YAN IJPEREN EN IET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. WIM PIE'S BELOONING. Derde jaar. Zaterdag 13" October 1888. Nummer 41. De partij der eerlijke lieden. Kerk en Staat. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per G maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100.Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die Yoor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Aan 't adres van 't Nieuwsblad in antwoord op zijn artikel: Eerlijke lieden 29 Sept. 88. Deze vraag hebben wij reeds dikwijls besproken, én wij meenen er nog te moeten op weerkeeren. Immers, volgens de clericale gazetschrij vers, bestaan alleen eerlijke lieden in do clericale rangenvolgens lien is de eerlijk heid niet mogelijk zonder godsdienst. Dat is eene zeer grove dwaling. Duizende gevallen bewijzen het tegenovergestelde en toonen zonneklaar dat de grootste deugnieten bij de clericalen gevonden worden. Ten bewijze Peer Cautereels was pastoor te Hemixern, bij Antwerpenhij was een minister van den godsdiensteen van die door God zelf aangeduide én voorbestemde mannen, een gezalfde des Heeren, die de menschen lessen van zedelijkheid en eerlijkheid moest geven. Heeft hem dit alles belet eene stokoude tn rijke weduwe dood arm te bestelen? Heeft hem dat weerhouden den schat van zijne eigene kerk te rooven, en daarmêe naar Amerika te vluchten, in gezelschap van zijne meid, die men zegde nog meer dan meid te zijn? Hij, dienaar des Heere», werd dief en onzedelijk man. Een ander voorbeeld Langrand-Dumonceau, de grootste dief welke ooit heeft bestaan, die duizenden huisgezinnen, met ondersteuning en aan beveling der geestelijken, die voor dit proper werk betaald werden, tot den bedelkorf bracht, was die een liberaal? Werden hij en zijne ondernemingen, zijne dieverijen, niet door Paus Pius IX gezegend en werd hij niet verheven tot graaf van het Roomsche rijk En wie waren zijne deelgenooten De leden dergroote aristocratische families van het land, graven en baronnen, allen steunpilaren der Kerk en volbloed kleri- kalen. Een derde voorbeeld (Vervolg.) De armendokter kwam, en beval dat zij zoo spoedig mogelijk naar het gasthuis moest overgebracht worden. Toen zij weder bij kwam protesteerde zij daar hevig tegen, en al smeekende vroeg zij wat er dan van hare schaapjes van kinderen zou geworden. "Vier weken was zij daar geweest, vier weken die haar even zoovele jaren toegesche nen hadden; vier lange, wanhopige weken, gedurende welke hare twee lievelingen aan hun lot waren overgelaten; zonder geld en zonder vuur. Den eersten dag, in eene opwelling van medelijden, hadden de buren eene omhaling gedaandeze had ruim acht franken opge bracht, doch reeds den volgenden dag werd hun gezegd dat zij daar voortaan niet meer op rekenen mochten, want dat ze niets meer konden geven. De tijden waren te slecht en ieder had werk genoeg om zelf rond te komen. Ook hadden ze nog geschreven aan een zwager van haar man. Deze was overgeko men en had gezegd dat hij zich de kinderen En de jonge nobele heer de Penarada als wij ons zijn naam goed herinneren, die bij Brugge in het kasteel van zijnen oom bin nenbrak als een gemeene dief, en er alles stool wat waarde had en niet te heet of te zwaar was, en daarmêe naar Buenos-Ayres vluchtte, waar hij, na andere schelmerijen gepleegd te hebben, de lijken op de kerkho ven ging opgraven, om ze te berooven van hunne juweelen. Was het ook geen klerikaal, opgevoed onder de vleugels der geestelijkheid, in al de lessen en voorschriften van den gods dienst? Zeker en vast Een vierde voorbeeld En 't Kint de Roodenbeke, die het baga telleken wegkaapte van 22 mitlioen, was dat ook geen clericaal? En zijne talrijke kameraden, de edele jonkers, de jeunesse do7 ée uit de aristocratische wereld, die er eene eer op stelden de soirées van 't Kint bij te wonen en mêe te smêeren van zijne dieverijen, waren die ook allen niet opgevoed in de godsdienstige geboden en voorschrif ten? Ongetwijfeld En nu eene lijst clericale notarissen uit on?e provicie. die onlangs nog gezondigd hebben tegen het zevende gebod van God. Wie van onze lezers heeft niet liooren spreken van den scherreweg Gastelein, kle- rikalen notaris en schepene te Meenen, die meer dan vijf honderd kleine burgers en boeren hunne centen heeft afgetroggeld, en honderden huisgezinnen in de diepste ellende heeft gedompeld En dan nog den clericalen Buyssens, notaris en burgemeester te Gullegem, die meer dan een milhoen aan landbouwers en burgers heeft ontfutseld. En wie herinnert zich niet den klerikalen Capelle, notaris te Watou, die onlangs nog scherreweg heeft gespeeld en de zuur ge spaarde penningen van honderden en hon derden personen heeft ingezwolgen. Ah, wilden wij, wij zouden deze lijst nog zoude aantrekken. De buren hadden dus genoeg gedaan; alles was nu in orde. Wel is waar had de zwager niets meer van zich laten hooren, doch dat konden zij zich niet aantrekken. Van dat geld hebben de kinderen eenige dagen geleefd, ja, er zelfs nog oranjeappelen van gekocht welke zij dinsdag's en vrijdag's meèbrachten voor hunne zieke moeder, als zij haar in het gasthuis kwamen bezoeken. Steeds hielden zij tegen haar vol, dat zij niet te beklagen waren en dat zij genoeg zaam geholpen werden. Op 't laatst geloofde de arme moeder het, waardoor haar lijden een weinig verzacht werd. Het meisje, Maria, nauwelijs negen jaren oud, zorgde voor alles. Zij waschte en kleed de haar jonger broêrtje en bracht hem des morgends naar de bewaarschool, met zijn somber maal in een mandje. Daarna kwam zij t'huis en maakte het zolderkamertje schoon. Als dit gedaan was ging zij uit om werk te zoeken. Of zij daar in slaagde? Overal werd zij voor het hoofd gestooten. De meeste menschen aan wien zij om werk vroeg lachten haar uit en anderen gaven haar in het geheel geen antwoord. Men raadde haar aan te gaan bedelen. kunnen verlengen, maar wij gelooven dat bovengemelde gevallen voldoende zijn om te bewijzen dat de clericalen mogen zwijgen als er van eerlijkheid gesproken wordt. Zoo noodig zullen wij dit been nader af knagen. Intusschen zal het volk oordeelen. Maandag ln October was het de herope ning van onze gerechtshoven en tribunalen. Het is in gebruik, dat te dier gelegenheid, de hoofden van het parket bij het hof van Cassatie en bij de hoven van beroep eene redevocéing uitspreken, mercuriale ge naamd. De hoogste magistraat van ons land, de heer Mestach de ter Kiele, Procureur-Gene raal bij het hof van verbreking, heeft dit jaar in ziine openingsrede gehandeld over de betrekkingen tusschen Kerk en Staat, en over de rechten van den Staat op de eigendommen der geestelijkheid. Die uitmuntende rechtsgeleerde heeft be wezen, dat, in rechte, de staat de opper macht bezit over de kerk en ten volle recht heeft de voorwaarden van haar bestaante regelen,- dat de kerk geene andere voor rechten bezit dan die, welke de natie haar toekent, voorrechten, die haar ten alle tijde door de natie mogen en kunnen ontnomen worden, dat de kerk geen recht heeft te bezitten en dat hare eigendommen in rechte aan den staat toekomen. De verordening der Grondwettelijke Ver gadering, die, in Frankrijk, ten jare 1789, de goederen der kerk als nationale goederen aansloeg, was dus rechtvaardig en billijk. Aangezien den overgrooten rijkdom, de macht, den onbeperkten hoogmoed der geestelijkheid de talrijke misbruiken die daaruit voortsproten, was die maatregel van de dringendste noodzakelijkheid geworden het was een werk van wijze staatkunde. Ten andere, de geschiedenis is daar om te bewijzen, dat zelfs de katholieke vorsten zich ten alle tijde hebben moeten wapenen tegen de gedurige uitbreiding der doode hand. Weer anderen verwezen haar naar het arm bestuur. Nergens kon zij werk bekomen. Zij wilde niet bedelen en dacht eindelijk wel werk te zullen vinden. Zij dacht dit maar, de arme kleine! De eigenaar van het zolderkamertje was een eerlijk man; hij had zich uit den handel getrokken en rentenierde. Nooit zoo be weerde hij had hij iemand voor eenen cent schade gedaan; hij kon echter in geene bijzonderheden treden en eischte zijne huur. Den ln januari zouden reeds drie maanden huur vervallen zijn. Wanneer op dien dag de achterstond niet aangezuiverd wierd, zou hij beslag laten leggen en den inboedel doen verkoopen. Recht is recht, en de wet is er om uitgevoerd te worden. Waar moest het heen als men zoo teergevoelig wasl Wimpie had de laatste korst brood naar school medegenomen. Er was niets meer in huis, alles was op. Zij, de arme moeder, was juist dien morgen uit het gasthuis gekomen. Het was den 3in december, den laatsten dag van het jaar. Toen kleine Wimpie uit school kwam, keek hij verwonderd op, zijn moetje te huis te Het grootsche doel der vermaarde grond wettelijke vergadering wasde instellin gen en de zeden der geestelijkheid te hervormen, een einde te stellen aan schan delijke aftroggelarijen en allerlei andere misbruiken, de hoogmoed der hocgere gees telijkheid neer te slaan, het gezag der kerk te beperken en haar alzoo hare ware zending terug te geven. De kerk moet geene aardsche goederen bezitten; om waarlijk goed te stichten, de Godsdienst moet zich bewegen en zich ont wikkelen in een min stoffelijk midden, zegt de achtbare magistraat. Ziedaar eenen beknopten inhoud van die meesterlijke rede die voorzeker in het land eenen aanzienlijken indruk zal maken. Het schijnt dat M. Woeste, die de zitting bij woonde, in het geheel op zijn gemak niet was; de slagen zijn des te gevoeliger als zij van hoog komen. Onze ministers moeten ook wel vieze smoelen getrokken hebben, zij die aan het bestuur de ootmoedige slaven zijn der bisschoppen, en er voor zending hebben, onder allerlei voorwendsels, het geld der lastenbetalers in de rijkgevulde schatkisten van bisdommen en kloosters te stortenzij die onlangs nog de millioenen van Bernard, waarop de slaat het volste recht had, terug naar het bisdom van Doornik zonden. Op onze dagen, even als op het einde der verledene eeuw kent de rijkdom, de hoog moed en de onbeschaamdheid der geestelijk heid geene palen meer. Dank aan hunne millioenen, houden de papen ons gelukkig land onder hun looden juk gebogen: al onze nationale instellingen worden vervalscht, de kiezers worden uit gekocht en de zoogezegde volksvertegen woordigerszijn niets meer dan de vertegen woordigers der bisschoppen. Moet het zoo voortgaan, ik weet niet wat er van ons arm Belgie moet geworden. De heer Mestach de ter Kiele, beeft met gezag op het gevaar gewezen. Mochte, terwijl het nog tijd is, de openbare denkwijze tegen al die schandelijke misbruiken opstaan en ons een bestuur geven, dat kracht genoeg bezitte om einde en perk te sfellen aan de aanma tigingen der geestelijkheid. Dat de liberale partij toch eindelijk uit vinden. Onmiddelijk ging hij naar haar toe en omhelsde haar. Moeder, zeide het ventje, Wim is zoet geweest; wat krijgt Wim nu voor nieuwjaar? Deze woorden sneden de moeder als een vlijmend zwaard door het hart. Toen haar man nog leefde had zij haar jongste lieveling iels beloofd met nieuwjaar, als hij wijs was en braaf naar school ging, en het kind, hoe jong ook, was braaf ge weest en vroeg thans, in zijne kinderlijke onschuld, om zijne belooning. Misschien; ik weet nog niet, antwoord de zij En tranen van aandoening parelden ia hare oogen. Op eens kreeg zij eene gedachte, en haas tig op eene ladetafel toeloopendo, nam zij er twee oude rokken uit, maakte er een pakje van en liep de straat op. Zij ging naar den Berg van Bermhertigheid. Lang moest zij daar wachten, doch eindelijk was het hare beurt. Angstig en verlegen gaf zij het pakje aan den bediende van den Berg over, die het met een minachtend gebaar van zich afstiet, en haar toevoegde Daarop wordt niets gegevenWie volgt? Als vernietigd nam zij haar pakje weder HET WEEKBLAD o.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1888 | | pagina 1