VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
DE PRINSES MARIA
PAUL JANSON.
LIBERALE ZEGEPRAAL.
Vierde jaar.
Zaterdag 15n Juni 1889.
Nummer 24.
1931 stemmen.
Onderwijzersvervolgiag.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centlemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalènastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden nie* opgenomen.
TE BRUSSEL
UITSLAG.
Ingeschreven kiezers
Tegenwoordige kiezers
Witte of nietige stembrieven
Geldige stembrieven
Hebben bekomen
M. Paul Janson 10,539 stemmen
M. De Becker 8602
Liberale meerderheid
Houra! driedubbel HouraÜ voor de Brus-
selsche liberalen 1Zij hebben de gekrenkte
eer van België gewroken. Zij geven eene
verpletterende neerlaag aan den officieelen
kandidaat van het mouchards-ministerie. Zij
brengen het rampzalig klerikaal bestuur een
zoo harde slag, waarvan het zich nimmer
zal ophelpen.
Eendracht maakt macht.
Met eendracht gestreden tegen den alge-
meenen vijand van 't Vaderland hand in
hand te velde getrokken tegen het klerika-
lismus 11 Zoo hebben de Brusselsche liberalen
gehandeld, en zoo ook hebben zij den vijand,
het klerikalismus overwonnen.
Gansch het land door, uit duizende borsten
stegen Dinsdag 11. vreugde kreten, want de
ze zegepraal is het voorteeken van eene aan
staande verlossing.
Deze zegepraal doet ons in de verzekering
leven dat Belgie nog niet verrot is door het
klerikalismus.
Het ministerie Beernaert-Devolder heeft
alle invloed verloren, het heeft Belgie ont-
eerd. Het moet verdwijnen. De klerikale
meerderheid zal welhaast in rook vergaan.
De klerikale meerderheid is de wezentlijke
vertegenwoordiging niet meer van 't land.
Het klerikaal ministerie is tot stand geko
men door de verdeeldheden van de Brussel
sche liberalen.
Het klerikaal ministerie zal verdwijnen
door hunne eendracht.
Ja, de eendracht onzer Brussselsche vrien
den moet het land redden. Voortaan zullen
fl4e Vervolg.)
Zij stapte in groote haast de enge valbrug
over. De dolfijn volgde haar werktuiglijk,
als bewusteloos, en vond geen enkel woord
te uiten. Echter toen de maan opeens achter
de wolken verdween, en zij beiden tusschen
eenige bloemige struiken voortwandelden,
kon de ongelukkige minnaar zijne liefde niet
langer bedwingen en onstuimig drukte hij
voor de laatste maal aan zijn hart de schoone
beminde die zijn heil had moeten worden en
morgen zijne moeder wezen zou.
Een paar uren later was de groote zaal
van het hertoglijk slot, op de schitterendste
wijze verlicht en versierd. Onder de hooge
gotische koepel aan de zuidzijde, zaten, op
een in kostelijk hout gebeitelden en met zijde
en fluweel overwelfden troon, koning Philips
de Stoute tusschen den hertog van Braband
en zijne schoone zuster. Om hen heen ston
den de edele heeren en vrouwen van beider
gevolg en hofhouding in bonte lustige rei
geschaard en luisterden met aandacht naar
het koor der minnezangers, hetwelk, onder
de leiding van Meester van Heelu, een zege
koor uitvoerden. Dit koor zong uit volle
borst het volgend referijn
Klink nu blij, zegeklank
zij vereenigd blijven, dit is ons vurigste, dit
is het verlangen van geheel het land. Wij
begroeten hunne eendracht! hunne zegepraal
door eene driedubbele Houra
Paul Janson werd te Herstal, bij Luik, ge
boren den 11 April 1840. Hij is dus heden
49 jaar oud. Zijn grootvader was advokaat
tijdens de Fransche Omwenteling en gaf zich
in 1793 als vrijwilliger aan. Hij huwde te
Luik en stierf daar als rechter.
De vader van Paul werd in 1810 te Luik
geboren. Hij heeft oneindig Yeel gedaan om
zijne familie op te voeden en ?.ijne zoons een
schoon en goed bestaan te schenken. Hij is
gelukt en werd beloondzijne zoons beklee-
den eene hooge plaats aan de balie, in het
leger en in de politiek.
Paul Janson volgt de leergangen van het
atheneum te Brussel van 1851 tot 1856 en
treedt hetzelfde jaar in de Vrije Hoogeschool.
Hij wordt doctor in de wijsbegeerte en lette
ren,met de grootste onderscheiding benoemd.
Gedurende zijne vrije uren leest hij veel, zijn
geliefde schrijver is Proudhon. In 1859 begon
hij zijne studie in de rechten en verlaat de
Hoogeschool het volgende jaar, omdat de
bestuurraad eene beurs aan zijnen broeder
Georges weigert, onder voorwendsel dat Paul
er reeds eene had en men geene twee beur
zen aan twee leden derzelfde familie kon
geven.
Na deze parade, zooals 1'Etoile beige zou
zeggen, studeeren Paul en Georges te zamen
zonder de leergangen te volgen en Paul on
dergaat het onderzoek van doctor in de rech
ten, den 3 April 1862, met de grootste onder
scheiding.
Om te leven geeft hij lessen in de grieksche
en de latijnsche taal en in de rekenkunde. In
1861 vertrek hij naar Baudout', waar hij tot
April 1862 in de familie De Fuisseaux blijfi.
In 1862 brengt Janson vier maanden te
Londen door, met behulp eener beurs van
1000 franks, die hem door de regeering ge
schonken wordt. In de groote stad werkte
Luid en lang.
Brabands vaan zij hoog in eeren
De vijand vluchtte bang en laf,
Verstoof als kaf,
Terwijl wij juichend wederkeeren.
Toen dit referijn geëindigd was, kwam
van Heelu voor den troon van zijnen hertog
staan, boog eerbiedig het hoofd, greep bezield
in de snaren zijner lier en zong met zijne
krachtige, manlijke stemme:
Eer eens de vreemde in 't vlaamsche land
Zal heer en meester zijn.
Eer ligge de laatste vlaming dood
En Vlaanden als woestijn....
Die treffende, vaderlandsche woorden
brachten een glimlach op de lippen des fran-
schen konings, maar deden tezelfdertijd de
oogen van den hertog zonderling stralen
vuur schieten. Hij ook, de zegerijke vorst
van Brabant, huisde in het leeuwensterke
lijf eene dichtersziel, die niet alleen de liefde
maar ook met klem en nadruk den moed en
de dapperheid bezingen kon. Hij daalde van
zijn troon af, drukte de hand van zijnen trou
wen minnestreel van Heelu met warmte,
vroeg hem zijn snarentuig en, de fiere leeu
wenmanen schuddend, deed hij met daveren
de stem deze woorden door de slothalle
dreunen
Eer eens de vreemde in 't vlamsche land
Den vlaamschen man verdrukt,
Eer weze ons zwaard uit lood gesmeed
hij veel in de rijke boekerij van het Britsch-
Museum.
Hij is man geworden
Het is een volksredenaar. Als hij spreekt
verheft hij altijd zijne toehoorders of grijpt
hun aan met zijn warm, overtuigend woord
en met zijne houding van een leeuw in woede.
De reeks zijner politieke processen begint
in 1866. Hij pleit met De Fuisseaux voor
Gillard, opsteller van Le Grelot, beschuldigd
van beleedigingen tegen Napoleon III. Vrij
spraak volgt. Hij pleit met Robert voor Ba-
chélery, van hetzelfde beschuldigd. Veroor
deeling. Hij pleit voor Mandel, opsteller van
La Cote-Libre, beschuldigd van De Bavay,
prokureur generaal, beticht te hebben zijne
plicht niet te doen door Langrand en C!e niet
te vervolgen. Vrijspraak. De Bavay geeft zijn
ontslag. In 1866 biedt men eene nieuwe kan
didatuur aan, doch slechts in 1869, in de
maand October, voor de gemeentekiezingen
treedt zij voor goed op den voorgrond.
In 1862 geeft hij met Leon De Fuisseaux
een vlugschrift uit, waarin hij de onschuld
bewijst van twee veroordeelden der Zwarte
Bende van Bergen.
Zijne eerste politieke redevoering spreekt
hij den 22 Maart 1863 in La Louve uit, te
gen het verbond om al de uittredende afge
vaardigden te doen herkiezen. In 1863 wordt
hem eene kandidatuur aangeboden, maar
hij heeft den vereischten ouderdom niet.
In 1864 pleit hij met Robert het proces De
Buck. Het is gedeeltelijk aan het schandaal
door dit proces verwekt dat de liberalen op
nieuw aan het bewind komen.
Den 5 April treedt hij in het huwelijk met
mejuffer Amoré, onderwijzeres bij mejuffer
Gatti.
Van 1871 tot 1876 doet Janson van zich
niet spreken. Hij studeert en voornamentlijk
in natuurlijke wetenschappen, onder de in
gevingen en met een raad van Heet. Denis.
In 1878 komen de liberalen weer aan het
bewind. Om hen te behagen stemt Janson
voor het budget van oorlog. De Fuisseaux
stemt tegen.
In de maand December 1879 oudervraagt
hij den minister over de geweidaden der
gendarmen tegen de werkstakers van Cha-
En 't hart ons uitgerukt.
Door het bezielingsvuur des hertogs waar
lijk medegesleept, gaf de steeds kalme en
achterdochtige fransche vorst nu zelf het
teeken tot het gejuich, waaraan geen einde
scheen te willen komen. Op een teeken van
Jan van Heelu vielen de minnezangers op
nieuw met hun zegekoor in, en toen er we
derom stilte werd verkregen, drong de lui
mige schildknaap des Hertogs, Godekin Van
de Stalle, zich vooruit, en bracht onmiddelijk
alle gemoederen in lustigen zin, terwijl aller
aangezichten eenen lach niet bedwingen
konden. Trouwens die Godekin stond in heel
Braband bekend als de geestigste, grappigste,
en aardigste edelman van het hof. Hij, klein
van gestalte, en niet zeer sterk gespierd,
zette zich in eene dreigende houding, en zong
met zooveel mimiek en snaaksch gelaatsver-
vringen, dat alle aanwezigen het moesten
uitproesten van dolle pret
Eer eens de vreemde in 't vlaamsche land
De blonde meisjes kust,
Eer worde ons bloed tot karnemelk
Ja, eer de maan gebluscht.
Mijn hemel, heer Godekin! sprak jonk
vrouw Maria, indien gij niet zoo dapper het
zwaard handteerdet, zou men zweren dat gij
voor de lier geboren waart.
Meester van Heelu, lachte de Hertog,
zorg toch dat sher Godekin niet zonder lier
uitgaat.
telineau. Hij stelt zich tevreden met het hoo-
ren lezen door minister Rolin eens verslags
van den kommissaris van 't arrondissement 1
In 1880 stellen de brusselsche werklieden
4 werklieden-kandidaten voor tegenover die
der liberale associatie. Janson spelt hen de
les in een banket en zegtaan de werklie
den-kandidaten die van nu af het algemeen
stemrecht vragen, zal ik zeggen dat zij zich
bedriegen en dat de kieskwestie slechts rijp
zal zijn wanneer die van het langer middel
baar en hooger onderwijs zal opgelost we
zen
In hetzelfde jaar grijpt te Brussel eene
groote manifestatie ten voordeele van het
algemeen stemrecht plaatsDefuisseaux
neemt er deel aan, Janson ontbreekt.
Toen de klerikalen in 1884 aan het bewind
kwamen was hun eerste werk het afbreken
der schoolwet van 1879, eene wet die voor
doel had het onderwijs tot in de verholenste
hoekjes onzes lands en tot in de schamelste
werkerswoningen te doen doordringen. Als
echte volksvrienden hadden de liberalen het
zich ten plichte geacht de arme lieden, die
onder zoovele opzichten van alle gunsten en
voordeelen verstoken blijven, aan de welda
den van een degelijk lager onderwijs te laten
deelnemen. Het werkmanskind, dat soms tal
van kiemen van vernuft en ontwikkelbare
geestesvermogens bezit, moest terecht in
staat gesteld zijn die te laten blijken, te ont
wikkelen en zoo mogelijk zich bij middel
dezer wat te verheffen. En hoewel zulks nog
maar billijk en recht was, deed die goede
liberale maatregel de partijgangers van on
wetendheid en geestesverstomping uit hun
vel springen. De werkman moest volgens
hen, van alle goed onderwijs, van alle dege
lijke verstandsontwikkeling verstoken blij
ven en daarom voerden zij dien hevigen
oorlog tegen de goede gemeentescholen;
daarom vervolgden en beschimpten zij de
gemeenteonderwijzers en de ouders, die hun
ne kinderen ter gemeenteschool zenden durf
den daarom zaaiden zij in do vreedzame
dorpen, in de huisgezinnen en in de familjen
Hartlijken dank, mijn edele Hertog,
was het antwoord des luimigen ridders.
Doch uwe Hoogheid moet weten, dat mijn
ideaal in de poëzie steeds wasde oorspron
kelijke lier. Nu, niemand is het onbekend,
dat de god Appolo speelde tusschen de hoor
nen van een ossenschedel. Wanneer ik, bij
onzen naasten veldtocht een Luikschen
ossenkop met hoornen zal kunnen buit ma
ken, dan zal ik Meester van Heelu bidden mij
eene lier....
Een algemeene schaterlach onderbrak hem.
Ik wanhoop maar u ooit ernstig te zien
worden, mijn beminde schildknaap, zei her
tog Jan.
Uwe Hoogheid wanhoopt gemakkelijk,
antwoordde Godekin. Wachten, opent de
groote zijdeur, opdat onze dappere hertog
aanschouwe hoe ernstig zijn schildknaap
eene school van vrouwelijke minnestreeltjes
heeft opgeleid.
De deuren vlogen open en eene bende der
schoonste meisjes en pagen van den gouw
traden binnen en strooiden bloemen voor den
vorstelijken troon onder het gezang van
Braband den grooten hertog,
Goedheil den dappren man,
Hoezeewat mint ons hert toch
Den onverwinbren ridder Jan!
Wordt voortgezet.)
111
22,546
19,372
231
19,141
HET WEEKBLAD
i.^-rng7r>^©^<naïïrrw^