STADSNIEUWS.
algemeen, sedert die onwijze commeutaiten
van het Progrès op de mededeeling des
lieeren Vermeulen.
De verdoken twisten tweedracht der libe
ralen komt nu openlijk in de polemiek van
een liberaal blad te voorschijn!
Het vuur, dat slechts onder de assche
smeulde, slaat thans in vlam omhoog en nu
blijkt onze verdeeldheid voor elks oog. Heeft
het Progrès voorzien dat het grootste deel
der liberalen hem zou afkeuren, daar het
door zijne tegenwoordige handelwijze de
scheuring nog grooter maakt, de kloof nog
dieper delft, tusschen de liberalen in 't alge
meen, tusschen de vooruitstrevenden en de
achteruitkruipers in 't bijzonder? Heelt het
Progrès wel nagedacht op de gevolgen
welke kunnen voortspruiten uit zijne houding
tegenover eenen medestrijder? Want de heer
Vermeulen, vergeten wij het niet, is nog tot
heden toe gemeenteraadsheer dezer stad, het
is een wakker liberaal soldaat, in woorden
en daden, zelfs met zijn geld, want wij weten
ten stelligste, welke sommen de heer Ver
meulen als vrijwillige giften jaarlijks in de
kas stort van den Liberalen Penning,
wereldlijken SchoolpenningWillems-
Fonds, Burgerskringenz., enz., enkel uit
liefde voor de goede zaak, voor de liberale
gedachten voor de vrijzinnige grondbeginsels.
Daarbij is de heer Vermeulen nog eerelid,
beschermlid of voorzitter eener menigte an
dere sociëteiten dezer stad, welke hij allen
door zijne bijdragen en giften helpt rugsteu
nen. Is het dan wel gepast zoo een man aan
te vallen, die tot eene der achtbaarste libera
le famieljen dezer stad behoort en die achter
zich zooveel vrienden telt?
Wij vinden het zeer dwaas.
Of kan het Progrès misschien den heer
P. Vermeulen en zijne vrienden missen in
den strijd tegen den vijand?...Weet de schrij
ver dier regelen, aan 't adres van den heer
P. Vermeulen, dan niet hoe moeilijk de strijd
is, en dat wij allen, doctrinairen en progres
sisten, elkander noodig hebben om te zege
pralen? De eenen kunnen de anderen niet
missen. Zijn wij dan toegevend voor malkaar.
We zouden hier desnoods eenige cijfers
kunnen aanhalen, maar 't is beter al onze
zaken zoo niet in eens bloot te leggen.
Is het dan wel het oogenblik, in tegen
woordigheid van dezen toestand, eenen goe
den liberaal al ware hij zelfs progressist
over boord te werpen - pour conserver
l'enseigne a la boutique Daarbij niets be
wijst, voor dit oogenblik, dat het liberalis-
mus van M. Vermeulen minder goed is dan
het pseudo-liberalism van den verstoktsten
doktrinair. Wij herhalen het nog eens de
heer Vermeulen is een werker, een overtuigd
liberaal, die het heil onzer partij betracht
volgens zijne eigene vooruitstrevende ge
dachten. Wat kwaad ligt er daar in? Niets:
laat hem dan begaan, steekt geetie stokken
in 't wiel, wacht u van persoonlijke aanval
len, ontwijk de personaliteiten tusschen de
liberalen en onthoud vooral dat, op dit oogen
blik, elke misstap tegen ons kan geëxploi
teerd worden en dat het ons noodlottig we
zen kan.
Dat het Progrès dus geene onbezonnen
persoonlijke kwestiën aanrake en ieder
liberaal, volgens eigen gedacht, late strijden!
Dat beetje verstand en tact mogen wij wel
verhopen van een blad dat dat 47 jaren telt!
Aldus denkt
Een bekwaamheidskiezer.
Ministeriëele schurkenstrek© n
Over eenigen tijd werd eene arme onder
wijzeres der provincie Luxemburg, zinneloos
van verdriet. De ongelukkige werd in een
krankzinnigenhuis opgesloten.
Vergeten wij niet dat het slachtoffer der
hatelijke schoolwet van 1884, door de kleri-
kalen en hunne vervolgingen het leven moe
de gemaakt werd, en zich tegen hunne laag
hartige boosheden niet kunnende verweren,
het verstand verloor.
Intusschen was Thonissen geen enkele maal
tusschen gekomen, om die hatelijke en on-
menschelijke vervolgingen tegenover een
weerloos vrouwspersoon te doen ophouden
Te Gent had onlangs eene plechtige begra
ving plaats van eenen in beschikbaarheid ge
stelden onderwijzer. Op zijn dorp had men
hem het leven ondragelijk gemaakt, en hij
kwam naar het liberale Gent schuilplaats
zoeken, om zich aan zijne zedelijke moorde
naars te onttrekken. Maar de brave droeg
reeds in zijn hart, de kiem der ziekte, welke
hem ten grave zou slepen het knagend ver
driet, het heimwee voor zijne vroegere school
en huis verteerden den man.
Thonissen, de schijnheilige minister, was
geen enkele maal tusschen gekomen, om den
klerikalen raad en denrazenden prochiepaap
tot kalmte, geduld en verdraagzaamheid aan
te zetten!
In zeker dorp werd de onderwijzeres in be
schikbaarheid gesteld met wachtgeld. Later
kwam er eene nonnekensschool, en men nam
de vroegere wereldlijke onderwijzeres als
handwerkleermeesteres. Hare bediening bo-
teekende dusGij zijt de mindere der non
nen, hunne meid! Doch als meesteres der
handwerken werd haar slechts een jaargeld
van 188 fr. toegekend, zijnde 37 centiemen
daags. De ongelukkige protesteerde, deed
verslaan dat haar wachtgeld hooger liep dan
haar onvoldoende jaargeld, dat zijniet ver
plicht was eene kleinere plaats, met jaar
wedde, dan het beloop van haar wachtgeld
te aanvaarden, enz.
De klerikale geldwolven van den papen-
raad dreigden haar noch jaarwedde noch
wachtgeld te zullen geven, indien ze niet on-
rniddelijk zweeg. En de ongelukkige zweeg,
boog het hoofd en weende. Thonissen, de on-
meedoogende bisschopsknecht vond noch
woord noch middelen, om die snoode kleri
kale beulen tot gevoelens van inenschlievend-
lieid aan te sporen
De ongelukkige Dethise, onderwijzer te
Ciergnon, is pas twee weken overleden en
begraven. Overmand door de smart van het
zedelijk lijden, te zwak voor den strijd tegen
zijne vervolgers, geschokt door de kommer
nissen welke de toekomst hem voorbehield,
hem, zijne vrouw en zes kleinen, is de moe
dige vader bezweken onder den nijpenden
last van hartewee, z.edelijke folteringen.
Meent ge dat de wanschepsels, die zulke
moord voltrokken hadden, medelijden had
den met de zes arme weesjes, met de treuren
de weduwe, die op het punt is voor de ze
vende maal moeder te worden? Neen, Dethi-
se's lijk had nog het huis niet verlaten, toen
klerikale burgmeester van Ciergnon haar het
bevel deed beteekenen, zoohaast mogelijk het
schoolhuis te verlatenZou men zoo'n on-
mensch niet moeten ophangen? Eri wat ver
dient Thonissen, die hatelijke jezuiet, de'zul-
ke wangedrochten zonderstoornis laat begaan?
Dat hij gevloekt worde!
Men weet dat eenige ongelukkige in
beschikbaarheid gestelde onderwijzers zich
in de bureelen van een dagblad te Tourcoirtg
aanboden, om in de Gazette de Tourcoing
eene bekendmaking te laten verschijnen, ten
einde in Frankrijk plaats te vinden. Bloed
hond Thonissen heeft aan de lagere hoofdop
zieners den volgenden omzendbrief gezonden:
- II a étè annoncé que des instituteurs et
- et des institutrices beiges, en disponibilité
ou sans emploi ont postulé des etnplois en
France, notainment a T.-xircoing,
- Je désire recevoir des renseignements a
ce sujet. Veuillez m'assurer de l'exactitude
du fait en ce qui concerne votre ressort et
me faire tenir voire réponsele pluspromp-
- tement possible. Thonissen.
De gevoelvolle en medelijdende beul van
Ciergnon herschept zijne opzieners in bespie
ders en spioenen.
't Is niet genoeg dat vele dier heeren fana
tieke klerikalcn zijn, nu gaan ze nog den
inouchard - spelen
En zal liet Staatsbestuur aan ongelukkige
slachtoffers zijner vervloekte wet, verbieden
hun brood in den vreemde te zoeken, wen
ze het niet riteer kunnen verdienen in hun
eigen vaderland, aan welks voorspoed zij tot
heden gewerkt hebben
Schande voor ons land
Schande voor zulke Ministers
Dat het uur der wraak welhaast sla, op
dat de beulen van thans, het welverdiend loon
voor hunne euveldaden ontvangen J.
Derde Concert-Voordracht in het
Willems-Fonds.
Beginnen wij met den wakkeren Bestuur
raad der Afdeeling dank te zeggenWij wer
den verleden Zondag met een echt kunstfeest
verrast, en wij aarzelen niet te beweren dat
het muzikaal gedeelte lang in 't geheugen
der leden zal blijven, als bewijs van hetgeen
men van den goeden wil der medewerkers
verkrijgen kan met ievervolle inrichters, die
zich noch moeite noch rust sparen om de
zaak ten goede te leiden. In tegenwoordig
heid van het kunstgehalte dezer concert-
voordracht, late men ons toe het grootste
deel dezes verslags aan het muzikaal gedeel
te te wijden.
Vooreerst, er was veel volk, overvolle
zaal, als gewoonte. Uitermate veel vrouwen:
dat bewijst in hun voordeel. Veel raadshee-
ren en ook onze achtbare heer Burgemeester.
Bravo
Liedegedachtenlichte poezië, lieflijk ge
kweel, zoo zachtjes aan 't klavier ontzoend
Melodiën, vol natuurlijkheid en gevoel, van
onzen talentvollen komponist Karei Dewult'.
Voorwaar, een zijner schoonste stukken
voor piano De heer J... heeft die bladzijden
zoo gevoelvol vertaald, ea met den dichter
Ledeganck vragen wij: Kunstenaar,
Weet ge dat in uwe akkoorden,
Als in wondre too verwoord en,
Dan een taal zich hooren laat,
Die ons lievig kan ontroeren
En den geest aan de aarde omvoeren,
Maar die 't hart alleen verstaat?
Even wijzen wij op het flinke tweespel
voor piano en harmonium, uitgevoerd door
de heeren Moreaux en Wittebroodt. Eenige
thema's uit Gounod's Faust werden door de
twee knappe spelers ten gehoore gegeven en
door het publiek zeer gesmaakt. Moeten wij
verder die arlisten prijzen? Neen, iedereen
kent hunne zedigheid, 't Zij dan voldoende
hun te zeggenOpperbest en dank
De heer Coffyn, wiens kloeke en klare
basstem zoo dikmaals in onze muziekfeesten
weerklonk, zong de twee gekende liederen
Ahasverus en De Indiaan. De heer P. P.
Denys, van Komen, had naar de fransche
teksten van M. Mols en H. Arrg, eenen
Nederlandschen tekst gedicht, die wel op de
muziek pastte, en onder het oogpunt van
gedachten en uitdrukking den oorspronkelij-
ken tekst te boven gaat. Wij nemen deze
gelegenheid waar om hier openbaar den
wakkeren werker geluk te wenschen, al
ware het maar om protest aan te teekenen,
tegen de schijnheilige handelwijze van zeker
gemeen klerikaal blad, dat sedert geruiinen
tijd zijn papier en inkt (lees gal en gift),
voor laf en oneerlijk werk gebruikt regen
zijnen - vriend
De heer Coffyn, zeggen wij, genoot vooral
veel bijval met het lied De Indiaandat hij
met indrukwekkende stein uitgalmde. Mel
den wij dat de krachtige taal des dichters
hier nieuwe klem aan de vertolking des lieds
bijzette. Een bravo voor den kunstzanger
Het komisch gedeelte was weeral aan de
heeren Deweerdien Mailliard toevertrouwd,
onze twee fijne tooneelisten. Och, M. De-
weerdt ziet - ze /och zoo gaarne met zoo
veel hartelijkheid, dat het water in den
mond komt. G'hebt gelijk, vriend, het leven
is kort en de kansen komen niet alle dagen.
Daarom zegt het spreekwoord- Liefde is
leven.
En dan onze koddige heer Mailliard? O,
wat was nog eens dat Klaasje net
Ziedaar iets, dat we al lang kenden, en noch
tans 't heeft wel bevallen. De vrouwen lach
ten met Klaasje dat de mannen er pret
bij hadden. De oude liedjes zijn de beste
denkt de heer Mailliard. Daarin ligt juist
zijne groote kunst, die ongedwongene na
tuurlijkheid, welke den tooneelineester der
Vlaamsche Ster in alle rollen en vakken
aangeboren is. Met hein, en door hem, bevalt
alles
Er blijft ons nog te wijzen op drie mees
terlijke uilvoeringen, ons door de heeren
Van Elslande en La Kaye bezorgd. Wie
waardeert niet het talent van den heer Eug.
Van Elslande, onzen stadsgenoot door ge
boorte, thans de sympathieke bestuürder der
Philharrnonie van Poperinghe Verleden
jaar hadden wij het geluk en de goede kans
den talentvollen muzikant toe te juichen
verleden zondag speelde hij de merkwaardi
ge Fantasia voor fluit door Reichert. 't Ver
wondert ons geenszins dat de heer Van
Elslande eenen eersten prijs in het konserva-
torium van Brussel behaalde; zulke kunst en
gevoel vallen noch te ontkennen noch te be
twisten. Hij is zijn speeltuig meester en ver
eenzelvigt er zich mede, om er die gevoel
volle, tot het hart sprekende melodiën uit te
lokken. Hoe schoon die echo of weergalm
welke op sommige roulades volgde, en
den geest des stillen aanhoorders in onge
kende sferen deed zweven? Elke variatie
werd even luidruchtig toegejuicht en de laat
ste op het roepen van een honderdvoudig
fo's! herhaald.
De heer Van Elslande is om zoo te zeggen
onze medeburger, maar de heer La Kaye, de
onderbestuurder der Philharrnonie van Po
peringhe, was minder bekend. Men zal ons
eenige bijzonderheden over den jongen kun
stenaar toelaten.
Wij kenden hem over een viertal jaren in
deze stad, waar hij als eersten prijs uit het
konservatorium van Luik toegekomen was.
Naderhand vervulde hij de partijen van pis
ton- en trompet-solo in de Berlijner Harmo
nie, zeker het eerste kunstgenootschap der
wereld en gelast met de opvoering van de
grootste oratorio's der Meesters inde«Musik-
akademie - der hoofdstad van het Duitsche
rijk. Later speelde de heer La Kaye in de
groote concerten gegeven in het Paleis voor
Volksvlijt te Amsterdam en verleden zomer
maakte hij deel van het orkest der Kur
saal van Scheveningeii, eene der meest
bezochte badplaatsen langs de Noordzee.
Toen dit prachtig gebouw nauwelijks
driejaren oud door eenen brand vernield
werd, verloor onze kunstenaar door deze
ramp zijn galakostuum, twee goede speeltui
gen, een rijk repertorium,dat uit de boekerij
verdwenen was enzijne broodwinning!
Toen dacht hij aan het moederland en kwam
naar België terug, juist gelijk M. Neury het
zoo lieflijk zong in zijn bevallig lied:
- Et l'on revient toujours
A ses premières amours !-
De toehoorders van verleden Zondag zijn
het allen eens om te getuigen, dat wij nog
i nooit sterker muzikant op den piston alhier
gehoord hebben. Op menig oogenblik was de
illusie, door zijn spel verwekt, zoo groot dat
men geloofde twee speeltuigen samen te
hooren. Dat de lieer La Kaye terug geroepen
werd en toen nogmaals weer gevraagd, be
wijst genoeg dat hij zijn publiek vervoerde.
En wat nu zeggen van het prachtig twee
spel voor fluit en piston? Ga tier man n had
oorspronkelijk dezen duo voor fluit en hobo
geschreven: de hobopartij werd voor den
piston opnieuw bewerkt, en hij, die weet
lioe ongemakkelijk men twee speeltuigen als
fluit en piston in overeenstemming brengt,
zal zich een gedacht van het moeilijk ver
kregen gewrocht vormen. Er komen prach
tige brokken in dit alleszins keurig tweespel,
beurtelings hupsch en droefgeestig, vloeiend
of slepend, trippelend, steeds in overeenstem
ming en akkoord, gelijk het zachte gefluister
van malkander beminnende wezens.
De uitvoering van dit merkwaardig stuk
was voor de heeren Van Elslande en La Kaye
eene triomf'.
Er blijft ons nog een woordje te reppen
over de voordracht: De legende van Fortu-
natus, gegeven door den heer Joz. Vercoullie,
hoogleeraar te Gent. Zeggen wij dat de spre
ker zeer duidelijk voordraagt, zoodat niet
eene sylbe zijner rede ontsnapt. De heer Ver
coullie is een geboren West-Vlaming (van
Oostende) en is aan de Hoogeschool van Gent
gelast met het onderwijs van het praktisch
en philologisch gedeelte der Nederlandsche
Letterkunde. Dat hij een fijne taalkenner is,
laat zich begrijpen, en het is zijne voorliefde
voor onze middeleeuwsche dietsche taal
die hem tot onderwerpen zijner voordrach
ten, de sagen en vertellingen doet kiezen, als
de oude - wonderbare geschiedenissen van
Reynaert de Vos, Thyl Uilenspiegel, de
legende van Forlunatus, Faust legende,
enz., waarvan nog jaarlijks zooveel exempla
ren in ruwe en onjuiste taal onder de Vlaam
sche bevolking verspreid worden (specialiteit
Snoeck-Ducaju). Hoe eenvoudig het verhaal
eener legende ook schijnen moge, toch luis
terde iedereen met gespannen aandacht, zoo
wel naar de geschiedenis en haren held, als
naar de wijsgeerige en leerrijke gevolgtrek
kingen waarmede despreker zijne rede sloot.
Eene middeleeuwsche sage heeft natuurlijk
van haar belang verlor en, heden ten dage,
in onze positieve negentiende eeuw, maar
onder letterkundig opzicht en zelfs onder
philosophised en staatkundig oogpunt be
schouwd, is meer dan eene dier wonder
bare historiën wetenswaardig voor hen,
die zich op de studie der middeleeuwsche
taal en geschiedenis toeleggen. De heer Ver
coullie werd verscheidene malen en vooral
na het eindigen zijner rede toegejuicht.
S.
Vlaamsche Ster.
Morgen Zondag, om 6 ure 's avonds geeft
onze alom gekende tooneelmaatschappij De
Vlaamsche Ster hare vierde en laatste ver
tooning van het tooneeljaar. De volgende
stukken zullen er opgevoerd worden:
Schrik van soldaten,
blijspel met zang in één bedrijf.
Zielenketens,
tooneelspel in één bedrijf',,
's Avonds in de mane,
blijspel met zang in één bedrijf,
Dat is onbetwistbaar een alles zins aanlok
kelijk programma, dat niet missen kan alle
liefhebbers, tooneelwaarts te doen stroomen
en dat ons eender liefste aangenaamste avon
den die wij ooit beleefden, beloofd.
Alwie onze dappere sterrelingen noh op de
planken bewonderd heeft, weet waartoe zij
in staat zijn en dat men daar nooit geene te
leurstellingen te vreezen heeft. Alles over
treft daar immer de verwachting der moei-
hjksten.
Op dus liefhebbers] naar de vierde en laat
ste vertooning.
Burgerlijke Godshuizen.
Op voorstel van den Bestuurraad der Bur
gerlijke Godshuizen onzer stad, heeft de ge
meenteraad in zijne zitting van 22 dezer, de
neer Cardinael-Snick, lid van het godshui-
zenbestuur benoemd ten einde dit te volledi-
digen.
\an harte jeuchen wij de keus toe en stel
lig zeker is het dat onze bevolkingze op hare
beurt evenzeer goed keuren zal.
De heer Gardinael is terecht een man va»