STADSNIEUWS.
ook van eenen anderen waren, waarom
de eerste voorzitter vertrok en door eenen
groothertigen, moedigen en ievervollen
idem vervangen wierd.
Heeft het goed ingelicht hlad uit 66 der
Boterstraat nog geen inlichtingen gekregen
over het program van het ingangs exaam in
't ministerie van binnenlandsche zaken? Men
weet dat dit programma, door M. Sauveur
opgesteld, de Vlaamschgezinden ontevreden
maakte, en toen onze Brusselsclie korres-
pondent zulks meldde, het Nieuwsblad zich
hepaaldde met te zeggen... dat het ging in
lichtingen nemen! Èn 't is twee maanden
geleden!...
Toen wij bewezen dat het Staatsbestuur
aan zijne plichten gefaald had, in liet te laat
zenden van hulptroepen naar Charleroi, tij
dens de muiterijen, trok het Nieuwsblad
zich uit den slag met te zeggen, dat M. Bali-
seaux het Staatsbestuur geluk gewenscht
had, om zijne krachtdadige houding in het
smoren des opstands. Dit willen wij niet ont
kennen, maar de hulp kwam te laat. Zulks
heeft de Burgemeester van Charleroi, M. J.
Audent bewezen in eene uitlegging in den
gemeenteraad. Nu, tegen die verklaring stelt
het Nieuwsblad de gelukwensching van M.
Baliseaux; maar wat doet het met de ziens
wijze van den pruisisclien Minister van 't in
wendig, en met die des lieeren Demaret,
opsteller van den beschuldigingsakt der plun
dering Baudoux? Beiden aanzagen de hulp
als te laat. Indien het oog voor oog en tand
voor tand moet gaan, laten we M. Audent
voor M. Baliseaux los; maar zal het vinding
rijk orgaan nu twee andere verklaringen
opzoeken welke de twee laatste, die wij in
een vroeger N1' opgaven, te niet doen? We
zullen... weken wachten.
Vermindering der krijgslasten.
De IJperlingen hebben nog niet vergeten,
welke schoone beloften de katholieke kamer-
heeren deden vóór de kiezingen van 1884, de
krijgslasten niet te vermeerderen en de re
serve te bevechten. De reserve is gestemd en
de krijgslasten daardoor vermeerderd, of,
gelijk het Nieuwsblad het zoo gladweg
noemt: de noodige gelden voor den in
roep der klassen. Maar dat is nog niet
alles: De antwerpsehe briefwisselaar der
Meuse zegt dat het departement van oorlog
nieuwe versterkingen laat makenwelke
rond de tien xnillioen zullen kosten. Wij
keuren dat niet af, als zulks noodig is Yoor
de rust onzes lands, maar waar zijn nu de
kadodders met hunne beloften en rotte appels?
Geen man, geen kanon meer! riep een
stoeffer, en 2 jaar later krijgen we de reser
ve en voor 10 millioen versterkingen!... O!
die eerlijke klerikalen! Niet alleenlijk zullen
vier nieuwe forten, onder andere te Schooten,
gelijk Lillo.naar Vaubans' wijze gemaakt, en
welke nu geen weerstand meer zouden bie
den in geval van beschieting, zullen afgebro
ken worden, hetgeen nogmaals eenige hon
derd duizend ballekens zal kosten. Allo toe,
gelukkige Belgen, betaalt maar, het klerikaal
gouvernement is uw hemel in de klerikale
gazetten, maar uw ondergang in den geld
beugel!...
Hervormingen in 't leger.
Veel te lang reeds is het dat ons land zijne
verdediging opdraagt aan hen, die er geen
het minste belang bij hebben. Dede men de
optelling van ons leger, men zou er niemand
bij vinden, buiten de niet bemiddelden en de
gekochte mannen, welke er, mits betaling.de
plaats innemen van hen, die bemiddeld zijn.
Dat is op zeer weinige uitzonderingen na,
de huidige samenstelling van ons leger.
Er bestaat wel een beetje reden om te ge-
looven dat de naaste wetgeving dien erbar-
melijken zakentoestand wijzigen gaat en
onzen soldatendienst, die even gevaarlijk als
fantasist is, in eenen volks- en vaderlands
lievenden dienst veranderen zal.
De rechtveerdigheid zoowel als onze vei
ligheid eischen dat zulks gebeure.
Is het niet aardig, inderdaad, van hen tot
verdedigers van een goed te kiezen, die er
geen belang bij hebben en er zich over be
kreunen als een boer over de maanvelden?
De zorg van 't vaderland te verdedigen zou
moeten uitsluitelijk ten laste vallen van hen,
die op zijnen grond goederen en belangen
bezitten, welke eene bescherming eischen.
Te onzent, doet men het tegenovergestelde
met die taak den werkers op te leggen, die
te vergeefs naar eene ernstige reden uitzien
zouden om volijverig dien plicht te vervullen.
Zij hebben geene andere goederen dan hunne
armen en het vaderland schijnt hun daar te
zijn, waar zij werk vinden, dat behoorlijk
bezoldigd is. Daarom is het dat zij, daarge
laten de familiebanden, hun vaderland in de
grootste onverschilligheid verlaten kunnen.
Die verplaatsingen oefenen den minsten
invloed niet op hun bestaan en ontnemen
hun niets, dat zij betreuren kunnen.
Ziedaar de elementen, waarop men zich
steunt om den persoon en de goederen te zien
beschermen van hen, die er de vruchten van
genieten zonder er de lasten van te moeten
dragen.
Het is waar dat men, in wedervergelding,
de tusschenkomst van diezelfde werkers voor
gevaarlijk aanzien heeft in de openbare za
ken, waarin zij geen genoegzaam belang
schijnen te hebben om eenig vertrouwen in
te boezemen.
In andere woorden, men aanziet hunne
vaderlandsliefde als niet voldoende gewaar
borgd, wanneer het er op aankomt hun een
kiesbriefje ter hand te stellen, maar men
aarzelt niet aan hunnen moed en hunne ver
kleefdheid de gevaarlijke zending van 's
landsverdediging toe te vertrouwen.
Men zou moeten ziende blind zijn om te
kunnen staande houden dat onze veiligheid
in zulke voorwaarden op de noodige bescher
ming rekenen mag.
Geldt het 't bewaren of 't herstellen der
inwendige orde, dan zal men de slechte
zijde van 't stelsel des te beter uitkomen.
In deze hachelijke oogenblikken, als men
de ontevredenheid den geest van onze wer
kers overweldigen voelt, is het uit dat be
smettelijk midden dat de soldaten gelicht
worden, die de onlusten moeten dempen en
de kalmte herstellen.
Men denkt waarschijnelijk dat het vol
doende is iemand het eerste 't beste rood of
wit gestreept kleedsel te doen aantrekken
om den loop zijner denkbeelden te verande
ren en uit zijnen geest deze te verjagen,die er
in geslopen zijn met al de aantrekkelijkheid
der verleidelijkste droomen.
Eene ijzeren tucht zal er misschien de
uitspatting van in zekere gevallen en binst
eenigen tijd kunnen tegenhouden, maar het
ware ten minste heel onberaden te hopen ze
diep genoeg achteruit te kunnen duwen om
om alle gevaar te verwijderen. De minste
bijzaak is dan in staat om het vuur aan de
poer te steken en de heele gewapende macht
in handen der onluststokers en oproermakers
te leveren.
Die eenvoudige overweging zijn meer dan
eens voldoende om ons huidig soldatenlich-
tingsstelsel te veroordeelen.
Zal men zich tevreden moeten houden, om
daarin te verhelpen, met het stelsel van den
persoonlijken dienst in te voeren?
Wij hebben, wel is waar, nog al de ge
woonte van maar halve maatregelen te ne
men, zelfs dan, wanneer de noodzakelijkheid
dringend genoeg is om eene grondige oplos
sing te vergen. Doch dezen keer hebben de
onlangs gebeurde oproeren te luide gesproken
om niet eene aanzienlijker hervorming aan
te bevelen.
Wij zijn overtuigd dat, van af het begin
der toekomende wetgevende zitting, de Ka
mers een wetsontwerp bespreken en stem
men zullen, dat aan de noodwendigheden
van den nieuwen zakentoestand volkomen
beantwoordt. Die bespreking zal ons het ge
dacht van onze meesters over die kwestie
vast en zeker doen kennen. Hopen wij dat zij
in een zoo ernstige en bezwaarlijke beraad
slaging minstens aan hunne te groote wel
sprekendheid wel paal en perk zullen weten
te stellen, uit vrees van er de duidelijkste en
klaarste begrippen onder te versmachten tot
groot nadeel van 't openbaar belang.
De arbeidscommissie te Dendermonde.
Het enkwest van Dendermonde komt nog
maals daadzaken te veropenbaren die nood
zakelijk de aandacht der wetgevers moet
opwekken. Al de gazetten van 't land staan
er vol van en alle eenparig protesteeren met
klem, tegen den schandelijken dwang en te
gen de hatelijke verplichting, het werkloon
in natura te betalen. Het zal zeker ook uit
afgunst of uit partijhaat zijn zooalsde dwang-
plegers het ons hier schaamteloos schrijven?
Het enkwest van Dendermonde heeft besta-
tigd, dat, te Zele, gemeente van 12000 zielen
bij Dendermonde, waarvan de voornaamste
nijverheid, het fabriekeerenvan zakken en
zeillijnwaad enz. is, de werkloon heel zeld
zaam in geld betaald wordt maar schier
altijd in waren met verplichte Bons.
M. de Bruyn, burgemeester van Dender
monde, heeft deze aanhaling bevestigd, erbij
voegende dat heel dikwijls, de jwerklieden
van Zele de waren,die ze in betaling kregen,
te Dendermonde op den Berg brachten.
De Secretaris van de arbeids-commissie
heeft ook lezing gegeven van eenen hart-
brekenden brief door werkmenschen van
Zele hem toegezonden; deze ongelukkigen
verklaren dat ze hen voor het enkwest niet
durven aanbieden uit vreeze vanwege ver
volgingen hunner bazen. Onze toestand,
schrijven ze, is ondragelijk geworden: wij
winnen moeielijk eenige franken per week
en wij ontvangen bijna niets vandit geld;
men legt ons slechte waren op den hals en
wij moeten zwijgen willen wij niet geheel
en gansch zonder werk vallen.
Hoe schrikkelijk, maar ook hoe hatelijk
voor deze,die dergelijke misbruiken inhuldi
gen, want eens aangevangen de concurrentie
eischt, dat dit misbruik de regelweze.
Begrijpen zij inderdaad de verantwoorde
lijkheid niet die zoo wreedelijk op hunne
schouders weegt.
Allons, eene goede beweging, breekt hier
ter stedevrijwillig af, met het onmenschelijk
misbruik ons naarstig werkvolk te dwingen.
M. de Rykere, nijveraar te Dendermonde,
die getuigde voor de arbeids-commissie,
heeft niet geaarzeld en wij bieden er hem
onze oprechte gewenschingen over, te vra
gen dat het zou verboden zijn het dagloon in
natura te betalen.
Eene algemeene bijslandskas in geval
van ziekte, van werkstaking en van pensioen
zou moeten ingesteld zijn door den Staat;
deze kas zou kunnen gespijsd en gedeeltelijk
onderhouden worden door subsidien der ge
meenten, wiens lasten voor de weldadigheid
zouden moeten verminderen door het daar-
stellen dezer kas en door de Staatstoelage.
Hij eindigde zijne getuigenis vra gende dat
het werkloon der arbeiders zou vrij en on
vatbaar verklaard worden.
De laatste getuige was M. Nicolas Bod
dart, fabrikant te Hamme, aanzienlijke ge
meente van meer dan 13,000 inwoners.
De voeding der werkers te Hamme, is
allerslechtst. Het meerendeelder nijver aars
houden winkel en verplichten de werk
lieden zich bij hen te voorzien. Dit is een
misbruik dat door eene wet zou moeten be
teugeld worden.
Navolgens de getuige, het onderwijs laat
uitermate veel te wenschen te Hamme. Men
vindt er talrijke ongeleerden en de bewaar
school werd afgeschaft, omdat ze concurren
tie deed aan de zustersschool.
Het is eene plicht voor de hoogere over
heid er tusschen te komen, want onbejaarde
kinderen worden veel te vroegtijdig in de
abrieken aanveerd.
Inschrij vïngslijst
ter dekking der proceskosten van 't geding
De Coster-Reinhard en Hoste.
Aan de Vlaamsche Persde Vlaamsche
Genootschappen en allen die het wel
meenen met de taalrechten van het
Vlaamsche volk.
Mijnheeren,
Op 18 Februari jl. werden de heeren Hoste
en Reinhard, leden van het Grieven-Comiteit
der Brusselsche Afdeeling van het Willems-
Fonds, door de burgerlijke rechtbank van
Leuven veroordeeld, om aan den heer Vital
Decoster, schepen van openbaar onderwijs te
Leuven,eene som van 600 franken te betalen,
als eerherstelling en tot openbaarmaking
van het vonnis. Door arrest van het hof van
beroep, werd dit vonnis bekrachtigd en de
schadevergoeding met 400 franken verhoogd.
Wij herineren hier in eenige woorden wat
aanleiding gaf tot deze veroordeeling.
Als dienstdoende voorzitter van het be
stuurlijk bureel van het Athenoeum en de
Staaismiddelbare scholen van Leuven en in
uitvoering der ministerieele aanschrijvingen
op het stuk, was de heer Decoster gelast, in
omvraag te stellen bij de huisvaders wier
kinderen gemelde scholen bezoeken, of zij al
of niet verlangden, de wet van 1883 over het
Nederlandsch in het middelbaar onderwijs,
aldaar te zien toepassen.
De heer Decoster kweet zich van deze amb
telijke taak, bij middel van eenen omzend
brief aan de ouders, waarin hij de wet van
1883 in een gansch verkeerd daglicht stelde.
Daarin zegde hij onder anderen, dat onder
toepassing van die wet, de drie hwaart
der schooluren zouden gewijd worden
aan het onderwijs van het Vlaamsch, en
dat het Fransch nog slechts zou behan
deld worden als eene ondergeschikte en
vreemde taal.
Onnoodig te doen uitschijnen dat deze
ongehoorde verklaring teenemaal strijdt met
den geest en met den letter der wet.
De handelwijs van den heer Decoster,
blijkbaar berekend om de uitvoering der wet
te dwarsboomen, verwekte gansch Vlaande
ren door, eene levendige verontwaardiging.
Gedreven door dit gevoelen, waar wij
allen in deelden, lieten de heeren Hoste en
Reinhard te Leuven eene plakkaart aanplak
ken, waarin zij een krachtig protest aantee-
kenden tegen de handelwijs van den leuven-
schen ambtenaar, en tevens den tekst zeiven
der wet opgaven, dien hij in zijnen omzend
brief noodig had geoordeeld achterwege te
laten.
Dientengevolge spande de heer Decoster
een proces in, dat uitliep op hoogergemeld
vonnis en arrest.
Echter, noch in het vonnis, noch in het
arrest, wordt er gezegd, dat de verklaring
door den heer Decoster van de wet van 1883
gegeven, juist is. Immers dat kon niet. Zoo
in 't oog springend zijn de onwaarheden die
zijn omzendbrief bevat.
Onze vrienden waren enkel veroordeeld
omdat zij de eerlijkheid van des heeren De
coster 's bedoelingen aangerand, en dus, vol
gens het gerecht, de grenzen, eener geoorloof
de discussie overschreden hadden.
Wij willen die uitspraak niet beknibbelen.
Overigens, dit is de kleine zijde der quaestie.
De groote zijde is, dat hier eens te meer het
tastbaar bewijs werd geleverd, hoe onze
duurgewonnen taalwetten, door bestuur
lijken moedwil tot eene doode letter worden
gemaakt.
Want het gevolg des heeren Decoster 's
omzendbrief is geweest, dat de huisvaders,
schier eenparig, een voor de wet ongunstig
antwoord uitbrachten.
Hier, Mijnheeren, staan dus hoogere be
langen'op het spel, dan die der spleitvoeren-
de partijen. De zaak heet niet langer Hoste
en Reinhard legen Decoster, maar Vlaan
doren tegen bestuurlijken willekeur.
Daags na de uitspraak van hef vonnis, was
er maar een kreet in de Vlaamschgezinde
drukpers en genootschappen: Wij allen zul
len de proceskosten betalen.
Reeds werden aan verscheidene zijden in
schrijvingen geopend. Ten einde aan deze
werking eenheid en kracht te geven, hebben
ondergeteekenden, daartoe uitgenoodigddoor
vele Vlaamsche vrienden, zich gevormd tot
een Midden-Comiteit, zonder onderscheid van.
politieke zienswijze.
In uitvoering van den opgedragen last,
wenden wij ons tot u en drukken den wenscli
uit, dat voor uwe zorgen overal in Vlaamsch
België plaatselijke comiteiten tot stand ko
men, gelast met de inzameling der benoodig-
de gelden. Wij verzoeken tevens de opstellers
van alle Vlaamsche dag-en weekbladen, de
zen oproep te willen openbaar maken en eene
inschrijvingslijst in hunne kolommen te ope
nen.
Aldus zal de rechtbank der openbare denk
wijze in hoogste beroep uitspraak doen,
tusschen de Vlaamsche taalrechten en wetten,
voor welker verdediging de hhn Hoste en
Reinhard moedig in de bres sprongen, en de
ambtenaren die. met de uitvoering dier wet
ten gelast, niet aarzelen hun invloed en hun
gezag aan te wenden, om dezelve te bestrijden
en te verijdelen,
Aanvaardt, Mijnheeren, de betuiging on
zer oprechte hoogachting.
Het Midden-Comiteit s
De Voorzitter,
H. Haerynck.
Hoofdopst. van Flandria,
De Penningmeesters
J. B. ONGENAEB. wis.,
Opst., van de Brusselaar
Bestuurlid van het
Davidafonds
De Sekretaris,
Jan M. Brans.
Decoratiën.
De burgerdecoratie (medailje van eerste
klas) is toegestaan aan den heer L. Tack, lid
van het weldadigheidsbestuur van IJperen.
De landbouwdecoratie van eerste klas is
toegestaan aan Plaetevoet J.landbouwer te
Proven, en die van tweede klas aan Debleu
L. en Ruyssen Ch., land werkers te Poperin-
ghe.
Feesten.
Jl. Zondag hebben er allerlei volksspelen
op de wijk Katfoaart plaats gehad. Al de
vermakelijkheden zijn uitnemend wel gelukt
en hebben heel veel volk uitgelokt.
De Burgerskringdie met de medehulp
van de stad dat feest ingericht had, verdient
veel lof voor de onbaatzuchtige opofferingen
en de moeite, welke hij aan den dag gelegd
heeft om alles met den besten uitslag be
kroond te zien.
Aan de leden van den Burgerskring dus
een hartelijk dankwoord.
Morgen, Zondag, zullen er aan de Rijsel-
poort allerhande volksspelen plaats hebben,
die op hunne beurt niet missen kunnen van
eene ontelbare schaar nieuwsgierigen en
wandelaars er naartoe te lokken.
Poging tot zelfmoord.
Donderdag morgend heeft een 60jarige
dompelaar gepoogd zich de keel af te snijden.
Gelukkiglijk nog dat zijn mes niet genoeg
sneed. Hij heeft dus in zijne poging mislukt
en is er van afgekomen met eene erge wonde
aan de keel. Men heeft hem naar het hospi
taal overgebracht, waar men hoopt hem te
zullen kunnen genezen.
Onze badinrichting.
De zwemschool maakt goede zaken en
heeft uitmuntend veel kalanten bij abonne
ment. Het vrouwelijk geslacht schijnt voor
het water onbevreesd en vermaakt zich in
grooten getalle op de dagen en uren door het
reglement voorzien.
Menigeen had gedacht dat er nooit geene
vrouwen naar de zwemplrats zouden gaan;
maar de zaak gaat heel goed vooruit: dames
en juffers krijgen smaak in het spelletje, en
dezen zomer waren er op zekere dagen, voor
de vrouwen gesteld, kabientjes te kort.
Nochtans doet de zwemschool eene groote
concurrentie aan de badinrichting van het
burgerlijk hospitaal. Daar zijn de kalanten
verminderd^ en de ontvangsten natuurlijk
ook. Misschien is het verschil van prijs daar
niet vreemd aan, voor de beurs van lieden
der middenklas.
In het gasthuis krijgt men een bad van 30
minuten, in eene zinken kuip waar men niet
te veel plaats heeft, voor 50 centiemen. In de
zwemplaats kost een bad maar 30 centiemen,
men kan zoolang in het water blijVen als
men wil en springen, draaien, zwemmen en
tuimelperten maken in dien wijden, schoo-
nen plas.
In het gasthuis zijn er nu ook baden te
Leeraar, letterk.,
K. H. DequÉKER,
Sekretaris van het
Willems-Fonds van
Brussel.