YAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. DE PRINSES MARIA Vierde jaar. Zaterdag 13n Juli 1889. Nummer 28. Zoo het geene comedie is, wat is het dan STADSNIEUWS. Onderwijs en Feesten. Bezoek. Aanhouding. Artistieke bijval. Tram IJperen-Vcurne. Betooging. Bemachtiging. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechter lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamd artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en nderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Als er een rijk persoon ziek is dan loopen da papen de schoen van hun voeten, vooral als zij denken dat hij zou kunnen wegsleeren zonder biechten, om hem te bezoeken. Is liet een arme duivel dan gaan zij er zoo weinig mogelijk Waarom? De rijke zal een groote dienst doen zingen en stukken van vijf franken zui len in den koffer van M. pastor regenen. De arme integendeel zal met moeite eene lezende mis kunnen betalen En de dooden begraven is een werk van bermhertigheidWel goede God Voor den rijke zing en klingelt men, men doet alles met groote pracht, langzaam en statig Voor den arme snabbel t de priester wat gebeden tusschen de tanden en door den neus, hij verlangt om er van af te zijn en de vuilste en leelijkste kerkgewaden zijn al wel genoeg En Christus zegde dat de menschen al broeder zijn. Wel goede God Als er een arme sul, die door kommer, ge brek en lijden zijn verstand verliest en zich in een oogenblik van zinsverduistering zich zellsmoordt dan sluit de pastor hem uit de kerk. Er is geen oogsken vet op of wat nog erger is als er een arme dompelaar van zijne wagen valt zooals deze over eenige jaren buiten stad verongelukte, maar die geene familie had en dus geene mis kreeg, dan voert men hem zonder kruiszonder gewigdwater, zonder een vaderons naar het kerkhof en het vuile Nieuwsblad vindt dat geheel natuurlijk En als een rijke in de kerk niet wil begra ven worden dan is het eene delving omdat er nog kruisken, nog wijwater, noch gebeden is Van de eerste kwam er niets, van de twee de was er geld te winnen Daarom dat verschil in het gedrag der zwartjes Is dat geene comedie In de laatste zitting van den gemeenteraad heeft den heer Colaert nog eens het tipie der f 17* Vervolg.) De stem der kleine Geraldina deed de eenige goede vezel in het hart des ellende- lings wederom trillen. Het scheen hem dat hij die stem meer had gehoord, dat zij geleek aan deze van Geralda, en het lied klonk hem als onheilspellend en vol verwijt in de ooren. Hij staarde vorschend het kind aan, en werkelijk meende hij in hare trekken als eene herinnering aan deze van zijn slachtof fer weer te vinden. Daarom was liet dat hij zoo eensklaps verbleekt was. Toen de kleine haar lied ten einde had gezongen, juichte de koning toe en sprak Dat is waarlijk schoonHertog, ik wensch u geluk. Kom hier, lieve knaap, dat ik u kusse. Wie leerde u zoo 6choon zingen Zingen leerde mij mijne moeder, Sire, sprak het kind; het liedje leerde mij onze genadige prinses. Zoo, zoo, lachte Philips; onze schoone bruid speelt den muziekmeester voor hare pagen. Ik moet haar geluk wenschen. Zijt gij niet uit Vlaanderen vandaanlief kind klerikale dompers laten zien. Sinds onheu gelijke tijden was het onderwijs in de stads scholen volstrekt kosteloos en nooit is er daartegen iets ingebracht geweest, omdat onze gemeenteraadsheeren overtuigd waren dat er niet te veel kan gedaan worden om aan de volkskinderen een goede opvoeding en een degelijk onderwijs te verschaffen. Doch ons kontroleurken is van een ander gedacht. De man kan niet verkroppen, dat onze goede stadsscholen zooveel leerlingen tellen en hij zoekt van alle hout pijlen te maken om het stedelijk volksonderwijs te benadeelen, in afwachting dat het hem en zijns gelijken gegeven zij het heelemaal af te breken en te vernietigen. Onder voorwend sel van de belangen der gemeentekas te be hartigen zou de kadodder willen dat men schoolgeld eische van de kleine burgers, de bedienden, de nederige beambten en zelfs van de werklieden, die hunne kinderen naar de stadsscholen zenden. Hij weet dat het betalen van eon schoolgeld voor die menschen een te zware opoffering daar stellen zou en h'j hoopt zoo een zeker getal leerlingen uit de goede stadsscholen te kunnen verwijde ren. En daar hij weet dat zulks geen water op de molen der kiezers is, steekt hij zijne booze inzichten duikertje weg achter de be langen der stadskas. Denkt eens dat ware eenige honderden franken profijt voor de stad Doch hij laat den klerikalen aap te gauw uit de mouw komen. Dat hij zich om de be langen der gemeentekas bekreunt als een uil om een waterpot, blijkt uit zijne vraag om eenige duizenden met volle handen uit het venster te gooien, ten einde feesten in te richten ter gelegenheid der tram-inhuldiging. Dus hij zou willen eenige konderden franks ten nadeele van het onderwijs uitsparen en van een anderen kant vergt hij een geld- verkwisting van verscheidene duizenden om zijn godgewijd persoontje bij de herber giers aan te bevelen. Men heeft hem schoon op te werpen dat de begrooting der Thuin- dagfeesten reeds zeer hoog beloopt en dat zulks voor eene stad als Yperen voldoende zijn moet; niet te doen voor tram-inhutdi- gingsfeesten moeten er duizenden op straat gegooid wordenHet heilig vat heeft liever het volk te vermaken dan het te onderwijzen. Dat is zoo gevaarlijk niet voor mannen als hij en zijne kliek, die met appelen voor ci troenen te verkoopen met beloften en., rotte appelen vooruit komen moeten. Neen, Sire, ik ben geboortig uit Calva dos, in het bisdom van Bayeux. Wie mag dat kind wel zijn en wie bracht haar hier? dacht de Bisschop. Zoo, zoo, Bisschop, sprak de Vorst, uwe geestelijke schapen en lammeren heb ben mooie stemmetjes. Heu, lieu, Sire! ze bleiten wel, stiet Bayeux met eenen lach uit. Manasses, reeds onkennelijk door zijne gedaante verwisseling, veranderde zijne stem en sprak scherp lachend Heu, heul... De lammetjes blaten wat mooier dan den herder, niet waar kozijn? De koning dreigde den zot met eene kastij ding, maar loeg toch dat hij schokschou derde. Bayeux loeg niet minder. Heu, heu 1 Met uw verlof, Sire, zei hij, in mijn bisdom kan iedereen zingen. Heu, heu, heu! Ik heb eens eene vrouw gekend... O die stem, die stem..., riep hem weêr iets in zijn binnenste. Wat krijgt gij, Bisschop? vroeg Philips, gij valt uit uwe redevoering. Kiets, niets, Sire! Ik heb eens eene vrouw gekend.... en.... en die kon goed zingen. Heu, heu, heu Wel, mijn vernuftige vassaal 1 Ik heb er zoo wel duizenden gekend.'t Is jammer De kiezers zuil m het zich op tijd en stond wel weten te herinneren. De luitenant-generaal graaf Jamagata Ari- tomo, minister van Inwendige en algemeen naziener des legers van Japonië, heeft Don derdag laatst, in gezelschap van een hoofd officier zijner omgeving, een bezoek aan onze Rijschool gebracht. Te dier gelegenheid deden de officieren en onder-officieren allerlei oefeningen in de loop- en renbanen en in de gymnasium. De Japoneesche minister was uiterst voldaan over de uitvoering dier oefeningen en heen gaande heeft hij de Majoor-bevelhebber zijne tevredenheid uitgedrukt en hem hartelijk gelukgewenscht. Om 5 1/2 ure is hij met zijn gevolg naar Brussel terug gekeerd. Waarschijnlijk zullen er toekomend jaar eenige Japoneesche officieren de leergangen onzer wijdvermaarde Rijschool komen vol gen. Onze wakkere politie heeft in de Scha penbout alhier een oud-heerenknecht aan gehouden, die verdacht is van medeplichtig heid in den diefstal van het paard van luite nant Bocquet. Hij loochent zulks stellig, maar het gerecht vergt iets meer dan looche ningen en intusschen zit de kerel ratatoe te verorberen in 't pensionnaat op 't einde der Elverdingstraat. Onze talentvolle stadgenote Mej. Louise de Hem komt wederom op het gebied der kunst een reuzenstap te doen. Men weet dat de jury der Expositie van Parijs haar een Nr 1 voor de plaatsing had verleend, iets wat zelden voorkomt bij jonge artisten. Een nieuwe artistieke bijval komt aan de jeugdige schoone te beurt te vallen. Het fransch gouvernement komt een harer doeken van den salon van Parijs aan te koopen. Dat is de grootste onderscheiding welke onze geniale en geestige stadsgenote zou kun nen verlangen. Vergeten wij hier niet bij te voegen, dat van den eersten dag der opening der Exposi tie van schoone kunsten te Mechelen, de be- dat de zilveren lepels reeds uitgevonden zijn in uw gouw zou mon ze wel uitvinden. Bis schop Heu, heu, Sire! in mijn gouw wordt alle goud en zilver aan den Bisschop ge schonken, die 't aan den Koning overmaakt. De Koning antwoordde niet. Waarlijk, dacht de nar, indien de boos heid en de hebzucht nog uit te vinden wa ren.... De Koning noemt hem Bayeux, zou die het zijn! dacht Geraldina. Arme moeder! Wat zou ik dien man haten Mijn hertog, sprak nu Godekin, indien gij het toestaatzal ik de feestelijkheid staandervoets voortzetten. Wie zou u iets kunnen weigeren, mijn vrolijke schildknaap? wedervoer nu Jan I. Welnu, hernam Godekin, ik moet dee moedig eene bekentenis doen. Speelde onze schoone prinses voor muziekmeester, uw dienaar speelde voor dansmeester. Voor dansmeester viel do nar in. Ei, ei, edele heer, dat wil ik aannemen, met zul ke.... beenen als die van uw Dapperheid kan men.... Ja, dit kan men, riep Godekin en trap te den nar tegen de schenen. Bewaar dat met oorlof van Zijne Majesteit. Als een getergde jakhals, voelde Manas- stuurlijke commissie haar fraai tafereel de Kazen heeft aangekocht. Komaan! tot spijt van wie't benijdt ons Yperen is nog als kunst wieg niet dood, nu er zelfs lieve dames oprijzen om onzen ouden kunstroem te staven. De aanleggingswerken van den buurt spoorweg IJperen-Veurne zijn bijna voltrok ken en men verzekert ons dat de lijn een dezer dagen ten dienste van 't publiek gesteld zijn zal. Er zullen zes heen- en zes weerreizen daags zijn met kaartjes heen en weer geldig voor éénen dag. De prijs der plaatsen zal berekend zijn op G 1/2 centiemen per kilometer in 2B en op 8 centiemen in le klas. De omweg langs Loo zal in den omreisprijs van IJperen naar Veurne niet medegerekeni worden. Dinsdag avond was gansch onze stad te been. De heeren Officieren der Rijschool hadden eene betooging ingericht ter eere va» hunnen gezel de heer luitenant Bocquet. Men weet dat de knecht van dien officier het aanlokkelijk gevonden had met den klepper zijns meesters het hazenpad te kie zen. Na vele opzoekingen was de heer Bocquet er in gelukt zijn paard in de omstreken van Duinkerke terug te vinden. Te dier gelegenheid zijn een veertigtal officieren der Rijschool naar Vlamertinghe op hun makker gaan wachten, die met zijn paard, gansch met veelkleurige linten en bloemtuilen versierd, uit Duinkerke terug kwam. De heeren onderofficieren en brigadiers zijn den stoet tot aan de statie tegemoet ge gaan en hebben den verloren zoon een plateel haver en wat lekkernijen aangeboden. Zij boden den verloren zoon insgelijks drie bloemtuilen aan en vormden dan te voet de haag langs het paard om de stad in te komen. Hunne inkomst in stad is een echten triomftocht geweest en overal, waar zij doortrokken, hoorde men niets dan gejubbel te hunner eer. Bij koninklijk besluit van 10n dezer is de ses zich onstuimig door razernij aangegre pen. Zijn ridderlijk eergevoel kwam als eene natuurdrift boven, doch hij deod eene boven natuurlijke poging op zijn gemoed en bedacht dat jonker Godekin, die overigens geen boos aardig mensch was, bem enkel behandelde zooals men in die nog half barbaarsche tijden, met vele narren te doen plag. Jonkvrouw Maria had echter, hoewel gansch de omge ving pret vond in Godekin's handelwijze, diep medelijden met den zoo vernederden banneling en de kleine Geraldina voelde twee dikke tranen langs hare wangen rollen. Arme vader! Wat moet hij lijden! zuchtte zij. Het gelaat van Manasses vertrok tot eene akelige kluchtige grimas, en met eene stem die hem in de keel bleef steken, sprak hij Dank-je wel, edel neefje! Tot een naasten keer, wanneer 't u zal believen, snapte Godekin. Ja, mijn edele Hertog, ik speelde voor dansmeester, en Uw Hoogheid kan heden reeds zien hoe mijne soldaten de Luikenaars hebben doen dansen. Doch ik heb nog andere discipelen; hier zijn ze. Welaan, blozende meisjes en frissclie knapen, gij zult uwen vorst laten zien, dat ik aan u mijn latijn niet heb verspild. Voor waarts, en laat de beentjes dooreenflikkereri als de blaasjes in een beker van den zoeten wijn van het schoone land van Champagne Komaan Wordt voortgezet.) HET WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1889 | | pagina 1