VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Derde jaar. Zaterdag 3n November 1888. Nummer 44. Le comble de la civilisation francaise Het einde der wereld De opslag van het graan Hoe men naar de mis gaat. Donderdag 11 October 1888. Abonnementsprijs voorop betaalbaars 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen* 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. - 10 centiemen per nummer. - Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. - Alle berichten van verkoopman of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. - De annoncen voor Belgie, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de PubUcüë, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Vroeger hebben wij reeds gewaagd over sommige Boulangistische liedjes, die nu in Frankrijk en vogue zijn We onderlijnden de bespottelijke wraakkreten, tegenover Duitsch- land, die er in voorkwamen. Maar thans hebben we eene nieuwe collectie onder han den, nogmaals dédié a Boulanger, notre chef quand mêrne! Hoe ouder een bedorven fruit wordt, des te rotter is het. Hetzelfde zien wij met la grrrande nation. Eenige staaltjes van de beschaafdheid en de hoofsche zegswijzen 1 onzer Zuiderburen zullen hier wellicht niet ten oppas komen, bij onze franskiljons, die Frankrijk 't land der beschaving, le pays de bon ton et de fines manier es noemen Onze Fransche pers heeft u reeds genoeg verteld over den poesjenel Boulanger. Ge weet dat de man in ruzie ligt met Jules Ferry en alwie nog een greintje gezond verstand bezit in Frankrijk. Boulanger's dichter, en zekere Villemer, maakt liedjes op al die dingen, en onder andere, is er eentje dat waarlijk uitmunt door keurigheid in de vormen en verhevenheid in de gedach ten, dat meesterstukje is getiteld Le Nez de Ferry dans la Mélasse. De Neus van Ferry in de suikersirop. Die pun tjes moeten wellicht aangevuld worden door een fransch woord, dat ook met M begint. Een strootje zal wellicht genoeg zijn om u den aard van het stukje te doen kennen. We schrijven het af,want we willen het gedrukte lied niet schenden, door met de schaar er uit te knippen Dat riekt te.... fransch. We gaan verder, met de hoop van toch iets reiners te vinden maar och Heere, ga va de mal en pis. We vallen met onzen neus in eenen nieuwen hoop mlasse. In een ander gedicht, getiteld Mossieu Boulanger! dédié a mes bons amis les bourgeois, par Villemer, vinden wij Het is Boulanger's dichter, Villemer die zoo spreekt tot J. Ferry Genoeg van al die mélasse! Doch onze oogen vallen nu op de scie mécanique et patriotique die men Re vanche! Rrrrevanchel noemt. Die Villemer zou waarlijk moeten naar Pasteur gaan. 't Is hoogst gevaarlijk gesteld bij dien dichter. Hoor toch die sombere stemme, in het gedicht La Mort d'un Prin ce ou le chatiment de Guillaume roepend tot Keizer Willem II Aan ieder vuurwerk is een Bouquet, die de kroon op alles plaatst. Ehwel, Villemer heeft ook voor een heerlijk bouquet gezorgd. Wij vinden hem in La Crucifiée de Belfort. Eerst dient gij te weten wat La Crucifiée is. Dat is een fabeltje, dat speelt in 1870. Eenige patriotieke vrouwen vergiftigen een 30tal Duitsche soldaten en, als straf, wordt er eene, na wat onmenschelijk schandaal, aan een kruis genageld, net als O. L. H. De zoon van die onbekende martelares diende bij de francs-tireurs, en het toeval wilt dat hij, na den oorlog, ongedeerd naar huis komt en zijne beminde moeder aan een kruis ziet hangen. Ge ziet van hier de trage die. 't Is maar spijtig dat we de pen van Ville mer niet bezitten om zulke dramatische toe standen naar waarheid weèr te geven. Kortom Villemer maakt van de gelegenheid gebruik om zijne eigene razernij tegen de Duitschers uit te huilen. Hoorl kinderen, hoor! Ziehier wat invallende Franschen in Duitschland zouden uitrichten Had Voltaire groot ongelijk toen hij van zijn lieve landgenooten schreef.* Le FYan- cais est un mélange du singe et du tigre. Waarlijk de lezing van die liedjes is, zelfs met al die wreedheid, nog al amusant, en, daar wij onze lezers ook wel gaarne zien lachen, zullen wij hun de namen opgeven van verdere meesterwerkjes van dien eigen- aardigen heer Villemer. Ze zijn allen ver krijgbaar bij den dichter [Villemer,Editeur- Lnprimeur, 28, rue du Paradis, Paris). Een heel schoontje voor gevoelige men- schen: Le viol de la flancée, ou la ven geance du fermier. Een ander voor aanbidders der Revan che Strasbourg en 1900, ou la statue de Boulanger. Dan zal het beeld van le brav' général er voorzeker reeds staan. Verder: Le merle Frangais, vriendelijk verzoek niet te lezen Vilain merle! En eindelijk voor de smullersDe paté Prussien, ou l'auberge du Porc d'Alle- magne II y en a pour tous les goüts, messieurs Maar nu eens ernstig gesproken. Ziedaar hoe, dag aan dag, de Parijsehe revanchekramers op de ongezondste driften eener ziekelijke bevolking speculeeren. Zulke vuiligheden en woestheden kweeken den haat in de harten van eene onwetende, over prikkelde menigte en broeien langzamer hand den vreeselijksten der oorlogen, waar Frankrijk wellicht anders niet dan doodelijk verminkt uit zal komen. Maar wat kan dat aan die heéren maken zij kloppen geld met die driften, zij moeten ze dus opwakkeren. En dat doen ze niet alleen in walgelijke liedjes, maar ook in onzinnige schoolboeken bij het arglooze aankomende geslacht. En dat is het wat onze franskiljonsgazet ten goedkeuren en verdedigen. Zij vinden Duitschland zelfs heel verwaand wanneer het die opstokkerij van dol chauvinisme bij Europa aanklaagt als het ergste gevaar van oorlog en de hoofdreden waarom geheel een werelddeel zich uitput in ruïeneerende be wapeningen. Deze pers verdient met veront waardiging gebrandmerkt te worden! Wij zijn aan 't gezond verstand der Fran sche natie de bekentenis verschuldigd dat wij weten dat zij in hare groote meerderheid de wilde gevoelens harer revanchekramers niet deelt, dat de Fransche burgerij den oorlog verafschuwt, dat het leger zelfs hem wel aanvaarden zal en met moed maar hem toch geenszins wenscht. Maar die Villemer's en andere Barnum's van Boulanger en het Bou- langisme zijn bij machte om de heele natie in de grootste rampen meè te slepen. Aan de Vlaamsche liberale pers de taak ons volk tegen die akelige hansworsten en tegen hunne walgelijke naapers in Belgie gedurig te waarschuwen. Volgens de Chronique heeft de bisschop van Doornijkeen zeker getal Belgische bur gers tot een noenmaal uitgenoodigd, dat in het bisschoppelijk paleis zal gegeven zijn, ter gelegenheid van eene voordracht, die in 't korte te Doornijk tegen het gebruik van sterke dranken door den Brusselschen Bond tegen het alkoolism zal ingericht worden. Het zijn de leden van dien Bond. welke de bisschop tot zijne tafel genoodigd heeft. Maar het kluchtige van de historie is dat die uitgenoodigden allen mannen zijn, die zelden de gelegenheid gehad hebben aan de tafel van eenen prins der heilige kerk te zittenwant onder hen telt men eenen protestanlschen herder, een joodschen rab bijn, en welgekende vrijmetselaars, die de gewoonte niet hebben hun vaandel in den zak te moffelen. De bisschop van Doornijk toont, met die verscheidenheid van joden, ketters, schis- matieken en goddeloozen te zijnent te ont halen, een meer verheven en meer verdraag- zamen geest, dan dezen, welke de Roomsch- katholieke priesters vertoonen. Men kan er hem enkel geluk over wenschen. Maar bone Deus! wat gaan Journal, Nieuwsblad en andere roetlekkers der heilige kerk nu zeggen Een protestant, vrijmetselaar en een jood, een jood vooral die aan de tafel van Monseigneur zitten en een noenmaal nutten hun door de heilige kerk aangeboden Is dat 't einde der wereld niet? Zij zullen lachen gelijk een hond, die spaansche peper geë.ten heeft en ze zullen geen woordje reppen over dat nieuwsje. Er ovei zwijgen is goud werd, als men met iets in nesten zit, en die in 't zweet zit, is van de koü vogelvrij. Men hoort tegenwoordig veel spreken van den opslag van het graan Het graan is inderdaad in deze laatste tij den in prijs gestegen, bij zoo verre zelfs dat talrijke onbehendige en niet vooruitziende handelaars er plat bij geruïneerd zijn ge worden. Welk is daar de oorzaak van Ha, bestonden de rechten op het graan, gelukkig bestaan ze niet zoo zouden de klerikalen niet laten van overal uit te bazuinen dat de rechten de eenige. de ware oorzaak zijn. Immers de klerikalen kunnen niets an ders dan liegen en menschen bedriegen. Maar, het gebeurt nu dat het graan in prijs stijgt zonder dal er rechten opgelegd zijn! Dus de rechten zijn voor niets in de zaak! Die verhooging is eenvoudig het gevolg van het mislukken van den oogst in zekere streken. En dit mislukken brengt duurte te weeg. Hoe jammer is 't niet, hoorden wij over eenige dagen eenen klerikaal zeggen, dat de rechten nog niet gestemd zijn! Welken troef in onze kaartEn hoe wij zouden kunnen boffen en sloffen op de weldaden onzer politiek bij de landbouwers En vele landbouwers zouden geloof hech ten aan de fopperij der klerikalen Zij zien nu klaar dat er geene rechten noodig zijn om het graan te doen in prijs stijgen, en dat al het gezwets der klerika len ellendige menschen fopperij is. Het is nog al kurieus om na te gaan waar om sommige lieden, die zich doen doorgaan als echte katholieken en den duivel in den nek dragen, zondags naar de mis gaan. Het is niet uit godvrucht, niet om te bidden, want de personen die met een boek gaan, doen hem bijna nooit open en blijven altijd aan dezelfde bladzijde. Anderen doen niet dan rondzien, om te weten wie uit en in de kerk gaat. Ziehier de voornaamste redens waarom de zoogezegde christelijke lieden naar de mis gaan De vaders gaan er uit toegeveudheid voor hunne vrouwen. De moeders om hunne dochters te toonen De dochters om hun nieuw kleed te la ten zien. De beminden om oogjes te trekken. De kooplieden voor hunne kalanten. De menschen die eene plaats bekleeden om ze te behouden. Degene, die geene plaats hebben - om er eene te krijgen. Degene die gaarne da eene of andere rij ka kwezel willen huwen en den kalot spelen. Vrouwen en mannen, die vroeger een woe lig leven geleidhebben en oud geworden zijn, de kwezel en kwezelaars willen spelen. Dan eindelijk, en dat is het grootste getal, degene die naar de mis gaan om meè te doen, omdat zulks van goeden smaak is, omdat zulks in eene zekere klasse wel staat. Voegt daar nog bij, om volledig te zijn, degenen, die zeggen: Doet het geen goed, het doet geen kwaad ook. - Telt nu degenen die overblijveu, die uit ware en oprechte devotie naar de mis gaan, Is er aldus wel één enkele? Een misschien maar het is niet bewezen dat het de pastoor is, die de mis leest. 't Was donderdag, It October 1S88, om 4 ure 30 minuten van den namiddag, dat de Duitsche keizer Willem II zijne intrede te Rome deed. Dat is eene gebeurtenis van het grootste HET WEEKBLAD La nuit était chaude et brune, Et l'brosseur presque tout nu, x Dormaiten raontrant son cul Qu'était rond corame la lune; Ferry, d'un air convainou, Y plongea son nez fourehu. Lache, laisse passer le chef des patriotes; Songe que si demain éclatait le danger, x Prêt a baiser son cul, prêt k lécher ses bottes, Tu tendrais tes deux bras a mossieu Bou- [langer. Fils sans pudeur, fait vous plaindre ton père; Arrache avant sa mort le sceptre de sa main Découpe son manteau royal dans son suaire: Nous te l'arracherons des épaules demain? Verder tot den stervenden Willem I «Vieillard, nous te plaignons, toi qui fus inhumain? Que les pleurs aujourd'hui tombent de ta paupière C'EST DU SANG QU'IL NOUS FAUTnous [attendrons demain Ah! c'est du sang qu'il leur faut! Pasteur zal hun dan niet dienstig kunnen zijn, want hij verkoopt dat niet En avant. en avantdéployez vos drapeaux - Apprêtez les canonsAppelez les corbeaux Nous allons les gaver de charognes infames! Eventrons les banditsCrucifions leurs femmes Leurs rnères, leurs enfants! que leurs champs, [que leurs bois, N'aient plus un seul sapin qui ne soit une croix.» tact)o<>c

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1888 | | pagina 1