VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
PolitiekNieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Derde jaar.
Zaterdag 9" Juni 1888.
Nummer 23.
God...... een kiesmakelaar!
Mengelingen.
Verbond der Ylaarasche Liberale
Vereenigingen.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncem 15 cent. per drukregel. Rechter-
l'T eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
b' Helden van verknopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De an nonce n voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die 'voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend *be te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opdomen.
De God der katholieken is van zeer kneed
baren deeg gemaakt: men geeft hem alle
vormen en gedaanten. Belooft men eenen
kwezel het eeuwig leven, dan is God goed
en vol liefde. Bewerkt men de bekeering van
eeiicn zondaar, dan is God bermhertig en
edelmoedig. Voorzegt rnen eenen geus de
eeuwige verdoemenis, dan is God rechtvaar
dig en streng. En zoo is God..... gelijk de
katholieken hem makengoed of bermher
tig of streng. 'tZijn de menschenniet meer,
die gemaakt zijn naar het eigen beeld en de
gelijkenis van God; neen, t is juist het
tegenovergestelde: 't is God die gemaakt
wordt naar de eisclien der situatie. Hij ver
andert met elk afzonderlijk geval! En noch
tans God is eeuwig.... en onveranderlijk!
leerden ons zijne priesters
De katholieken heeten zich zeiven kinde
ren Gods Wij, afschuwelijke geuzen en
vrijdenkers, eene soort van hellegebroed,
zijn buiten de ware Kerk gesloten en tellen
voor niets mede. Maar hoe komt het dan dat
er onder de katholieken, die kinderen
Godswelke de goddelijke volmaaktheid
hoefden nabij te komen, zooveel slecht volk
gevonden wordt? Waarom zijn de katholie
ken niet volmaakt, en waarom laat God toe
dat zijne kinderen van den weg der vol
maaktheid afdwalen? De katholieken bedrij
ven, net gelijk degenen die reeds van nu af
verdoemd zijn, de leelijkste zonden. De groote
pauzen Alexander VI, Paul V en zooveel
anderen, ontelbare kerkprelaten, kardinalen,
en bisschoppen waren de geschiedenis
bewijst het een hoop vuile katholieke
onkuischaards, gelijk nu de broertjes en
andere katholieke klokluiders! Een dwepen
de Flips II, een bloedgierige Alva, een
Ravaillac, wraakzuchtige inkwisitierechters,
jezuïten-giftmengers waren katholieke moor
denaars net gelijk de klerikale Vandersmis-
sen, onzaliger gedachtenisEen kardinaal de
Rohan, een kanunnik Bernard, een Lan-
grand-Dumonceau en zooveel langgerekte
testamentinpalmers waren katholieke dieven
en aftroggelaars, precies gelijk de scherre-
wegs van Gulleghem, Meenen en Watou,
■welke wij in onze streek nog herinneren I
Zou dan nog iemand willen aannemen dat
De Vrijdenkers.
Er was eens in eene groote kerk, te X.
zullen wij zeggen, een koster die een
dronkaard van een zoon had. De jongen was
missediender geweest en zoo aan het drinken
geraakt. Telkens de pastoor de heilige hostie
omhoog hief, knielde de jongen een weinig
ter zijde achter hem, nevens het altaar. Hij
kon niet gezien zijn en hij wist wel dat geen
der geloovigen hem zien kon. Nu lagen im
mers kwezels en kwezelaars voorop hun
nen stoel gebogen, en klopten zich met
overtuiging op de borst. Het was het goede
oogenblik. De jongen legde het kruikje aan
den mond waarin hij de stof voor het fabri-
keeren van Christus' bloed had aangebracht.
Er bleef nog altijd een goed slokje over.
Zoo kwam het dat de jongen later weinig
lust had naar Rodenbach's bier en maar altijd
wijn bad willen drinken. Dat was natuurlijk
zeer kostelijk, te meer als men denkt dat zijn
hals tamelijk dun was, en bij in de ongeluk
kige meening verkeerde dat zijne keel zou
toegroeien als er niet ieder uur iels doorge
goten werd. Het spreekt van zelfs dat zoo
iemand altijd dorst heeft, en te weinig geld.
Het gebeurde nu eens dat hij heel en al
droog was in zijne keel en in den geldbeugel
Hij had een vriend die in denzelfden toestand
verkeerde.
De duivel blies hem een ijselijk gedacht in.
Wacht, sprak hij tot zijnen makker,
ik weet waar wijn te drinken is voor niet.
Hij liep naar huis, kwam terug met den
sleutel van de kerk en de twee schelmen
die katholieke vuillappen, moordenaars en
dieven naar Gods beeld en gelijkenis gemaakt
waren of zijn?! Maar indien zulks echt ware,
zeg lezer, hoe en wat zou God zelf dan
wezen?
De katholieken zijn bezig mat hunnen God
te kleineeren en zijnen goeden naam op 't
spel te zetten, als ze zoo overal zijne tus-
schenkomst inroepen en hem onvoorzichtig-
lijk" in elke moeilijke zaak trachten te men
gen. God is goed, zegt men; maar kan zijne
goedheid zoodanig verre gaan, dat hij zijnen
naam ongestraft laat gebruiken door eenen
hoop grappenmakers of klerikale volksbe
driegers tot het welgelukken eener zaak,
waaruit zij en niet God het eerste en
onmiddellijk profijt zullen trekken? Indien
dit naaingebruik met Gods toelating ge
schiedt, dan is Hij meer dan goed, hij is
koekegoed, zuikerzoet!
Wij zouden wel willen weten, waarom de
katholieken niet meer op eigen krachten
steunen bij 't doorworstelen van 's levens
moeilijkheden? Waaromhebben zij bovenna
tuurlijke en goddelijke hulp van doen tot het
welgelukken hunner pogingen? 't Moet zijn
dat zij in eigen werk en deugdelijkheid geen
vertrouwen hebben, dewijl zij God en geheel
den hemel lastig vallen, van 't oogenblik dat
de wind niet meer in hunne zeilen blaastEn
als God geheel dat klerikaal komediespel
goed overpeist, hij lacht zeker niet weinig
met de onnoozelheid en het klein geloof
zijner dienaars! Wat moet hij bij voorbeeld
denken, ais het volgende gebed tot vóór
zijnen troon opstijgt:
GEBED
VOOR DE KIEZINGEN.
o—
slopen het huis en den kelder Gods in.
In de geheimzinnige kastjes achter het
altaar,waren de flesschen, die voor den dienst
Gods bestemd waren, helaas! of liever God
dank ledig.
Wat nu gedaan
Daar liggen nog twee vaten, bemerkte
de makker.
Een gedacht! zei de kosterszoon; en
weg was hij om vaders drilboor en eenige
tapjes. Nu dronken ze zooveel zij wilden en
toen ze voldaan waren, dat is toen ze de
zuilen van de kerk zagen wiegelen als do
boomen in het woud, toen ze de moeder Gods
met het kindeken Jezus op den arm eene
polka zagen dansen en den heiligen Antonius
met zijn verken zagen huppelen, als de clown
Wolf met het zijne, dan stopten ze zorgvul
dig de gaatjes. Dat wisten ze zoo goed te
doen dat welhaast geen spoor meer bleef van
hunne deugnieterij.
Maar in 't bezit zijn van pastoorswijn bleef
niet lang een geheim voor de twee makkers.
De gilde der zuipeniors is groot in ons land,
en de eene bracht nu al eens een makker
meê van hier, de andere een van daar, de
bezoeken aan den goedkoopen wijnkelder
werden talrijker, zoodanig dat de twee be
gonnen vaten welhaast zoo hol gingen klin
ken als parlementaire redevoeringen.
De laatste bijeenkomst liep ten einde. Men
had zich nu dubbel goed gedaan, de resten
der vaten zou men voor de naaste maal met
water mengen. Het gedacht dat er in lang
geen wijn zonder water meer zou te drinken
zijn deed het voornemen ontstaan zich nu
eenS goed te amuseeren en hier of daar een
goede grap te doen. Terwijl de eene het
't Is waaxiijk niet slecht gevonden, van
den kant der kadodders, alzoo God in onze
kiezingen te doen belang stellen! Blijt't nu te
zien in hoever de Heer het zal noodig achten
tusschen te komen, om de liberalen te helpen
den duivel aandoen, 't Gaat in onzen kies
strijd al slecht genoeg met de zwartjes alleen,
bomgat openden om het restje van den wijn
goed te wijden, wandelden de anderen de
kerk rond, in hun dronken hoofd allerlei
schelmstukken bedenkende. Er werd geschre
ven in groote letters op den stoel der waar
heid: Logenbak; op de biechtstoelen, langs
binnen: Zijt ge schoon en jong, kom na
het lof in de sacristieverder: Zijt ge
jong en schoondan krijgt ge geld voor
uwe zonden met mij; zijt ge oud en leelijk,
dan koopt ge uwe zonden voor geld maar
vrij op den rug van St-Antonius schreef
men: Met wien gij verkeertwordt gij
geëerd zijn verken werd in klein broertje
hervormd.
Al de offerblokken voor heiligen en kwe-
zelaarswerken werden met stukjes hout dicht
gemaakt en kregen het opschrift: In den
hemel slaat de rijstpap altijd gereed, denk
aan de mensehen die brood eten.... als zij
er hebben Het nummer van den kruisweg,
Christus verbeeldende gegeeseld door de
joden, droeg: De hedendaagsche papen
zijn joodscher dan de joden. Op den
offerblok van den paus prijkte: Die kerel
ligt op strooi, maar door twee wollen ma
trassen er van gescheiden, de arme man
En zoo ging het voort, piets word geëerbie
digd, zelfs niet de heilige boeken. Hier en
daar werden er bladen uitgesneden en weer
zorgvuldig op eene andere plaats ingeplakt.
Toen de kosterszoon, die aan het wijnvat
gewrocht had, al de euveldaden bemerkte,
werd hij bang. Hij voelde bei'ouw. Hij wilde
alles in orde brengen en dan bidden, bidden
op de bloote knieën om de genade Gods af te
smeeken. Doch men sleurde hem de kerk uit
en ontnam hem zelfs den sleutel.
zonder dat er nog hulp en versterking van
boven komt, om ons het werk nog wat moei
lijker te maken. Maar God heeft veel onder
vinding en zal bijgevolg verstand gebruiken
hij zal zich onthouden en in de mêlée des
partis niet tusschen komen. Op den 12"
Juni zal hij zijnen grooten verrekijker nemen,
om te zien hoe duchtig de kwakzalvers zul
len geklopt worden in Brussel, Namen,
Nijvel en Flipsstad. En indien de kans heel
en gansch te onzen voordeelc kan draaien,
zal hij gewaardigen onze vrienden, de geuzen
van Antwerpen, te laten zegepralen boven
Delaet-Coremans en Cle. Dat ware voor 't
minst zeer verstandig
Verleden Zondag troffen wij het zelfde ge
bed aan, maar in 't fransch a. u. b. in de
Kleine Gazet van Antwerpen, 't Was, naar
het schijnt, op eenige honderd duizend exem
plaren in onze groote Metropolis verspreid
geworden. De Antwerpsche japneuzen en
klerikaters zijn toch paradeflaminganten, ais
ze zoo onnoozel weg toelaten, dat de kiespro-
paganda te hunnent met fransche gebedekens
geschiedt. Die mannen laten hunne Vlaamsch-
gezindheid schieten voor eenen niet. Zo
zouden hunnen God ook verkoopenna de
kiezing, als ze hem niet meer noodig hebben
Bovenstaande gebed werd den 1" Mei 1878
in bet katholiek België verspreid, dus op een
tijdstip dat de klerikalen het Staatsroer in
handen hadden. Alhoewel de brave katho
lieken misschien millioenen keoren dit gebe
deken afgerammeld hadden aan de ooron van
onzen Lieven Heer, heeft Hij toch toegelaten
dat de liberalen eene maand later zegepraal
den. Nu zijn de papen meester en wij liggen
onder hun juk. Bidden doen we echter niet,
om er van ontslagen te zijn; we zullen er
liever om strijden. Doch indien het Gode
believen mocht nogmaals tusschen te komen
op de vraag der katholieken, dat het dan zij
om eene tweede uitgaaf te bewerken van
hetgeen hij in 1878 liet gebeuren!
D. N. T.
(Vervolg. Zie ons NL' van Zaturdag II.)
Het vraagstuk der wettelijke verplichting
Dit is eene schrikkelijke les voor de kris-
telijke jongelieden die hierin zien hoe ge
vaarlijk het is met slechte lieden om te gaan.
Die heiligschenners vreesden niet dat de
duivel hen den nek zou omdraaien, en ze
lachten! Ze lachten, God van Barmhartig
heid
De koster lachte niet toen hij 's anderdaags
vroeg in de kerk kwam; en de kwezeltjes
ook niet, oh neen ze lachten niet. De koster
zwoegde en slaafde zich dom en suf om alles
in orde te brengen \óór de onderpastoor
kwam om zijne mis te lezen.
Gelukkig was bet Haantje zooals de geu
zen hem noemden, en die was in zijne
gedachten altijd zoo flad lerend en wiegelend
dat hij zich reeds aan menige verstrooiing
had .plichtig gemaakt. Zeker zou hij niets
bemerken en de kerk zou gered zijn. Ja,
maar de God der dronkaards had het anders
gewild.
De pastoor der kerk was ziek, en Haanlje
moest hem vervangen om eenen grooten lijk
dienst te doen. Hij had het ongeluk van heel
in 't begin der mis voor de dooden op een in
geplakt blaadje to vallen en hief eenen
prachtigen lofzang aan over het lijk van een
der grootste japneuzen van dien lijd.
Spotternij in het kamp der liberalen, woe
de der katholieken, en een schrikkelijk on
weer boven het hoofd van dat arm Haantje,
dat in zijne verstrooiing den lofzang tot het
einde toe had gezongen.
De drukpers, die plaag der katholieke
dweeperij, moeide zich er mede en Haantje
werd naar Kwakke verplaatst.
De onderpastoor, die Haantje opvolgde,
vond het bloed van Christus wat lijdende
aan anemie. x.
HET WEEKBLAD
Heer, God onzer Vaderen, heb medelijden met
uw volk, want onze vijanden hebben besloten ons
in 't verderf te storten en uwe erfenis te vernieti
gen. Verstoot ons katholiek België niet: onze
bisschoppen hebben het aan uw Goddelijk Hart
toegewijd, aan uwe onbevlekte Moeder toever
trouwd, onder de heilige bescherming gesteld van
den H. Joseph, bruidegom van Maria en bescher
mer der gansche ICerk.
Toon uwe barmhartigheid, o genadige God, niet
om onzent wil, wij zijn derzelver onwaardig, maar
zie neder op het bloed en de verdiensten van Jesus-
Christus uwen goddelijken Zoon. Laat nietj toe dat
de zielen voor welke Hij zoo oneindig veel geleden
heeft hem worden ontrukt en overgeleverd aan een
noodlottig onderwijs en onheilvolle leeringen.
Wederboud den loop van zoovele ongelukken
die ons bedreigen; o Heer verhoor onze smeekin
gen en dat uwe verbolgenheid ophoude; spaar ons
uit liefde voor het Hart van Jesus-Christus aan
welk wij toebehooren. Dat Het over ons heersche.
Vertoef niet langer, o Heer Jesus, opdat de 011-
geloovigen niet zeggen: waar is hun God?
Aanhoor ons uit liefde voor uw zeiven, verander
onze tranen in vreugd, opdat wij het leven, welk
gij ons geschonken hebt, gebruiken tot lof van
uwen Heiligen Naam. Stop den mond niet van deze
die, hier in België, in zoo groot getal uwen lof
zingenenu beminnen; wij smeeken u om die gena
de door de verdiensten van Jesus-Christus, van
zijne onbevlekte Moeder en van zoovele Heiligen
en Martelaars die hun loven uit liefde tot U ten
beste gaven.
Indien gij onze onrechtigheden gadeslaat, Heer,
wie zal aan uwe oordeelen wederstaan Maar in u
is meedoogendheidter oorzake uwer wet heb ik u
geduldig afgewacht. Van den vroegen morgenstond
tot in den nacht hoopt Israël in den Heer, want in
den Heer is barmhartigheid en overvloedige ver
lossing. En Hij zelf zal Israël verlossen van al zijne
ongerechtigheden.
Onze VaderWees Gegroet, Glorie zij den Vader.
Imprimatur.
Tomaei, die la Maii 1878.
D.-G. Hallkz, vic.-gen.
De personen welke begeeren dit Gebed te ver
spreiden, kunnen het bekomente Doornik, Ge
nootschap van den II. Carolus Borremeuste Gent,
Steendam 17en te Brussel, Groenselbergstraat
10, fMontagne aux-Herbes-Potagéres).
Prijs: 50 Centiemen de 100 Fr. 4-75 de dui
zend. Betaalbaar in postzegels of in een postmaan-
daat. De verzending geschiedt onmiddelijk.
Doornik, drukkerij Decalonne-Liagre.