Nieuwigheid.
Willems-Fonds.
Een Wonder.
MAATSCHAPPIJ BURGERWACHTEN
at-
VRIJE KRUISBOOGSCHUTTERS
Burgerstand
Kunst- en Letternieuws.
Boekennieuws.
Aalbrecht Rodenbaeh,
Kemmel.
Movr. De Veslel heeft de rol van Diana
vertolkt met haar gewoon talent en zij heeft
veel bijval gehad. Zij is eene goede zangeres
en zij heeft eens tc meer haar talent be
wezen.
De bijrol werd ook goed weergegeven.
Daarbij het muziek van dat stukje is van
het liefste, dat wij ooit gehoord hebben. Is
het dan te verwonderen dat er aan het hand
geklap en het bravogeroep geen einde scheen
te komen?
Het Blinde Kindtooneelspel in een
bedrijf, door vr. Anna Slirabrouck-Depeuter,
is en mag een waar meesterstukje gelieeten
worden. Wat men binst de opvoering van
dat stukje gevoeld heeft is niet te beschrijven.
De teederste snaren van hart en gemoed
werden er 't trillen gebracht en langs menige
mannenwang zelfs biggelde er eenen traan.
Daarin onderscheiden zich de heeren G.
Maillard, met de rol van Jozef, knecht;
Mevr. DeVestel, met deze van Caroline-,
verder K. Deweerdt, met deze van liamond
GrootvcldP. Aernout, met deze van Ber
nard Roelens en H. Creus, met die van
Dr Straucher. Maar wie een parel mag ge
noemd worden, was de.kleine M. Creus, met
de rol van liet Blinde Kind. Het is onge
looflijk, hoe goed dat jong kind hare rol
weergegeven heeft. Wat een bevallig en
lieftallig kindje! En wat hebben hare kinder
lijke gezegden en hare naive vraagskens toch
bijgedragen om het hart te roeren zelfs van
de onverschilligsten. Hoe natuurlijk, hoe
ongedwongen gaf het toch de kinderlijke
genegenheid weer, die het hart van elk kind
dient in te nemen. Ook regende het ge
schenkjes op liet tooneel, wanneer het kind
hare rol geëindigd had.
Dat de zaal onder de algemeene en luid
ruchtigste salvo's dreunde, hoef ik ook niet
te zeggen. Een driedubbel bravo! voor haar.
Dat stukje hield ook menige zedeles in en
zal wel, hopen wij, de oogen geopend hebben
aan menig echtgenoot, dio al te licht gehoor
leent aan de valsche beschuldiging van den
vriend, welken soms eenen blauwen scheen
bij de eerlijke huisvrouw geloopen heeft en
zich daarover lafMijk wreken wil.
Het dient dus dikwijls en overal opgevoerd
te worden.
Karlinc, operette in een bedrijf, door
H. Van Peene, is ook een heel lief stukje,
dat de kwaadsprekerij hevig en onbermlier-
tig over den hekel haalt en in een waar dag
licht stelt. Het bevat ook veel leerrijks en
mag om zijne beschavende strekking en zijne
zedelessen, die talloos zijn, aanbevolen wor
den.
Mevr. De Vestel, met de rol v in Karline,
heeft veel bijval gehad en de heeren Delmot-
te, met de rol van Karei, rijke pachter;
K. Deweerdt, met die van kapitein Maurils,
hebben een staalke te meer gegeven van
hunne tooneelkennis en wij achten het over
bodig verder over hen uit te weiden.
De heer E. Deraedt, met de rol van Knol-
lendries, heeft veel en hartelijk doen lachen
en was een echt toonbeeld van kwaadspre
ker. Hij heeft de vuile tongen in al hunne
hatelijkheid doen uitschijnen en hij, die vroe
gen nog al dikwijls een zondeken tegen de
zuivere uitspraak beging, heeft deze maal
voortgedaan onder opspraak van taal.
Hij is onbetaalbaar in zijne bocrenrollen
en als hij er toe geraakt de e zoo goed en zoo
zuiver uit te spreken als de aa en de ij, dan
zal er niets meer op af te dingen vallen. Hij
heeft nu het bewijs geleverd dat voor liera,
gelijk voor iedereen, de zuivere uitspraak
enkel ecne kwestie van vlijt, ijver en tijd is.
Dat hij er zich dus op toelegge de e nog wat
zuiverder uit te spreken en dan zal er op
zijne taal niets meer af te dingen vallen. Wij
hopen wel dat hij die kleine opmerking niet
euvel opnemen, maar ze te nutte maken zal.
Dat hier ook de toejuichingen geen einde
namen kon iedereen aan zijnen elleboog
voelen.
De drie muziekstukken, door de muziek-
afdeeling onder het bestuur van den heer
Balmaeckers uitgevoerd,hebben aan iedereen
opperbest bevallen en aan het welgelukken
van het feest veel bijgedragen. Die lusschen-
pozen schenen zoo lang en zoo vervelend
niet, wanneer men er een lief muziekstukje,
met kunst weergegeven, te hooren krijgt. De
luidruchtige toejuichingen hebben genoeg
bewezen, hoe graag ons volk naar zulk lief
en aangenaam muziek luistert. Een gul bra,-
vovoor den heer Balmaeckers en zijne
kundige muzikanten.
Het was dus wederom eene vertooning,
die zeer gesmaakt werd en die op iedereen
den besten indruk achtergelaten heeft. Nooit
zal men vergeten wat al plezier, vreugde en
genot men daar beleefd Leeft. Deze vertoo
ning is opnieuw de goede faam, welke onze
wakkere Slerrelingen alom hebben weten
to verwerven, komen staven. Zeggen wij der
Vlaamsche Ster dank voor al liet genoegen
dat daar ons aandeel was. D.
Nieuwjaaravond gaf de schermersgilde
Ds Eendracht in haar lokaal een dansfeest,
waar de versiering of de vermomming de
dames opgelegd was. Eenige bijzonderen
waren lot dat feest uitgenoodigd. Dat was
in onze stad eene nieuwigheid, die immer
een voorgaande gehad heeft. Het feest is
opperbest gelukt en veel bijval genoten.
Wij hebben vele dergelijke feesten bijge
woond, waar er echte vriendschap ónder al
de aanwezigen heerschte, doch nooit zagen
wij er een, waar er zooveel en zoo innige
broederlijkheid gedurig onder al de aanwe
zigen heerschte on waar allen zich als leden
van 't zelfde huisgezin aanzagen. Het gezel
schap was talrijk en leverde een heel schil
derachtig en lief uitzicht op, terwijl te
vredenheid, vermaak, genoegen en vreugde
het aandeel van allen, zonder onderscheid
waren, die daar dooreen wemelden en krioel
den, Men deed er een hertelijken flikker,
terwijl een uitgelezen orkest de aanlokke-
lijksle dansaria's uitvoerde. Het was een
feest, in een woord, dat tijdvak maken zal
in de jaarboeken der schermersgilde en dat
smaakt naar den trog om nog.
Een odrecht dankwoord aan de heeren
inrichters vooral het hartelijk vermaak dat
dat ons, en alle aanwezigen, daar te beurt
gevallen is.
Dank dus, veel on innigen dank D.
Wij zijn gelukkig onzeren lezeren te kun
nen aankondigen dat onze werkzame Wil-
lems-Fonds-afdeeling op Zondag, 13 dezer
haren leden en hun huisgezin een mooi
avondfeest aanbieden zal. Onder andere geeft
de heer R. Cordenier er eene voordracht
met zichten, bij middel van oxydrisch licht
over Rome (vervolg) en Pompei.
Dat er volle zaal zijn zal is zeker; immers
zij, alien, die den spreker in zijne vorige
voordracht gehoord hebben, zullen niet na
laten deze nog eens bij te wonen en ze zullen
overvloed van gelijk hebben.
Wij hebben met veel belangstelling het
grootste wonder gaan bezichtigen, dat ooit
in onze stad te zien is geweest. In het Hótel
d'AUemagnc, op de Groote Markt, alhier,
bevinden zich de gebroeders Tocci, met het
lichaam samengehecht.- twee hoofden, twee
borsten, een buik en twee beenen. Het is
een zeer zeldzaam wonder» een wonder dat
ons de Siamsche broeders herinnert De ge
broeders Tocci zullen gedurende nog eenige
dagen zichtbaar zijn.
van Upersn.
Schieting' van Donderdag 20 Decern.
1888.
Naar de kartons.
Froidure Eugène, 2j
15
15
25
15
95
Bogaert Alphonse, 25
15
25
15
25
95
Vermeulen Henri, 10
15
25
25
15
90
Beke Emile, 20
10
10
25
20
85
Bosedt Léon, 15
15
20
15
20
85
Ligy Albert, 10
20
20
20
15
85
Schieting van Donderdag
3 Januari
1889.
Gewoone
sch
Froidure Eng., 25
20
25
25
25
120
Bogaert Alphonse, 25
20
25
25
23
120
Ligy Albert, 25
25
25
25
20
120
Beke Emile, 25
20
20
25
25
115
Thiebault Ferd., 20
20
25
20
25
110
Vermeulen Henri, 20
25
20
15
25
105
Fraipont Maurice, 20
20
25
20
20
105
Froidure Robert, 2c
15
25
20
25
105
Deweerdt Ch., 25
25
15
15
25
105
Vanryckelen Gust.,25
25
25
15
15
103
Maatschappij
Schieiingvan Maandag 31 Dacemb. 1888
Naar de hoepels.
Hoogste getal.
Feneau
Laagsle getal.
Podevyn Aug.
Schieting van Woensdag 2 Januari.
Veranderlijk blazoen.
Vanlerbergbe Joseph.
Laagste getal.
Thiebault.
van den 28 Dec. 1888 tot den 4 Januari 1889.
Geboorten.
Mannelijk geslacht 5. Vrouwelijk id. 2.
ISu welE pier».
Aloïs Deleu, wever, en Maria Vanderheyde,
kantwerkster.
Emiel Segers, klakkenmaker en Evelina
Joseph, zonder beroep
Maria Coppin, bakkerin, 69 jaar, echlge ioote
van August Demyttenaere, Rijsselstraat.
Hortensia Dezitter, naaister, 28 jaar, echt
genootevan Julius Soenen, Kalverstraat.
Kinderen beneden do 51 jaren.
Mannelijk geslacht 1. Vrouwelijk id, 1.
De heer Medard Vsrhest heeft m de
Vlaamsche Kunstbode van Antwerpen een
werkje laten overdruken, dat Twee san
ten in een folkloristischen tabbaard
voor titel draagt. Die twee santen zijn Sint
Niklaas en Sint Maarten. Van iederen
heiligen bespreekt de heer Verkest I. het
leven, II. desagen, III. de vereering, feest
viering, gebruiken, IV. de Rijmpjes,
gebedekens, liedjes. Hij treedt in vele bij
zonderheden en gansch zijn werkje getuigt
van zijne veelgelezenheid, zijne onvermoeide
opzoekingen en zijnen luimigon schrijftrant.
Het is een meesterwerkje onder opzicht van
volkskunde en het zal, door alwie het onder
de hand krijgen kan, met veel gretigheid
en lust gelezen worden. Aan de volkskunde
heeft de schrijver een groeten dienst bewe
zen en aan het lezend publiek een prettig
boekje verschaft, dat wij onzen lezeren ten
zeerste aanbevelen, omdat het krioelt van
juiste en geestontwikkelende opmerkingen,
die menig vooroordeel bevechten en die san
ten in een waar daglicht stellen. Wie die
twee kinderbeschermers van nabij kennen
wil trachtte dus dat werkje eens'le lezen.
D.
KAF EN KOREN,verzameld uit CXXXVI
dichtaren, door K. H. De Qüéker.
Te Brussel, bij Debremaeker, Vlaamsche
Steenweg. Prijs 2 frs.
„Deze bundel, schrijft de dichter in eer
kort voorwoord, word niet uitgegeven om
roem te oogsten of prijzen te behalen. Dfl
critici zullen daaruit wel willen afleiden
Hat er met den schrijver op te hemelen ot
af te breken niets te verdienen is.
Wij behooren niet tot de soort der critici,
die van de recensie een stieltje makenmaaï f
wij meenen ons gedacht te mogen uiten over
elk boek dat wij te lezen krijgen. En daar do
scliij ver eenvoudig een mensch is, zoo
als hij zelf bevestigt, gelooven wij dat hij
niet onverschillig blijven kan aan hetgeen
men over zijn werk denkt. Een gelukwenscli
zal hem dus meer genoegen doen dan vitterij,
omdat, in weerwil van 't spreekwoord Dot,
wel en zie niet om, de rnensch liever zijn
verdienstelijk werk hoort loven dan onrecht
vaardig of dwaas beknibbelen. Ziedaar waar
om wij KAF EN KOORN prijzen.
Onder 't opensnijden des dichtbundels heb
ben wij oude kennissen ontmoet, die wij
voor 't eerst in Volksschool en Kunstbode
gegroet hebbenmaar al
is die tijd lang voorbij,
toch herkenden wij die eerstelingen, geboren
in 't Westen van West-Vlaanderen, nog
even frisch, tintelend, gelijk het lief van
Renatus Fonteyne- M
Wij zouden in die meer dan honderd dicht
aren VEEL KOORN kunnen vinden, mits
den zanger zelf te laten beslissen, wat hij als
kaf» uit zijn werk wou blazen. De lijst
der prettige stukjes is vrij de langste en de
meest gesmaakte: zoo melden wij den boer-
tigen vorm, welken de dichter aan het
ernstige Droeve tijden van Antheunis
gegeven heeft. Wij lazen die parodie reeds
over meer dan een jaar in een Brusselsch
letterblad, en nu, even als toen, hebben wij
er hertelijk om gelac'ien.ij
Wat de plaat betreft, die den bundel ver
siert, daarover zijn wij minder te vreden.
Niet dat we de allegorie van 't voorgestelde
bedillen, we vinden ze integendeel zeer
geslaagd; maar de teekening bevalt ons
min. Mej De Hem, wier werken wij in ette
lijke tentoonstellingen bewonderd en op
enkele plaatsen ontleed hebben, had stellig
iets beters kunnen leveren. De plaat in 't
werk Dom de Wereld van P. P. Denys
had meer bijval. S.
door P.-P. Denys.
I. De edele germaansche afkomst der
Rodenbach's.
II. De Rodenbach's in de omwenteling
van 1830.
III. De familie Jules Rodenbach-de la
Houttre.
IV. Aalbrecht Rodenbaeh en de stu
dentenbeweging in het Klein Seminarie te
Roeselare.
V. Aalbrecht Rodenbaeh aanvoerder
der studentenbeweging te Leuven en in het
geheele Vlaamsche Land.
VI. - Over de Eerste Gedichten van
Aalbrecht Rodenbaeh.
VIL Over het drama Gudrun
VIII. - Ziekte, dood en begraving van
Aalbrecht Rodenbaeh.
IX. Over ai de gedichten van Aalbrecht
Rodenbaeh.
Ga-je niè ên gazette koopen 't is ên ka
tholieke gazette, och koopt eeneen we
kochten eene 11. z mdag om de de correspon
dentie uit Kemmel, natuurlijk.
Weeral is deze een brief, dewelke begint
met
- Heer Uitgever, Uw geëerd blad heeft
veel bijval gevonden. Aide menschen die
het gelezen hebben zeiden dat het smaakte
naar den trog om nog.
Inderdaad wij moeten het bekennen het
Nieuwsblad heeft zeer veel bijval gevonden,
en tot bewijsde man die het rondvente had
met éénen keér genoeg; jl. zondag moest liij
door eenen anderen verkooper vervangen
worden. En al de menschen die het gelezen
hebben zeiden
Gaat de pretentie van den briefwisselaar
van't Nieuwsblad waarlijk zóó verre? Eigen
lof stinkt, jongen, dat zeiden wij reeds
zondag, en nu voegen wij er bij
Wanneer niet komt tot iet, dan kent iet
doorgaans zich zeiven niet.
Hij zuchtte.
Gij waart schoon, hernam hij na ecne poos, en
toch treft u de onverbiddelijke Natuur. Uwe jeugd
duurde eene enkele wijl. Roerendst en minnelijkst
der zinnebeelden! Hoor do tijden heen vereerde
men u als de bloemenvorstingij schitlerdet op de
feesttafels der Ouden en bij Parnassus'/.onen deedt
gij het dichtervuur ontblaken. Gij waart het tooisel
der Bevalligheden, het siersel der Aarde die u voort,
bracht.
Het onmondige kind, dat nauwelijks liet leven
beseft, verrukt gij door uwe heerlijke kleuren, zoo
dat het hakend de armpjes tot u uitsteekt. In den
ruiker, dien de jongeling zijner verloofde aanbiedt,
troont gij op de eereplaats. Gij verjongt en ver-
frischt de herinnering der jeugdige jaren en vroeger
geluk bij de treurende oudjes.
De maagd alleen evenaart uwe schoonheid. De
liefde vlecht u in kronen, de onschuld ontvangt u
als loon der deugd, de smart strooit u op een te
vroeg gesloten graf.
Die woorden griefden mij diep, want ze schenen
mij eene lijkrede. En toen een traan des ouderlings
mij bevochtigde, eer ik zijnen strammen vingeren
ontviel, begreep ik de waarheid van 's dichters
treurzang, die mij als afscheidsgroet en vaarwel
Roosje, gij leefdet slechts een' ochtendstond (2)
S.
(2) Mais elle était du monde oü les plus belles choses
Ont le pire deslin
Et roseelle a vécu ce que meent les roses,
L'espace d'un matin.
(Maihkrbe).
En puikroosleefde z'j dm ijd dien rozen leven
E:n enhle morgenstond.
(Pu. Van Duyse.)
MM
O ves-üïj tloiïs.
JHl. uHU»
i uiiQIK} «giïrr—