Een nieuw mirakel in de negentiende eeuw. De wet op de vervalscMng der landvetten. STADSNIEUWS. Tooneelaieuws. Eene laffe daad. Eene razende koei. Muziek- en dansfeest. mis gelaten, bij zijn gezin en zijn beroep iet richt de oploopende karakters zonder ze loor strenge tuchtmiddelen op te hitsen die liet zelden oorzaak zijn van opstand en hals- tarrigheidhet beurt de slaperigen op, naakt"deze vlugger en handigerhet is eene chool, Flip, waarin iedereen doelmatig jevormd wordt. In plaats, nu, van 2 tot SoO.OOO mannen, welke men metds grootste noeite van de wereld zou kunnen bijeen trijgen en waarvan meer dan de helft geene 'enoegzame krijgsafrichting heeft ontvan gen, zou men gemakkelijk 6 tot 800000 goed geoefende mannen onder de wapens kunnen mengen. Flip. oju de dju! 800000 soldaten! En sulk leger zou ons klein landeken niet plat ruïneeren? Hendrik. In 't geheel niet, vriend, iedereen zou op eigen kost n zijne wapens en een eenvoudig uniform aanschaffen. Het staatsbestier zou slechts de vrijwilligers on derhouden en het noodzakelijke geven aan degenen die kunnen betoonen dat hun gelde lijke toestand daartoe ontoereikend is. Op deze wijze zou men, in plaats van zestig millioenen welke het Staatsbestier jaaxlijks aan legerkosten verspeelt, met twaalf tot vijftien millioenen klaar komen en beter dan nu, tot 's lands verdediging in staat zijn. Flip. En wat zoudt gij met die besparin gen doen, gij zoudt ze toch in de schatkist niet laten schimmelen? Hendrik. Met de veertig of meer mil lioenen, welke om zoo te zeggen een gevon den schat zouden uitmaken, zou men drin gende en nuttige hervormingen bewerkstel ligen ten voordeele van landbouw, handel en nijverheidmen zou ook sommige belastin gen v rminderen die zoo loodzwaar op den landbouwer en den kleinen man drukken het aanleggen van openbare werken zou den arbeider werk en brood verschaffen. Alles, Flip, ware hier profijt. Flip. Dit ware, inderdaad, zoo slecht niet. Hendrik. Het stelsel der gewapende natie,Flip, laat ook aan iedereen zijne vrij heid als burger. Zoo is het niet in onze hedendaagsche legers. Zie maar eens wat men doet met de soldaten die durven gebaren van niet alles om ter best te vinden onder Gods blauwen krijgshemel! Een aldus sa mengesteld leger biedt nog een ander voor deel aan: De burger soldaat is een handelaar, 't zij in 't klein 't zij in 't groot, hij is ge trouwd, is vader van familie en is met geneigd te vertrekken zonder gewettigde redendoch dewijl hij vele zaken zal te verdedigen hebben, in geval men hem aan randt, mag men verzekerd zijn dat hij ter verdediging al zijne verstandelijke en licna- melijke krachten zal vaardig hebben. Verre van mij de strijdvaardigheid onzer huidige soldaten in 't minste te betwijfelen; integen deel ik zal ieder zeggen dat zij de oorlogs zucht te verre drijven, zij voelen zich geneigd tot den oorlog even als een ambachtsman zijn stiel genegen is. Een oorlog hoe onrechtvaar dig hij ook zij, is bij hen altijd welkom. Zij aanvaarden hem, om het even onder welk staatsregiem, en laten zich ten strijde voeren zonder de redens na te gaan die aanleiding hebben gegeven tot den oorlog. Zoo zal het niet zijn met den burgersoldaat, bij d^zen zal men de noodzakelijkheid van den oorlog moeten bewijzeu. Steeds bereid ter verdedi- ging de wapens op te nemen, zal hij, inte gendeel, nooit aanvaller worden, tenzij gegronde beweegredens hem hiertoe dwin gen- want hij weet en begrijpt dat alle handelszaken en alles wat het werkzaam leven uitmaakt, er teveel bij lijden. Wanneer de legers van alle landen zullen samengesteld zijn uit burgersoldaten, dan zal de oorlog onmogelijk worden; want het is in aller belang in rust en vrede zijne zaken te kunnen waarnemen, en met iedereen in vriendschap te leven, in plaats van elkander te verscheuren, gelijk de wilden. En dat alleen zou genoeg zijn om te bewijzen dat de gewapende natie bet rechtvaardigste en het beste verdedigingstelsel is. P g. Men doet ons opmerken dat cie onderwijzers, in congres te Oostende verga derd, niet alleen den wenscli hebben uitge drukt het voorrecht te zien afschaffen dat hen van den krijgsdienst ontsiaai, maar dat zij zelfs in dit doel een smeekschrift naar de wetgevende Kamers hebben gezon den Wanneer zullen de seminaristen dit treffend voorbeeld van belangloosheid navol gen? stilzwijgendheid, dat de klerikalen achter uitwijken voor de veropenbaring van het gebeurde dat ik u ga vertellen. Opent dan oogen en ooren, o christene zielen, en gij allen, mijne wereldsche broeders, gelijk aan welke opinie gij toebehoort, schudt en beeft bij het lezen van die wonderheid, waarvan ik, op mijne eer, de echtheid en waarheid bevestig N..., het gehucht van een groot dorp in Vlaanderen, tusschen Brugge en Thourout, is gelegen in 't midden der bosschen en nogal verre afgelegen van de dorpen die het omringen. De inwoners leven er arm en afgezonderd. Het onderwijs is er zeer verzuimd en, wat de beschaving betreft, zij heeft er zoo weinig vooruitgang gedaan, dat de ongelukkige bewoners verschillige eeuwen ten achteren zijn bij de inwoners der naburige dorpen. Om die kwaal te verhelpen, had het libe raal gouvernement eene school opgericht in dat gehuchte, onder het bestuur van eenen bekwamen en vastberaden onderwijzer. Maar M. de pastoor of proost van dat gehuchte was niet tevreden en verklaarde aanstonds den oorlog aan den onderwijzer. Weihoe! riep die heilige man, werker aan den wijngaard des Heeren, uit, weihoe! men komt hier het licht en het onderwijs verspreiden! Neen, neen, duizendmaal neen'k en wil van die ellenden op mijn gehuchte niet, 'k wil mijne schapen in de onwetendheid en in 't geloof behouden zij zijn dom geboren en zij moeten nog dommer sterven!... Dat is mijn princiep Van dan af wierp hij al zijnen priester lijken haat op dien armen maar waardigen opvoeder der kindschheid van het gehuch te; hij stelde alles in 't werk om dien onder wijzer hatelijk en verfoeielijk te maken en hem van iedereen te doen verachten. O tempora! O mores! Andere tijden andere wonderheden Indien ik tot den dag van heden gewacht heb om u het wonder te vertellen welk gij hieronder lezen zult, 't is omdat ik meende dat het zou verschenen hebben in de christe- liike, godsdienstige dagbladen, ofwel dat men het deze laatste dagen zou afgekondigd hebben van uit den stoel der waarheid, als eene der schitterendste wonderheden van onzen tijd. Maar ik bestatig, door hunne Maar daar hij niet haastig genoeg zijn doel bereikte, 't is te zeggen het atschaffen van school en schoolmeester, ziehier nu wat hij uitvond, 'klaat het aau de lezers over die daad eenen naam te geven. Luistert: Ter gelegenheid van de octaaf van 't H. Sakrament was er eene missie; hij ontbood dus twee der fanatiekste blootvoeters om te preêken en eene algemeene biecht te aan- hooren. Den laatsten dag der zending verkondigde een der paters aan zijne toehoorders dat men 's anderdaags, als gedenkteeken der missie, een groot Christusbeeld ging plaatsen vóór de kerk en dat men dien Christus ten 10 ure ging inwijden en processie wijze rond het gehuchtedragen. Op het gestelde uur trok de processie uit de kerk, na dat de Proost het gekende Procedamus in pace (laat ons in vrede voortgaan) gezongen had. Aan 't hoofd van den stoetverscheen er een groote O. H., gedragen door twaalf kloeke en wel gespierde mannen van het gehucht, daarna de geeste lijkheid en achter hen de gezuiverde, geloo- vige christene zielen. De stoet, geleid door Pastoor en Paters, was zonder ongeval tot bij de gemeenteschool gekomen toen eensklaps de twaalf dragers, als door eene geraaktheid geslegen, stil hielden en vruchtelooze pogingen schenen aan te wenden om voort ie kunnen gaan; de eene trachtte, doch zonder erin te ge lukken, zijne beenen te verroeren, de an dere scheen zijne armen niet meer te kunnen gebruiken. Moed! broeders, moed! en voor waarts! riepen de paters. Al de dragers vernieuwden bunne krachten en schenen alles te doen wat mogelijk was, doch zij eindigden met op hunne knien ten gronde te vallen. Alsdan wendde de Pater zich tot de geloo- vigen, wees hen de school en de woning van den onderwijzer aan en, met eene machtige en krachtige stem, sprak hij als volgt - Beminde broeders en christenen! de duivel komt ons een verschrikkelijken val- schen strik te spannen... Christus weigert vooruit te gaan! Maar wezen wij niet ver wonderd! Heft eens het hoofd op en ziet!... "Waar bevinden wij ons?... Voor het huis van den duivel! En de handen in de hoogte stekende, wees hij met een dramatisch gebaar het huis van den schoolmeester en de school zelve aan. Dan voegde hij er letterlijk bij Laat ons eenen knieval doen, beminde broeders, en laat ons den hemel smeeken voor de bekeering van dezen versteenden zondaar, die dit vermaledijd buis "bewoont Allen vielen op de knien, men las met luider stem zeven onze vaders en zeven wees-gegroets. Dan, onder de algemeene verslagenheid, trok gansch de stoet terug kerkwaarts... Aldus eindigde het comedie- spel. Doch, eenige dagen later verklaarden de twaalf kloekgespierde dragers, die de voornaamste rol gespeeld hadden, dat ze daartoe betaald werden en verscheidene malen hunne les gespeld geweest waren. De Pater had hun verklaard dat ze, alzoo doende, een verdienstelijk werk deden en tot het welzijn van den heiligen godsdienst wrochten Niet waar dat is kluchtig, akelig en stich tend tevens Ik sidder, nochtans, wanneer ik denk aan hetgene gebeurd zijn zou, zoo, bij toe- va^ wat te wenschen geweest ware de twaalf kloeke dragers van het groot Chris tusbeeld, zich eensklaps onder den drang van een billijk gevoel van veront waardiging van een stevigen kluppel voorzien hadden, en. op het uiterste oogenblik een der afran selingen, die in het leventijdvak uitmaken, op den rugge van den pastoor van N... en van zijnen blootvoeter toegepast hadden. Ziet gij ze op de knieën vallen en het medelijden inroepen van die twaalf dappere stokslagers met ijzeren vuisten, hun toeroe pende Zeer lieve broeders, houdt uwe wraak- nemende armen in Ja, wij zijn lasteraars. Met van den duivel te spreken, hebben wij wreedelijk gelogen Dat huis daar is eene heilige en gezegende woonst Deze aan wien zij schuilplaats verleent, is een eerbiedweer- dig man, die op al onzen eerbied recht heelt Hij alleen hij vertegenwoordigt den vooruit gang, het werk en de eer Zeker dan zouden zij de waarheid gezegd hebben, en het mirakel hadde veel won derbaarder geweest. De Moniteur van 11. zaterdag kondigt de wet af op de vervalsching der landvetten, die voor de bedriegers en vervalschers zeer streng is en straffen toepast van 100 tot, 2000 frs. boete, en gevangzittingen van vijftien dagen tot zes maanden. De wet is vergezeld van een koninklijk besluit van toepassing en ook van een nieuw reglement tot onderzoek der vetten in de staats-landbouw-laboratoriums. De nieuwe wet, van algemeen belang, is enkel in 't fransch in het Staatsblad ver schenen. Waarom niet in het vlaamsch, of zouden onze landbouwers de wet niet mogen kennen, die voor hen gemaakt werd? Echter is de wet reeds gestemd den 10 April 1887, dus er was tijd genoeg om er eene vertaling van te maken. Doch de vlaamsche landbou wers mogen wachten, ziet ge. Wat kunnen wij zeggen van een stuk, dat zulke zoete tranen doen vloeien heeft, en dat met eene gelukkige ontkooping eindigt, van een stuk waarin de bevallige deugd glimlacht en die honderd duizend voeten verheven is boven zekere gepeperde wer ken, welke tot zelfs mannelijke ooren kwet sen. De Abbé Constantin, die aan den heer Ludovic Halevy de palmen der fransche Akademie verschaft heeft, is eene ware kunstgebeurtenis. Heel Parijs loopt in massa naar het to-meel van den Gymnase, om het volmaakte, liet fijne van dat bevallig werk te bewonderen, waar al de gevoelens, die bekwaam zijn om een edel en eerlijk hart te doen kloppen, in voorkomen. Tooneel, waar voor de huisgezinnen de zedige ooren van hunne dochters wagen wijd mogen openla ten. Waar kan men den eerbied voor alle overleveringen van het menschelijk leven verder gedreven vinden dan in dien ouden, zoo zachtmoedig, zoo goeden, zoo liederijken abt. Een hart, gansch verkleefdheid, vol van alle republikeinsche deugden, want 't is wel daarin, dat de drie grondregelsVrijheid Gelijkheid, Broederlijkheidzich vereeni gen. Arme oude buitenpastoor, wiens leven gestadig aan anderen en nooit aan hem zei ven is. Zie nevens hem, die groote en schoone jongman, die Jan Renaud. Die soldaat, die de soldaten deugden, in al wat zij zoo grootsch en zoo heiligs hebben, vertegenwoordigt. Het is daar wel de soldaat, die eens, zonder aarzelen, zijn laatsten druppel bloed voor het Vaderland ten beste geven zal. Nevens hem dat bevallig @n beminnend hart, dat de gezel lin van zijn gansch leven worden zal. Dat bevallig kind, dat met zijne miljoenen zoo verlegen is, welk lieflijk beeld, welk toon beeld ook om aan de dochters van onzen tijd ten voorbeelde te geven. En die zuster, die de zoo openhertige gees tigheid en den zoo mild verspreiden geest in den Abbé Constantin vertegenwoordigt. Want het stuk is roerend en vermakelijk tevens,en sinds het vervlogen herdenken van den Ami Fritz, den Maitre de Forges en Martyre, is het volk uit onze schouwburgen niet meer gekomen dien voldoeningskreet slakende: ziedaar dus een eerlijk stuk, dat onze harten bevredigt en een werk is van openhertige geestigheid, die het hartelijk gelach doet losbersten. Zoo is het goed en gezond werk dat op onzen schouwburg zal opgevoerd worden, door een Parijsiaanschen troep, onder het bestuur van den heer Paul Deslayes, den zoo gevierden kunstenaar der Pargzeuaars en wiens faam niet meer te maken is; het is de schepper van den Ami des Femmes, van den heer Alexander Dumas, zoon Het is de Ogareff van Michel Strogoff-, het is de opvolger van Mélingue, in den Bossu en vele andere scheppingen nog van dentau- deville, den Gymnase, den Odeon en de Poite Saint-Martin. Nevens hem treden kunstena ren op, wier kunstwaarde onbetwistbaar is. De hh. Angélo, van den Vaudeville, zal de rol van Jan Renaud vertolken. Dorsay, der Variétés, die van Paul de Laverdens Harris Goutchalde, van den Gym nase, deze van M. de Larnac; De rol van Mm' Scott zal door Mevr. Harris, van den Michel Schouwburg van S' Petersburg vertolkt worden deze van Bettina Percèval, door Mej. Charlotte Rey nard, van den Gymnase, en deze van M de Lavardens, door Mevr. H. Renard van de Porte Saint-Martin. Ziedaar in welke voorwaarden de Abbé Constantin, komédie in 3 bedrijven, van Ludovic Halevy, van de fransche Akademie, voor het publiek van onze stad, op Zondag 22 Ja nuari 1888, zal opgevoerd. worden. Zondag 11., rond 2 ure namiddag, werd de gansche buurt van de Veemarkt in opschud ding gebracht door de kreten moord! moord! die uit het huis van P. B. opstegen. Deze persoon, een groote en kloeke manskerel, heeft een ouden, gebrekelijken grijsaard, den genaamden D. G. voor inwoner. Na met den ouderling twist te hebben gezocht, bracht hij hem eenige geweldige slagen toe op het hoofd. De personen, die toegesneld waren op het moordgeroep, gingen onmiddelijk de politie verwittigen, welke oogenblikkelijk opdaagde en een proces verbaal opmaakte tegen den woestaard die zoo laffelijk misbruik van zijne krachten gemaakt had. De heer doctor Poupart heeft den lijder de zorgen toegediend die zijn toestand vergde. Maandag 11leidde men eene koei naar ons openbaar slachthuis, toen eensklaps het dier verschrikte van eene kar, waarop men eenen zak wierp, en op de vlucht ging. Door het volk gevolgd, vluchtte zij eindelijk in de hovingen van H. Heddeboo, in de Diksmuide- straat. De hovenier en het werkvolk, die zich in den hof bevonden, namen de vlucht. Het dier woelde wat rond, maakte eenige kromme, sprongen, tot dat een geweerschot het neder-1 plofte. De heer L. Vandermarliere vermaarde schutter, had wel gemikt; met den eersten kogel verbrijzelde hij den hoofdschedel van hef razende dier, dat dood nederviel. In de Koorzangmaatschappij Les Choeurs was er jl. woensdag volop feest. Mijnheer en Mevrouw Ferd. Merghelynck, Eere-Voorzitter der Maatschappij, hebben de leden daar op iets vergast dat tijdvak in het leven maakt. Vooreerst zeggen wij dat de ruime heel mooie zaal, hoewel eenvoudig met uitne mend veel smaak versierd was, zij zag er oprecht lief en verkwikkend uit. Voor wat het muziekfeest betreft dat was een uitgelezen concert, dat iedereen meer dan wel bevallen heeft. Van de symphonie der maatschappij hoeven wij niets te zeggen men weet wat zij weerd en waartoe zij in staat is. Men wete dus dat die heeren mu ziekanten den meesten bijval genoten hebben omdat zij met zooveel kunst en talent die mooie stukken uitvoerden. Een gul bravo voor den heer bestuurder en voor de heeren leden der symphonie. De jonge heer Peekei (hij schijnt nauwelijks 10 jaar oud) heeft op zijne viool wonderen verricht. Men ziet wel dat er in dat begaafd kind stoffe steekt om er eenen roemrijken kunstenaar van te maken. Eere aan zynen h. professor M. A. G. Aan de toejuichingen en weerroepingen kwam wezentlijk geen einde. Proficiat! en nog proficiat! jonge heer Peekei Wat den kluchtzanger, den heer De Kern- per betreft, het ware overbodig hem nog lof toe te zwaaien. Hij was, is en blijft een mees ter in zijn vak. Hij heeft veel en hartelijk doen lachen en verdiende de luidruchtige en herhaalde bravo's. Eindelijk moeten wij nog een woordje zeg- i gen van het dansfeest, dat vol levendigheid en vreugde was. Men danste veel en wel; 't was een plezier om zien hoe de jeugd, en zelfs de oude jeugd daar eens naar hartelust flikkerbeende. Maken wij ook ons kompliment over de ververschingen die er rondgedragen en den liefhebbers aangeboden werden. Pasteibak ker en gastkofhouder wedijverden om het meest; hoeveelheid, verscheidenheid en hoe danigheid, niets liet te wenschen. Het was, in één woord, een avondfeest, waardig van hen die het gaven, en dat bij iedereen den aangenaamsten indruk en een zoet aandenken nagelaten heeft.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1888 | | pagina 4