VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoneenblad. Derde jaar Zaterdag 24" November 1888. Nummer 47. BERICHT De schemering der ouden. Het onderwijs in Belgie. Brieven uit Antwerpen. Teraardebestelling van J. van Beers. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, ënz. 8 fr. jper 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen', alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. De personen die een abonnement zullen nemen aan het Weekblad voor 1889. zullen, van af den dag hunner inschrijving tot den ln Januari, het blad gratis ontvangen. Hij is toch eindelijk gevonden, de man van den toestand, hij, die het gewilde woord uitgesproken heeft, die de zwetserij gehad heeft te zeggen, wat op de lippen van velen lag, die de houding genomen heeft, welke misschien niemand anders had durven nemen en die stoutelijk het troebel uur, dat wij beleven, verpersoonlijkt. Ook zoohaast hij verschenen is, heeft al het overige zich uit de voeten gemaakt; liet is in hem dat alles zich samengevat, bepaald en vastgesteld heeft; het is voor en tegen hem dat men strijdt; het is naar hem dat al de gebeurtenissen van de laatste tijden sa menliepen, en het is hij alleen, die ei voor deel uit trekt. 't Is te zijner eerdat Paul Janson in de liberale Associatie over boord geworpen •werd als het grooste onnut van het oogen- blik. Het is om voor hem de plaats te ruimen dat Edmond Picard zich op eene deernis- weerdige wijze uit den strijd terug getiok- ken heeft. Het is om zijne aankomst voor te berei den dat Feron zijn leger tot dien handvol mannen heeft laten inkrimpen, waarmede hij neerlaag op neerlaag krijgt en die naar hem zelfs niet meer luisteren, daar zij reeds gansch vol vuur zijn om aan den nieuwen hoofdman te gehoorzamen, die ze overigens, sinds lang reeds allen naar zijne hand heelt gedraaid en plooibaar gemaakt. 't Is hij, die Graux heeft doen in 't zand bijten en de gansche liberale partij tot on macht doemt. 't Is door hem dat Powis gezegepraald heeft, of liever 't is voor hem dat Powis overwonnen heeft en dat de klerikale partij aan het bewind is. Die man van den toestand, de eenige, de uitmuntende, 'tis de beroemde Gilisquet. En niets is billijker. Inderdaad, daar, waar Janson achteiuit- deinsde, waar Feron aarzelde, waar Picard zelve de plaat poetste, hij Gilisquet alleen heeft zich durven toonen, eene verantwoor delijkheid op zich nemen, die voor alle ande re schouders te zwaar wasbij alieen heeft de vastberadenheid gehad van luidop te ver klaren dat hij voor den aartsklerikaal en achteruitkruiper Powis gestemd had, dat hij openlijk aan de versterking van liet katho liek bestuur over Brussel en over het land had medegewerktniet een keer, maar twee malen, in Juni en in Octoberen dat, zoo het te herdoen ware, hij het herdoen zou, en dat, wanneer het te herdoen zijn zal, hij het zal herdoen en dat niet om eene gron dige reden, maar omdat het in zijnen aard is en dat hij houdt staan dat men het zoo aanneme en dat men het slikke zooals het is. En de "waarheid is dat men het volkomen goed slikt. De liberale Associatie durft niet roeren, de Ré forme schaart zich heel gewillig en heel onderworpen achter hem, en zij wil maar niet dat men aan Gilisquet rakezij weet overigens dat, zoo de Associatie morgen te kiezen had tusschen hare hoofdmannen en Gilisquet, het ware Gilisquet die volop de zege behalen zou, niet enkel met te stemmen welke Janson overboord wierpen, maar ook tevens met deze die voor Feron en deze die voor Picard gekozen hebben. Omdat hij alleen, ten slotte, de gordiaansche knoop heeft durven lossnijden en den laatsten draad van den kabel afkappen. Inderdaad Gilisquet alleen was in staat te handelen, zooals hij het gedaan heeft, hij alleen kon de rol op zich nemen, die hij zoo dapper de zijne gemaakt heeft. Het is heel natuurlijk dat hij er de eer en de glorie van hebbe. Al de anderen waren door een belemme rend verleden, door twintig-, honderdmaal beledene grondbeginselen, door oude gewe tenstwijfelingen gehoudenwaarvan men zich veel moeilijker ontdoet, dan men wel denkt. Janson zou, gewis, gansch zijne ziel heb ben voelen in opstand komen, liever dan koud weg, in Juni als in October, een kleri kaal kiesbriefje in de bus te gaan neerleggen en als een steunpilaar, een helper de hand van Woeste in de schaduw van den kiesgang te drukken. Toen men aan Feron gesproken heeft van katholieke stemmen te aanvaarden om te gelukken, is zijne waardigheid v in vrijdenker en vrijmetselaar daar tegen op gekomen hij heeft geprotesteerd tegen die scliandige verdenkingen. Edmond Picard heeft wel gesproken van de oplossing der godsdienstige kwesties op den laatsten rang te schuiven; hij heeft ge vraagd dat men dat al vergete om zich met staat- en huishoudkundige hervormingen onledig te houden, juist alsof het mogelijk ware er eene enkele aan te raken zonder de klerikale partij in 't gezicht te ontmoeten hij had voorzeker de katholieke stemmen als de andere aanvaardmaar toch er bleef daar het onderverstane en eene zekere eer baarheid Gilisquet alleen heeft durven oneerbaar zijn, en heeft zijne schaamteloosheid open baarlijk weten uit te stallen. Niet alleen is liberaal en klerikaal voor hem een en hetzelfde, maar 't is de klerikaal die hij verkiest, 't is voor hem dat hij werkt en hij boft er mede. Het is de ver nietiging van het oud liberalism, die hij vooral wil volledigen en alle middelen zijn voor hem daarvoor goed. En nochtans diezelfde Gilisquet is met een openbaar mandaat belast, liem door de ver- vereenigde liberalen toevertrouwd. Het schijnt dat vele dier liberalen nu ondervinden dat zij hun vertrouwen slecht geplaatst heb ben en dat zij aan Gilisqnet dat gescherre- wegd mandaat terugvragen. Maar daar Gilisquet van geen twee oude wijven gemaakt is antwoordt hij dat hij het mandaat behoudt en, als hij het goed vindt klerikaal te zijn met een liberaal mandaat op zak, 't is dat zulks ook in zijnen aard ligt en hij heeft geen lust te veranderen. Hewel, hij bedriegt zich, hij gedoge dat "wij het hem heel ootmoedig zeggen, daar eindigt hij volledig en rondborstig te zijn. Neen, hij moet dat mandaat niet behou den hij moet het neerleggen en openharlig- lijk een beroep doen bij de provinciale kiezers, opdat zij het hem bevestigen t want durft hij zoo handelen, ziehier wat er gebeu ren gaat. De gematigde liberalen van S' Josse-ten- Noode zullen tegen hem een mededinger stellen. De radikalen zullen niet anders kun nen dan Gilisquet behouden met de onder steuning, de hulp en de medewerking der liberale Associatie van Brussel eu van al wat er van afhangt, mannen en dagbladen. En dan in die eenige en uitgelezene om standigheid kan de gansche klerikale partij niet nalaten den man van den toestand, den man, die met de klerikalen te velde getrok ken is, te helpen zegepralen. Al de flam- beeuwlikkers der heilige kerk en al de slep- pedragers van het klerikaal Staatsbestuur zullen voor Gilisquet zijn en hij zal overwin nend uit de stembus komen. En wat nog beter is, het zal het schandelijk verbond, eindelijk afgekondigd, erkend err in praktijk gesteld, 'l is te zeggen het laatste woord, de steert van Gilisquet zijn, die overwinnend zal uit de stembus komen. En dat hij er van overtuigd weze, niemand onder de getrouwen van het radikalism zal zich misschien als dwarsboom tegen die overwinning plaatsen durven. Janson zal ze ondersteunen, Feron zal ze aanvaarden en de Ré forme zal haren lof uitbazuinen; zij zijn allen reeds te verre gekomen om nog te kunnen wijken. En kon men zelfs wijken, wat kan dat nog schelen? dat zou enkel dienen om te bewijzen dat de tijd daar is, dat er nieuwe mannen noodig zijn en dat de stond gekomen is, waarop de schemering van al die ouden, die Janson, Féron, Demeur, Robert voor naam hebben, verdwijnen gaat in de jonge glorie van den beroemden Gilisquet. Hij, ten minste, is noch redenaar, noch schrijver, noch staatkundige, nog begaafd meteenig vernuft, met gelijk welk gedacht; zijn verleden kan men onder geene opzichten beoordeelen.die iemand kunnen afschrikken, of de jaloerschheid, de gramschap of de mededinging doen ontstaan. Hij, ten minste, is vrij, niets kan hem in verlegenheid brengen, niets bedwingt hem,en het is daarom dat men hem van noode heeft en dat hij de ware uitdrukking is van den wonderlijken toestand, dien wij beleven. Een onzer hollandsche liberale konfraters bewijst als volgt, dat het klerikale België bijna aan het straatje staat der beschaafde landen, in zake van onderwijs. Tot de landen, waar het onderwijs niet verplichtend is, behooren Nederland en Belgiëin Italië is het verplichtend van het zesde tot het negende jaar, in vele landen tot het veertiende jaar, in Frankrijk tot het dertiende en in Hongarije en Beieren tot het twaalfde. In Oostenrijk zijn alle scholen openbaar, allen genieten dan ook subsidie. In alle landen worden de openbare scholen het meest bezocht. Zoo bezoeken in Neder land 373,265 kinderen de openbare en 134,172 de bijzondere school, in Italië 1,914,400 de openbare en 172,304 de bijzon dere; die getallen zijn voor Frankrijk 3,453,275 en 1,007,857, voor Belgie 429,742 en 172,725, voor Pruisen 4,339,729 en 392,465. In Noorwegen, Zweden, Zwitser land, Wurtemburg, Saksen en Hongarije is de openbare school bijna regel. In België komen 126in Nederland 135, in Engeland 123, in Zwitserland en Duitschland 158, in Frankrijk 133 leerlingen van de school op 1000 inwoners. De vruchten van het onder wijs zijn natuurlijk zeer verschillend; in België kunnen van de 100 miliciens door gaans slechts 80 pet. lezen en schrijven; in Rusland kan een Vijftiende deel der bevol king lezen en schrijven en in Spanje konden van de 16.5 millioen inwoners voor vijftien jaar bijna 12 millioen lezen, noch schrijven. In Pruisen begint het schoolgaan met het vijfde, in Nederland met het vijfde of zesde, in Zweden en Wurtemberg met het zevende en in Noorwegen met'het achtste jaar. Koste loos is het onderwijs in Frankrijk, Noorwe gen, Zweden, een deal van Zwitserland, een deel van Nederland, in Boiiome en Italië. In België betalen van de 500,000 kinderen ruim 89,000 schoolgeld. In Pruisen moet het kos teloos onderwijs nog ééne schrede tot hate voltooiing doen, daar het bij de wet wel be paald is, maar nog op de algemeene invoe ring wacht. Het aantal kinderen voor één onderwijzer is alweder zeer verschillend en bedraagt in Nederland 45, otscdioon het soms ook 100 en meer is; in Oostenrijk 80, in België 50—60, in Frankrijk 50, in Italië 70, m Zweden 30, in Noorwegen en Saksen CO, in Wurtemberg 90, in sommige kantons van Zwitserland 100. Gemengd zijn de scholen in Pruisen, Oostenrijk en Nederland; in Frank rijk, Hongarije cn Italië worden de seksen gescheiden. In Italië, Frankrijk en Nederland wordt geen godsdienstonderwijs in de school gegeven, ofschoon dit na den schooltijd mag plaats hebbenin Pruisen is het godsdienst onderwijs verplichtendin Beieren wordt het door de geestelijken zeiven gegeven; in Oostenrijk houden zij toezicht. 20 November 1888. Onbeschrijfelijk is de indruk, welke de groolsche plechtigheid van Jan van Beers' teraardebestelling op al de aanwezigen heeft gemaakt. Sedert de meer dan koninklijke begrafenis van Hendrik Conscience werd nimmer iels zoo diep-roerends, zoo aangrij pends gezien. De begrafenis had plaats verleden Zater dag, 17 November. Reeds van vóór half twee schaarde zich eene dichte, zichtbaar ont roerde menigte saam in de lei tegen het Park, waar de dichter woonachtig was. Honderden en nogmaals honderden vrienden en bewonderaars verdrongen zich vóór het sterfhuis, om den rouw te beklagen. Zelden heb ik mij meer aangedaan gevoéld, als op den stond, toen ik den drempel dier woning betrad, en in het met somber floers behangen vertrek jegens de bedroefde fami lie een duren plicht waarnam. Ongemeen treffend was het schouwspel in deze kamer. Op den achtergrond, in de veranda, had mem het blanke, marmeren borstbeeld des dichters geplaatst, en van daar aanstaarde deze met droomerigen en weemoedigen blik al de vrienden, die hij vóór zich zag defile,eren. Mij zal deze indruk onuitwischbaar in het geheugen geprint blijven. Die oogslag scheen mij, als een stom, maar grievend vaarwel, dat de groote man zijne medeburgers toe stuurde. HET" WEEKBL AD~ «w—

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1888 | | pagina 1