VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. PolitiekNieuws-. Handels- en Annoncenblad. DE PRINSES MARIA. STADSNIEUWS. Zaterdag 27" April 1889. Nummer 17. De opslokkingen. Diefte. Erkentenis. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncsm 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100.Alle berichten van verkoop!ngen of andere bekendmakingen tfn bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicüé, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en tuderteekénd toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Het gedacht van aan den heer Mesens bestuurder van 35 naamlooze koolmijnmaat schappijen, volgens men verzekert de taak op te leggen een verslag op te maken over de opslokking der bedieningen is minstens nog al zonderling. Maar het verslag bevat een der belangwekkendste staten, die van de opslokkingen door het Rekeningshof vast gesteld. Er zijn, overigens, tal van opslokkingen, in dien staat aangehaald, die zich verrecht- veerdigen kunnen, vooral deze der begrooting van openbaar onderwijs; het geldt daar leeraars, die twee leergangen geven en er toe komen drie of vier duizend franks 's jaars te winnen. Dat is waarlijk niet te veel. Maar anders gesteld is het met eene reeks groote beambten, wier jaarwedde reeds meer dan voldoende is, en die zich dikwijls met de uitvoering van werken gelasten, welke binst hunne diensturen moeten gedaan zijn. Die bedieningen kunnen onmogelijk samen gaan en die heeren zijn betaald voor een werk, dat zij niet doen en niet kunnen doen. Zoo vinden wij een bestuurder van het ministerie van geldwezen, die 8 000 fr. wint en daarbij nog 7.500 fr. opstrijkt in hoedanigheid van bestuurder van het beknopt kamerverslag; een bureeloverste aan 6.000 fr. die daarbij nog 6.400 fr. heeft als vlug- schrijver der kamer; een andere vlugschrij ver aan 6.400 fr. trekt daarenboven 4.000 fr. als naziener bij den telegraaf; een alge meen bestuurder bij het ministerie van land bouw met 9.000 fr. jaarwedde, die daarbij nog 1.500 fr. inpalmt als wachtgeld van bestuurder van het middenmagazijn der burgerwacht en nog 1.500 fr. als schrijver des bestuurraads van de maatschappijen van ouderlingen bijstand. Eindelijk een bestuurbeheerder van het ministerie van ijzerwegen trekt 9.000 fr. in die hoedanigheid en 7.000 fr. als dienstover- ste der vlugschrijverij in de kamer, 4,200 fr. als herziener der vlugschrijverij van het Senaat en 1 500 fr. voorwerk der begroo ting van zijn ministerie, het zij dus in alles '21.100 ballekes! Dat is wel een echt Eerste deel. (8* Vervolg.) Hertog Jan drukte vurig de hand der fransche Majesteit. Reeds lang brandde hij van verlangen een einde te stellen aan die wonerijen, die om eene ellendige magere koei begonnen waren en die in den zoo Moe digen koeioorlog moesten gesmacht worden. Dank, heer koning, sprak hij. Met zooveel te meer moed en spoed zal die zen ding worden volbracht, daar de verongelijk te een onzer onderdanen is en het land van Ilaspengouw,ons vaderlijk erfgoed, bewoont. Weihoe, terwijl ons leger in dat gouw zich ophoudt om de ords te handhaven, zullen eerlooze plunderaars onze goede lieden ko men te vuur en te zwaard zetten? Bij Sint Jan! dat heeft te lang geduurd. Op, mijne dapperen, trekt uwe zwaarden ter verdedi ging van ons goede recht. Eer de dag van morgen is verstreken, moet de eer des ko- nings en die van uw vorstenhuis gewroken zijn. Doet onrniddelijk den horen steken, vergadert de lieden, welke gij bij de hand hebt, in ons kamp bij Brussel, en dat mor gen, eer de zon rijst, uwe scharen reeds ep gang wezen. Ten hoogste opgeruimd door deze blijde boodschap, juichten de strijdlustige edele ridders den hertog toe en riepen in koor, schandaal, zooveel te meer daar het zeker is dat een dier bedieningen de andere onmo gelijk maakt voor wie er zich wezentlijkt aan toewijden wil. En het is waarschijnelijk dat die cijfers nogniet alles vertegenwoordigen, wat zekere knagers van de begrooting binnen spelen; want de lastenbetalers betalen daarenboven nog 145 duizend 155 fr. 's jaars als schade loosstelling en het verslag zegt daarover terecht het volgende Het beloop dier schadeloosstellingen is uiterst veranderlijk; er zijn er van alle klas sen. De talrijkste beloopen van 100 tot 500 lr.vervolgens rijzen zij trapswijze tot 1000 fr.andere, ten slotte, min talrijk, gaan boven dat cijfer en bereiken de sommen van 1,020, tot 3.000 fr. Het is niet zonder belang eenige der middelen aan te wijzen, die dienen om in de schatkist te puttenbuitengewone werken, bijgevoegde jaarwedde, eereloon, schade loosstelling, reiskosten, wegkosten, verblijf kosten, omreiskosten, kosten en schadeloos stellingen van zitting, plaatsveranderings kosten, zendingskosten, aanwezigheidspen ningen, belooningen, aanmoedigingen, be- wakingskosten, opsteltingskosten, studie kosten, beroepskosten, enz. Het ware ons gemakkelijk die aanhaling uit te breiden, konden wij tusschen de lijnen der uitbetalingsopstellen lezen, die dikwijls heel duister en heel rekbaar zijn de geest is immer wakker in zekere kringen des bestuurs om nieuwe doopnamen te ontdekken, die hoop geven om het breedst maar ook het bescheidendst mogelijk uit de weldoende begrootingsmanha voordeel te trekken. - In het staatsbestuur bestaan er bestuur raden, komiteiten, komissies, enz. die aan zekere beambten de gelegenheid verschaffen om soms belangrijke schadeloostellingen te bekomen. Ons dunkens, zouden de verschillige ministeriën een werk van gezamentlijkheid moeten opmakendat werk zou, voor alwie bedieningen, gelijk welke reden om door den staat betaald, bekleedt, de hoedanigheid waarvoor hij trekt en de hoeveelheid eiker terwijl zij de blinkende zwaarden deden schitteren Opopten oorlog Intusschentijd, sprak koning Philips, hoffelijk plaats nemende nevens de prinses, iniusschentijd zullen wij de eer hebben op gindsch stoute slot de herbergzaamheid on zer welbeminde bruid te genieten. Maria boog voor haren toekomstigen, machtigen gemaal en meester en poogde te glimlachen, doch de lieve trek stierf op hare bppen weg. Welaan! mijne vrienden, geen talmen, de tijd is kostbaar, sprak hertog Jan. Heer Koning, begeven wij ons binnen mijn burcht. Ik moet mij onrniddelijk aan 't inofd-mijner dapperen stellen en Uwe Majesteit ten min ste een paar dagen in 't erfelijk slot van Brahand's hertogen de alleenheerschappij laten. De Koning lachte vriendelijk en moedigde den hertog aan zijn krijgsplan staandevoets door te drijven. De schitterende stoet zette zich vervolgens in beweging en reed over de valbrug en binnen de hooge wallen, terwijl de ridders en de brabandsche landsknechten uit voile keel een lied zongen, door Meester van Heelu gedicht, en dat telkens werd aan geheven, wanneer een veldtocht bevolen werd. De eerste verzen van dat lied luidden als volgt: De vorst beval, welaan, ten strijde, Met nooit gedempte moed en kracht. Voor 's landes eer vooruit I De zege opstrijking moeten opgeven; men zou derwijze de tallooze behendigheden ontmaskeren, waartoe men zijne toevlucht neemt om de gelden in de begrootingen ingeschreven op te strijken. Een ander schandalig misbruik is dit door den verslaggever in het oorlogsbudget aan gewezen, dat verkwistingsnest, waarop het dringend noodig is de aandacht van het land te roepen. Terwijl men aan de ongelukkige op straat geworpene onderwijzers hunne armzalige duizend frankskens wachtgeld onttrekt, zoo dra zij eene nederige bediening gevonden of eenige lesseu te geven hebben betaalt men 14.000 fr. jaarwedde als algemeene opziener der burgerwachten aan een luitenant-gene raal, die reeds 7.500 fr. pensioen trekt; 4000 fr. als schrijver der akademie van weten schappen en 4.000 fr. als kommissaris van het staatsbestuur voor de werken van alge meene en tusschenlandsche statistieken aan een anderen luitenant-generaal, die hetzelfde pensioen van 7.500 fr. trekt; een generaal die een pensioen van 5.500 fr. trekt heeft daarbij 4.620 fr. als voorzitter der bestendi ge kommissie der gestreepte kanonnen. En oud-hoogbedienden, die 7.800 fr. pensioen opstrijken, trekken nog 2.000 fr. als kom- missarissen van 't staatsbestuur bij de maat schappijen van vergunde ijzerwegen of in andere dergelijke toestanden. Als zij nog in staat zijn om die bedieningen waar te nemen, waarom pensionneert men ze dan? Men ziet dat er een ferme kuisching te doen is in die hooge kringen van die gezag voerende, papierbekladderende, slentervoi- gende bureelratten, die zulke afzichtelijke gaten in 's lands geldkoffer knagen. En men zegge niet dat het overal zoo is. Daar waar het volk wezentlijk heerscht, bestaan er geene opslokkersIn Zwitserland b. v., zijn de jaarwedden maar gering, de bedienden moeten achturen daags wezentlijk werken; zij blijven zoolang zij diensten bewijzen kunnen in dienst, en als zij meer dan eene bediening bekleeden, nooit slokken zij er de jaarwedden van op. Zoo had een jonge geleerde van groote verdienste, de Op onze dappre zwaarden wacht Nooit zal de vreemde ons Braband honen Zijne eer ligt in onze harten trouw, Wij streden steeds voor Vorst en Gouw, Wij strijden nog als vlaamsche zonen... De Hertog Jan vooraan op zijnen vurigen zwarten draver. Daarna volgden de pages en edelvrouwen, de dignitarissen van het brabandsch hof, de geestelijkheid en de hoofden van rijke en wijdberoernde kloosters. De tempelier Van Wezemaal had zich bij dit gedeelte van den stoet gevoegd, doch zienlijk vermeden de geestelijke heeren en abten zijne nabijheid, want zij wisten wel hoezeer die edelling zijn dapper en roemrijk Orde mitsgaders de Kerk, door zijn bandeloos en woest gedrag onteerde. Het was hun niet onbekend, dat menigvuldige klachten daar over tot bij den H. Vader waren aangedra gen, en dat het enkel dank zij Van Weze- mael's hooge geboorte en uitgebreide bezit tingen was dat het misnoegen van den Paus in Braband nog niet was bekend of doorge drongen. Vorst Philips met zijn gevolg sloot den stoet. De koning reed aan de zijde zijner bruid, die nu ietwat minder sprakeloos scheen, daar zij de blikken des Dolfijas niet op haar rusten voelde. Philips zoon was inderdaad met den hertog vooraan getogen en had hem om de eer verzocht een deel zijner krijgslieden aan te voeren, wat wel willend werd toegestaan. De prinses hield eensklaps hare hakkenij stil. Zij had op den boord der baan den grij- heer Milliet, dienstoverste der statistieken, bij dien dienst, zoo wonderwel ingericht, nog de belangrijke bedieningen van bestuur der en inrichter van den alleenhandel der geestdranken. Hij trok daarvoor 5.000 fr. en zijne jaarwedde van dienstoverste der statistieken was van 2.000 fr. verminderd. Niets ware te dien opzichte nuttiger dan aan eiken volksvertegenwoordiger of senateur van België een afdruksel van de Zwitsersche begrooting te doen uitdeelen. Zij zouden zien hoe men eon land bestuurt, waar men de belangen der lastenbetalers en niet die der bureelratten behartigt. Het is waar dat die kleine Zwitsers zoo belachelijk zijn en dat wij, integendeel, instellingen hebben, die Europa ons be nijdt! De kleine botermarkt wordt wezentlijk te klein om al de verkoopers en de koopers te bevattende politiedienst is in dat gedrang om zoo te zeggen eene doode letter. Ook gaan er bijna geene marktdagen meer voor bij zonder dat behendige gauwdieven met de geldbeugels op de lappen gaan. Zaterdag jl. werd de pachteres Menu van Sl Eloi haren portemonnaie, inhoudende 25 fr., gevingerd zonder dat zij het gewaar werd. Dat de rekel met hare centen nog aan 't kermishouden is, hoef ik niet te zeggen. De nieuwe liberale bekwaamheidskiezers zijn verleden Zondag den heer J. Ducorney, stedelijke onderwijzer, ten zijnen huize gaan bedanken voor de lessen, die hij hun gegeven heeft en hem tevens hunne groote voldoening uit te drukken van voortaan aan de kies- zen landman bemerkt, die daar in knielende houding was blijven zitten. Zij deed hem teeken te naderen en hem een goudstuk overreikend, sprak zij Daar neem, goede oude man. Maar wat deert u? I)e grijsaard nam het goudstuk echter niet aan, maar wees dreigend met de bibberende hand naar iemand, die in de groep der gees telijken was voorbij gereden. De ongelukkige had, trots zijn hofgewaad, den edelen baan- strooper Van Wesemael herkend. Daar is hij, jammerde hij, daar is hij! De valsche tempelier, die mijn zoon vermoord heeft! Wee, wee! Wraak, wraak! Die man is waanzinnigsprak de ko ning schouderophalend. De prinses zegde geen woord, doch hare blikken schoten vlammen in de richting van den onwaardigen, godvergeten monnik. Zij wist reeds, en zou later helaasmaar te wel ondervinden tot welke eerloosheden die man bekwaam was: De jonge boer had zijn ouden vader, die bitterlijk weende, in de armen genomen en troostte en verzorgde hem nu langs de een zame baan, terwijl de zware valbrug achter het laatste gedeelte van den stoet werd op gehaald, terwijl schitterende feesten in het burgslot aanvingen en 's hertogen krijgsvolk zich toerustte om 's anderendaags voor het krieken van den morgen op het Haspengouw af te trekken. Wordt voortgezet) HET WEEKBLAD rsr'Tv^SK^-*g£ggg"

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1889 | | pagina 1