Dood van M. Stroobant, STADSNIEUWS. Werkerslier. Straatschenderij. Op hol. Concert. Fransche Yertooning. Malle-Poste. MAATSCHAPPIJ BURGERWACHTEN Burgerstand Brand. Voormezeele. Kemmel. komstdat laad is lijk, groot, gezond; en die or wonen, zijn oude Vlamingen, Neder landers; heel de Staat is er voor ons als opzettelijk ingericht. (Brugsche Beiaard). Volksvertegenwoordiger te Brussel M. Stroobant, is Zondag avond te Brussel overleden. Hij was onder alle opzichten een braaf en door iedereen geacht man, die aan de Vlaamsche beweging onschatbare dien sten bewees. M. Stroobant, geboren te Turnhout, over leed in den ouderdom van 70 jaar, en laat op Vlaamsch letterkundig gebied zeer verdienst- volle werken na. 't Was in 1842 dat hij te Turnhout als dichter optrad met Mijne eerste vlerken. Hij mag op de eerste rangen geplaatst wor den van die kloeke overtuigde strijders, die gedurende eene halve eeuw voor Vlaanderens taalrechten op de bres stonden. Ook op tooneelletterkundig gebied schreef hij menig gemoedelijk tooneelwerk. In 1857 maakte hij deel der grieven-kommissie, wier ver slag het evangelieboek voor de jonge strijders wierd. Met Conscience, Willems, Joltrand, Ser- rure, enz., mag hij een der voornaamste grondleggers genoemd worden, onze steeds aangroeiende, machtige Vlaamsche bewe ging- Als Voorzitter van de eeuwenoude Wijn gaard bewees hij aan ons Nationaal tooneel groote diensten en pas eenige jaren geleden, vierden al de Vlamingen zijn plechtig jubel feest, waarvoor hij van den Koning tot ridder der Leopoldsorde werd benoemd. Notaris Stroobant telde in het gansche Vlaamsche land anders niet dan vrienden en zijn overlijden zal daarom ook door ieder een betreurd worden. Verleden Zondag was de koorzangmaat schappij De Werkerslier in volle feest. Het gold er de inhuldiging van het vaandel, door de eereleden aan de maatschappij geschon ken. 's Morgens, om 10 1/2 ure, vergaderden de verschillige maatschappijen, die aan het feest deelnamen, in het lokaal der Lier, om zich in stoet te vormen en de nieuwe vaan uit het huis des voorzitters te halen en naar het lokaal over te brengen. Aan het hoofd van den stoet stond een uitgelezen muziek korps samengesteld uit de beste muziekan ten onzer stad, onder het bestuur van den heer Balmaekers. Daarna volgden De Vlaamsche Ster, het Willems-Fonds, de Onderlinge Bijstand, alle met hunne ba nier aan 't hoofd, en nog menig andere maatschappij, die er aan hield het feest der wakkere Werkerslier luister bij te zetten. Het was een lange en prachtige stoet, die tusschen eene groote volksmassa de ver schillige straten der stad doortrok, na de nieuwe vaan uit het huis der Voorzitters te hebben afgehaald, die met de toonen van het Vaderlandslied en een hip hiphoera 1 door honderden monden herhaald, begroet werd. Eens in het lokaal terug werd de prachti ge vaan er op eene eereplaats tusschen groen en sieraden ten toon gesteld, en aan de deel nemende maatschappijen werd den eerewijn aangeboden. De heer Voorzitter der Lier nam het woord om hen allen welkom te lieeten en te bedanken, die zoo bereidwillig het feest met hunne tegenwoordigheid op luisterden. Hij richte ook een innig dank woord tot de milde gevers en vooral tot de heeren leden van het stedelijk bestuur, die de Werkerslier zooveel genegenheid toedra gen en ze zoo iniddadig ondersteunen. Hij eindigde met op het stedelijk bestuur te drinken en de kreet Leve ons stadsbestuur dreunde door de zaal. De heeren Voorzitters der verschillige maatschappijen namen beur telings het woord om der Li%r hunne gene genheid, hunne verknochtheid uit te druk ken en haar te verzekeren dat zij alle zus termaatschappijen waren, die zich onderling moeten en steeds zullen de hand leenen en ondersteunen. De heer Voorzitter der Lier bedankte nogeeus voor zooveel goede gevoe lens van echte vriendschap en iedereen trok tevreden en vergenoegd huiswaarts. De Werkers vergastten zich op een lek ker maal, waar gestadig de gulste broeder lijkheid heerschte en waar zij allen zich ver maakten als viscbjes in 't water. 's Avonds, om 9 ure, werd den eereleden en hun huisgezin een luisterlijk dansfeest aangeboden, waar men een fermen flikker deed en waar er veel en schoon volk, ver maak en begeestering bij de vleet was. Het is een dier feesten geweest, die in de jaarboeken eener maatschappij tijdvak ma ken en wier aandenken de aanwezigen nooit uit het geheugen verliezen zullen. Wij op onze beurt, wij wenschen de Lier hartelijk geluk met hare prachtige vaan en ons vurigste verlangen is, haar nog lange jaren, rond die banier geschaard, eendrach tig en ijvervol in voorspoed en welvaren op den weg der kunst te zien vooruitgaan en in bloei toenemen. Lang en gelukkig leve dus de Werkers lier! D. Verleden Zondag avond zeer laat hebben eenige rekels, die wat te veel bobijntjes of halve kilos binnengelapt hadden, er vermaak in gevonden eene der vinsterblinden van het huis, door Mej. De Waeghenaere, in de Bo- terstraat bewoond, af te rukken. De koperen baar, waarmede de vensterblinde gesloten was, is in de straat teruggevonden. Dinsdag morgend, binst de krijgsoefenin gen op het Minneplein, is het paard van eenen onderofficier-onderrichtgever der Rij school op hol gegaan langs de Kalverstraat, Doorgang en is in de Vleeschhouwerstraat kunnen ingehouden worden. De onderofficier was er met den schrik van af en het paard j bekwam eenige kleine schrammen. Morgen, Zondag, 12 Mei, te middag juist, zal het muziek der Pompiers in den Hof een muziekfeest geven. In geval van slecht we der zal het concert op de groote zaal der Hallen plaats hebben. Wij vernemen met genoegen dat de talent volle tooneeltroep, onder het bestuur van den heer Philippart van Brussel, Maandag a. s., 13 dezer, eene schoone vertooning komt geven, bestaande uit Les surprises du divorce. Wij twijfelen niet of alwie eenigzins lief hebber is van schoone vertooningen, zal niet nalaten naar onzen schouwburg te gaan om er de kundige tooneelisten eens dapper toe te juichen. De heer Anibal Bracqué, huurhouder in 't Zilveren Hoofd, Rijselstraat te IJperen, heeft de eer het publiek kenbaar te maken dat sedert den 1 April, de Malie-Post, rijden de van IJperen op Meesen en Ploegsteert vice-versa vroeger in 't Bronzen Hoofd in zijne herberg standplaats heeft genomen. Vertrekuren uit IJperen: 's Middags om 11.30 ure, 's namiddags om 5 ure, den zater dag om 12.30 ure 's middags, 's namiddags om 5 ure. Er zal ook te beginnen van heden een Gesloten Rijtuig met 2 paarden vertrekken van Meesen naar Ploegsteert, des avonds om 6 1/2 ure, om terug te komen, den Zaterdag morgend, om 6 1/2 ure, van Ploegsteert naar IJperen. Alle gemak voor de reizigers die zich willen naar de markt van IJperen begeven. Maatregelen zullen genomen worden voor het opladen van pak ken, korven, enz. van IJperen. Schieting van Maandag 6 Mei 1889. Ligy Albert, 10 8 3 4 8 33 Bogaert Alph., 10 7 5 2 8 32 Lesaff're Auguste, 2 5 8 4 7 26 Yantholl Henri, 9 4 4 2 7 26 Swekels Léon, 3 3 5 3 10 24 Bntaye Arthur, 4 0 4 10 6 24 Deweerdt Charles 8 7 0 2 6 23 Masscheleyn A. 1 4 8 5 3 21 Boedt Léon, S 3 4 3 1 19 van dsn 3 tot den 10 Mei 1889. Geboorten. Mannelijk geslacht 3. Vrouwelijk id. 5. Huwelijken. Bruno Vandenbussche, daglooner en Leonia Indevuyst, kantwerkster. O verlij den». Stephania Gillot, herbergierster, 58 jaar, echtgenoote van Karei Devoldere, Meenen- straat, (kelder). Silvia Bekaert, dagloonster, 31 jaar, echt genoote van Hector Burggraeve, Meenen- straat. Helena Dael, scholierster, 10 jaar, Arme- meisjestraat. Kinderen beneden de 7 jaren. Mannelijk geslacht 0. Vrouwelijk id. 8. Maandag 11., om 9 ure 's avonds, is er een brand uitgeborsten bij den heer Slimbrouck, herbergier en bakker te S' Jan. Een han- gaard en de broodkar zijn erg beschadigd. Volgens het schijnt zou eene niet uitgedoofde pijp, die op de kar lag, het vuur veroorzaakt hebben. Pé. Maar Pierre 'ké jou in lange nie gezien Pier. Bah! 'k loope nie veel uit want met mijn rumatisme. Noo. Ge moet gaan dienen. Pier. Hoor de keerseter met ze dienen, zoudt ge niet zeggen dat 't daarmêe al te winnen is? Noo. Als 't weinig helpt, ten doet toch geen kwaad. Pier. HéPé, hoort gij hem weer af- loopen, 'tis nog altijd 'tzelfde: d.o.m. slim. Maar zeg eens oolij kaard, leest ge dan de gazette niet? de verledene week nog heb ik gelezen, dat er drie menschen gestorven zijn ten gevolge van gebeten te zijn van razende honden; zij hadden alle drie gaan dienen naar St Hubert, doch het heeft niet gehol pen zij zijn op de wreedste manier gestor ven. Noo. Ja, ja, 't papier is fraai en al die liberale gazetteschrijverslachen met.... Pier. 't Gaat wel dat gij slim zij t, pa- terskop. Pé. Ha, Dies is daar, kom binnen Dies, onze kamers zijn open. Dies. Ha goed zoo,'k zou wel een pijpke aansteken.... maar Noo gij kijkt aardig. Noo. Ja, non de djoene, 'k en hoore nie anders dan zottigheid. Pé. Zeg Dies, hebt ge geen tijd oin op mijn land te werken. Dies. Neen 'k ben daar bezig met wer ken om haver te zaaien. Pier. Eindelijk, gaat 't nog gebeuren... maar wat zegt Marie Wagenmaekers nu men maakt alles gereed, 't en is toch zeker voor de ratten niet; en zij die altijd zegde: 'k en za e hik nie verhuizen, want 'h ben ne kik rijke. Dies. Dat zijn zeker al prullen, maar ik en wete van niet; ik doe mijn werk en voor de rest, 't is mij al wel. Pé. Het schijnt dat ze gestemd hebben I Pier. Gestemd, ja gestemd schoone dingenVoor den tram en dan voor eenen theater en dan eene wet op den dans. Noo. 't Zal nu uitgedanst zijn, hé. Pier. -- 't Is kinderachtig genoeg. Dansen is door de pasters verboden omdat het zonde is, zeggen ze! Allo, peis ne keer dansen zonde, maar men zal het toelaten als ze 15 fr. daags betalen. Zoodus met 15 fr. kan men de zonde van dansen afkoopen! Ja't is meer dan kinderachtig! Nu 'k heb het altijd gehoord, met geld kan men alles af koopen tot den Hemel toe. Noo. Dat reglement bestaat elders ook. Pier. Gelooft gij dat ook schapekop? Te Wytschaete is 't maar 5 fr. daags en in de kermis niets. Te Hollebeke, te Zillebeke, teKemmel, te Meesen, te Dickebusch, enz. enz. bestaat dat niet. Zoo ziet ge wel dat 't niet overal en is. Dies. Zijt ge kwaad dê Pier? Pier. In 't geheel niet man, 'k en zegge maar de waarheid, maar die kaloten, die kaloten. Dies. Ja maar wij zijn ook kaloten. Pier. Proficiat man, ge meugt het zijn; met eene dozijn zulke en eenen sou, ge a eene koeke koopen, men hoort geheele dage die historiën uiteendoen, maar... laat 035 daarvan zwijgen en halen wegeene oud] koeien uit oude dijken. Dies. Zeg maar. Noo. Wie passeert er daar? 't is een ^adamtje (allen bij 't venster). Pé. O ja 't is Mance. Pier. Maar Noo, gij zijt curieus. Noo. Bah, ge zegt dat, 'k en doe, maat 'k weet het geerne al. Pier. Moet ge misschien 't eene of q ander overdragen Noo. Sapernulle, dat is te veel, 'k moet mij inhouden of'kzou u... Trêe (in de keuken). Wilt ge den klief, hamer hebben, Noo? Pier. Houdt den kliefhamer maar bij u Trêe, wij en gaan niet vechten. Pé. Maar Dies, gij en zegt lijk niets vandaag. Dies. 'k Ben moê, 'k ga slapen, tot ziens. Noo. Wat hapert er met Dies, 't ]s lijk een die geen drie en kan tellen. Pé. Wie weet dat, 't zal wel passeeren met beteren. Trêetje (aan 't venster). Noo, Noo, je moe kom scheer, ze wach. Noo. 'k Komen seffens, tot ziens. Pé. 'k Ga mêe, mijn baard moet ook 1 nog af. Pier. Zoo moeder Trêe, dat 't wel gaat ik trek er van door. Trêe. Goeden avond Pier, het doet mij vermaak wanneer wij u zienhet doet mij ferme deugd dat al eens te hooren. Maar ik wil niets zeggen, ik ben voor de vrede maar onder ons gezeid en elders gezwegen, veis kaloten zijn er die niet meer aan katholieken gelijken dan 't onderste van mijn rugge aan eene peperbusse. Pier. 't Is waar. Goeden avond. Stefaan. Een van Callens laatste sermoenen. Pax vobis. De vrede zij met u. Vrede is er onder u geweest, raadpleegt uw gehsu- gen, verdrukte parochianen, en ge zult het met mij moeten bekennen. Vrede heerschte er onder u vooraleer ik uw Kemmel kwam overhoop zetten, en de vrede welke gij in dien gelukkigen tijd beleefdet, was een echte vrede, de grootste vrede welken onder men schen bestaan kan. Dan aanzaagt gij mal kander als vrienden, als goede vrienden, als broeders, ja, allen zonder onderscheid. De rustdagen vermaaktet gij u als brav» menschen zich vermaken. De rijken en de armen mengden zich en zochten zich on dereen te verzetten voor zooveel de toestand waarin elk uwer zich bevindt, het toeliet, Geen verstekelingen, ik herhaal het, gij waart allen broeders, en nooit had het iemand in den zin gekregen om, gelijk uit welke reden, zijnen dorpgenoot met nijdig oog te aanzien. Ja, vrede is er onder u ge weest, en dienzelfden wensch ik nogmaals onder u te zien herleven. Ik weet het, gij zijt verdeeld, en aan mij de schuld mea culpa. Ik ben het die hier den schooloorlog voerdeik ben het die al de middelen welke gij kent en niet kent verzon om het doel te bereiken dat ik nu bereikt heb; ik ben het die onophoudend den vrede, waarin gij vroe ger leefdet, overal bevocht; ik ben het die gedurig onder u twist en tweedracht zaaide; ik ben het die familiën scheurde en alle toenadering onmogelijk gemaakt hebik ben het... maar neen, ik zou er geen einde aan vinden. Waarom ook verder mjjne han delwijze jegens u verklaren, aan u, die ze genoegzaam kent om over mijn diepgevallen persoon te oordeelenen wat van mijn ge drag u nog moge onbekend wezen, mag ik ook zwijgen, dewijl mijne beste en getrouW- ste vriendin van vroeger, op het laatste van het getier, dat zij aan de voeten van den gekruisten God, die haar straffen mocht, zoo zij onwaarheid sprak, hield, luidop op meesterlijke wijze in een paar woorden verklaarde wat een verachtelijk mensch ik ben. Mea culpa, ik ben het die den vrede welken gij onder u voedet, verbrijzeld heb, maar nu zij nogmaals de vrede met upax vobis, en moget gij in dien vrede sterven, om allen eens vereenigd te wezen in de gelukzalige eeuwigheid. Amen. m

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1889 | | pagina 2