VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad
Zaterdag IT" November 1888.
Nummer 46.
BERICHT
Brieven uit Antwerpen.
DOOD YAN JAN VAN BEERS.
De Bedelarij.
Willems-Fonds Brussel.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per <5 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer.Afzonderlijke nummers voor arlikels, enz. 8 fr. per 100.Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
De personen die een abonnement
zullen nemen aan het Weekblad voor
1889, zullen, van af den dag hunner
inschrijving tot den ln Januari, het
blad gratis ontvangen.
Woensdag, 14 Nor. 88.
't Is met weemoed, dat ik de looine
pen op het papier breng, om u de treu
rige mare van Jan van Beer's verschei
den mede te deelen.
Ik meende juist de lang onderbroken
reeks mijner briefwisselingen te herope
nen, door u met vreugde en hoop te
wijzen op de werkzaamheden van let
terkundigen en strijders te Antwerpen
maar het ware wel onvergeeflijk en mij
overigens volkomen onmogelijk van
zulke dingen te gewagen, als het nood
lot ons zoo onverhoeds eenen man ont
rukt, over wiens verlies heel het Ne-
derlandsche volk, dat hem zoo lief had,
zich het hart zal beklemd gevoelen.
Vóór eenige weken klaagde de dich
ter reeds aan zijne vrienden over rbu-
mathism in de lenden ;maar de gemoede
lijke man wist dit steeds op zulke wijs
te vertellen, grappig en tevens innig, dat
men nooit meende te moeten vreezen,
dat de krankheid eene gevaarlijke ont
knooping zou hebben.
Vrijdag 11. gaf hij nog zijnen leergang
van Nederlandsche taal op het Athe
neum. Daar hebben zijne geliefde leer
lingen den ouwen Jan voor het laatst
gezien 1
Zondag legde hij zich te bed. De ge
neesheer verklaarde, dat het niet het
rhumathism was, dat den zieke aan de
sponde kluisterde, maar wel eene lever
ziekte, kwaal welke hij vóór 20 jaar
nog heeft gehad.
Geen mensch kon echter voorzien,dat
de afloop zoo tragisch en zoo schielijk
zou zijn! Heden, Woensdag, ten 2 uren
nanoen, overleed hij, zonder pijnen,
maar ook zonder den troost te hebben
mogen genieten, de talrijke schare
vrienden, die naar hem kwamen verne
men, voor de laatste, voor de allerlaat
ste maal do hand te mogen drukken,...
De verslagenheid alhier is algemeen.
Ik heb letterkundigen gesproken, di®
letterlijk onder het leed gebogen gingen
en vernietigd waren. Nu eerst blijkt,
hoe lief van Beers ons geworden was,
nu wij, eilaas? nooit meer die kernige,
beelderige taal zullen hoorea, die hem
tot een der geestigste vertellers maakte,
welke wij ooit kenden. Onuitputte
lijk was zijn schat van kwinkslagen,
van grappige herinneringen aan de oude
dagen en de oude vaders der Vlaamsche
Beweging. En hoe wist hij de typieke
Antwerpsche zetten meesterlijk te pas
te brengen
Men heeft zich van van Beers veelal
eene verkeerde gedachte gevormd. Al
thans degenen die hem niet persoonlijk
kenden of hem beoordeelden op zijne
melancholische Jongelingsdroomen
stelden hem zich voor als een zieken
jongeling", een droomer, iemand wiens
hart onder den druk der "Weltschmerz.,
verpletterd is. Groote dwaling. Wij
kenden nooit blijgeestiger mensch dan
die grijsaard, met het karaktervolle
hoofd, en die door zijn sober gebaar
aan het minste zijner gezegden onge-
loofelijke kracht en kleur wist bij te
zetten.
In Jan van Beers ontvalt ons niet al
leen een groot dichter hoewel het
maar een Nederlandsche dichter is,
en zijn geheel werk een eenvoudig oc-
tavodeei beslaat, neemt hij in de rij der
beroemde Europeesehe poëten dezer
eeuw eene plaats in. Maar wij verliezen
ook in hem een lezer, een redenaar,
wiens Wederga, sedert Cremers dood,
wel niet zoodra zal gevonden worden.
Maar boven dit alles treft toch nog het
meest het heengaan van den mensch
van den goeien, den ouwen, trouwen
vriend, den man, wiens woord drie,
vier geslachten voor Neerlands toekomst
het hart heeft doen trillen.
Na Conscience's afsterven kon ons
geen grooter ramp treffen dan de dood
van Vader van Beers.
Jan van Beers werd te Antwerpen
geboren den 21a Februari 1821hij was
dus 67 jaar oud. Hij laat eene weduwe,
een zoon (den schilder) en, meen ik,
drie dochters achter.
De lijkplechtigheid moet Zaterdag om
2 ure plaats grijpen. Het zal eene
grootsche betooging zijn. De aflijvige
was gemeenteraadslid, Jid der stedelijke
commissie van het onderwijs, leeraar
aan het Athenteum, voorzitter van den
Tooneelraad, ridder der Leopoldsorde,
ridder der orde van denNederlandschen
Leeuw, enz.
En thans, dat Jan van Beers ook Mul-
tatuli, Hofdijk, Vosmaer en zooveel
andere roemrijke zonen Neerlands, in
de geheimenissen van het eeuwige is
gaan vervoegen, blijft er ons, Nederlan
ders, een dure plicht te vervullen niet
te rusten, vooraleer de Zaak, waarvoor
hij nooit rustte, volkomen gezegepraald
hebbel
Ik schrijf u toekomende week meer.
H. O.
De bedelarij is op onze dagen eene echte
plaag geworden. Overal waar er toeloop van
volk is, vindt men bedelaars van alie soort.
Deze maken zich beminnelijk en bevallig;
gene maken zich vuil en afstootend om te
gemakkelijker eenen cent te krijgen. Hier
zijn het havelooze kindertjes in klompen
gehuld, daar grijze mannen of vrouwen die
hunne bevende ontvleeschde en verheelde
handen uitsteken. Nu eens spreidt men een
verminkt been of arm, hand of voet ten
toon, ja zelfs monsters om de centen uit de
zakken der voorbijgangers te kloppen. In de
straten en op het café biedt men sigaren
en solferdoosjes aan, of laat men muizen,
ratjes, enz. zien, en dat om zoo de wet, die
het bedelen verbiedt, te vermijden.
De priesters zijn onder al de bedelaars nog
de grootste. Zij schooien nu eens voor de
eerste communie, dan voor den arme, verder
voor de hoogeschool van Leuven, voor de
kerk van Dadizeele, voor den Congo, voor
de voortplantinge van 't geloove, voor de
Chineeskens, voor het nieuwjaar van den
Paus. voor St-Pieterspenning, voor de arme
kerken, voor het bouwen van eene campagne
voor den bisschop te St-Michiels bij Brugge,
voor eene nieuwe klok, vensterruiten, preêk-
en biechtstoelen, orgel of ander meubel,voor
arme studenten, voor kalotescholen, enz.,
enz.
En al de priesters, van den hoogsten tot
den laagsten, en al de nonnon, van de jong
ste tot de oudste, en al de paters en broeders,
van de zuiverste tot de onkuischste, bede
len en schooien jaar-in jaar-uit, in alle dor
pen, steden en landen der gansche wereld
En denkt niet dat het de priesterschap
van Rome alleen is die bedelt. Neenal de
godsdiensten: Mahometanen, Protestanten,
Boudhisten, Joden, Brahmisten, enz. zijn
gepatenteerde bedelaars maatschappijen
Loopt de wereld rond, en bij alle natiën,
beschaafde en wilde, zult gij bedelarij geves
tigd vinden.
Waarom? Omdat de bedelarij het hoofd
kussen der luiheid is. Omdat de bedelarij de
luiheid voedt en spijst.
Wij laten hierna een treffend voorbeeld
volgen.
In de openingszitting van de Maatschappij
van Openbaren Bijstand, te Parijs, ver
haalde M. Monoo het volgende:
De rijke en liefdadige heer X...,van Parijs,
kwam overeen met eenige kooplieden, nego-
cianten en fabrikanten, om werk te ver
schaffen aan al wie zich bij hen met eenen
brief van M. X... zou aanbieden, 't Is goed
verstaan dat M. X... het dagloon aan de
kooplieden en fabrikanten terugbetaalde. In
den loop van acht maanden hadden er zich
bij M. X... een ongelooflijk getal bedelaars
aangeboden. Hij ondervroeg ze allen naar de
oorzaak die hen tot bedelen dwong. Allen
kregen eene aalmoes en hij bood werk aan
721 die werken konden, zeggende: Kom
morgen terug, ik zal u eenen brief van aan
beveling overhandigen. Gij zult werk krij
gen/volgens gij verrichten kunt, aan 4 fr.
daags.
Van de 721 bedelaars, kwamen er 415
niet terug, 138 kwamen den briefhalen doch
gingen niet werken. Eenigen gingen eenen
halven dag arbeiden, vroegen de 2 fr. en
verlieten den winkel, terwijl nog anderen
den geheelen dag werkten en des anderen
daags te huis bleven. Slechts 18 op 721,
dus één op 40, bleven werken
Zie rondom u en gij zult oneindig veel
menschen vinden die liever te schooien dan
te werken hebben.
Wat moet men nu uit het bovenstaande
besluiten
Dat men aan de geestelijken en vooral aan
paters en nonnen nooit een doubeltje mag
geven, want voor hen is werken zalig en
luiloopen heilig
Geef slechts aan ongelukkige of gebrek-
kelijke menschen die gij kent, en geef het
eigenhandig
Betrouw de priesters niet die voor anderen
schooien! Met zoo te handelen zullen uwe
aalmoezen niet zoo talrijk maar zij zullen
rijker zijn. En daar de winter aan de deur
staat zullen de ware ongelukkigen er bij
winnen en gij zult zeker zijn dat zij geene
luiaards zijn.
L.l. zaterdag, woonden zoowat 150 leden
de algemeene vergadering bij, om te beslis
sen, of de brusselsche afdeeliDg zich geldelijk
van Gent ging scheiden. Dit voorstel inge
diend door tien leden, werd na eene nog
al lange bespreking verworpen met algemeene
stemmen, uitgenomen drie onthoudingen.
Van de tien voorstellers hadden er ook vier
hun handteeken teruggetrokken.
Er kon natuurlijk in dit geval niet anders
gehandeld worden, daar de grondslagen van
het reglement klaar en duidelijk zeggen dat
zoolang er tien leden zijn, de afdeeling blijft
bestaan. Nu, het brusselsch Willems-Fonds
telt 260 leden, waaronder er thans 254
worden gevonden die van scheiden op gelde
lijk of zedelijk gebied niet willen weten. Wat
ons vooral verheugde, is dat de leden zoo
talrijk de vergadering bijwoonden en onder
de aanwezigen bemerkten wijde HH. Van
der Kindere, oud-lid der Kamer, Stancquet.
burgemeester van Koekelberg, Gassee en
Courtmans, gemeenteraadsleden te Molen
beek; Dr Goflin, id., Brussel; Timberman,
gemeenteraadslid, St-GillisM. Van Dries-
sche, oud-schepene, Elsene; enz., enz.
Hunne aanwezigheid was het schoonste
bewijs van het groot belang dat deze liberale
vlaamschgezinde mannen in onze afdeeling
stellen.
Ook de HH. Couvreur, Van Camps, Van
Lee, Steens, enz., lieten per brief weten dat
ze ten hoogste het voorstel van afscheiding
betreurden.
Wij laten hier den brief volgen van onze
geachten ondervoorzitter M. Buis, burge
meester van Brussel:
Brussel, 2 November.
Mijne Heeren,
Voor eenige dagen ontving ik eene uit-
noodiging om op de algemeene vergadering
van 3n dezer aanwezig te zijn. Ik zou mij-
verhaast hebben dien oproep te beantwoor
den, had ik niet reeds over dien avond be
schikt, hetgeen mij fel spijt, want ik houd
eraan, aan mijne medeleden der afdeeling te
zeggen, dat ik het nederleggen van het
voorstel, dat op de dagorde staat, ten hoogste
betreur.
Niet alleenlijk zie ik de noodzakelijkheid
niet in om de Afdeeling Brussel van de
moedermaatschappij af te scheuren, maar
het komt mij hoogst gevaarlijk voor zulks
te doen. Ik denk niet, dat liet Algemeen
Bestuur de handelingen onzer afdeeling,
in welke wijze ook, heeft verhinderd, en
uit het jaarverslag kan ik opmaken, dat de
werkzaamheden, zooals uitgeven van boeken,
ondersteunen van liberale vlaamsche werken
en scholen, schitterender zijn geweest dan
ooit.
- Van eenen anderen kant, schijnt het
mij oogst gevaarlijk de liberale vlaamsche
strijdkrachten, van loelhe het Willems-
Fonds de uiting is, door gansch het land,
door scheuring te verzwakken en daar
door juist aarcle te brengen aan den dijk,
welke de liberale vlaamsche beweging
voor zending heeft door te breken.
Daarom, Mijne Heeren, zou ik het
mijnen plicht achten, tegen het neergelegde
voorstel, dat ik als ontijdig, nutteloos en
hoogst gevaarlijk voor de vlaamsche bewe
ging te Brussel beschouw, te stemmen en ik
ben overtuigd, dat de meerderheid der alge
meene vergadering er in dien zin over be
slissen zal.
Aanvaardt, Mijnhesren, de uitdrukking
mijner beste gevoelens.
Be Burgemeester
BULS.
In de algemeene bespreking werd beurte
lings het woord gevoerd door verscheidene
leden, die op weinige uitzonderingen na, al
het groote nut deden uitschijnen dat het
machtige Willems-Fonds overal in het
Vlaamsche land slichtte.
Wat er nu ook nog gebeure, niemand iu
HET WEEKBLAD