De Inkwisitie.
Em. K. de Bom.
Kiezing te Brussel.
Eene aardige bezweering.
Nog de broertjes van Citeaux.
te verschaffen om zijne partijgenooten te
bestrijden.
Minstens vier honderd vrienden en ken
nissen: het puik der Kortrijksche bevolking
en een aantal vreemdelingen volgden ingeto
gen den lijkstoet, en op het graf werd eene
lijkrede uitgesproken door M. Mariage, al
gemeen raaadsheer van het Departement van
het Noorden.
Deze begraving heeft op onze bevolking
grooten indjuk gemaakt; wij hebben ver-
schillige toeschouwers hooren zeggen, dat
zij in Kortrijk sedert lang geene begraving
gezien hadden met zooveel schoon volk
De armen werden ook niet vergetendoor
de zorgen der familie werden meer dan twee
duizend brooden uitgedeeld.
Het was de tweede burgerlijke begraving
die wij in Kortrijk hadden sedert eene goede
maand. Over vijf weken werd een roemrijk
kind onzer stad, de vermaarde kunstschilder
Edmond Depraetere hier ook burgerlijk
begraven.
Dank aan het hatelijk gedrag der geeste
lijkheid komen de burgerlijke begravingen
van langs om meer in gebruik: in Brussel,
Antwerpen, Gent en Luik zijn er meer zulke
dan andere. In mindere steden beginnen
de liberalen ook te verstaan, dat het een
beter werk is hun geld aan den arme te
geven dan de zakken der papen te vullen,
om een beetje latijn te doen prevelen.
N. N. Voor de burgerlijke begraving
van Mijnheer Caron werd de prachtige
nieuwe lijkwagen van eerste klas voor de
eerste maal gebruikt; ik wed dat de kwezels
er niet zullen willen mede begraven worden,
[Vervolg.)
De inkwisiteurs, in hunne boedanigheid
van zeer verkleefde soldaten van den
heiligen Stoel hadden van dezen eene
menigte voorrechten bekomen. Zij waren
vrij van alle bisschoppelijk bestuur en hingen
alleen van den paus af; zij hadden om hunne
wreedheden en schanddaden van alle slach
noch opschorsingen, noch kerkelijke ban,
noch eenige welkdanige gisping te vreezen;
en de Kerk gaf aan geestelijken als wereld
lijken, aan allen, zonder onderscheid van
rang of hoedanigheid, bevel, in bunne noo-
digheden te voorzien, hun hulp en bijstand
te verleenen, aan alle hunne opeischingen te
gehoorzamen.
Alvorens de vervolgingen in eene provin
cie te beginnen, vroegen de inkwisiteurs
gewoonlijk aan den heer of aan den bisschop
brieven, welke opnieuw voor hen de bescher
ming en de hulp der burgerlijke en godsdien
stige overheden eischten.
Vervolgens gingen zij in iedere s!ad of
gemeente, deden de parochianen roepen,
aflaten belovende voor degenen, welke hun
eerste sermoen zouden komen hooren; be
richtten den volke van het doel huns bezoeks
en maanden elkeen aan al diegenen aan te
geven, welker geloof wankelend scheen.
Nieuwe aflaten, ook wel eene kleine somme
Mannen,dcomt uit, en vreet al de kie
kens op
De vossen lieten het gaen twee keeren zeg
gen, en weg waren ze.
Toen 's anderendaags de knecht kwam
zien. liep hij verschrikt tot bij zijnen mees
ter, en stamelde
Nu nu zijn al al do kiekens op-
geëten en de halve haan zit boven op den
balkten en roept maar altijd: Koekeloe-
renhaantje!
Wel, zet hem dan in den paardenstal,
zei de meester.
Het geschieddemaar den volgenden nacht
liet de halve liaaa de twee dieven te voor
schijn komen, die dadelijk te paard sprongen
en als een pijl cle gaten uit vlogen.
Nu weet ik er alles vanzei de knecht
den anderen morgen, en het koud zweet
brak hem uit.
Ditmaal zou de booswicht niet ontsnappen:
de halve haan werd in den gloeienden oven
gezet. Maar, denkt ge misschien, met beter
gevolg? Mis: nu kwam het water veur de
pinnen, en op tijd van éen, twee, drij, was
het vuur uitgvbluscht.
's Anderendaags stond het water al zóo
hoog en 't kwam tot aan de eerste stagie!
En boren op den plas zwom heldhaftig onze
halve haan, die kraaide zoo luid hij kraaien
konKoekeloer enhaantje!
Geef hem gauw de drij beurzen met
geld! zei (5) Mijnheer van Bruinkasteel.
gelds, werden beloofd aan de verklikkers,
en de kerkban werd geslingerd tegen de
ellendelingen die, eenen ketter kennende,
hem met zouden komen betichten, bij de
heilige congregatie. De eerste zijnen vader
of grootvader beschuldigen, zooals het de
kerkelijke wetten bevalen, zooals het de
God des bijbels had bevolen, wasvoorde
kinderen en de kleinkinderen van den plich-
tige het eenige middel, om, na de straf
uitvoering, hunne waardigheden en het
recht te behouden van openbare bedieningen
uit te oefenen in de Kerk, den Staat of de
Gemeente.... (Welke vreeselijke aansporings
middelen tot het verraad, tot den vader
moord
Men was ketter, zoohaast men over een
geloofspunt gevoelens bezat, in het minste
verschillend met deze der Room&che Kerk,
zoohaast men vrijwillig een bevel van den
Paus overtrad. Men was verdacht van kette
rij, begunstiger of verdediger der ketters te
zijn, wanneer men niet sliptelijk de zoogé-
zeide godsdienstige plichten volbracht; wan
neer men zich zonder een voldoende reden
verwijderde uit eene stad, waar de inkwi-
siteur aankwam, wanneer men verzuimde
dezen te helpen of hem schuins bezag
wanneer men de ketters diende, hun gehoor
zaamde, hen niet voor onwaardige mensehen
hield, of zaken met hen deed; wanneer men
ten hunnen voordeela sprak, ze verborg of
niet aanklaagde; wanneer men bedroefd
scheen om hunne gevangenschap of hunne
dood; wanneer men hun heimelijk levens
middelen droeg in het gevang, hen hielp ont
vluchten of hunne asch verzamelde na hunne
marteling; eindelijk, wanneer men. op eene
welkdauige manier,.rechtstreeks of onrecht
streeks, de volledige uitvoering belette der
wetten, door de kerk tegen de meer vrij
denkenden uitgevaardigd. Dit alles was een
min of meer zwaar bewijsteeken van ketterij,
al had men dan ook slechts gehandeld uit
een gevoel van mensclilievendheid, of aan
familieplichten; en de banden der vriendschap
of bloedverwantschap, welke den verdachte
aan eenen gekenden ketter verbonden, wer
den zelfs eene verschrikkelijk bezwarende
omstandigheid tegen dien.
Op eene enkele aanklacht, of zelfs alleen
op het openbaar gerucht, kon eenieder aan
gehouden worden. Niets, volstrekt niets be
schermde tegen de vervolgingen. De inkwi
siteurs en hunne agenten hadden het recht
om overal binnen te dringen, het paleis van
den vorst zooals de hut van den landman te
onderzoeken, hunne slachtoffers tot op de
autaren te vatten.
Twee aanklachten waren voldoende om
een lijk te doen ontgraven: het lichaam werd
op de strafplaats gesleurd en in de vlammen
geworpen; de goederen, nagelatendoorden
ketter, werden verbeurd, ontroofd aan hun
nen bezitter tot de derde hand. (Moesten de
gevangzettingen, veroordeelingen en ontgra
vingen talrijk zijn, met de schraapzucht,
welke iedereen bij de geestelijkheid heden
bemerkt en welke altijd onder haar ge-
heerscht heeft!)
Dat hij wegkome... Anders verrenuweert
(6) hij nog heel mijn familie!...
De halve haan vertrok, en gaf eerlijk de
centjes t'huis af. En Janneken en Mieken
waren rijk, schatrijk! Ze zijn heel kontent
en ze komen goed overeen. En de halve haan
woont nog altijd bij hen
Weten sommige lezers ons wellicht eene
andere lezing aan te duiden Hoogst dank
baar waren wij hun voor de mededeeiing.
Hel vertelsel van De(n) halve(n) Haan
is in het buitenland zeer verspreid. In nr
26, Hahn und Henne, Krauss, Sagen und
Miirchen der Südslaven, bl. 90, eerste deel,
en in nr 42, Moitié de Gocq, Basset, Contes
populaires berbères, bl. 83, vindt men het
terug. In Frankrijk bestaan er talrijke
lezingen van, welke men in de verzame
lingen van Paui. Sébillot, Contes des
Paysanset desPècheurs, bl. 317-321, Carnoy,
Litt. or. de la Picardie,6L 214-217, Marelle,
Contes et chantes pop. frang., het tijdschrift
Mélusine, I, 1877, bl. 181-182, kan raad
plegen. Men zie vooral Basset, op. cit.,
notes, bl. 187. Pol de Mont.
Twee aanklachten waren genoegzaam om
de veroordeeling bij verstek te doen uitspre
ken; indien de veroordeelde een jaar voorbij
liet gaan, zonder zich voor zijne rechters
aan te bieden, verklaarde hem de Inkwisitie
bepraldelijk plichtig aan de misdaad, waar
van hij beschuldigd was geworden; zij zond
hem naar den brandstapel zoohaast hij in de
handen der inkwisiteurs viel.
[Vervolg hierna.)
ii "i" j n 1
Ziehier den volledigen uitslag van de
kiezing van Brussel
Geldige stemmen: 13,362. De heeren
Graux, liberaal, bekomt 5351 stemmen;
Powis, katholiek, 5108; Feron, radicaal,
2383 en Van Bunnen, independent 520._
Het getal onthoudingen was zeer groot,
immers, in juni laatst hebben omtrent 18,000
kiezers aan de stemming deel genomen.
Reeds om acht ure weerklonk tromgeroffel
in de straten om de kiezers daardoor tot de
stembus te roepen.
In de stad heerschte weinig beweging,
tenzij aan de verschillige standplaatsen van
den ijzerenweg, waar de buitenkiezers in
groote menigte aanstroomden.
Behalve de levendigheid, welke de aan
komst van die buitenkiezers teweeg brengt,
heeft cfe stad Brussel het aanzien van de
gewone dagen.
Ziehier nagenoeg de verdeeling der ont
houdingen: Brussel (stad), 55 a 60 per
honderd; Brussel (voorsteden), 30 a 35 p. h.;
Kantons, 5 a 8 p. h.
De stembussen der verschillige bureelen
worden te rekenen van 10 u. 40 m. naar het
stadhuis (hoofdbureel) overgebracht.
De Jonge Wachten der katholieke partij
waren op hunnen post.
De jonge wachten van de Ligue libérale
zijn met twee of drie per bureel.
De Association libérale heeft geene jonge
wachten.
Al de ware radikalen waren op hunnen
post.
De Jonge Wachten uit de kantons verze
keren, dat al de buitenkiezers zullen opko
men, voor de balloteering.
Voor het Hölel Continental staan een
honderdtal personen de uitslagen na te zien,
die in het venster rechts worden aangeplakt.
In de trouwzaal, ten stadhuize, leest de
heer Van Moorsel, voorzitter van het hoofd
bureel, de uitslagen af.
Er zijn 22,546 ingeschreven kiezers.
De balloteering tusschen de heeren Graux
en Powis de Ten Bossche zal maandag aan
staande plaats hebben.
Alwie het volk van te lande van nabij
kent, is dikwijls verwonderd geweest over
de hardnekkigheid waarmede het aan ka
bouters, aan heksen en tooveraars geloof
blijft hechten. Waarbij dat komt is niet
moeilijk om raden. Van den eenen kant voelt
zich de onwetende menigte onweerstaanbaar
aangetrokken door al wat bovennatuurlijk
schijnt; van den anderen kant heeft zij een
blind vertrouwen in de priesters, die er het
grootste belang bij hebben, het volk in de
onwetendheid gedompeld te houden of het
althans maar wijs te maken wat het zonder
gevaar voor hunne heerschappij weten mag.
Iedereen weet dat sommige geestelijken
er hunne specialiteit van maken "het kwaad»
uit huizen en stallen te verdrijven, en men-
schen en dieren te belezen Ge moet de
eenvoudige lieden hooren praten om te weten
hoe verre de zaken soms gedreven worden.
Moesten echter alle belezers varen als een
onderpaster uit de omstreken van Charleroi,
zij zouden er dikwijls tot tweemaal aan den
ken, vooraleer zij de rol van bezweerder
aanvaarden.
Eene kwezel, die zich vroeger reeds door
hare godsvrucht tot meer dan ééne buiten
sporigheid had laten verleiden, meende
sedert eenigen tijd dat zij door den duivel
bezeten was. Om zich van den boozen geest
te ontmaken, noodigde zij op zekeren dag
den onderpastoor naar heur huis, denkende
door hem hare verlossing te bekomen. De
heilige man liet het zich geene tweemaal
herhalen, en begeeft zich zonder achterdocht
naar de woning van de beleefde kerstin. 't
Moest hem echter al seffens berouwen.
Nauwelijks was hij aangekomen of de
godvruchtige dochter bracht hem in eene
kamer, sloot de deur achter zich toe en stak
den sleutel in den zak. Deze voorzorgen ge
nomen, wendde zij zich vastberaden tot den
priester en eischte dringend dat hij op staan-
den voet den boozen geest uit haar zou
jagen. De onderpastoor,ofschoon door de zon
derlinge handelwijze van de dame wat in de
war gebracht, had al dadelijk begrepen met
wat voor schepsel hij te doen hadhij meen
de haar dan ook met zoete woorden tot' be
daren te brengen, haar sprekende van God,
van de kracht van 't gebed, enz. 't Scheen
echter, dat de kwezel maar weinig vertrou
wen stelde in zijne woorden. Immers zij
bleef bij haar eerste gedachtde man des
Heeren moest haar van den duivel verlossen.
De priester aarzelde nog en trachtte blijk
baar de zaken in 't lang te trekken. Maar 't
geduld van de dame was ten einde. Op eens
schoot zij in eene heilige gramschap, en,
zonder eenige ceremoniën, begon zij den ge-
zelfde des Heeren zoo duchtig op de soutane
te kloppen, dat hij er schier duizelig van
werd, en zich, na eenige stonden, verplicht
gevoelde om hulp te roepen. Nu ontstak de
kwezel in nog heviger woede, en daar zij als
een man gespierd is, had de strijd voor den
onderpastoor een zeer noodlottig einde kun
nen hebben, zoo niet de lieden van het huis,
die op zijne noodkreten waren toegeschoten,
hem uit de handen der bezetene Verlost had
den.
Zedeles. Zwicht u van bezetene kwezels.
Na de smerige aanslagen op de zeden heeft
de lijfstraffelijke rechtbank van Beaune zich
onledig gehouden met de betichting van sla
gen en wonden do goede broertjes ten
laste gelegd.
Het onderhooren der getuigen, die aan
den rechtbank komen veropenbaren welke
barbaarscheden zij te verduren gehad hebben,
is zoo pijnlijk en zoo grievend als dat der
kinderen, die zich kwamen klagen van de
zedeschenderijen, welke men hun ondergaan
deed.
Zonder de getuigenissen een voor een aan
te halen, zeggen wij toch welke de verschei
dene straffen door die zachtaardige op
voeders toegepast waren. Noemen wij onder
andere de bal en de cijbel
Om den bal te doen ondergaan, verhaalt
de jonge Karei Renaudy, oud 19 jaren, stelde
men ons te midden de koermen plaatste dan
al de leerlingen in kring rondom ons, en dan,
op een gegeven teeken, allen vielen op ons
aan en gaven ons eenen reesem vuistslagen
en stampen.
Het is broeder Faucher, die deze straf in
de school ingevoerd heeft, en de leerlingen
benuttigden ze om zich te wreken over hen,
die zij niet beminden.
Men had er ook den cijbel, waar al de ge
zellen, met graszoden gewapend, hunne
werptuigen op het gestrafte kind, dat tot
aan de riem naakt was, wierpen.
Eens, zegt een andere, heeft men mij in de
steengroef neergelatenmen heeft er een gat
gemaakt, waarin men mij gedaan heeft, dan
heeft men rondom mij, tot aan mijne riem
aarde toegestampt en men heeft mij gedu
rende een uur in dien toestand gelaten.
De roedeslagen, stampen, de slagen met
werktuigstelen, de koordeslagen, de vuist
slagen en de voorwerpen naar het hoofd ge
gooid regenden te Citeaux op de verschrikte
kinderen, die aan de bestuurders niet klagen,
noch aan hunne ouders schrijven durfden,
daar de brieven door pater Donatus onder
schept en in beslag genomen werden.
Al de kinderen, zonder eene uitneming,
hebben kaaksmeten en stampen in de lenden
en in de zijde ontvangen.
Haals 't maar dat is, roept de Voor
zitter, onder den indruk van eene vreemd
soortige toegevendheid voor die broeders-
gisselaarsuit, er is niet veel kwaads
aangelegen.
Na lange pleidooien spreekt de rechtbank
een vonnis uit, dat noch de voorgaande
debatten, noch zijne houding binst de eerste
dagen toelieten te voorzien.
De broeders Faucher en Ciseron zijn tot de
nietige straf van 25 franks boete veroor
deeld 1
Fréjol, Chaldaureille en Groize zijn vrij
gesproken
Bij verstek is Moret, gezegd broeder Vin-
centius, tot 6 dagen gevang veroordeeld.
11, EiirriTini gngr® .glBg.-—
(5) De bette vertellers zeiven bezigen hier schier
nooit eene andere uitdrukking dan '.zeggen. Daarom
Dit vertelsel vernam ik van eenen Antwerpenaar,
den heer L. W., die het in zijne jeugd van zijne
oude kindermeid had gehoord. Tot heden toe ont
dekte ik er alhier geene variante van, wat mij
onderstellen doet, dat ik hier op een zeldzaam
exemplaar hen gevallen.
vermijden wij liefst de meer letterkundige tsrmeu
bevelen, betuigen en dgl.
(0) Ruïneert.
»<38g*C w
«gOO-