^>v V in VRIJE KRUISBOOGSCHUTTERS Boekbeoordeeling. Kemmei. Reninghelst. Dranoutre. VERSCHILLIGE TIJDINGEN. Sifï Maatschappij Schieting van fvl&andag 21 Januari 1889 Schieting gegeven door den Gouverneur. Mailliard, Pinteion, Mahieu L. Ommeslagh 56 i/2 I 25 101/2 56 1/2 %l. Veranderlijk blazoen. Hoogste getal. 101/} 25 101/2 101/2 20 Laagste getal. 1 1 1 1 10 1/2 /vaar den vogel. Afgesrhoten door Deweerdt Ch. Schieting van Woensaag 23 Januari. Veranderlijk blazoen. Hoogste geta'. Feneau 6 5 6 6 Laagste getal. Deweerdt. 2 1 11/2 2 1/2 Burgerstand ran den 18 tot den 25 Januari 1889. Mannelijk geslacht 3. Vrouwelijk id. 1. överlïjdens. Barbara Misdom, zonder beroep, 67 jaar, weduwe van Hendrik Dezutter, St Niko- laasstraat. Felix Codvelle, bediende der wegen, 39 jaar, echtgenoot van Paulina Lecocq, lange Thouroutstraat. Albert De Noyelle, oud leeraar bij het Stads- kolegie en de Staatsmiddelbare school te IJperen, 69 jaar, ongehuwd, Thouroutstr. Sophia Remotte, zonder beroep, 83 jaar, ongehuwd, Bollingstraat. Pieter Franciscus Dhaeyer, gepensionneerde sergent-majoor van politie, 65 jaar, echt genoot van Clemencia Derolez, Cartonstr. Marie Burggraeve, zonder beroep, 75 jaar, weduwe van Karei Six, St Janshopitaai- straat. liiiniercn beneden de J1 jaren. Mannelijk geslacht 1. Vrouwelijk ld. 3. Morgen, Zondag, 27 Janua-i, geelt de heer GRANDSART-COURTOIS eene groo- te en schitterende vertooning in de stadstoo- neelzaal te Poperinghe. Wij twijfelen er niet aan of de vermaarde goochelaar zal daar zooveel bijval vinden als hij er te IJperen verworven heeft, want zijne faamis tot in verste streken doorgedrongen. Korte inhoud der lessen van Vaderland- sche historie, door P.-P. Denys. De briefmaker was in eene heilige gram schap ontstoken toen hij de pen opnam om zich van zijne overtollige gal te ontlasten. Na drie maal gespogen te hebben, moest hij reeds adem halen, 't Is immers moeilijk vol te houden, op de manier die hij het aan legde Met de wraakzucht welke hern eigen is, wilde hij slaan. En hoe beproefde hij het? Hij sloeg naar ons als een verblind kind naar een vogeleiquarem quem devoretzoe kende wien hij ging verslinden. Niet wetende' op wien zijne gramschap bot vieren, trachtte hij dezen die hem sedert jaren kloek het hoofd biedt te treffen, en zoo verraadde hij eens te meer zijne verre gaande wreedheid. Wat moet hij toch diep gevallen zijn Alle gevoel van menschelijkheid moet hem verlaten hebben en geen hart moet hij nog in den verdierlijkten boezem voelen kloppen om de losbandigheid zoo verre te drijven 1 Roept in uw geheugen, Kemmelnaars, hetgeen gij van hem gezien en ondervonden hebt, ge zult verstomd staan over zijne da den. Ware 't niet dat gij hem, met eigen oogen, aan 't werk gezien hebt, zegt, zoudt gij u zulk een wezen kunnen inbeelden Hoe menech wolf es nu her de Onder die scaep van groter werde Daer Christus omme stortte syn \heitige bloet. zegt de Vlaamsche dichter Jacob van Maer- lant in zijn der Kerken Glagen bl. 15, sprekende over de verdorvenheid der geeste lijkheid van in zijnen tijd. Zijn er nu nog wolven die herders zijn Gij kent althans één. Te Kemmei heerschte vrede en eendracht en al wat met vrede en eendracht gepaard gaat, vóór de briefmaker er gekend was. Waar is nu die vrede? Waar is nu die een dracht? Dat mensch heeft zich te verre gewaagd hij heeft u in zijn binnenste laten lezen, en wij hebben neergeschreven wat gij er ge vonden hebt. Van daar zijne gramschap, die heilige gramschap die hem vuur en vlam doet spuwen op den eersten den gereedsten. Maar, waarom den onschuldige treffen? En waarom iemand willen treffen? Deden wij meer dan zijne handelwijze blootleggen? Hetgeen hij doet mag toch zeker wel gekend zijn? Een eerlijk man schaamt zich om zijne daden niet 1 Had hij gehandeld zooals het eenen mensch betaamt, wij zeggen nog niet eenen geestelijke waar zouden wij stof gevonden hebben om ons zoo lang inet hem op te houden Indien wij niet altoos waarheid schreven wie zou onze artikels bezien hebben? En ter loops gezegd, het Weekblad wordt veel gelezeninderdaad, om enkel te spreken van de nummers die onze weergalooze verkooper aan den man brengt, zullen wij zeggen dat deze 's zondags, wanneer hij de stad verlaat, overladen is en dat hij, in den namiddag, zonder één nummer, met een goedvoorzien zak en een goedvoorzien buiksken voor hem, en met nieuwe stof voor ons, terug keert. Daarmede zeggen wij echter niet, evenals de briefmaker van zijn schrijven, dal wij de oorzaak zijn dier groote belangstelling in dit blad, neen, maar wij beelden ons in dat, na al het overige gelezen is, onze besprekingen ook wel eens vlug overloopen worden. Méér zouden wij niet durven wenschenbijgevolg nooit zullen wij van ons schrijven meenen dat het smaakt naar den trog om nog evenals de briefmaker van het zijne. Zoo verre gaat onze verwaandheid niet. Onze pen kan onmogelijk ooit den lezer tot dusverre boeien en veraangenamen! Dat wenschen wij ook niet! al ons verlangen beperkt zich tot hetgeen wij hooger uit drukten, namelijk dat de lezer een toegevend oog op ons nederig werk gelieve te werpen. Zulks doet de briefmakerdaardoor is hij ons aangenaam en daarom bewijzen wij hem, uit hoffelijkheid, denzelfden'dienst. Ja, hij leest ons, bijgevolg hij stelt belang in onze aaneenfiansingen, en daar hij er belang in stelt, waarom zouden wij niet mogen denken dat het commun des ynortels ook een oogje voor ons heeft. De briefmaker leest ons! hij stelt belang in ons schrijven! Het moet dus wel zijn dat de opmerking welke hij erover in't Nieuws blad gemaakt heeft, namelijk dat het eene aaneenschakeling is van leugens, laster en wat weten wij al, niet geheel juist met zijne eigene zienswijze overeenstemt, anders zou den wij sedert lang bij hem niet meer bin nendringen. Ook in zijnen laatsten brief, waarover wij bij eene eerste gelegenheid nader zullen spre ken, bekent hij reeds dat er in ons schrijven soms een klein grond waarheid is. Laat ons hopen dat hij alzoo allengskens tot eene volle bekentenis zal geraken, want meer dan iemand moet hij doordrongen wezen dat wij nooit meer dan de zeer kleine waarheid aan het daglicht brachlen. Altoos zijn wij oprecht geweest, en wij willen het blijven, want: Generatio recto- rum benediciturHet geslacht der oprech ten zal gezegend worden, zegt de profeet David in zijne boetpsalmen. De landverhuizingsziekte heeft ook ons dorp aangetast. Voor korte dagen, vertrok ken eenigen naar het Argentijnsch gemeene best (La Plata); anderen spreken van deze te volgen. Dat die menschen wisten wat hun ginder te wachten staat, ze zouden zich meer dan eens bekenken. Met genoegen lazen wij Vrijdag jl.in Het Laatste Nieuws, Sinjoors St-Antonius. Eene opmerking nochtans: Sinjoor spreekt van St-Antonius, precies alsof er maar een van die naam ware. In deze gewesten weet iedereen dat er twee bestaan, namelijk den oude man en de jonge. Hier hebben wij den ouden en te Belle (Frankr.) grenzende aan Dranoutre, staat ée jonge. Dat de deken van Belle met den jongen St-Anlonius beter zaken maakt dan de pastoor vanhier, spreekt als een open boek en dat deze geene vrede heeft met de concurrentie van den Fran- schen deken, kan men ook aan de elleboog voelen. Zij slechts waren voldoende! Achel, 25 maart 1888. Ik ondergeteekende Malhys David, mulder te Achel, verklaar gedurende vele jaren aan maagkrampen te hebben geledenik had zonder gevolg vele geneesmiddelen aangewend; eene doos Zwit- sersche Pillen Hertzog aan 1 fr. 50 was voldoende om mij ten volle te genezen. (Handteeken gewettigd). Opoeteren (Limburg), 26" maart 18S8. Verleden jaar was mijne vrouw lijdend aan maagzeer, verstopping en gebrek aan eetlust, door het gebruik der Zwitsersche Pillen Hertzog aan 1 fr. 50 de doos, was zij al spoedig en ten volle genezen. Indien soms nog voorteekens der ziekte verschijnen neemt zij hare toevlucht tot hetzelfde ge- nessmiddel, dat immer met dezelfde snelheid ook werkt. Vele personen mijner kennis gebreken uwe pillen en bevinden er zich insgelijks goed bij. (Handteeken gewejtigd). R. Bergmans. Aan M. Pélerin, apotheker, 12, Schild knaapstraat, Brussel. Eene dure rekening'. De jongste reis van keizer Wilhelm heeft aanleiding gegeven tot een zonderling proces, dat binnenkort voor de rechtbank van Udine behandeld zal worden. Daar het stationsgebouw van Pontebba, het eerste Italiaansche spoorwegstation in de Carvische Alpen, van hout gebouwd is en er schamel uitziet, had de Italiaansche regeering hevel gegeven het armoedig aan zien van dit gebouw door decoraties voor het oog te verbergen, daar het eerste huis, dat de keizer in Italië zou opmerken, er niet vervallen mocht uitzien. Tot dit doel had de prefect van Udine een behanger naar Pon tebba gezonden; maar toen deze laatste aankwam, vernam men door een te'egram, dat de keizer niet te Pontebba zou stilhou den. Bijgevolg besloot men geene kosten voor decoratief te maken. De behanger keerde naar huis terug, inaar wijl hij alles, wat voor decoreeren noodig is, aangekocht had, eischt hij thans vergoeding der gemaakte kosten. De regeering schijnt echter's mans rekening te hoog te vinden en weigert bijgevolg te betalen. De behanger heeft nu de zaak bij de rechtbank van Udine aanhan ging gemaakt. Een aardige haan. De heer G. van Leeuwen, aan den Sloterweg bezit een haan, die slechts een vleugel heeft. Het dier is drie maanden oud en kan natuurlijk niet vliegen, maar is overigens even sterk en gezond als een gewone haan. De plaats, waar de ontbrekende vleugel behoorde te zitten, is geheel met veeren bedekt. Op 't tribunaal. De president tot den betichte: zeg eens, kerel, g'hebt over drie weken dronken geweest? Ikke, president, ge liegt't was de geniever die zat was, en waar zijn H s: Ph H W P3 a 19,75 14,25 14,50 18,50 18,50 8,50 288.00 14,600 4,400 1,500 1,800 2,600 2,500 10,980 19,00 14,62 15,50 19,50 19,00 8,50 280,00 12,200 2,400 900 1,600 4,000 2,000 11,972 Tarwe Rogge Haver Erwten Boontjes Aardappels Boter tï s£ es: "iï FABRIEK VAN KUNSTBOTER flpiips G°v ,u-W 0 ,e, -sVe,ï 1 4 10 1/2 23 23 Geboorten. Te Gent, bij Vanderpoorten, Pallepelstraat, 18. Prijsfr. 0,20. Wij hebben een paar uren besteed aan (t door bladeren en lezen van dit werkje, en vinden het geheel wel gemaakt in zijne soort. Laat ons maar zeggen dat wij geen betere beknopte geschiedenis kennen dan deze. De hr Denys heeft het voorname van 't bijnoorige afgescheiden, zonder nochtans de gelegenheid te verliezen hier en daar eene bijzon derheid, eene gepaste aanmerking of beoordeeling neer te schrijven. Zoo wenschen wij hem geluk, telkens in een paar zinnen, eene ware en onpartij dige oordeelvelling uitgesproken te hebben op België's beulen, als Karei V, Philips II, en Alva, alsook op die hooggeprezene fransche omwenteling en Eerste Keizerrijk! Er is somwijien moed noodig om de waarheid luidop te verkondigen, vooral in dezen tijd, wanneer ze moeden licht zien in een schoolboek. Glorierijke of beteekenisvolle gebeurtenissen, die op 't lot des volks eenen machtigen iuvloed medebrochten. Gulden sporenslag. Bevrediging van Gent, enz. zagen wij gaarne met hunnen juisten datum aanwijzen, liever dan de geboortedag of meerderjarig verklaring eens kroonprinsen. Zonder eene overtollige opsomming van datums voor te staan, vinden wij het onthouden dier eerste verjaardagen waardiger dan de tweede. Thans eenige kleine feilen: "Een Duitsche mon nik, Berthold Schwartz, ontdekte de samenstelling van het buskruit (bi. aO) Dit wordt heden niet meer aangenomen, denken wij. Het buskruit dag- teekent uit zeer ouden tijd en werd zeker door de Chineezen uitgevonden, De Grieken en Arabieren kenden het ook, en reeds in de 11" eeuw werd het in Spanje gebracht en gebruikt. Men zie daarover veel vollediger uitleggingen in de Geïllustreerde Encyclopcedie die A. Winkler Prins, 4® deel, His- toire Généralevan L. Genonceaux, 3" deel, en een tweetal praktische werken, getiteld De voornaam ste uitvindingen en Het boek der uitvindingen. Onze geliefde koning (Leopold I) bezweek den 15" December 1865. (bl. 47)». Deze datum is zeker eene drukfout. In elk geval, Leopold I stierf den 10 Dec. 65 en werd den 16" begraven. De assisenhoven zetelen in de hoofdplaats der provincie (bl. 52)». De provincie Limburg maakt hieraan uitzonderingmen weet dat ons assisenhof te Tongereu niet in de hoofdplaats, te Hasselt zetelt. Zosals men ziet, zijn deze feilen (de eenige die wij ontdekt hebben) van weinig beteekenis en nemen zij niets weg van de waarde des werkjes van den heer Denys. Het boekje kan den onderwijzer zeer dienstig zijn, omdat hij er van elke mondelinge voordracht, over een feit der vaderlandsche ge schiedenis, eenen volledigen résumé in vindt. Het gebruik des werkjes staat derhalve vooraan te lezen. Voor navertellen en opstellen zijn de te behandelen punten gansch aangeduid. Aan de jongelingen, die zich tot het kiesexaam voorbereiden, zal het uitne mend te stade komen om zijn Aanhangsel over Belgiës inrichting, grondwet, staatsmachten, enz. S. Bij het schrijven van bovenstaande recensie. kwamen ons eenige bedenkingen te binnen over het oordeel der geschiedenis. Dit hangt te dikwijls af van de persoonlijke denkwijze des geschied schrijvers. Op de schoslbanken dat is al een tijdje geledenleerden wij Keizer Karei liefheb ben, terwijl Jozef 11 en Willem I ons hatelijk voorgesteld wei den. Dat kwarn door de leerboeken, die men ons destijds in de vuist stopte. Die werken waren geschreven doorofwel volbloede klerika- len, bewonderaars der inkwisitie en vijanden van verlichte vorsten, ofwel Üauwhertige mannen, dïegeweldig water in hunnen wijn gegoten hadden, om hun schoolboek door den Yerbeteringsraad te doen aannemen en derwijze zijn debiet niet te schaden't Was eene kleurlooze, zoo niet ver- valschte, geschiedenis in den yolsten zin des woords Eu iiet gros der leerlingen, die later als menschen de wereld intreden en misschien nooit meer een onpartijdig of ernstig geschiedboek in handen krijgen, blijven die valsche begrippen be houden en haten de nagedachtenis van wijze vorsten als Jozef II en Nederland's koning Willem I. Men misgrijpe zich echter niet aan onze rede neering wij willen beiden niet vrij pleiten van onvoorzichtigheid, misschien overdrijving in zeke re kwestiën Maar verdienden beide prinsen den laster, de afbreking, de spotternijen, waarvan zij het voorwerp waren in onze schoolboeken over belgische geschiedenis? Jozef II was een wijsgeer, wiens streven tot ontslaving en lotsverbetering onzes volks in België niet begrepen werdnze peetjes en meetjes waren te zeer verachterd om de bedoelingen van den edeldenkcnden keizer te verstaan. Jozef II was een overtuigd katholiek, die den Godsdienst niet afbreken, maar alleen sommige schreeuwende of dwaze misbruiken wilde uitroeien. Dit beviel der geestelijkheid niet en de dwaze Belgen van destijds maakten opstand. Men leze daarover liet volhoekje: Jozef II en zijne Regeering (uitgave van 't Willemfonds) doorSleeckx. Iladde degeestelijkheid den keizer in zijn pogen gerugsteund, er zou in België eene vreedzame omwenteling plaats gehad hebben, die min stroomen bloeds zou gekost hebben dan de hevige fransche revolutiën, die slechts eenige jaren nadien uitbraken En de omwenteling van 'tjaar dertig iieeft veel lijkenis met de brahantsche revolutie Hier nog eens waren wij dupes van de geestelijkheid, die den protestantschen vorst bevocht uit winkelkonkuren- cie, en van eenige fransche overloopers, die onze broeders de Walen tegen den koniug ophitsten En wat kon hij er aan doen, dat de meerderheid zijner onderdanen Nederlanders waren, en dat de Walen het moeilijk met de officieële taal konden gedeeld krijgen? (1) Nu hebben wij, Vlamingen, de getalsterkte in ons eigen belgisch Nederland, en waar zijn wij thans, 58 jaar na de belachelijke omwenteling van 1830Onze taal werd geminacht, misprezen, ver- stooten, alsof er nooit geen drie millioen Vlamingen in België bestaan hadden En wanneer het te laat is, betreurt meu de schei ding der Nederlanden, die eene waarborg waren in het Europeescli evenwicht. In deze laatste tijden is de toenadering de wensch geworden aller onbe vooroordeelde Nederlanders, terwijl de omwenteling betraurd of gelaakt werd door onze geleerdste en gezaghebbendste geschiedschrijvers en hooglee raars, als daar zijn Theodoor Juste, Frans Laurent en Emiel de Laveleye. De getuigenis der twee eersten vooral, die verre waren viaamschgezind te zijn, heeft hier eene treffende beteekents (i) ZieLeveeschets van J.-F. "Willems, door Max Roses, uitgave van 't Willemsfonds, bijdrage I, blad. 81—98. M O co OO S-4 ei 2 ei O <M O CO CO ei C3 ai middenprijs per 100 kilo Verkochtte kwantiteit middenprijs per 100 kil. Verkochtte Kwantiteit N A W A w A g O bj) O O c 73 Ih cö 03 to a OO i» 9 8 «r NAAMLOOZE MAATSCHAPPIJ BBHËERDER H. BECK to ENSIVAL (België) V? 'Lr' .-1> 'AvV „A .-A'S\S- \rViV KÓ-- ,GC1

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1889 | | pagina 3