad,
omdat het onnoodig is, Verder de verdeeld
heid der ijpersche liberalen, door te drijven
door openlijk partij te trekken. Dus blijft
onze persoonlijke meenibg voorbehouden'en
wij willen noch de eenen nuch de anderen met
ons blad overhoop werpen.
Indien de kwestie zoo belangrijk niet ware
zouden we losser te werk gaan, maar in
dezó -omstandigheid kan men niet te voor
zichtig zijn, met te hooren, te zien en een
beetje te zwijgen. De toekomst onzer partij
hangt af van onze eendracht, onze onver
deeldheid, en wij zouden zeker onverstandig
En om verder logisch te redeneeren,
zullen wij in overdenking brengen, dat,eene
gehuwde vrouw haren echtgenoot natuurlijk
moet beminnen
Beminnen?..,.... Ha, ha, ha, ha!Be
minnenHoe vindt gij dat, haar -hart?
Verachten zal zij hein, tot liareri laatsten
snik......
Secundonaar zijne aankomst moet zij
haken, met blij verlangen....
Welzeker..., maar indien zij den hoogge
leerden primus op reis wist naar de Zuidpool,
o dan ware zij nog tienmaal blij der.,- dan-zou
zij een gauschen rozenkrans vurig bidden, ter
eere van sint Kristoffel,. opdat de primus er
welvarend en spoedig mocht aanlanden.Die
lieve, lieve.jongen.... ha, ha, ha!..
Doch'te midden van haren opgedrongen en
bitterz-uren lach, laat zij zich eensklaps op
eene sofa'neder vallen, barst nu Yöorgoed in
luid snikken uit, en zucht diep
God,God! heb medelijden... ik ben'diep
ongelukkig.:.
Reeds meer dan tien minuten zit zij daar
in hare droefheid verdiept, toen een ruk, die
bet voorzeker op den 'goeden staat van het
mekanism der. bel gemunt heeft, ,d,e gansche
woning dés dêfti'gen dokters doet' weêrgal-
men. Liesje-kind springt, recht als een losge
laten veder.
Ha, daar zijn ze reeds, de.gehaten. Zij zal
hen niet ontvangen, neen. Zij vlucht op hare
kamer.
Zij steekt het vuistje dreigend naar de deur
uit en knarsetandt
te werk gaan indien wij de tweedracht be
werkten; wij roepen liever: Blijft te saam en
strijdt te gaar!
Het Nieuwsblad dat zoo gaarn anderen
van pretentie en hoogmoed beschuldigt, moet
een klein,gedacht hebben van anderen
ofwel veel naïveteit.
Meent gij dat wij maar rechtuit gaan
schrijven: X heeft gelijk en Z heeft onge
lijk."? Wat zou onze partij daarbij winnen,
omdat wij uwe vraag beantwoorden? Ver
onderstel dat wij u de twee grootste kleri-
kalen van. IJperen bij hunnen naam opgeven,
en u dan vragen Nieuwsblad]e wie van de
twee is de platste pastoorsknecht?" Zoudt
gij antwoorden? neen, niet waar; want ge
zoudt op half geld gesteld worden, en gij
meer dan elk ander, zijt er aan gevoelig.
Het Nieuwsblad-je geeft zich de moeite
ons te zeggen dat de dagen der liberalen
op het Stadhuis geteld zijn. 't Kan zijn,
want niets is eeuwigdurend op aarde, zelfs de
H. Kerk niet, die ook al van den ouderdom
begint te weten. Maar daarom zullen wij
toch den moed niet loslaten; met meer iever
zullen wij voor onze. zaak tegen de haat wek
kende princiepen, van Syllabus en andere
Encyklieken,.ten strijde trekken,en bezwijken
wij,dan zuit gij het nog niet voor nieten heb
ben, in ons ijpersch vlaamsch. Datzalde toe
komst u leeren in den loop uwer kiesdrave-
rijen.
Mannen met twee gezichten.
Toen de Pompiers Zondag avond van het
Festival van Langemarck terug keerden,
vertelden zij ons het volgende
- Bij de kiosk, waarop wij speelden, deed
een pastoor den politiedienst, doch zoodra
wij verschenen flipte hij weg.
Toen wi j ons eerste stuk speelden,waren
Siirmont. en Fraeys, dicht bij het theater in
groote redekaveling, en toen, bij het ein-
digen van het stuk, donderende toejuichin-
gen losbarsten, keken de twee bovenge-
melde klerikalen verwonderd op en
gingen Weg.
Op het festival te Langemarck waren er,
naar men ons zegt, liberale en klerikale
muzieken. Dedienstdoende paap aan de kiosk
moest er dus zoowel voor onze ijpersche
Houdt u goed, heeren slavenhande
laars!....
Doch zie, de deur, langs welke zij vluchten
wil, gaat vanzelf open en wie staat daar?
Haar broeder Theodoor, de flinke jagerslui
tenant, welke het aangedane zustertje in zijne
krachtige armen sluit.
Liza! roept de soldaat verwonderd uit.
Ha, beste broer! goeden morgen. Wel
geslapen?
Dat geloof ik! antwoordt de broeder.
Als een zandlooper in 't kamp. Maar gij niet
te best, geloof ik. Wat bemerk ik daar aan
uwe oogen?
Aan mijne oogen? Wel, gij malle jon
gen toch! Aan mijne oogen ziet gij blauwe
appels en zwarte wimpers, zooals ik altijd
de eer gehad heb te dragen. Ik ga mij even
tjes wat oppoetsen. Ik henzeer laat opgestaan
vandaag.
Doch de krijgsman kent den aard der
Evaskinderen te wel om zich met zoo'n lich-
tërtje te laten afschepen. Zustertjes gezicht
vindt hij tamelijk uit zijn lood. Er scheelt
dus iets. De jager zal op verkenning uitgaan.
Foei! kleine bedriegster! zoo begint hij.
Gij zijt voor-haan-voor-lien de veêren uit
geweest dezen morgendat verzeker ik u
hoor Belieft er u?
Echter zal het meisje, spijts haar ontdaan
gelaat, niet bij-den eersten uitval het zwaard
afgeven. Streelend lacht zij
Er is geen middel dien kapoen beet te
krijgen.
Voorzeker niet, bevestigt Theodoor. En
over welk onderwerp heeft onze heer huisbaas
HET WEEKBLAD
4-00 6-25 9-05 9-58.
Poperinghe-Hazebrouck, 6-50 12-07 6-25.
Houthem, 5-30 8-20 11-16 5-20.
Komen, 5-30 —.8-05 8-20 9-58 10-10 11-16
2-41 2-53 5-20 8-58.
Komen-Ai-mentiers, 5-30 8-05 11-16 2-53.
8 58.
Rousselare, 7-45— 10-45 12-20— 4-10 6-30.
Langemarck-Ostenrle, 7-23 12-22 3-58 6-22.
Koi'trijk, 5-30 8-20 9-58 11-16 2-41 5-20.
Kortrijk-Brussel, 5-30 9-58 11-16 2-415-20.
Kortrijk Gent, 5-30— 3-20 11-16 2 41, 5-20.
door BK.-EI. I> E QUËKER.
<-oos»oe»>c<-*