Brieven uit Antwerpen. STADSNIEUWS. Vlaamsche Ster. Scherm- en muziekfeest. Nationale-Militie schijnt te moeten overheerschen in het on derzoek dezer vraag. Een hooggeschatte publicist, de heer Tar- dieu, oud-officier van het belgisch leger, leeraar in de krijgschool, die in de Indépen- dance beige de groote krijgsoefeningen van 1882 heeft besproken, schreef te dier gele genheid in het nummer van 11 September van dit jaar hetgeen volgt: Het is niet alleen de rechtvaardigheid, die het eischt, maar het is een militair belang van eerste orde, dat de officieren van ons leger het vlaamsch kennen. Het is noodig dat de soldaat den officier en de officier den soldaat versta. Dat de comman do's in het fransch worden gegeven, dat is niets. Men legt er den zin van uit aan de vlaamsche soldaten, die terstond weten wat het wil zeggen.- Portez armes! présentez armesenz. Maar tijdens den oorlog heeft de officier aan den soldaat raad en aanduidingen te geven, die geen commando's zijn. Verkenners doorloopen een bosch, zij komen terug om te zeggen wat zij gezien hebben en de officier verstaat ze niet. De officier legt aan zijne troepen deze of gene gebeurlijkheid uit en de Walen alleen begrijpen hem. Het is dui delijk dat zoo iets niet mag zijn. Gelukkig spreken vele officieren het vlaamsch maar het is onontbeerlijk dat geen enkel officier, geen enkel zelfs die een graad heeft, de taal onkundig weze, welke alle- n door duizenden militianen gesproken wordt. Ik zal er bijvoegen, dat tengevolge van het aanwerven der kaders onder de mili tianen, de graad van onder-officier voor het meerendeel aan Walen wordt vergund, om dat deze spoediger de reglementen kennen. Het kwaad dat ik hier aanduid, wordt dus nog vermeerderd door de tegenwoordige wijze van werving der lagere graden. De overdrijvingen, ja zelfs zekere gewel dige uitingen der vlaamschgezindheid mogen ons niet beletten deze vraag, gelijk alie an dere, met kalmte, onpartijdigheid en recht vaardigheid te onderzoeken (1) Een brusselsch dagblad, dat van geene vlaamschgezindheid verdacht zou kunnen zijn, la Gazette, verklaarde den 12 Septem ber 1882 zonder voorbehoudingen de bemer kingen van den briefwisselaar der Indépen- dance bij te treden. Een bekwaam officier van ons leger, kolo nel de Lanier, schrijver van een vlaamsch handboek voor den velddienst, drukt zich volgenderwijze uit in de voorrede van zijn werkje Daar de aanwerving der kaders sedert verschillige jaren in de Waalsche provintiën gebeurt, doordien aan het regiment (namelijk het 12e linieregiment) waalsche garnizoen steden werden aangewezen, bezitten wij maar een zeer gering getal vlaamsche onder richters meer. Het is in ons land bijna onmo gelijk zulken onregelmatigen toestand te vermijden. Benevens de moeilijkheden die er uit spruiten, wanneer het geldt de rekruten te onderrichten, is die toestand zeer erg, indien men hem uit een verhevener standpunt be schouwt. Immers wat zal, in tegenwoordigheid van den vijand, een welkdanig overste wor den, die zich niet van zekere zijner onder geschikten kan doen verstaan, in de onmo gelijkheid verkeert om hun bevelen te geven, zelf de inlichtingen, de dringende berichten niet begrijpt, welke een schildwacht, een verkenner hem zullen brengen Wat zal, in zulke voorwaarden, het vertrouwen gewor den, dat hij aan zijne soldaten moet inboe zemen Er is daar een zeer ernstig gevaar en alle gegradeerden moeten uit deze be schouwingen besluiten, dat het hun volko men onmogelijk is de hun toevertrouwde zending te vervullen, indien zij de vlaam sche taal niet machtig zijn. (2) Doch er dient bovendien nog in acht ge nomen te worden, dat de officieren van het leger niet alleen de onderrichters van hunne ondergeschikten, maar ook hunne rechters zijn. In deze laatste hoedanigheid zijn zij ver plicht de taai te kennen, die door hunne te- rechtstaanden wordt gesproken, willen zij aan de gegronde verwijting ontsnappen hier nogmaals volkomen onbekwaam te zijn om de hun toevertrouwde zending te vervullen. Wij hebben de eer gehad heel bijzonderlijk op die beschouwing aan te dringen in een tot den Senaat gericht verzoekschrift, waar van wij de vrijheid nemen U een exemplaar te laten geworden. Wij vertrouwen dat de Kamer de gegrond heid der redenen zal willen erkennen, die, in ons verzoekschrift naar den Senaat gezon den, werden ontwikkeld en dat zij er reken schap zal willen van houden in de beslissing, welke zij zal te nemen hebben. De Kamer, wij durven het verhopen, zal de wijziging van den achtbaren heer Graux verwerpen om eene schikking aan te nemen die op doelmatige wijze zal waarborgen dat de officieren van het belgisch leger de bei$ie landstalen machtig zullen zijn. Aanvaardt, Heeren Voorzitter en Leden der Kamer van Volksvertegenwoordigers, de verzekering onzer eerbiedige gevoelens. ii. Antwerpen, 25 Januari '88. Het Eeuwfeest der Groote Omwenteling van 1789 en onze Regeering Onze clericals bladen en.... de Zaag er Onze letteren. Vlaamsch Leven te Antwerpenhet Taalverbond. Eene kenmerkende gebeurtenis van de laatste dagen is het uitstekend initiatief, dat genomen werd door den Liberalen Vlaam- schen Bond van Antwerpen om onze Re geering dringend aan te sporen mede te werken aan de Parijsche Wereldtentoon stelling van 1889. Immers zal men op dit tijdstip in Frankrijks hoofdstad het eeuw feest vieren van het heuglijke feit, dat zoo'n diepingrijpenden invloed op het wezen en de innerlijke gestelienis aller natiën der wereld uitoefende: de Groote Omwenteling van 1789. Niet alleen ieder Franschman is verplicht te jubelen bij het herdenken van den dag toen het onzalige, duizendmaal gevloekte ancien régime van zijnen troon werd ge rukt, ieder mensch ja moet opgetogen en dankbaar het hart verheffen, want het geldt hier inderdaadhet eeuwfeest van de rech ten van den mensch. Het vertoog van den Liberalen Vlaam- schen Bond doet het op de klaarblijke.dste wijze uitschijnen Het is wellicht niet onaardig het oordeel sommiger Brusselsche dagbladen over dit prachtige vertoog te kennen. La Nation zegt ervan Dit stuk werd door de meest verheven gevoelens ingeboezemd... En la Ré for me, o. a. Men moet de Vlaamsche liberalen van Antwerpen om dit initiatief gelukwen- schen, op dit oogenblik, als er, langs den eenen kant, gevonden worden die de Vlaamsche Beweging voor clericaal en achteruitkruipend willen doen doorgaan, en er langs den anderen kant zijn, die haar in gallophobie (Franschenknabbelarij willen doen afdwalen. Hoewel bet laatste gedeelte van dezen vol zin eene moeilijk te verdedigen bewering inhoudt, stemmen wij volkomen met het Brusselsch blad in, waar het doet verstaan dat het vertoog der Antwerpsche liberale Vlamingen menig kortzichtigen Franschge- zinde de oogen zal openen, en treden wij van harte zijnen werisch bij, dat in gansch het land een petitionnement worde tot stand gebracht, ten einde de Regeering te dwin gen officieel aan de groote plechtigheid deel te nemen. Voorzeker zullen de stemmen der aan hunne nationalileit zoo sterk verkleefde Vlamingen vau een buitengewoon belang in deze zaak zijn en ik maan dus alle Vlaam sche vrijzinnige vereenigingen aan in deze zoo echt vrijzinnige zaak mede te werken. Gij herinnert u nog wellicht iets van wat ik in mijn jongsten brief over het weekblad de Zaaier mededeelde? Het is een vermake lijk, maar een pijnlijk schouwspel tevens, gade te slaan, hoe de clericale papieren onzer stad alle middelen in het werk stellen om het pittig gazetje af te breken. In een zijner laatste nummers schreef het Handelsblad te Antwerpen ook zeer wel bekend onder den beteekenisvollen naam vanhet Gans hen een comisch-verontwaardigd artikel, in eene taal zoo middeleeuwscli als de ge dachten zeiven: De Zaaijer, zegde het, is een slecht blad, dat den zuiveren damp kring van onzen builen wil verpesten... Gij kent den gewonen rimram. De Zaaijer zaait goed, in ieder geval dat kan men aan de verbolgen tronie onzer pilaarbijters merken. Een paar letterkundige gebeurtenissen beloven veel opgang te maken, namelijk het verschijnen van Conscience's Gedenk schriften getiteldGeschiedenis mijner Jeugd die te Brussel staan te verschijnen bij Lebègue (een boekdeel van 350 bladz., in-12, prijs 1 fr. 25); en Julius de Geyter's reeds beroemde epos Keizer Karei en het Rijk der Nederlanden dat bij Julius Vuyl- steke (Gent) uitgegeven wordt aan den prijs van 6 franken. Te oordeelen naar wat van dit werk reeds gehoord en gelezen werd, zal onze letterkunde weldra een gewrocht rijker zijn, eenig in zijn soort. Ik verneem zooeven, dat te Stuttgart bij Kiepert, omstreeks Paschen het volgende werk liet licht zal zien Aus Flandern und Brabant, Episches und Lyrisches von Pol de Mont, in hochdeutscher Ueber, tragung von Heinrich Flemmig. Ziedaar een nieuws uit de eerste hand dat menig confrater u wellicht zal benijden I Ik geef het u gratis voor niet. Sinds eenigen tijd heerscht te Antwerpen onder de Vlaamsche vrijzinnige letterkundi gen eene groote werkzaamheid. De alhier bestaande afdeelingen der Vereeniging Het Taalverbond zijn bloeiend. Vooral is dit het geval met de afdeeling Volkskunde. Ik hoop u aanstaande week eens in het breede over de werkzaamheden dezer laatste afdeeling te onderhouden zij zijn uiterst belangwekkend en zullen ongetwijfed tot den besten uitslag leiden. TT Uw Hans Onversaaft. Jongstleden Zondag woonden wij de vierde en laatste vertooning bij, door onze ijver volle Vlaamsche Ster gegeven. De tooneelzaal was proppensvol. Vele bui tenlieden waren, in weerwil van het slechte weder, naar de stad gekomen om van die belangrijke en overpuike vertooning te ge nieten. Aan de dagorde stonden: 1° De Slaapmuts, blijspel met zang in één bedrijf. Een stukje vol blijgeestigheid, dat hartelijk heeft doen lachen en dat vele jaloersche echtgenooten tot les verstrekken kan, want, alwiedaar geweest is, moet wel bekennen dat men zichzelven en de zijnen wetens en willens ongelukkig maakt, wanneer men zich aan minnenijd overgeeft zonder eens ernstig te onderzoeken of er wel redens zijn die zulken nijd wettigen. De spelers en speelsters heb ben hunne rollen goed vertolkt. 2® Een Boerenmeisje, ook een blijspel met zang, een heel lief stukje, en 3° Hage- roos, een tooneelspel met zang in twee be drijven, vol gevoel en aandoenlijke taferee- len. Deze twee stukken zijn ook meesterlijk vertolk i geweest. Hageroos heeft op bet talloos publiek een diepen indruk gemaakt en aan de ouders getoond hoe noodlottig de gevolgen zijn kun nen wanneer zij hunne kinderen, bij het uit huwelijken de neiging huns harten niet laten volgen maar hen hunnen keus opdrin gen willen, en meer dan eens steeg een daverend handgeklap uit de aanwezige volksmassa op. Maar heeft de opvoering dier tooneelstuk- ken wel bevallen, niet minder bijval viel aan de uitgevoerde muziekstukken te beurt. Het afwisselend aria voor klarinet, door den heer Balmaekers, heeft vooral herhaaldelijke en algemeene bravo's en terugroepingen uil- gelokt. De begeestering steeg ten top, toen de heer Delmotte optrad met bet tooneellied In Vlaanderen vlaamsch gedicht door H. Greus en der Vlaamsclfe Sier opgedragen. Een oorverdoovend handgeklap en bisgeroep bleef voortduren, tot dat de zanger eindelijk toegaf en terugkwam. En gul proficiat én voor zanger én voor dichter. In één woord, het was een avondfeest vol genoegen en genot. Dank, innigen dank aan hen allen die tot het welgelukken van dit prachtig feest, van die weergalooze vertooning het hunne bij brachten en medehielpen om ons iets op te disschen dat bij allen een zoet aandenken achtergelaten heeft. Eene kleine opmerking nochtans, gemak kelijk om te vermijden. Hoe komt het dat men in de zaal, bijzon derlijk in 't laatste stuk, zoowel den opgever (souffleur) verstaat alsof men op het tooneel staan zou? Is het de schuld van den speler, die niet al te rolvast is; is het de souffleur die te luide opgeeft, ofwel is het de zaal die niet schikt voor het tooneel? 't Zal waarschijne- lijk dat zijn, Dit blijft te onderzoeken, daar ik het tooneel niet beklim. Althans is het zeker dat het voor den aanschouwer zeer onaangenaam is. Maandag avond laatst heeft de schermers maatschappij L'Union een prachtig mu ziek- en wapenfeestgevolgd van eene danspartij, haren leden en dezer huisgezin aangeboden. Het lokaal, dat nogal ruim is, was voor de omstandigheid netjes versierd en een groot getal leden en uitgenoodigdenwaaronder veel lieve dames, waren aanwezig. Ook was het programma aanlokkelijk en al zijne nummers, zoowel zang als schermspel, zijn meesterlijk uitgevoerd geweest. Het was een heel mooi feest, dat aan iedereen wel bevallen heeft en der scher mersmaatschappij tot eere strekt. Doch daarbij bleet het niet; er volgde eene danspartij, vol leven en begeestering, die tot laat in den nacht duurde en waar er gestadig de uitbundigste vroolijkheid, de oprechtste vriendschap en de algemeenste vreugde heerschte. Daar heeft men een hartelijk sprongske gedaan en zich eens lustig ver maakt. Het was een heel genotvol feestdat smaakt naar den trog om nog. Lichting van 1888. Nummers getrokken door de lotelingen den 3 Februari 1888. 49 eerste lot 175 laatste lot. 74 Allaeys Henri-Polydore. 77 Angiliis Victor. 163 Backeland Pierre. 76 Bailiievier Ernest. 145 Ballois Charles-Louis. 159 Barthier Aloïs-Charles. 92 Becquaert Eugène. 157 Beernaert Paul. 131 Beghein Frédéric. 110 Blanckaert Henri. 121 Boedt Armand. 104 Bossaert Albert. 75 Boudry Gustave. 144 Bulckaen Henri. 69 Bulckaen Jules. 158 Burggraeve Aimé. 65 Cailliez Emiie. 153 Casier Emile. 136 Casier Henri. 105 Castel Arsène. 164 Christiaen Emile. 67 Claeys Aiphonse. 84 Clarisse Joseph. 135 Clement Ursmaire. 149 Clinckemaille Charles-Joseph-Louis. 125 Coene Cyrille. 168 Coffyn Théodule. 49 Cooren Gustave. 173 Cornet Georges. 98 Crock Honoré, 134 Daeden Félix. 113 Debal Eugène. 166 Debal Théophile. 102 Debuigne Cbarles-Louis. 52 Deckmyn Aiphonse. 114 Deckmyn Pierre. 85 Declercq Eugène-Alphonse. 88 Decock Alphonse-Isidore. 155 Deconinck Emile. 152 De Deyne Oscar. (1) II y a non-seulement un intérêt rle justice, mais un intérêt militaire de premier ordre a ce que les officiers de notre armée sactient le flamand. 11 faut que le soldat comprenne l'officier et que l'offi- cier comprenne le soldat. Que'los com mandements se fassent en francais, cela ne fait rien. On en expli- que le sens aux soldats flamands, qui apprennent trés vite ce que signifie portez armes, présentez armes, etc. Mais a la guerre l'officier a a dontier a ce sol dat des indications, des conseils qui no sont pas des commandements. Des éclaireurs battent un bois, ils reviennent dire ce qu'ils ont vu et l'officier ne les comprend pas. l'officier explique telle ou telle éventualité et les Wallons seuls comprennent. II est évident que cela ne so peut pas. Fort heureuse- ment, beaucoup d'officiers parient le flamandMais n'est-il pas indispensable qu'aucun officier, aucun gradé même n'ignore une langue comprise par les milliers de miliciens J'ajoute que par suite du recrutement du cadre parmi les miliciens, les fonctions de sous-officier sont confiées en majorité 4 des Wallons, paree que ceux-ci apprennent plus vite les règlements. Le mal que je signale est done augmenté par le recru tement actuel des grades inférieurs. II ne faut pas que les exagérations et même cer- taines violences du Flamingantisme nous empêchent d'étudier cette question, comme toutes les autres, avec sérénité, impartialité et justice. (2) - Le recrutement des cadres s'étant fait depuis plusirurs années dansles provinces wallormes, par suite des garnisons assignées au régiment ffe 12e ré giment de ligne). nous ne possédons plus qu'un nombre restreint d'instructeurs flamands. Cette situation anormale est en quelque sorte impossible a éviter dans notre pays. Indépendamment des difficultés qu'elle présente lorsqu'il s'agit d'instruire des recrues, elle est des Namens de Vlaamsche Liberale Vereeniging De Sehretaris, De Voorzitter, G. SIFFER. J. DE VIGNE. i nu SHa-SKBBac"1 De gebeurtenis toch die staat gevierd te wor den, was en is niet alleen voor Frankrijk van het grootste gewicht, voor geheel de beschaafde waereld had zij eenen diepingrijpenden invloed op het bur gerlijk zoowel als op het staatkundig leven. Zij was de herleving of liever de geboorte van liet moderne Staatswezen, van het hedendaagsch burger- en menschzijn. Zeer goed weten wij dat 1789 niet zonder ge- moedschokkende en hartverscheurende feiten ge paard ging, en gevolgd werd door verschrikkelijke bloedige gebeurtenissen waaronder wij Vlamin gen bet eerst en niet het minst te lijden hadden. Hier hebben wij die niet te bespreken en, evenmin als dergelijke gebeurtenissen onzer eigen geschie denis, te beoordeelen. Maar des te meer gevoelen wij de plicht te doen blijken, dat wij heseffen hoe tijdelijk lijden ons tot hoögeren blijvend geluk heeft gevoerd, dat wij den oorsprong van ons huidig maatschappelijk bestaan en van ons modern staatswezen weten te waardee- ren en wenschen te verheerlijken. Wij verlangen 1789 rneê te vieren, omdat wij, Vlamingen wier voorouders reeds eeuwen vroe ger de kiemen van vrijheid en menschenrechten in hunne Keuren en Privilegiën legden ons geheel kunnen vareenigen met de toen gehuldigde begin selen. - Wij wenschen, als Vlamingen, 1789 meê te vie ren om een blijk te geven der ware gevoelens welke ons bezielen: nevens vurige liefde tot ons vader land en diepe vereering voor onze moedertaal, is er in ons hart geene plaats voor vreemden haat. Wij wenschen als vrijzinnige burgers van een vrij land alle bekrompen gevoelens op zij te zetten, om met alle landen en volkeren een heuglijk feit te vieren. Wij vragen U derhalve, hoogachtbare Heeren, dat Gij boslisset België officieel aan de Wereldten toonstelling van 1889 te doen deelnemen. Gij zult hierdoor bijdragen tot 's lands meerder voordeel en roem en een bewijs geven van ons aller wensch, in goede gebuurschap met een bevriend volk te leven. plus graves si on la considère a un point de vue plus élevé. En effet que deviendra en présence de l'ennemi un chef quelconque ne pouvant en conséquence leur donner des ordres, ne comprenant pas les rensei- gnements, les avis pressants que lui donnera une sentinelle, un éclaireur? Que deviendra dans ces conditions la coniiance qu'il doit inspirer a ces soldats II y a la un danger des plus sérieux et tous les gradés doivent conclure de ce qui précède, qu'il leur est absolument impossible de remplir la mission qui leur est dévolue, sans posséder la connaissance au flamand,

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1888 | | pagina 2