Brieven uit Antwerpen, STADSNIEUWS. Herinnering. Scherm- en Muziekfeest. Tentoonstelling. als zij veroordeeld worden om de wet op de kerkhoven geschonden te hebben. Het Nieuwsblad heeft uit eenen volzin, in algemeene bewoording geschreven, iets wil len afleiden en op zich zeiven toepassen. Dit kunnen wij hem niet verbieden wij moeten het blad zelfs geluk wenschen om zijne spits vondigheid. Nog voort tot het Weekblad sprekende, zegt onze tegenstrever dat ons schrijven aan de persoonlijkheid uwer redactie vol- strekt niets zal veranderen, noch iets wijzigen aan de betrekkinge welke uwe redaktie met het onderwijs heeft of hebben kanWij hebben zelf onderstreept 'i N. d. R.) Wij weten wat wij weten, en - daarnaeè is dat punt afgesproken Vergeef ons Nieuwsblad, maar uw schrij ven is bijster, onverstaanbaarwij weten niet waar gij heen wilt. In het binnenste uwer kaloteziel, ontroert de gal en het ve nijn, telkens er van iets onaangenaams, voor u gesproken wordt, en overal meent gij onderwijzers te ontdekken, om ze aan straf of wraak over te leveren. Dat is armzalige praat Nieuwsblad. Wij hebben het bestaan van ons blad niet aan de onderwijzers te danken, en uw naïef wij loeten wat wij weten is groot spraak, dat ons het volgende herinnert In 1886 hadden wij eenen klerikaal over den hekel gehaald. De witbek kwam ons uitleggingen vragen en wij gaven ze hem zonder achterhouden. Doch daarmede was de kerel niet tevreden en hij trachtte bij middel van geld, juist gelijk in de kiezingen eenen onzer werklieden te overhalen, om te weten wie de schrijver van zeker artikel was en het hem over te leveren, Hoe eerlijk! niet waar Ziet gij nu, Nieuwsblad, hoe sommige klerikalen het aan boord leggen, om te toeten wat zij weten En zou het u niet miskomen, eens rechtzinnig- uw gedacht te uiten, over dergelijke klerikale handel wijze Het Nieuwsblad maakt ons nogmaals uit voor onwetenden, 't Is eer gezegd dan be wezen, alhoewel het ons niet raakt, als het van dien kant komt. Wij zullen tegenover het Nieuwsblad veel beleefder zijn, en zeg gen dat zijn Nummer Een de waardige tegen hanger is van Pic de la Mirandole, dat zijn Nummer Een eene Encyclopédie is op twee beencn, dat zijn Nummer Eeu alles kent en alles onderzoekt, schikt, wikt, weegt, onder scheidt, ontleedt, ontdekt en bespreekt met eenen klaarzienden geest, waarbij de Aca démie frangaise met stomme verbazing zou geslagen staan Nummer Een van 't Nieuwsblad kent goed de kneep, om nevens de zaak te pleiten en nooit te antwoorden op hetgeen zijne tegenstrevers hem vragen. Willen wij hem op zeker terrein brengen, hij glipt weg langs de raaklijn, en eenmaal op zijn eigen stand punt, laat hij de redeneering zijner tegen strevers van kant en ontwikkelt zijn per soonlijk thema. Hij schermt met woorden, haalt dingen voor den dag, waarvan er in de discussie geen spraak is en kletst drie Nieuwsbladkolommen vol. En na de lezing zeggen de lezers Die nieh Brozen is toch 'n vogel met 'nen bek Daarin is niets overdreven en wij zullen het bewijzen. In een paar artikels over de rekeningen der kerkfabrieken, bewezen wij hoe som mige kerkraden de eerlijkheid eene doode letter laten, in't opstellen hunner rekenin gen. Wij deden zien, dat deze oneerlijke kerk raden niet al hunne ontvangsten opgaven, en derwijze tot een deficiet geraakten, dat de gemeenten, (onder vorm van toelagen aan de priesters, of toelagen voor herstel lingswerk aan kerkgebouwen), moesten aan vullen. Het Nieuwsblad verwijt ons begrooting met rekening te verwarren. Wij vragen hem wel verschooning. Wij hebben onze artikels herlezen en hebben dit nergens ont dekt wij hebben enkel van slecht opge maakte rekeningen gesproken Zou het Nieuwsblad niet een eindje van onzen tekst willen aanhalen, om ons zulks te bewijzen Het Nieuwsblad meent dat enkel de Be stendige Deputatie van Brabant, de slechtop- gemaakte rekeningen der kerkfabrieken afkeurt, 't Is onwaar de Deputatiën van Brabant, Luik, Henegouwen en Luxemburg doen het telken male, dat al de ontvangsten voortkomende van jaargetijden, offranden, was, enz. niet opgegeven zijn. Indien de klerikale Deputatiën in hun handelen vrij waren, zouden zij het ook doen want de wet eischt dat alle ontvangsten opgegeven zijn, en de wet moet uitgevoerd worden zoowel door de kaloten als door de andere menschen. Doch in ons ultramontaansch België gaan de belangen der Kerk vóór die des Lands, en daarom sluiten de kaloten meegaande de oogen op alle kleri kale eerloosheden, als ze maar gebeuren tot meerdere eer en glorie Gods Al de grootste steden des lands, wier ge in enteraden uit bevoegde en klaarziende mannen samengesteld zijn, weigeren aan de knoeierijen der kerkraden de hand te leenen met dezer handelwijze goed te keuren. Dit gebeurde over eenige dagen nog te Gent, in de zitting van den gemeenteraad op 7 fe bruari laatstleden wij vertalen uit het verslag: De heer Schepene J. Do Vigne doet opmerken, dat de kerkraden geene rekening houden van de opmerkingen, welke verscheidene malen door den ge- meenteraad gedaan werden. Het is klaar dat de kerkfabrieken aan een ordewoord gehoorzamen. Het grootste deel verteren al hunne ontvangsten, welke zij bekennen, derwijze dat de groote herstellingswerken aan de godsdienstige gebouwen, ten laste der gemeente vallen. Zij zijn van de mede- plichtigheid der Bestendige Deputatie ver- zekerd. De andere verhoogen het cijfer hunner ontvangsten, om aan de pastoors, onder- pastoors en kosters verhooging van jaar- wedde te kunnen verkenen. v Gelijkvormig het voorstel des heeren De Vigne weigert de gemeenteraad de bud- getten dier kerkfabrieken goed te keuren Het Nieuwsblad bekladt eene halve ko lom, om te spreken van hst dekreet van 1809, en van de bijlage der onderpastoors. Van dit alles hebben wij geen enkel woord gesproken en wij zouden liever hebben dat het Nieuwsblad ons rechtstreeks antwoordt en den os bij de horens pakt, dan nevens de kwestie te slaan en met woorden te scher men, gelijk wij zoo even zegden. Wij vragen hem de kerkfabrieken te verschoonen of te verdedigen, wanneer zij niet al hunne ont vangsten inschrijven, welke de wet gebiedt op te geven. Volgens het Nieuwsblad keurt de IJper- sche gemeenteraad ook de rekeningen af van de IJpersche kerkfabrieken. Wij weten niet om welke reden want wij zijn zoo ge lukkig niet als Niek Brozen in eenen kerk raad te mogen zetelen wij zouden, ten andere met verontwaardiging weigeren en naar de zittingen van den Gemeenteraad gaan wij niet. wij laten dat voor de distelad- vokaatjes. Het Nieuwsblad verzoekt ons de afschaf fing van het schoolbudget te vragen, en in vergelding, zal het de afschaffing van het budget der eerediensten vragen. Dat gaat ons, alhoewel het verloren moeite zal zijn, want het onderwijs is eeno maatschappe lijke noodwendigheid, waarin de Staat ge noodzaakt is tusschen te komen. Ons schrij ven zal dus niet veel helpen en wij zullen in de woestijn prediken. Vroege het Nieuwsblad echter aanstaan den zaterdag de afschaffing van het budget des papenwinkels, reeds den volgenden zon dag zouden al de pastoors en kapelhaantjes der dekeny hun abonnement opzeggen. En daarom zal de konfrater niets doen, gelijk gewoonte. D. N. T. in. Antwerpen, 7 Februari 1888. Het Taalverbond en de Wetenschap Folklore of Volkskunde. Zooals gij ziet, zal heden mijne briefwisse ling een punt aanraken van meer algemeen belang dan gewoonlijk wel het geval is. Vooreerst, zooals ik het in mijnjongsten brief reeds aankondigde, verlangde ik een woord te reppen over de werkzaamheden der letterkundige vereeniging het Taalver bond die stellig te Antwerpen de talrijkste en tevens de ieverigste leden telt. Deze maatschappij werd, zooals den lezers van het Weekblad misschien niet onbekend is, nu een halfjaar geleden in de Scheldestad gesticht en reeds mag zij zich beroemen een 125tal bijtreders te tellen, waaronder menig beroemd letterkundige, als: Jan van Beers, Julius Vuylsteke, Sleeckx, Rooses, de Geyter, Pol de Mont, in Zuid-Nederland verder treft men op de ledenlijst namen aan als Peter BenoitJan van RijswijckFrans Joris, enz., enz. Ook jonge letterkundigen en verder al wie eenigszins aan letteren, kunst of polemiek mededoet maken er deel van. De bijdrage is tien franken. Te Antwerpen, te Brussel en sinds een paar weken ook te Gent, bestaan plaatselijke afdeelingen van het Taalverbond. Ik vergat nog te melden, dat de vereeniging in vijf afdeelingen gesplitst is, namelijk de afdeelin gen TaalkundeFraaie Letteren, Tooneel- kunde, Geschiedenis, Volkskunde, Kunst- criliek. Elk lid kiest de afdeeling of afdee lingen uit van welke hij wenscht deel te maken. Het valt niet in mijn bestek hier verder uit te weiden over het bijzondere doel van elk dezer onderverdeelingen. Enkel omtrent de afdeeling Volkskunde mocht wel een woordje nadere toelichting hier zijne plaats vinden. Door volkskunde of zoo men de meer gekende benaming folklore verkiest ver staat men de wetenschap die zich toelegt op het zamelen, vergelijken en bestudeeren der volksoverleveringen, hetzij volksprookjes of -vertelsels, als: Kluppeltje uit den zak, Smidje Verholen, Sterke Jan, Hans Onver- saaft; hetzij sagen, waaronder men be grijpt: oorsprong van steden en dorpen; legenden omtrent kerken, kasteelen, klok ken, enz.; hetzij oude volksliederen; baker-, kinder- en sp elrijmen; spreuken en eigen aardige vergelijkingen; raadsels; spreekoefe ningen en woordspelen; bijnamen; gebeden; zonderlinge uithangborden, enz., enz.Verder: bijgeloof (spoken, tooverij); zeden en gebreken (geplogenheden bij den doop, het tandenkrijgen, enz.); en populaire genees kunde (straatremedies, b. v.) Verleden Zondag zag bij Ad. Hoste te Gent de le (dubbele) aflevering het licht van: Volkskunde, tijdschrift voor Nederland- sche Folklore. Merkwaardig mag vast deze uitgave genoemd worden! Onder de redactie van bevoegde mannen, als Pol de Mont en Aug. Gittée, de eerste Peraar aan het Athe neum te Antwerpende tweede hetzelfde ambt uitoefenend te Charleroi, gaat dit voor treffelijk nieuwe maandschrift ongetwijfeld de beste toekomst te gemoet. Deze aflevering bevat: een theoretisch artikel-. De «Folklore" op de Kinder-en Volksscholen, door Pol de Mont; vertelsels: Adjendodderken en Anneken-Tooverheks, (Antwerpen); Hoe 't manneken zijne koe verkocht. (Wetteren.) Woordspelen en Spreekoefeningen: Rijmen over weer en wind. Liederen (Kerslied; Drie Ko ningen; Bekeering van Maria-Magdalena; Van de X Getallen). Gebeden-, Sagen: De Pastoor van Calcken; de Waterduivel; de Vuurman te Baasrode; Karloken. - Boer- sche Grappigheid: Het slimme Siesken; de Vrijagie van Pierken Poeleken,- Hoovaardige Sies. Raadsels. Hoe onze Volksver telsels eindigen, door Pol de Mont. Vra gen en aanteekeningen (eene uiterst belang rijke rubriek waarop ik ten zeerste de aan dacht roep!). BoekbeoordelingenAug. Gittée. Comte de Puymaigre. Folklore. X. Vertelsels van Jan Iederman (klonke niet beter het meer volksche van Jan Alle man?) Eindelijk besluit eene zaakrijke Folkloristische Kroniek deze zeer boeien de bladzijden. De droge opsomming der titels zal reeds volstaan, meen ik, om de hoogst rijke ver scheidenheid en afwisseling der behandelde stof voldoende te doen uitschijnen. Het is, in het belang onzes volks zelf, te hopen, dat de zoo welmeenende pogingen van den wakke ren uitgever Ad. Hoste, die het tijdschrift door den geringen abonnementsprijs (3 fran ken per jaar) in ieders handen heeft willen brengen door een ruimen aftrek beloond worde. (1) Daar ook de ondergeteekende de eer heeft al zijne beschikbare stonden aan de Volks kunde Xe wijden, aanzoekt hij de welwillende lezers uit Ieperen en omstreken, wier be langstelling hij voor deze interessante we tenschap mocht gaande maken, hem hunne aanteekeningen op dit gebied te wil len zenden aan volgende adres Veke- straat, 8, le Antwerpen, ofwel aan den heer bestuurder van het Weekblad, die de goedheid zooverre drijven zal mij deze over te maken. Bij voorbaat mijn warmsten dank aan allen die mijnen oproep beantwoorden Mocht het blijken dat bovenstaande rege len den Ieperschen lezers niet gansch mis hagen, dan ware ik zoo vermetel in het volgend nummer eenige staaltjes mede te deelen van wat ik reeds te Antwerpen ver zamelde of wat mij door vrienden van elders werd toegestuurd. Tot later Hans Onversaeft. M. H. Iweins d'Eeckhoutte is opnieuw Voorzitter benoemd van den militieraad, voor de zitting van 1888. Dat herinnert ons een der nummers van het Nieuwsblad of Journal d'Ypres, waar in dit heerschap voorkwam als kandidaat voor de gemeentekiezing, met titel van Voor zitter van den militieraad. Welnu op dit tijdstip bestond er geen militieraad; deze raad zetelt gewoonlijk korts na de loting en heeft zijne werkzaamheden voltrokken voor het einde van Maart. Bijgevolg, tijdens de kiezing was M. Iweins geen voorzitter van den militieraad, niet meer dan mijnen Fox. Waarom dus dezen ronkenden titel daarbij gevoegd Moest men niet doen gelooven aan som mige kiezers dat M. Iweins later nogmaals zou Voorzitter genoemd worden, dat hij in deze hoedanigheid hun misschien wel eenigen diestkon bewijzen ten voordeele van hunne zonen en dat het dus in hunnen interest was van voor hem te stemmen? Wellicht deed men gelooven dat M. Iweins daar geheel alleen de wet maakt. Niet waar, kaloten, alles middels zijn goed. Zondag jl. gaf de maatschappij der Onder- Officieren onzer Burgerwacht, in de Schouw- hurgzaal, een puik muziek- en schermfeest. Die genoeglijke avond, zooals 't uit de uit- noodigingen stellig blijkt, was enkel gegeven aan de leden der maatschappij en dezer familjeleden, die mei hen onder 't zelfde Er was natuurlijk zeer veel en zeer schoon volk en het feest is onder alle opzichten op perbest gelukt. Wat het muziekfeest, ook een beetje let terkundig feest betreft, dat kon niet missen of 't moest iedereen wel bevallen. Het waren immers allen gekende en zeer gevierde zan gers en kunstenaren, die er optraden Het ware onnoodig zwart op wit brengen, moes ten wij hier die talentvolle mannen nieuwen lof toezwaaien. Zeggen wij enkel dat zij allen, zonder uitzondering, op de luidruch tigste en algemeenste toejuichingen onihaald werden- Het schermspel was ook zeer aantrekke lijk en dat deel van het feest heeft voorzeker het zijne bijgedragen voor den goeden uitslag van dien genoeglijken avond. Onze ijvervolle wachten hebben bewezen dat zij goed afge richte mannen zijn, die meesterlijk met de wapens weten om te springen. Zij mogen over hunne uitvoeringen, die met zooveel kundigheid, behendigheid en gezamentlijk- heid gedaan werden, oprecht trotsch zijn. Ha! Carlos, gij haalt eere van uwe mannen, en gij hebt door de uitvoering van die sier lijke oefeningen maar al te wel bewezen dat gij nog de meester van de meesters zijt. Een gul bravo! voor den heer Carlos, en zijne mannen Het was dus een allerschoonste feest, dat bij allen een genotvollen indruk achtergela ten heeft. Doch wij moeten toch een© kleine bemer king maken. Wij hebben er hooger op ge steund, dat het feest gegeven was uitsluite- lijk voor de leden en dezer huisgezin. Hoe komt het dan dat wij daar eenige mannen zagen, die misschien uitgenoodigd waren, maar die, in alle geval, geen leden der maat schappij waren en noch veel minder onder het dak van leden woonden? Als men een feest geeft en regelt, moet men, om logiek te zijn, zich slaafs naar die regeling voegen en als burgerwachten op het eerste plan staan wanneer het er op aankomt de consi gne te eerbiedigen. Wij kennen menig lid der maatschappij die hunne familjeleden niet hadden durven medevrageu, omdat de uit- noodiging onder dat oogpunt formeel was en die dan heel verwonderd te kijken stonden wanneer zij daar al die vreemdelingen ont- moettedeu. Dat heeft ons ook nog al aardig bevallen, dat zeggen wij rechtuit. De maatschappij neme onze opmerking niet euvel op en zij geve er gevolg aan, voor zooverre zij het noodig oordeele. Onzen besten dank aan de maatschappij Onder-Officieren, die ons op zulk luisterlijk en mooi feest vergast hebben. Dank en eere ook aan de heeren inrichters, die oprecht hun best gedaan hebben om alles op zijn pootjes te stellen. Op de blauwe zaal van ons Stadhuis heeft onze jonge maar reeds zoo gunstig gekende stadsgenooleMej. Louize De Ilem eene expositie geopend van eenige harer voor naamste schilderijen. Wij hadden reeds de gelegenheid in haar atelier elk van die tafereelen afzonderlijk te bezichtigen, en wij twijfelen niet of onze medeburgers zullen denzelfden indruk ontvangen dien wij onder vonden bij het aanschouwen der voortbreng selen van haar steeds groeiend talent. Ziehier een overzicht van de tentoonge stelde doeken De kantwerkster valt vooral in het oog door de harmonie der tonen, de levendigheid der carnatie, de uitdrukking der oogen en door dien eigenaardigen toets welke de jonge kunstenares met zooveel smaak van haar palet weet te rapen. Zij is in der waar heid eene krachtige coloriste, al wat ze doet is kloek en bewijst dat het goed gevoeld, goed gedacht en goed opgevat is. Zij kent de spierenleer als bij natuurlijken takt en volgt daarin de school onzer beste vlaamsche meesters. Dit toont ten overbode haar oud- vrovwljes-kop, die in stoute, stevige borste ling voor veel befaamde doeken niet moet achteruitwijken. Het meisje met den waaier is eene heela andere schildering. Het is streelend en fan- tasisch van toon en bewijst dat de jonge kunstenares voor alle vakken is opgewassen. Vlaamscli van opvatting is het zeker niet, maar het is uiterst knap van uitvoering en heeft dit voordeel dat het moderne is,- ook zal het gauw aan zijn kooper geraken. Een ander Oudvrouwtjes-Kopje is, al hoewel kleiner, niet minder flink uitgewerkt dan het eerste. De jonge artiste zal wel doen de Rembrantsche manier, welke zij in 't verlichten daar heeft aangeraakt, nog te beoefenen. Een stilleven Fruit en Gevogelte, dat op de expositie van Amsterdam veel bijval verwierf, trekt ook nog de aandacht. Het is in den echten zin des woords van de vlaamsche school, zoo schreef de Fédération artistique, geborsteld met kloeke hand en een vast penseel Wij voegen er bijhet is (1) Volkskunde verschijnt insgelijks als bijvoeg sel aan de Toekomst, dat niettemin steeds aan den zelfden prijs (6 fr.) zal berekend worden 1 DAK WOONDEN.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1888 | | pagina 2