VAN IJPËREN EN HET ARRONDISSEMENT. PolitiekNieuws-, Handels- en Annoncenblad Tierde jaar. Zaterdag 23" Maart 1889. Nummer 12. 't Gaat te verre. De werkstaking te Halewij 11. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncan: 15 cent. per drukregel. Rechter- ijk# eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 cantiemen per nummer.Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100.Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en cnderteekend toe te zenden. Artikelen onfeeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Hoewel wij reeds veel staalkes van de ongehoorde klerikale onverdraagzaamheid in de Vlaanderen gegeven hebben, zullen onze lezers toch moeten bekennen dat de volgende geschiedenis toch alle waarschijne- lijkheid te boven gaat. Men zou waarlijk geneigd zijn ze te nemen voor eene uitgevon dene vertelling, ware het ongelukkiglijk niet dat ze maar al te waar is. Leest liever en oordeelt De heer F. Fraeys van Thourout heeft onlangs Mej. de Brouckere van Roeselare getrouwd. De heer Fraeys is liberaal en Mej. de Brouckere behoort tot den protestantschen godsdienst, en het was naar het protestantsch kerkgebruik dat het huwelijk ingezegend werd. Een protestantsch huwelijk te Thourout 1 Denkt eens welke ergernis voor de in woners dier goede stad, heelemaal gekonfijt in godsvrucht! Nog zoo zeer niet gekonfijt nochtans. Want spijts al het klerikaal gebriesch had de harmonie Ste Cecilia besloten den jongen echtelingen eene serenade te geven bij hunne te huis komst van de speelreis. Dat was te veel vrijmoedigheid. De heer pastoor-deken, overrompeld van een heiligen iever, nam z<jne beste pen en stuurde in zeven haasten den volgenden brief naar den heer voorzitter der muziekmaatschappij Mijnheer de Voorzitter, Ik verneem dat de harmonie St Cecilia waarvan gij de voorzitter zijt, besloten heeft of besluiten zal van den heer Ferdinand Fraeys te gaan gelukwenschen of te igaan spelen te zijner eer, ter gelegenheid van zijne inkomst te Thourout met de dochter van den heer Jozef de Brouckereik aan zie het als eene plicht van openhartigheid en eerlijkheid van u voorafgaandelijk te verwittigen dat, zoo de bovengenoemde maatschappij, geheel of gedeeltelijk speelde om het burgerlijk en goddeloos huwelijk van dien jonkman te vereeren of te vieren, ik mij verplicht zou vinden de jaarlijksche misse, gewoonlijk door gezegde maatschappij op den dag der Ceciliafeest gevraagd, te weigeren, en haar te verbieden nog, gelijk in welk® omstandigheid, in de kerk te spelen. Ik vind het betamelijk u te verwittigen dat ik besloten ben dezen brief, met of zonder uw antwoord, in de Gazette van Thourout van zaterdag toekomende, te doen overdruk ken. Ontvang, Mijnheer de Voorzitter, de ver zekering mijner hoogachting. A. Stroom, pastoor-deken. Het antwoord, op dien trotschen epistel liet zich niet wachten. Wij geven het als een toonbeeld van verdraagzaamheid en vastberadenheid Thourout, ln Maart 1889. Mijnheer de pastoor-deken, In antwoord op uwen brief van 26 Fe bruari, heb ik de eer u te berichten dat ik er mededeeling van gegeven heb, in de zitting gisteren gehouden aan den bestuur raad der Maatschappij Ste Cecitia, die de volgende beslissing genomen heeft Vermits dat de maatschappij voor doel heeftde beoefening der kunst, het vermaak en de verbroedering harer leden Vermits de maatschappij noch recht, noch bevoegdheid, noch macht, noch voor zending h eeft de gevoelens of de denk wijze harer leden of wien het ook zij op te zoeken, goed te keuren of te beknibbelen; Dat met zoo te handelen, zij haar re glement zou verkrachten en het doel tegen werken, dat zij nastreeft; Om die redenen gaat de Bestuurraad tot dagorde over. En daar gij van gedacht zijt, Mijnheer, uwen brief af te kondigen, verzoeken wij u terzelfdertijd dit antwoord in het weekblad te laten verschijnen. Ontvang, Mijnheer de Deken, de uitdruk king mijner hoogachting. Dr Berten. Langs dien kant afgescheept hield de heer pastoor-deken zich nochtans niet als versla gen en viel dan op den nek van den muziek- bestuurder, die door hem verwittigd werd dat, zoo hij de serenade, weskwestie, besturen durfde, hij zich als afgezet mocht aanzien van zijne bedieningen als bestuurder eener klerikale muziekmaatschappij, bedieningen, welke hij terzelfder tijd bekleedt met deze van bestuurder der harmonie Ste Cecilia. Zal deze tweede bedreiging evenals de eerste zonder uitwerksel blijven? De jonge echtelingen zijn nog van hunne speelreis niet terug, de serenade heeft dus tot nu toe neg geen plaats kunnen hebben. Maar wij denken te mogen verzekeren dat de lieer bestuurder, derwijze in zijne bestaanmiddelen bedreigd, er zich niet meer door zal laten afschrikken dan de harmonie zelve. Is dat alles Neen, ter gelegenheid van zijn huwelijk had de heer Fraeys gemeend eenige lekkernijen aan de arme ouderlingen van het oudemannenhuis te doen uitdeeien. In zijne hoedanigheid van voorzitter van den Godshuizenraad besloot de heer pastoor deken van Thourout dat die lekkernijen niet zouden aanveerd zijn Ten slotte, en tot overmaat van onver draagzaamheid, verzekeren wij dat de heer Fraeys, altijd tezelfder gelegenheid, voorne mens was brood aan de armen der stad te doen uitdeeiengar.sch de klerikale boel der plaats liep de zolen van de schoenen om de armen aan te raden die verdoemde brooden te weigeren 'en ze te bedreigen, zoo zij er aanvaarden hun voortaan allen bijstand te ontzeggen. Ziedaar in 't korte wat er te Thourout gebeurd is. Dat leert ons wel niets nieuws over de dwingelandij der katholieke geeste lijkheid in de Vlaanderen, maar 't zal mis schien de oogen van zoovele liberalen doen opengaan die nog naïef en blind genoeg zijn om zich in te beelden dat de kleriko-iiberale kwesties doode kwesties zijn, waar men zich niet meer hoeft om te bekommeren dan een tetting om eene pruik. Wij zijn geenszins van gedacht eene lange en breedvoerige verhandeling te geven van de tegenwoordige werkstaking. Ieder onzer lezers is zooals wij ooggetuige van hetgeen hier sedert eene week voorvalt. Wij willen enkel eenige bedenkingen neerschrijven, wij willen enkel ons gedacht over deze beteeke- nisvolle gebeurtenis zeggen. Waar heeft zij plaats De huidige werkstaking heeft voor zetel Halewijn, het fanatiek katholieke HaJewijn, waar de vrije gedachte nog niet ingedron gen, het luilekkerland der nonnen en molle- broers. Noch burgemeester, noch priester dier fanatieke stad had ooit kunnen denken, dat het werkvolk ooit den moed zou gehad hebben om het werk te eindigen, en opent- lijk in opstand te komen met hunne uitbui ters, niettegenstaande al zijn lijden, niette- staande al de folteringen en ver wij tingen, die het van hunnentwege te verduren heeft. Ja, de fabriekanten, twee of drie uitgezon derd, hadden goed hunne voorzorgen geno men men kon in de fabriek niet aanvaard worden zonder een briefje van dezen of genen priester; 's morgens, 's avonds en binst het werk moest men bidden, en dat met of tegen wilmen wierd door nonnen of mollebroers bewaakt, uit vrees dat men een woordje zou reppen, het hoofd eens omslaan of wel eens een oogsken flikkeren zou na de geheele week neerstig en hard gewrocht te hebben, moest men 's Zondags, naar de hoogmis, ves pers, lof en congregatie gaan. Het werkvolk heeft te Halewijn bij die groote katholieke fabriekanten niet eens den tijd om zich 's zondags met hunne kinderen, met hunne vrouw te onderhouden. Volgens die heeren heeft het werkvolk geen liefdehart, en daar om rukken zij het 's zondags den eenigen dag den werkman gegund uit het echtelijk huis, uit de armen van vrouw en kinderen, om het in de congregatiën te verbeesten, waar een huichelachtige priester of pater het voor zijn slaven en zijne blinde onderwer ping den hemel belooft, en terwijl hij en de fabriekanten den hemel hier op aarde nemen, en wanneer wij hunnen godsdienst naar hun onrechtvaardig gedrag oordeelen, zich wei nig bekreunen, over hetgeen wat hierna maals moet gebeuren. Wie doet de werkstaking? Wanneer de fabriekanten het zoover ge bracht hebben, dat de werklieden het niet meer kunnen uithouden, en zij verplicht zijn om het werk te staken, willen zij er van zwakte en honger niet bij omvallen, dan roepen al de papenbladen, dat de werkman ongelijk heeft, dat hij zijne religie verliest, dat hij zijnen meester gehoorzaamheid ver schuldigd isdan roepen al de fabriekanten chorus met de priestes en noemen die hongerlijdende werklieden oproerigen, nog meer socialisten Zij zweeren bij hoog en leege, dat zij de dagloonen niet kunnen verhoogen, dat de mededinging te groot is, en binst de priester die fabriekantenwaar heid aan het werkvolk voor Evangelie doet doorgaan, doen werkgevers speelreisjes, be zoeken de badsteden, bouwen kasteelen, en onderhouden tal van minnaressen volks meisjes. Doch in deze omstandigheid zal niemand de werkstakers van socialismus beschuldi gen; {integendeel, van de honderd zijn er negen en negen vijandig aan alle vereeni- ging, aan alle onderlinge samenwerking Het zijn menschen die hunne opvoeding in de katholieke scholen of in geene scholen ge daan hebben, die naar congregatiën gaan, en alle weken meermalen een sermoen moeten inslikken. En niettenstaande dit alles hebben zij sti- gehouden, hebben zij het werk gestaakt bij den maire van Halewijn, waar zij, binst hun werk, door nonnen bewaakt zijn, en waar zij, vóór hun, werk te beginnen, voor een kruisbeeld wat vader-onzen moeten bidden. Ja, bij de katholieke heeren werkt men niet meer, hoewel de burgemees ter van Meenen aan eenige werkstakers ge- zeid heeft dat zij genoeg en te veel wonnen, dat zij hoegenaamd geene redenen hadden om te huis. te blijven, en dat hij hun geene toelating wilde geven om met de bussen om halingen in de stad te doen. Die heer is rijk, en hij heeft ook eene fabriek! Hij is toch zeker dat de Meenensche priesters, zijne meesters, geene grève zullen maken. En nogthans winnen zij maar 1.75 fr. daags Waarom gaat men in werkstaking? De werklieden gaan in werkstaking omdat zij, met neerstig te slaven, de twee einden van de week aan elkander niet meer kunnen binden. Op honderd werklieden zult gij er misschien wel twintig vinden in sommige fabrieken, die 20 of 24 franks winnen, maar de overigen kunnen slechts per week 5, 6, 8, 10, 13 franken bijeen krijgen. Er zijn fabrieken waar de beste werklieden nooit boven de 13 franken gaan; men geeft hen ofwel slecht werk, of men doet ze wachten. Dat is nog niet allesde fabriek gaat om O ure open; wie twee minuten na tijd komt krijgt boet, en wie tien minuten te laat zou zijn, zou geheel den dag moeten werken om 't beloop van de boet te betalen; draagt men zijn werk in, er zijn altijd gebreken aan, waarvoor men 1, 2, ja 3 franken aftrekt; daarbij moet men brood nemen bij den fabri kant, winkelwaren en stoften waar hij wil en waaruit hij zijn voordeel trekt; dit zijn de voornaamste redens waarvoor men het werk gestaakt heeft. De fabrieken zijn daarop zoo gekend, dat er bakkers geweest zijn die aan den heer Jules Gratry voorgesteld hebben 10,000 franken te geven, wilde hij zijn werkvolk verplichten bij hen brood te ne men. Gelukkig is de heer Gratry liberaal, en heeft hij dien schandigen handel van de hand gewezen. Het is eene ware schande hoe men te Halewijn het werkvolk uitbuit en verdrukt. Bijna al de fabrikanten verplichten hunne werklieden hunne noodigheden te halen, óf bij hen óf in huizen door hen aangeduid. Het is niet genoeg dat zij den werkman maar half betalen en met zijn zweet leven, zij moe ten hem nog in de onmogelijkheid stellen andere menschen te verplichten, die hem in nood zouden kunnen helpen, of deel te ma ken van samenwerkende maatschappijen, waar hij kleeren en voedsel goedkooper en in betere hoedanigheid heeft. Uitziekt. Tot op heden, Woensdag hebben de werk stakers zich deftig gedragen, en aan de fabrikanten getoond, dat het kanailje ook manieren kan hebben Zij doorkruisen de straten van Halewijn, zonder roepen maar al zingende. Ook wordt hun gedrag van alle welden- kenden goedgekeurd. De liberalen vooral zijn den werkstakers gunstig, en zullen, zoo hopen wij, niets verwaarloozen omdat die staking ten voordeele der arbeiders zou af- loopen. WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1889 | | pagina 1