VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
DE FAMILIE GIIJPIMÏ.
Nummer 12.
Binnenlandsch nieuws.
Lettre ouverte
aux Libéraux Wallons.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. - Per 6 maanden: 1 fr. 75. - Annoncem lo cent. per drukregel. Rechter-
liike eerherstellingen' i fr per regel. - Akkoord per jaar of per maand. - 10 centiemen per nummer. - Afzonderlijke nummers vo ,r artikels, enz. 8 fr. per 100. - Alle
berichten van verkoop!no-en of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. - De annonceri voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. - Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Leopold II en de graaf van Vlaanderen zijn
in gezelschap van den prins van Walles,
Woensdag 14 dezer, van Brussel vertrokken,
om de begraving van Willem l bij te wonen.
Leopold II heeft meer dan één uur met prins
Bismarck overgebracht. Zij zijn Maandag 1.1.
teruggekeerd en hebben in de Noorderstatie
het ontbijt genomen; zij waren met 32 aan
tafel. Na het eten zijn de engelsche en deen-
sche prinsen om 4 ure naar Calles vertrok
ken.
Senaat.
M.de Brouckere, lid van den Senaat, heeft
bewezen met stukken in de hand dat de wet,
die veranderingen aan de provinciale en ge
meentewetten toebrengt, niet afgekondigd is
geweest zooals de beide Kamers ze gestemd
hebben. De wet op de dronkenschap is ook
veranderd geweest. De Brouckere heeft zich
afgevraagd of de Belgen aan die wetten moe
ten gehoorzamen. De Volder heeft geant
woord, maar De Brouckere heeft gezeid dat
hij over de Ministers antwoord niet tevreden
was! Nu vervalscht men de gestemde wet
ten 1 Wat zullen die kaloten nog al uitmeten?
Mignot, lid van den Senaat voor het arron
dissement Brussel, sprak over de handels
effecten maar Beernaert was van 't gedacht
niet van daarin de handelaars te voldoen.
Het budget der gendarmerie werd gestemd.
De Senaat stemt zijn eigen budget met
gesloten deuren. Daarop volgt de bespreking
van het budget van oorlog. Mignot vraagt
aan 't gouvernement waarom al de oude
generalen, zooals Chazal enz., in dienst be
houden worden. Zij beletten den vooruit
gang van andere bekwame en jongere
officieren. De Brouckere vraagt of het leger
in staat zou zijn te velde te trekken, indien
het noodig ware. De Minister heeft geant-
antwoord dat alles gereed was. Men denkt
dat Pontus de waarheid niet heeft durven
zeggen, want de kiezingen naderen. Het
budget werd gestemd.
De Brouckere klaagt omdat het gouverne
ment de Annales 'parlementaires te laat
uitzend. Er worden 600.000 fr. gestemd voor
gezondheids werken; maar de minister weet
nog niet juist waar die werken zullen uit
gevoerd wordenDaarna stemt men het
budget van uitwendige zaken.
De Brouckere wakkert het Bestuur aan
van zoo gemakkelijk niet de fondatie van
eeuwigdurende missen, die eene ware foppe
rij is, toe te laten.
Er werd nog gesproken over de herstelling
der kerken, over de bedelhuizen, over de
vertaling der wetten, enz. enz.
De minister Lejeune zegt dat er eep wets-
Zestiende vervolg
Een groot rumoer op straat deed allen
opstaan en naar het balkoen zich begeven.
Eenige brooddronken studenten waren er
met de politie aan het twisten. Frans ook
keek in de straat en nevens hem kwam Mev.
Roerstok staan, terwijl haar hoogedele echt
genoot met den journalist aan het spreken
was. Eensklaps, 't zij dit gewild of ongewild
■was, voelde de jonge leeraar de hand der
schoone dame op de zijne rusten. Het sche
merde hem voor de oogeb, zijn bloed voelde
hij naar 't hoofd stijgen en on wille; eurig
drukte hij die hand, welke hem liet gevoelen
welke drift de schoone verteerde. Dit was
aan Leonida niet ontgaan; zij gevoelde eens
klaps dat zij zich aan een sioel moest vast
klampen om niet tevallen; een tandengeknars
versperde een kreet die fluitend in hare keel
bleef kroppen, zij liep tot op het balkoen en
gevoelde een zinneloozen lust zich daarbene
den op de straatsteenen te werpen, maar
ontwerp zal worden nedergelegd waarbij de
veroordeelden, op voorwaarde van zich goed
te gedragen, zullen losgelaten worden. De
verbeteringshuizen zullen op denzelfden voet
ingericht worden. Hij zegt dat het werk in
de gevangen niet kan afgeschaft worden.
Het budget van Justicie wordt aanvaard.
Kamer
van Volksvertegenwoordigers.
Zitting 14 Maart. Vandenpeereboom
zingt de lof van zijn eigen département en
Fris verslaggever, vindt alles in het minis
terie van ijzeren wegen om ter best. Welk
geluk dat het zoo ware
Zitting 15 Maart. - Vandenpeereboom
spreekt over de malle van Oostende op Dover
en de zondagrust. Scournanne vindt de over
eenkomst gesloten in 1867 met Van Gend
en C° niet goed.
Zitting 16 Maart. De minister De
Chimay zegt dat Belgie officiëellijk tot de
wereldtentoonstelling uitgenoodigd is en hij
zegt dat het gouvernement ze niet aanveerd
heeft. Desmedt-Denayer eindigt zijne lezing
die hij daags te voren begonnen had. An-
spach spreekt over den maaldienst. de Stuers
wil daarover ook spreken; maar de rechter
zijde schreeuwt en tiert; doch de Stuers die
aan't leven der zee gewoon is sprak maar
altijd voort en zegt Vandenpeereboom harde
waarheden onder de levendige toejuichingen
der linkerzijde, de Kerckhove spreekt over
het aanwerven der staatsingenieurs en Pir-
mez van de zondagrust. Hanssens voor
behoudt zich over de uitleggingen nopens
de tentoonstelling van Parijs door De Chimay
gegeven
Zitting van 20 Maart. Carlier ant
woordt 'aan Vandenpeereboom en zegt dat
hij geene politiek in 't zicht heeft, maar wel
het goed bestier der ijzeren wegen dat veel
te wenschen laat. Het budget wordt eindelijk
gestemd. De bespreking van het budget van
Inwendig wordt aangenomen. Houzeau duidt
de onregelmatigheden aan die in het kies-
exaam gebeuren en Woeste vraagt de af
schaffing van het schoolbewijs voor dat
examen. Devolder vraagt 30,000 fr. voor
de deserteurs van 1887. Die soinme wordt
gestemd maar Woeste vindt dat het weinig-
is. Carlier en Guillery vragen met De Merode
dat de gedekoreerde van het ijzeren kruis
één frank daags zouden trekken. Die vraag
wordt gestemd.
(Suite.)
Nos récents débats parlementaires ont
bleef er als een steenen beeld met wijdopen-
gesperde oogen staan.
Welnu, edele klant, hoe vindt gij haar?
vroeg geheimzinnig M. X. Grijpzout aan
M. de Zeerloopere, dien hij een weinig ter
zijde genomen hadSappernu! In Palestina
en Kamchatka vindt men er zelden flinker,
dat durf' ik u zeggen, al ben ik haar papa.
Goddelijk, perfekt, pur sang! antwoord
de fluisterend de vurige jonkher.
Dan, met een gelaat als een stervenden
kikvorsch O gelukkig hij, die haar ooit zal
mogen noemen....
Sappernu, hoogedele vriend, van wien
hangt dit af? Van u, van u alleen, meen ik?
Wat zegt gij, vroeg verbaasd de Zeer
loopere.
Luister 'antwoordde Grijpzoutzijn
klant nog twee stappen achterwaarts trek
kende, ik zeg dit alleen! Sappernu, geen
omwegen Be\alt zij u?
O, hoe kunt gij....
Welnu spreeken gij; krijgt mijn
woord
de Zeerloopere werd eensklaps geweldig
bleek; al zijne spieren trokken zich te zaaien;
men zou gezegd hebben, dat hij beefde en dat
révélé une situation étrange: la moitié des
officiers de l'armée beige ne comprennent
pas la langue de la moitié des soldats, et
vice-versa. II serait équitable d'y porter
remèdo; on propose que dorénavant les offi
ciers so.ient tenus de savoir le flamand. Oh si
peu! Rien d'une connaissance approfondie,
littéraire. Seulement ceci: qu'ils apprennent
assez de flamand pour pouvoir s'entretenir
avec leurs hommes pour les nécessités du
service A cette demande il a été répondu,
par nos officiers, qu'ils ne le peuvent, ne le
veulent ni ne le doiventque la chose est
impossible superdue et attentoire a leur
liberté.
Nous en appelons nos officiers eux-
mèmes: est-il, au point de vue militaire, de
plus grande entrave que cette impossibilité
pour le chef et le soldat de se comprendre?
Quand notre armée tiendra la campagne,
dans le Limbourg ou autour d'Anvers, il ne
se passera pas de jour sans que nous en
éprouvions d'amers regrets.
Et ce nest pas avec le soldat seul que
l'officier doit correspondre, e'est encore avec
l'habitant du terroir. Comment aller aux
fourrages, battre la contrée, reconnaltre
l'ennemi sans savoir la langue du pays? Cer-
tes il y aura des interprètes, grÉLce auxquels
on se tirera d'affaire un peu comme en pays
étranger. Mais quand il faut agir prompte-
inent et avec intelligence, l'interprète sou
vent fait mauvais office.
Le grand argument qu'on oppose, est ce-
lui-ci; les cadres, formés de miliciens, ne
peuvent être astreints k savoir le flamand
que vous prétendez exiger des chefs. Done la
mesure ne peut aboutir.
Remarquons en passant que le milicien
flamend, pour devenir simple sergent, doit
savoir les deux langues. Et on parle de con-
trainte! Mais si on ne peut exiger la connais
sance des deux langues du sous-officier
wallou, c'est une raison de plus, ce nous
semble, de la demander aux chefs.
Dans notre conception moderne de l'armée,
le temps de service doit compléter le temps
d'école. L'officier a mieux a faire qu'd donner
des cominandements brefs, d'une voix auto-
matique. 11 est le tuteur, l'ami des soldats;
on demande qu'on les instruise et leur donne
des conseils. Comment remplira-t-il cette
noble partie de sa tdche s'il ne peut se faire
comprendre d'eux?
L'officier est aussi le juge du soldat, et on
sait si la procédure devant le conseil de guer
re est somtnaire et dépourvue des garanties
dont la loi entoure le prévenu civil. Ces in-
convénients pèsent doublement sur le mili
cien flamandqui est véritabiement sans
défense devant des juges qui ne parient pas
sa langue. La situation du milicien flamand
k l'höpitalvis-a-vis de l'officier de santé qui
ne le comprend pas, n'est pas moins cruelle.
Voila pour l'opportunité de la mesure.
Devons-nous démontrer sa possibilité et sa
légalité? On exige de l'aspirant-officler une
foule de connaissances diverses, parmi les-
quelles la connaissance sérieuse d'une secon
de langue. En quoi est-il plus tyrannique de
refuser Vépaulette a celui qui ne connait
pas le peu de flamand qu'on lui demande,
que d'exclure celui qui n'aura pas satisfait en
anglais, en allemand ou en latin? Quelle
facilité plus grande a-t-il d'apprendre ces
dernières langues que le flamand?
II s'est trouvé que les connaissances li tté-
raires et historiques, exigées de nos futurs
officiersn'étaient pas assez sérieuses ni
compiètes. II n'y a eu qu'une voix ld-dessus,
et la réforine proposée a été accueillie par
tous avec empressement. II n'y a eu de
désaccord que sur la langue de la majorité
des Beiges 1 Et cependant une vérité s'impose:
pour l'officier beige, la langue de la moitié du
pays n'est pas une quaritité négligeable. II
est nécessaire k la mission civilisatriee de
l'armée et la défense du pays qu'il en ac-
quière des notions suffisantes, et dès lors il
aurait mauvaise grace de se plaindre, si on
lui demande d'en justifier.
On invoque la liberté des langues; mais
qui songe a y porter atteinte? Jamais cette
formule ne peut signifior que l'Etat n'est pas
en droit d'exiger de ceux qui briguent l'épau-
letteles connaissances indispensables au
métier des armes. II est. juste et nécessaire
que l'officier n'ignore plus dorénavant la
langue de 3,000,000 de Beiges. Le mot liber
té n'est pas synonyme d'ignorance, a moins
que les eléricaux n'aient raison contre nous.
Et nous croyons fermement que notre corps
d'officiers, si dévoué et. si capable, accueillera
avec empressement une mesure dont la patrie
doit proflter. Toute connaissance nouvelle
nécessite un effort; mais on ne compte pas
l'effort, quand l'intérêt de la patrie comman
ds. Lorsque l'officier beige devra conduire
au feu ses soldats flamands, il faut que pour
eux aussi il trouve ces accents qui vont au
coeur, et qui souvent aussi décident des ba-
tailles.
Nous ne voulons pas conclure, ni discuter
par le menu les rédactions diverses qui ont
passé par le vote de la Chambre et du Sénat.
Notre but est plus élevé: nous voulons mon-
trer a nos frères wallons comment nous
comprenons la cause flamande au point de
vue liberal et national. Et si nous avons
relevé quelques-uns des arguments, votre
des sarcasmes qu'on dirige contre nous, ce
n'est pas dans un esprit de représailles.
(A suivre).
zijne kleine donkere oogen hem uit het hoofd
wilden springen. Hij staarde een paar secon
den op één vast punt, als een speler die zich
bereidt zijn gansch fortuin in eenen slag te
-Wagen. Dan, de hand nèniende van het hoofd
der firma, sprak hij gejaagd en ais met de
grootste bangheid
Welnu, ik vraag u hare hand.
Die vraag deed op hare beurt M. Grijpzout
verstommen, doch het was van eindelooze
vreugde. Hij sloeg met geweld in de hand
des edelings en zei
Is het genieend?
Woord van edelman! zwoer de andere.
De koop is toegeslagen! juichte stil
Leonida's vader. Doch geen woord! Morgen,
te 2 ure namiddag... kom terug... Offlciëele
aanvraag!... Sappernu! Sappernu!...
De man hijgde van nooit ervaren aandoe
ning, welke hem schier de slem benam. Zijne
dochter, de dochter der firma, zou edelvrouw
wordenHet ideaal zijns levens was bereikt.
Toen Frans de hand van Mev. Roerstok
losliet, voelde hij dat er een kaartje tusschen
«ijne vingers stak. Ter sluiks las hij het, er
stond niets anders op dan
MorgenPark, 8 ure.
Als een boosdoener stopte hij het weg, en
beefde als eon blad telkens Leonida, die nog
met den Jonkher lachen en coquetteeren
wilde, maar er niet toe geraakte, de oogen
naar hem wendde.
M. en Mev. de Sancer-Velle vroegen oor
lof tot heengaan, de eerwaarde heeren deden
insgelijks, de heer Van Boterham was reeds
onopgemerkt verdwenen. De journalist maak
te van de gelegenheid gebruik om zich in de
koets van M. de Zeerloopere te laten huis
waarts brengen, en op het voorstel van den
heer Roerstock nam de jonge leeraar aan
zich in het rijtuig van het hoogedel koppel
tot aan de voorstad, welke hij bewoonde, te
laten medenemen.
Toen allen vertrokken waren, liep het
meisje naar hare kamer en kreeg er eene
geweldige zenuwcrisisdie wel een uur
duurde, waarna zij zich tot bij Moederhen
begaf, de arme zinneloöze te bed bracht en
aan hare sponde schier den ganschen nacht
stil bleef zitten weenen
(Wordt voortgezet).
-
HET WEEKBLAD
i
TiTlllftfl'-iTrw
MUilH i