VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
VAN DEN HALVEN HAAN.
Zaterdag' 27" October 1888.
Nummer 43.
Bekwaamheidskiezers, opgepast!
Volkskunde. Folklore.
Pensioenen.
Welk een lot!
Uit Kortrijk.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord'per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van vérkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opge'ftomen.
In ons nummer van zondag laatst wak
kerden wij al de liberale jongelingen ten
sterkste aan, om zich voor te bereiden tot
het eerstkomende kiesexaam. Wij gaven
terzelfdertijd aan de liberale associaties,
vrijzinnige maatschappijen en bonden den
raad onmiddelijk leergangen in te richten,
om zooveel kandidaten mogelijk te doen
gelukken. Wij herhalen vandaag onze aan
maningen aan al wie het wel meent met den
vooruitgang der liberale partij. Laten wij
ons door de schijnbare werkeloosheid der
klerikalen niet in slaap wiegen. Die mannen
wroeten immer in het donker, en wees
zeker, ze bereiden ons eene dier schurken
streken, die ons duur zou kunnen te staan
komen. In de kamerzitting die kortelings
gaat geopend worden, zal men de bekwaam-
heidskiezers van rechtswege afschaffen.
Daardoor worden honderden politieagenten,
stads- en Staatsbeambten en wat erger is.
al de gewezen onder-officiers, met eenen
enkelen pennetrek, hun kiesrecht ontnomen.
Deze klassen van personen hebben wat te
veel ongezond verstand zij laten zich niet
gewillig genoeg om den tuin leiden; kortom,
ze zijn te liberaal! Dat is hunne misdaad:
daarom zijn ze veroordeeld en daarom ook
zullen ze verdwijnen. Zwartgallige Woesle-
rik zal er voor zorgen tot meerdere eer en
glorie van Monseigneur.
Eens die schurftige schapen uit het libe
raal kieskorps verwijderd, zullen de gees
telijken hun gewijd kiesvee doen storm
loopen tegen onze groote verlichte centrums.
Zij willen onze liberale stadhuizen be
klimmen en ze zullen geene middelen hoe
schandalig ook, onbeproefd laten, om tot
hun doel te geraken.
Zullen wij, liberalen, dat gedoogen Zullen
wij lijdzaam en gedwee onze laatste bol
werken zien ondermijnen? Ziedaar de vraag,
welke iedereen zich angstig moet stellen,
wie nog een liberaal hart in de boezem voelt
kloppen.
Op dan, gij allen, die van uw kiesrecht
staat beroofd te worden. Men werpt u den
Onze lezers zullen zich herinneren dat
Hans Onversaeft, onze Antwerpsche brief
wisselaar, wiens artikels met zooveel be
langstelling gelezen werden, in dees blad
verscheidene malen over Volkskunde ge
sproken heeft, en voor velen onzer van eene
schier onbekende wetenschap gewaagde.
Zijne eigene bijdragen, en die van andere
onzer medewerkers hebben de Folklore wat
nader doen kennen onder onze lezers, waar
van sommigen den wensch uitdrukten, van
tijd tot tijd iets dergelijks in 't Weekblad te
zien verschijnen.
Het maandschrift Volkskunde (Gent, bij
Ad. Hoste, 3 fr. 's jaars) vindt meer en meer
bijval en abonnenten. Wij treffen er be
langrijke artikelen en mededeelingn in van
de heeren Pol de Mont en Aug. Gittée, hoofd
opstellers, alsook van de heeren Em. K. de
Bom, D. Sleeckx, A. De Cock, J. Vande
Venne, PI. van Duyse en anderen.
Verscheidene dezer letterkundigen verlee-
nen ook bijdragen in de Revue des tradi
tions populaires, gedrukt te Parijs.
Hieronder nemen wij een Vlaamsch ver
telsel over, dat wij vinden in de 7® afl. van
Volkskundeen dat verschijnen zal in het
uitgebreid werk - Ons goede Vlaausche
bandschoen toe, raapt hem op, Gij zijt allen
verlichte en verstandige inenschen. Bereidt
u voor tot het kiesexaam passeert die proef
van den eerste tot den laatste en de schur
kenstreek der zwarten is verijdeld, hun doel
is gemist.
Laat het niet gezegd zijn, dat er onder u
zich personen bevinden, die niet bekwaam
zijn hun diploma te winnen. Bewijst hun,
dat ge met alle recht en reden uw kiesrecht
geniet, en dan met officieele bewijsstuk
ken in de hand komt dan uwe liberale
broeders vervoegen en toont dan, alhoewel
ge niet bekwaam wordt geacht om van
rechtswege kiezer te zijn, gij toch bekwaam
zijt om de onbeschaamde domperskliek on
der eene verpletterende liberale meerderheid
te doen bezwijken. Signoor.
-
Levenslange pensioenen worden toegestaan
aan de volgende priesters: Malisse van Door
nik, 601 fr.; Cadet van Gingelon, 1155 fr.;
Mauroit van Oburg, 1100 fr.; Delors van
Peronnes bij Binche, 1200 fr. Dat maakt te
zamen de ronde som van 4056 fr. (zegge
vier duizend zes-en-vijftig franken) en voor
wat te doen? Lees het volgende artikel dat
wij uit het Laatste Nieuws trekken, en dat
zoo getrouw het leven van eenen pastoor
eener buitengemeente schetst.
Hij ontwaakt 's morgens als de koster
luidt, geeuwt, recht zich, doet eene poging
om het logge lichaam uit het dons op te hef
fen, valt terug, herkanst, valt nog eens en
eindelijk lukt het.
Hij gaat op de kamer zijner meidom
zich te verzekeren dat er 's nachts geene
boosdoeners zijn binnengedrongen, want de
wereld wordt toch zoo slecht kleedt zich
en begeeft zich naar zijnen atelier.
Hij kruipt in een getralied hok, waarvoor
een half dozijn gestalten, diep in hunne man
telkap gedoken, in knielende houding zitten.
Hij houdt zich eenen doek voor neus en
mond, om den geur van heiligheid te weren,
Volk waaraan de folkloristen de Mont en
de Bom de laatste hand leggen. Per naasten
geven wij eene andere vertelling.
VERTELSEL.
Er - was zoo eens een Janneken en een
Mieken, en die woonden in een hutteken in
een bosch. Toen hunne ouders stierven, ble
ven zij alleen op de wereld, en moesten de
nalatenschap onder elkaar verdeelen. Maar
zij waren zoo arm, zóó arm, dat zij niets be
zaten dan twee kiekens en éenen haan... De
vraag was nu, hoe een eerlijke verdeeling
gedaan
Wel, zei Mieken, laat ons den haan
in twee doen, dan heeft ieder de helft.
Zoo gezegd, zoo gedaan. Janneken kreeg
den kant van den kop, en Mieken den kant
van den staart.
Mieken begon maar dadelijk haar stuk
haan te plukken, en stak het in den put.
Maar Janneken zijn peetje (1) was een too-
verheks, en die kwam op eens langs de
schouw bij hen neergedaald.
die van deze aardsche schepsels uitgaat, want
allen komen op hunne beurt hem wat toe
fluisteren: van wetens en willens behagen
nemen in onkuische gedachten, van droomen
die op bedrog uitliepen, enz.
Hij treedt eene zijdeur binnen, hangt een
mantel om de schouders, bmdt zich eene
koord om 't lijf, komt te voorschijn, knielt,
buigt, gaat op, komt af en tingeling ting
ling de komedie begint.
Hij keert naar huis terug, verobert twee
kilos wittebrood en een half dozijn eieren
met twee liters koffie om boetveerdigheid te
doen, want het is vastendag. Daarna rookt
hij een half dozijn cigaren, drinkt eenige
borrels cognac, rhum of schiedammer, leest
Pater-Jood (Pouah) strooit de duiven wat
boekweit en de kiekens wat rijst, geeft den
kanarievogel een klontje suiker, den hond
eenen beefsteak van daags te voren en eene
oude arme bedelvrouw eenen hal ven cent,
met eene schrobbering over het schooien.
Nu stapt hij den hof over en weer, en
houdt eene alleenspraak over liberalen, gods
diensthaters en ander slecht gespuis, om
zijne gai te ontlasten voor het noenmaal.
Hsere, zegen ons en ook deze wijnsoep,
die aardappelen met botersaus en abberdaan,
rog of tarbot, die eierkoek wel gebraden en
niet verbrand en ook, en wel voornamelijk
deze twee flesschen wijn, welke uwe milde
hand ons geeft door Christus onzen Heer
amen. Buiksken vol, herteken rust. Hij ont
waakt om 3 ure nanoen, slurpt eenige tassen
koffie met cognac en suiker, neemt zijnen
wandelstok, fluit zijnen hond en stapt op
naar zijnen ambtgenoot van 't naburig dorp.
Zij spelen samen 4 boomen smousjas, drin
ken elk twee flesschen wijn en wenschen al
de framasons met hunnen aanhang naar den
duivel. Hij keert terug, bezoekt in 't voor
bijgaan lammen Tist, die allerlei gebreken
heeft, vooral geldgebrek. Hij beklaagt hem
omdat hij naar de kerk niet kan komen, de
sacramenten niet dikwijlder kan ontvangen,
den kruisweg niet kan loopen. enz., enz. en
stopt hem bij het heengaan 5 centiemen in
de hand voor een rolleken pruimtabak, dat
Tist niet kan missen. Voor de rest moet het
armbestuur zorgen.
Hoor eens, zei ze tot haar petekind,
ge moogt uwen lialven haan niet in den
pot steken, zulle! Ik zal hem betooveren, en
dan kunt gij er al van gedaan krijgen, wat
gij maar wenscht.
Daarop stak de tooverkol haar stoksken in
den asschebak, mompelde woorden van de
zwarte kunst, en lei haar stoksken op den
kop van den halven haan. Twaalf uren sloeg
de klok.... Pardaf! zei ze, en opeens was het
wijf terug door de schouw verdwenen.
Dat 's allemaal goed en wel, zei Jan
tot zijn zuster, maar wat gaan wij er nu
mee aanvangen, met dien lialven haan?
Mieken die nog al plat (2) was, ziet ge.'
dacht zoo in beur eigenals wij geld heb
ben, dan kunnen wij allesen ze zei
Laat ons hem zenden naar het Hof van
Meneer van Bruinkasteel, om drij beurzen
met geld.
En de halve haan er seffens naar toe.
Onderweg komt hij twee dieven tegen, die
hem verwonderd vroegen .-
Halve haan, waar gaat ge naar toe?
Naar het hof van Bruinkasteel!
Mogen we meegaan?
Ja, kruipt maar onder mijn veéren! (3)"
En de dieven schikten zich zoo gemakke
lijk als ze maar konden in de pluimen van
den hal ven liaan.
Hij wandelt terug met den almanak
Snoeck in de hand om zich een air te geven,
eet 6 boterhammen met eenen lialven kilo
kaas en eenige appelen, drinkt nog eene
flesch en rookt eenige fijne cigarendit alles
onder den titel van collatiedewijl het vas
tendag is.
Hij stapt verheugd den trap op, omdat het
's anderendaags geen vastendag is en hij zijn
hoofd met eene geruste consciëntie kan ne-
derleggen
Uitgekleed gaat hij nog eens op de kamer
zijner meid om te zien of de vensterblin
den goed gesloten zijn - want de wereld is
toch zoo slecht. Daarmee logt zich patroon in
de vederen.
In plaats van onderzoek van consciëntie,
die toch altijd even zuiver is, berekent hij
wat zulk leventje wel opbrengt en komt tot
de bagatel van 3 of 4000 fr. 'sjaars, bijwin
sten incluis.
Na 30 jaren zulk slavenleven doorzwoegd
te hebben, betaalt de Staat den stumptert
een pensioen van 1000 a 1500 ballekens om
nog meer te luieren.
En hiernamaals zal hij zitten aan de rech
terhand des Vaders, wezendenog luier
dan te voren. Amen.
Zaterdag laastleden greep hier de burger
lijke begraving plaats van Mijnheer Philip
Caron. Mijnheer Caron was een braaf en
rechtschapen man, die een ieders achting
verworven hadhij deed het goede om het
goede zonder het, gelijk velen, op de daken
te doen roepen.
Innig aan de vrijzinnige denkwijze ver
kleefd is hij ze tot het einde toe met eene
onwrnkelbare standvastigheid getrouw ge
bleven. In zijne laatste stonden heeft hij de
hulp geweigerd van de apostelen der on
verdraagzaamheid, van hen, die hij, gedu
rende den schooloorlog vooral, had leeren
verachten. Hij wilde niet dat zijne begraving
aanleiding gaf om hunne schatten te ver
meerderen, en hun alzoo nog meer wapens
Een beetje verder kwamen twee vossen
voorbij. Ook zij vroegen om mes te mogen
gaan, en kregen hetzelfde antwoord.
Eindelijk stond de haan vóór een groot
water, dat al even nieuwsgierig was.
Kom maar binnen, Meneer Peeters
riep de halve haan tot den plas.
En: kloek, kloek, kloek, kloek! kroop
het water bij de andere logeergasten. (4)
Tingelingeling.'
't Was de halve haan, die belde aan de
poort van het Hof.
Ga zeggen aan uwen meester, da ik drij
beurzen met geld moet hebben
Wat erge Nellis, dacht de knecht, die had
open gedaan. En hij ging de boodschap aan
zijnen meester overbrengen.
Deze sprak
Zet den halven haan bij de kiekens in het
kiekenkot!
Dat gebeurde. Maar toen het nu nacht
werd, zei de halve haan tot de twee vossen:
HET WEEKBLAD
(1Peetje beteekent te Antwerpenmeter.
(2) Platslim.
(3) Steller heeft gedacht, eene al te realistische
uitdrukking eenigszins te mogen verbloemen. Let-
terlijk. luidthetKruipt maar in mijn g..
(4) Men vergelijke dit gedeelte van ons sprookje
met Grimms Bremer Stadt-musikanten in. Kinder
und Hausmdrchen, alsook niet Pol de Monts De
loaereld vergaat, in Jong Vlaanderen, 1S82
blz. 361.