VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
PolitiekNieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Tweede Jaar.
Zaterdag 26n Maart 1887.
Nummer 13.
De Zusters in 't Hospitaal
van Antwerpen.
De huishoudkundige scholen.
De statie van IJperen in de
Kamer der Volksvertegenwoordigers.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 4 fr. per jaar Yoor de stad. 4 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 2 fr. 50. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per, maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastsaat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
(Vervolg).
Binst den vasten waren er zekere zieken,
hun door den geneesheer voorgeschreven
vleesch te geven, die geen schaapje over de
lippen gehad hebben.
Al de zwanger vrouwen, die in 't hospitaal
sterven, zijn aan de keizersnede onderwor
pen. Wanneer de vrouw nog den doodsreutel
in de keel heeft, vragen de zusters en de
priesters om den buik der lijdende open te
snijden, ten einde 'tkind te kunnen doopenü!
Onderhoort drie inwonenden van St. Elisa
beth, de heeren Delsalle, Terwagne, Van
Assch.
Toen zeker beeldhouwer, Pieter Rosselt,
Juli laatstleden zich gedwongen voelde naar
't hospitaal te gaan, verklaarde hij zich vrij
denker bij zijne intrede; hetgeen hem menige
vervolging op de hals haalde. Zoo gaven zij
dezen zieke sletsen, waarvan de nagels in de
plant van den voet staken.
October laatst verliet een ellendige Araab,
bijna gansch naakt, het hospitaal van Sint-
Elisabeth. De zusters hadden hem in zoo'n
staat laten vertrekken, omdat hij tot de ka
tholieke kerke niet behoorde. Nochtans moe
ten zij, volgens eene fundatie, de naakten
kleeden (3d® werk van bermhertigheid).
Ondervraagt nopens dit feit de inwonenden,
den aartsziekenoppasser, den bewaker en de
bureelbedienden.
Hunne bijgeloovigheid geeft hun de ge
dachte dat de zenuwzieken van den duivel
bezeten zijn. Van daar allerlei streken, gebe
den en aperijen om den kwaden geest te
verdrijven. Eene jonge vrouw, juffer
Julia Mwas door den kraamvrouwen-
aanval geraakt; de zusters en de priesters
aanzagen haar als door den duivel bezeten;
ten einde dien te verjagen las men luidop om
haar rozenhoedjes en gebedekens. Vervol
gens werden uit rood laken gesneden hartjes
op, onder en in haar bed gelegd; niettegen
staande deze hartjes, deze rozenhoedjes, deze
gebedekens bemerkte men geene verande
ring in den zieke. Dan sloot men haar met
eene kat op haar kamer, (juffer M. was eene
betalende zieke) opdat de duivel, genoeg van
in deze juffrouw te wonen, zich in 't lichaam
van een dier verschuilen zou. Daar dit nieuw
middel niet krachtig genoeg was dan 't voor
gaande, vonden de zusters en de priester
niets beters dan de zieke den dwangrok aan
te doen. Ondervraagt de inwonenden van
St- Elisabeth.
Geen der minste kennis van geneeskunde
hebbende, overtreden de zusters dagelijks de
eenvoudigste wetten der gezondheidsleer.
Onder duizenden feiten, vestigen wij de aan
dacht op den volgenden wraakroependen
gedragsregel't gebeurt dat men de matras
sen in de ziekenzalen uitslaat en er het lin
nen, dat tot de vermaking der wonden
gediend heeft, drogen laat. Ondervraagt
over dit voorval de nazieners en de inwonen
den van St. Elisabeth.
De zusters zijn zoo onverdraagzaam, dat
eene juffer, als vrijdenkster eene maal in
St-Elisabeth getreden, dezelfde verklaring
bij hare terugkomst niet durfde doen; want
zij had te veel aan deze onverdraaglijkheid
geleden.Vraagt het den bureelbeambten en.
inzonderheid den Heere Denis.
's Nachts begeven de nonnen zich te ruste
en doen zich voor eenige centiemen vervan
gen door leeken uit stad. Slechts waakt
er eene zuster: 't is in de zaal der gekwet
sten; die is dikwijls door personen bezocht,
onder ander door politieagenten, die gekwet
sten aanbrengen. Deze personen of agen
ten schrijven in hun verslag neder dat zij den
gekwetste aan de zorgen der zusters over
gelaten hebben en door| gevolgtrekking ver
beeldt men; zich dat de zusters in de andere
zalen waken, dat is eene bedenkelijke dwa
ling.
Der eerlijkste getuigenissen, zegt vervol
gens de Opinion bevestigen de voor
naamste zijden in deze verklaring; onder
ander de ^afschuwelijke toepassing der kei
zersnede en der duivelbanning.
Wij hebben onder 't oog een juist naschrift
der behoedmiddels, scapuliers, door de zus
ters in 't bed der zieken gelegd. Een rood
hart, met een kruis derzelfde kleur voorzien,
is cp een wit stuk flanel genaaid, met dit
opschriftDat uw rijk ons toekome
Weg Satan! Het hart van Jesus is met
ons!
Zoo is 't dat men zenuwziekten in St-Elisa-
beth's hospitaal geneest, en dat onder eene
liberale regeering. O. L.
Wordt voortgezet).
Graaf d'Oultremont komt zijn verslag te
eindigen over de huishoudkundige scholen,
't Is prins Caraman de Chimay, oud-gouver
neur van Henegouwen en heden minister
van buitenlandsche zaken, die, in 1874, de
eerste huishoudkundige school stichtte.
Eene der grootste oorzaken van armoede
bij de werklieden in de koophandelsstreken,
is gebrek aan spaarzaamheid en orde in het
huisgezin.
De reden hiervan is dat de vrouw geene
genoegzame opvoeding ontvangen heeft om
hare plichten te vervullen als vrouw en
moeder. Van hare vroegste jeugd in de
fabriek of de mijn werkende, heeft ze geen
tijd" zich met het huishouden bezig te houde.
Ziehier de afgrijselijke beschrijving van
een werkmansgezin in de Borinage. Deze
beschrijving vonden we laatstmaal in eene
bijzondere uitgaaf.
Het is een huisgezin bestaande uit vijf
personen: vader, moeder en drie kindertjes.
Vader en moeder werken buitenshuis. Gedu
rende hunne afwezigheid zijn de kinderen
overgelaten aan de zorgen eener gemakke
lijke buurvrouw.
De kamer waar wij u binnenleiden is de
eenige van het huis. Vóór de deur speelt een
meisje, van 2 tot 3 jaar, met eenen stok in
eenen plas water, door hare moeder daar
geworpen.
Binnen kan men geen stap doen zonder
tegen een voorwerp te stooten: 't is een
kreupel meubel, een kleed zorgeloos hier of
daar op eenen stoel geworpen, en dat groo-
tendeels in het stof sleept op den grond.
Op vier stoelen, die voor wieg dienen, ligt
een afschuwelijk wezen, half naakt, en dat
weenende, met ontvleeschde armen en bee-
nen, zorgen vraagt. Een derde kind is straat-
looper, men weet niet waar. Het bed is niet
gemaakt. In den haard hangt de ijzeren
pot, het overschot van gekookte aardappe
len, die tot avondmaal moeten dienen, bevat
tende. In de kas, half openstaande bij gebrek
aan slot. ziet men de resten van vaatwerk,
eenige gescheurde hemden, pakken lompen
en, in eenen kiel, aan de vier hoeken ge
knoopt, ziet men houtskolen.
Verderop staat eene tafel bedekt met
voorwerpen van allen aard. Brood is er
gestadig. In eenen aarden pot is een zak die
tot filter dient en half met gruis en koffie
opgevuld is. Sedert den morgend vermeer
dert de hoeveelheid stof er in, en van avond
zal men op dit alles kokende water gieten;
die zoogenaamde koffie zal het avondmaal
voor het huisgezin wezen.
In één woord, overal waar ge de blikken
wendt, vindt ge wanorde. En wat nog meer
is, de lucht die gij er inademt snijdt u de
keel af. Dit alles is droevig en afgrijselijk.
Ehwel, er is nog iets dat afgrijselijker is.
Bestudeer die binnenkamer waar de kinderen
hunne jongelingsjaren bereikt hebben.
In de eenige kamer, waar de verwarring
nog grooter is, zoo het mogelijk ware, dan
deze welke wij komen te beschrijven, wonen
vader, moeder, drie jongens entwee meisjes.
Het bed is voor de ouders en het is in eenen
hoek der kamer, op eenen breeder stroozak,
dat meisjes en knechten, van 12 tot 20 jaar,
door elkaar slapen.
Het is onnoodig langer stil te blijven bij
de gevolgen eener dergelijke opvoeding,
zoowel onder zedelijk als onder lichamelijk
opzicht. Maar al te gemakkelijk stelt men
zich het jonge meisje voor, daar opgebracht,
in dergelijk huis. Niets weet het, niets kent
het, niets doet het en is gansch vrij van
zijne handelingen.
In deze andere woning ligt een grijsaard
op eenen hoop stroo. Hij is met lompen
bedekt, 't Is de grootvader. Versleten door
onophoudelijk werken en zwoegen is die
man nu, gansch lam zijnde, aan zijne kinders
overgelaten, die hem alles laten ontbreken
en hem gedurig verwijten dat hij te lang
leeft.
Om dezen staat van zaken te verbeteren,
moet men de meisjes leeren naaien, breien,
kleeren maken en vooral, het zoo noodige in
een werkmanshuis, brood leeren bakken.
Ziehier de besluiten der eerste sectie ten
opzichte van dit merkwaardig onderwerp:
Om het stichten der huishoudkundige
scholen te begunstigen, en dit vooral waar
nijverheidsgestichten zijndie kinders en
vrouwen gebruiken,
1° Zou het Staatsbestuur de gemeenten
moeten aanwakkeren bij de gemeente- of
aangenomene scholen voor meisjes eene af-
deeling voor huishoudkunde te voegen.
2° Deze afdeeling zou het programma moe
ten aanvaarden der huishoudkundige scho
len, gesticht door M. Smits in het werkhuis
van Oouillet, met de volgende veranderingen:
2 van artikel 3. Wanneer de meisjes
voor goed de school verlaten, is er hun, zoo
het mogelijk is, een bewijs van bekwaamheid
afgeleverd.
In plaats van: Aan den ouderdom van 14
jaren verlaten zij voor goed de school en er
is hun, enz.
Het 3 is weggelaten
3° De huishoudkundige afdeeling moet een
bijzonder personeel hebben, onder toezicht
van het bestuur der school.
4° De kosten der afdeeling van huishoud
kunde zouden moeten gedragen worden door
de gemeente, door de provincie en door den
Staat.
5° Het onderwijs zou er kosteloos moeten
gegeven worden.
Wij weten niet of graaf d'Oultremont onze
kostelooze meisjesschool bezocht heeft, maar
hetgeen hij voorstelt bestaat er sedert jaren.
Eene huishoudkundige afdeeling, bezocht
door 70 meisjes, is bij de gemeenteschool
gevoegd.
Zij leeren er al de handwerken welke de
vrouw moet kennen, even als de kookkunst,
die er hun op practische wijze aangeleerd
J wordt.
Een bekwaamheids-certifikaat wordt de
verdienstige ter hand gesteld.
Het onderwijs is er door een bijzonder
personeel gegeven onder toezicht der hoofd
onderwijzeres.
Het onderwijs is er kosteloos en de op
brengst van het werk is ten profijte der
leerlingen.
Zooals men ziet, vindt men in onze huis
houdkundige school al de voorwaarden, en
zelfs meer nogdoor graaf d'Oultremont
gevraagd.
Het is eene der eerste in ons land gesticht
en van alle kanten komen bezoekers (onze
inrichting nazien en besludeeren.
Ongelukkiglijk heeft de provincie, sedert
wij een katholiek ministerie bezitten, alle
hulpgeld geweigerd.
Hebt gij ze al gelezen?
Wat gelezen?
Wel! de grrroote redevoering van M.
Colaert.
Hoe? heeft M. Colaert ook gesproken in
de sociëteit: Ziekentroost? Ik dacht dat M.
Bouquet alleen door zijne woorden al de
stichters der sociëteit met bloemen bedekt
had?
Och, wie spreekt u over Ziekentroost:
M. Colaert heeft zich laten hooren in de
Kamer der Volksvertegenwoordigers.
Ha ja! nog eens over de afschaffing der
arrondissementscommissarissen zeker! Wij
kennen dat liedje; 't is alle jaar 't zelfde.
Och neenge zijt er niet. Hij weet wel
dat hij dat nooit zal bekomen, en dat hij
bijgevolg zijn geliefd onderwerp mag laten
rusten. Daarom vraagt hij iets anders.
Wat dan?
Raadt ge 't niet?
Neen, ik kan niet peinzen
Eh wel, zet goed de ooren open: Hij
vraagteene nieuwe statie voor IJperen.
Het is niet waar, zeker! God zij geloofd!
Nu ten minste toont hij dat hij de belangen
van IJperen en het arrondissement behartigt.
En.... heeft hij dat nog op eene betamelijke^
ridderlijke manier gevraagd?
Ha, daar sta ik borg voor. Hij heeft
niets anders gezeid, dan hetgeen reeds in het
Progrès gestaan heeft.
A la bonne heure. Dat heet ik hande
len. Als wij alzoo een crediet van een hon
derdduizend franken kunnen krijgen, dat zal
reeds iets zijn. Wij hebben natuurlijk geen
miljoen en half noodig gelijk Woeste voor
Aalst. En... weet gij hoeveel de Minister
toegestaan heeft
ToegestaanGe zijt er wel meê.
Ge zegt dat zoo aardig. Heeft hij er
misschien niet op geantwoord?
Zeker, zeker! Wilt gij het antwoord
van den minister hooren? Luister:
De heeren Struye en Colaert hebben ge
sproken over de statie van IJperen.
Ik weet, daar ik in den tijd er zelf veel
door geleden heb, dat de verschillige deelen
HET WEEKBLAD