MAATSCHAPPIJ BURGERWACHTEN VRIJE KRUISBOOGSCHUTTERS BERÏCHT. Burgerstand Catechismus van het Boerinnetje Kemmel. Burgerstand van Poperinglie. allen voor zijne kundigheden en talenten doen verstomd staan. Hij is een meester onder de kundigsten en geen twijfel of ieder een zal morgen naar de tooneelzaal gaan willen om die eenige, buitengewone, weer- galooze vertooning bij te wonen. Er zal nlaats te kort zijn en wij raden onze lezers aan zich in tijds ter tooneelzale te begeven, willen zij een ordentelijk plaatsje krygen. Allen dus naar den schouwburg om er eens hertel ijk te lachen er veel te genieten en er eenen avond door te brengen, waarvan de weerga niet te vinden is. Priizen der plaatsenEerste plaats, 2 fr. - Tweede plaats, 1 fr. - Derde plaats, 50 cen tiemen. Voor de voorbehoudenene plaatsen zich bij den poortier van den schouwburg te be vragen. van IJperen. SChieting van Donderdag 10 Januari 1889. Gewoone schijf BoedtLéon, 25 25 25 20 25 120 Bogaert Alph., 25 25 20 ~0 2o 1 Vermeulen Henri 20 25 25 ~o 20 115 Swekels Léon, 20 15 25 2o 25 110 Deweerdt Charles,20 15 25 ~o ~0 lOo Froidure Robert. 20 20 20 25 ~0 lOo Vanryckelen Gust.25 20 20 20 20 lOo Schietiug van den 17 Januari. Naar de kartons. Deweerdt Charles 15 20 25 25 20 105 Bogaert Alphonse 25 15 15 15 25 95 Boedt Léon 5 20 25 25 20 95 Ligy Albert 10 25 20 20 15 90 Froidure Robert 25 15 10 10 20 80 Swekels Léon 20 15 20 15 10 80 Smeyters Emile 15 15 10 20 15 75 Maatschappij Schietïng van iaandag 14 Januari 1BB9 Schieting gegeven door den Deken. Naar de hoepels. Hoogste getal. Balcop H. 12 12 10 5 89 Feneau V. 10 6 9 12 37 Laagste getal. Delmotte A. 6 3 1 1 H Boedt L. 5 3 5 3 16 Schieting van Woensdag 18 Januari. Veranderlijk blazoen. Hoogste getal. ThiebaultF. 11 8 1/2 25 25 69 1/2 Laagste getal. Mahieu Léon 10 1/2 1 1 10 1/2 23 Dienstdoende Burgerwacht van liperen. De Majoor Bevelhebber beeft de eer, de belanghebbende ter kennis te brengen, dat de openingsraad bare jaarlijksche zitting, op 21 Januari 1889, om 9 uren 's morgens, in de benedenzaal des stadhuis,zal houden. van don 11 tot den 18 Januari 1839. Mannelijk geslacht 5. Vrouwelijk id. 5. Hendrik Goudezeune, winkelier en Natlialia Lannoo, naaister. Edouard Froidure, koophandelaar en Valeria Wulleman, zonder beroep. Francisca Mote, zonder beroep, 84 jaar, weduwe van August Boutens, St Jans- hospitaalstraaL Leopold Vandewynckel, zonder beroep, 89 jaar, ongehuwd, Dixmudeslraat. Jozef Maltait, brijkenbakker, 65 jaar, echt genoot van Rosalia Vande Lannoote, St Jacobs buiten. Alfons Soppen, soldaat bij het 3de linie, 24 jaar, ongehuwd, Vleeschhouwerstraat. Felix Joos, bakker, 62 jaar, echtgenoot van Amelia Lefever, Dixmudestraat. Coleta Ceuninck, kantwerkster, 61 jaar, ongehuwd, Hondstraat. Kinderen beneden de 7 jaren. Mannelijk geslacht 1. Vrouwelijk id. 0. dat 1000 fr. 's jaars wil verdienen, met hare hennen en kiekens. TWEEDE LES. i. Hoe moet eene goede leghen zijn? Middelmatig van grootte, met dikken kop en hals, blauwachtige poolen, met rooden, aangenden en gladden kam, en dik, breed hchterdeel. 2. Welke is de beste kleur der plumagie? De zwarte kleur. 3. Waarom? Men heeft vastgesteld, dat zwarte hennen altijd vruchtbaarder zijn dan witte of bleek- achtige. 4. Is er nog een ander voordeel? Ja. De zwarte of donkerachtige hoenders ontsnappen beter aan het scherpe oog dei- roofvogels (sperwers, kiekendieven, enz 5. Mag eene leghen zeer vel zijn? Neen, want als zij to vet is, legt zij onvol maakte eiërs, zonder schaal, welke men onmogelijk bewaren kan. 6. Welke hennen moet men verwijderen? Deze, die hare eieren breken. Men moet ze verkoopen of vetmesten. 7. Zijn er nog ander slechte hennen? Deze, die kraaien als de haan. Zij leggen kleine eitjes, bijna zonder dooier. 8. Hoe kent men eene oude hen Men kent die aan hare pooten, met schub ben ofpelletjes bedekt, en ook nog aan haren harden, ruigen kam. 9. Welke zijn de voornaamste rassen in België Het zijn de volgende soorten de Kempi- sche, de Brugsche, de Hollandsche Padua, de gewone Fransche, de Crève-coeur, de Hoedansche, de Bresse, de Manssche (ook La Flèche genoemd), de Cauxsche, de Bar- bezieux, de Dorkingsche, de Zwarteborst, de Bentamsche, de Italjaansche Padua, de Spaansche, de Cochinsijne, de Bramapoedra, de Negerhen, de Zonder-Staart en veel an dere. 10. Wat voordeel qeetl de Kempische Hen? Het is de beste leghen der wereld. Zij is tamelijk klein en nogal tem, zij legt, door den band, meer dan 300 eiërs per jaar. Het is moeilijk om het ras zuiver te behouden; men moet daarom goed letten op het kiezen der beste lianen. Zij is aan te prijzen op droge gronden. 11. Hoe is de Brugsche hen? Zij is groot en dik en nogal wild. Op natte gronden is zij aan te prijzen. Het is geen beste leghen, maar zij broeit standvastig en kan veel eiers dekken. 12. Hoe kent men eene Hollandsche Padua Zij heeft een klein vederkuifje (kof) op den kop, en baardjes aan de kaken. Zij is wild en zij broeit moeilijk maar legt veel. 13. Hoe zijn de gewone Fransche hen nen Zij zijn niet heel groot en zij leggen en broeien nogal welmaar zij vliegen en scharrelen veel en gaan onophoudelijk op roof uit. 14. Hoe waardeert men de Crèvecosur Deze hen heeft korte, dikke ledematen, breede rug en achterdeel. Gewoonlijk is zij zwart of gespikkeld, met een witachtig kuifje. Zij legt veel, maar broeit zelden. Haar vleesch is smakelijk en zij is gemakkelijk vet te mesten. 15. Wat zegt men van de Hoedansche? Veel goed. Zij is 1c huis op droge gronden. Zij beeft een driedubbelen kam en is gewoon lijk sneeuwwit van plumagie. Zij legt vrceg en veel, en kan zeer zwaar in vleesch komen. 16. Wat is de Bresse? Het is een ras, dat veel voorkomt; zij is klein, lui en heel tem; zij wordt gemakkelijk vetgemest. 17. Wat verstaat men door Mansche of La Flèche? Deze hen is gewoonlijk zwart, zonder kuifje. Het is een ras met grove ledematen, gemakkelijk vet te mesten, doch voor het leggen weinig geschikt. 18. Wat zegt men van de Cauxsche? Zij geiijkt veel aan de Crèvecoeur. Haar plumagie is groenachtig zwart; zij is gemak kelijk vet te mesten, legt veel maar broeit niet. 19. Hoe is de Barbezieux? Ganscb zwart zonder kuifje, met korte pooten; zij wordt uitermate dik en vet. 20. Wordt de Dorkinsche veel gewaar deerd De Engelsche boeren houden er meer van dan de Vlaamsche,- zij is groot, veelal wit met azuren weerschijn, breed van rug en achterdeel, met hooge, fijne pooten. Haar vleesch is fijn, zij legt en broeit tamelijk wel. 21. Wal heeft de Zwarteborst te betee- kenen Dat ras wordt veel als vechthaan gebezigd. Het is eene niet aan te prijzen soort, zij is twistziek en mager en legt weinig. 22. Hoe vindt men de Bentamsche Zij heeft veel gelijkenis met de Dorking sche, maar zij is delikaat van gestel en on derhevig aan ziekten. Het is evenwel eene uitmuntende broeihen. 23. Welke zijn de eigenschappen cler Italjaansche Padua Deze hen wint in Belgie meer en meer veld. Het is een schoon en groot ras, met hooge kuif, zonder baardjes. Zij verschaft ons goede hanen en uitmuntende vruchtbare hennen. 24. Is de Spaansche hen aan te prijzen1. Neen; het is eigentlijk een vechtras. Voor liefhebbers is het eens schoone soort, met blinkende ravenzwarte plumagie en een mooi versierden kop. 25. Wat zegt men van de Cochinsijne 1 Deze hen heeft een grof gestel, eet zeer veel en blijft mager. Doch zij legt des win ters, broeit wel en verzorgt goed haar kie kentjes. Zij is gewoonlijk geelachtig. 26. Is er iets te verdienen met de Bra- mapoetra Neen, volstrekt niets. Het is een mooi dier, dat eerder tot de vogelkooi dan tot het voorhof behoort. 27. Hoe wordt de Negerhen geschaft Zeer hoog. Tot die soort behooren vele kleine zoogezegde Engelsche Hennetjes (Kakkeltjes); zij legt, dat het een lust is, scharrelt niet, eet weinig en wordt spoedig vet. 28. Waar is de Zonderslaarl aan te prijzen In en rond de bosschen, heiden (Kempen) zij is zeer vlug, vliegt snel en is door geen roofdier te grijpen; zij legt en broeit zeer wel. 29. Kan men uit een gemeen ras eene goede soort kweehenï Ja. niets is gemakkelijker, mits zorgen, opleltenheid en eenigen tijd. 30. Hoe wordt dat gedaanï Men neemt eieren der beste hennen van het hoenderhof en kweekt een drij of viertal benden kiekens. Als deze volwassen zijn ont doet men zich van al de andere hennen en hanen van de kudde. 31. Wat doet men twee jaar daarna Men handelt als hierboven. De kleinste en zwaksle hanen en liinnetjes worden ver kocht. Men laat wederom een paar kudden kiekens uitbroeien, uit de eieren der beste hennen, en men handelt op dezelfde wijze twee jaren laler. 32. Hoe heet men zulke rasverbetering Dit heet men teeltkeus of selectré. Wan neer het ras later vermindert, doet men een nieuwe tweejaarlijksch teeltkeus. 33. Waarom moet die teeltkeus twee jaarlijksch zijnt Om de jonge hinneljes den tijd te laten sterke moederdennen en broeisters te wor den. Hinnetjes van een jaar zijn daartoe nog onvoldoénde volwassen. Eene goede twee- jaarlijksche teeltkeus is dus eene eerste noodzakelijkheid voor een goed ras. Nogtans moeten elk jaar een paar goede vreemde hen nen worden ingekocht, anders ontaardt het bloed en het ras sterft uit. Einde der tweede les. Door plaatsgebrek vinden wij ons genoodzaakt verschillige artikels, alsook eenen feuilleton, tot binnen acht dagen te verschuiven. Zouden w-ij moeten antwoorden aan dien onnoozelen praat, die toch niets anders inhoudt dan de gewone uitscheidingen? Zoo vraagt de briefmaker in zijn laatste schrijven, handelende over de bespreking die wij gaven nopens zijnen eersten brief. Volgens hem dus, bevat die bespreking niets dan uitscheldingen-! Hij had voorzeker zijnen pince-nez niet op den neus, wanneer hij onze tegenwer pingen las! Of zijn bewijzen, klare bewijzen die hem den mond sluiten, voor hem uit scheldingen! Of zegt hij zulks opdat zijne lezers geen acht zouden slaan op zijne lage en laffe aanvallen, of om deze aanvallen op zijne mode te wettigen? In ons laatst' artikel zegden wij dat hij in zijnen jongsten brief eenen persoon aan spreekt dien wij niet wisten waar opzoeken. Sedert dien hebben wij vernomen wien de gezalfde briefmaker aanduiden wil. De persoon in kwestie is juist een der eer biedwaardigste en der geachste die wij de eer hebben in Kemmel te kennen. Wij zullen hem hier niet noemen, maai den briefmaker uitdagen ééne enkele vlek op gansch zijn voorgaande te wijzen, éénen enkelen beganen misstap van zijnentwege aan te halen. Niet alleen te Kemmel, maar elders ook telt hij vrienden, vele vrienden, die hem hoogachten. Wij van onzentwege zijn gelukkig de ge legenheid gevonden te hebben met hem ken nis te maken, en fier hem als eenen vriend te mogen aanzien. Briefmaker, zoo gij geen lafaard zijt,— is dat weeral eene uitschelding? ge zult zeggen waarom gij het op dien persoon ge munt heblge zult uitleggen waarom gij uwe gal op hem uitspuwt,als WIJ (1) het zijn die uwe heldendaden en uw wezen aan het publiek afschilderenge zult laten weten waarom gij eenen eerlijken en achtbaren man wilt verantwoordelijk maken over eene zaak, die eerslens nooit gebleken heeft en ten tweede die vele jaren vóór zijne geboorte beklapt werd. Voeg daarbij nog of nooit iemand van uwe familie eenen misstap ge daan heeft, of van eenen misstap beschul digd werd, alsmede of gij ééne familie kent waarop hoegenaamd niels te zeggen valt. Wij herhalen het, zoo gij geen vuige lafaard zijt, ge zult ons op een antwoord aan die uitdaging, niet lang laten wachten. Wij kennen den persoon dien gij hebt wil len schandvlekken te verstandig om derge lijke aanvallen, ter harte te nemen: Hij heeft zich niets te verwijten, hij mag dus stout iedereen in de oogen zienmaar gij, die tot dusdanige platheden uwen toevlucht neemt, en wel nog jegens eenen persoon die in al ons doen en laten niets te zien, en er diensvolgens geene schuld aan heeft, ja, gij hoeft, zoo alle schaamte u niet verlaten heeft, gij hoeft te blozen. Altoos hebben wij in al ons schrijven voor iedereen goed verstaanbaar gesproken nooit hebben wij ons zulke laagheden jegens u en min nog jegens eenen derden persoon veroor loofd. Waarom volgt gij ons voorbeeld niet na? En sinds wanneer is achterklap geen zon de meer? En die daarop den Ctiristus God met vleesch en bloed ontvangst, bedrijft hij geene heiligschenderij? Maar... 't is waar met u is liet van luister naar mijne woor den en ziet niet naar mijne daden. Bijge volg zoo iemand spot met den heiligen Godsdienst, gij zijt alleszins de voornaamste en de meest plichtige. Lezers van 't Weekblad,vtl] manen u aan, u het Nieuwsblad van Zondag a. aan te schaffen; gij zu't er meer in vinden uit Kem mel dan vl. Zondag: dat durven wij hopen. Wij slachten, zooals gij ziet, den briefma ker die ons bezig houdt niet; wij verlangen niet dat gij ons allen leest, neen, wij wen- schen dat gij ons beiden onderzoekt; dan alleen zult gij kunnen oordeelenDu choc des idéés laillit la lumière. Uit de bot sing der gedachten, ontspringt het licht. van den 18 Decern. 1888 tot den 16 Jan. 1889. Mannelijk geslacht 13. Vrouwelijk id. 15. Huwelijken. Hamers Gustavus Amandus, 40 j. schoen maker en Ilamey Julia, 28 j. werkster. Camerlynck Renatus Cornelius, 33 j. land- werker, en Degryse Philomena Rosalia Cornelia, 18 j. werkster. Allaert Cyrille Achille, 23 j. koopman te Wevelgliem en Vandecandeiaere Zoé Em ma, 24 j. zonder beroep. Bouthé Benedictus Eugenius Cornelius, 59 j. landgebruiker, weduwaar vau Benteiu Juliana, en Leroye Virginia Octavia, 62 j. landgebruikster, weduwe van Maerten Albinus Desiderius. Vandewynckel Edmondus Cornelius, 30 j. wagenmaker en Dewancker Ludovica Cornelia. 25 j. huishoudster. Vancayzeele Henri Frangois, 40 j. herbergier en winkelier en Gesquière Sidouia Vir ginia, 32 j. landbouwster. OverSij deins. Brutsaert Ilenricus Ludovicus, 52 j. timmer man, echtgenoot van Deman Leonia Cor nelia Rosalia. Boone Catharina Victoria, 81 j. zonder beroep weduwe vanCouteureAtnbrosius Victorius Augustinus. Christiaen Stephania Cornelia, 47 j. kant werkster, weduwe uit eerste huwelijk van Gadt Carolus Cornelius en thans echtge noot ie tweede huwelijk van Verlie Aure- lius Cornelius. Ooghe Martinus Livinus Cornelius, 60 j. landbouwer, echtgenoot van Capoen Ida Prudentia. ScherrierCarolus Josephus, 83 j. timmerman weduwaar van Weens Amelia Antonia. Cornelis Ludovicus Cornelius, 66 j. zonder beroep, ongehuwd. Debeir Franciscus Naverius, 28 j. kleerm. ongehuwd. Beeusaert Catharina Rosalia 76 j. zonder beroep weduwe van Decrok Eusebius Xa- verius. Laheye Henricus Desiderius 44 j. schoenm. en herbergier, weduwaar uit eerste hu welijk van Ilauspie Maria Leontina en thans echtgenoot in tweede huwelijk van Vandevoorde Rosalia. Degomme Isabella, 84 j. zonder beroep, we duwe van Cornette Bau louin. Dehaene Augustus Cornelius, 62 j. metser, weduw. van tortewilde Virginia Cornelia. Coelenbier Franciscus Ludovicus, 81 j. ren tenier, ongehuwd. Chieux Stephanie Hortence Sophie, 70 j. zonder beroep, echtgenoote van Ballyu Ludovicus. Debaere Regina 66 j. grondeigenaarster, echtgenoote van Devos Carolus Ludovicus Cornelius. Kinderen benetlen de 7 jaec:s. Mannelijk geslacht 9. Vrouwelijk id. 3. O Geboorten. Huwelijken. Overlijdcns. 'ff r~i.~'irn -"in (i) Lezers, gij bekommert u niet over onze per soonlijkheid wij meenen het ten minste en de briefmaker verlangt ook niet ons te keunen, dewijl hij op het aanbod dat wij gedaan hebben niet ge antwoord heeftoverigens, wat kan ons persoon u en hem schillen? Bijgevolg mogen wij ons houden bij eenen algemeenen Wij. ■«■Kgf-gS igU»" Gebooi-ten.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1889 | | pagina 3