VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
DE PRINSES MARIA
Vierde jaar.
Zaterdag 24n Augusti 1889.
Nummer 34.
Onze Moeder.
De klerikalen aan 't werk.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. 50 voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncem 15 cent. per drukregel. Rechter
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd.De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor bet buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaainde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
uderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
J1loeder gelast zich niet zoo bereidwillig
met het onderwijs onzer kinderen om der
wjlle van onze kinderen als om haren invloed
op de ouders uit te oefenen.
Moeder heeft daarbij nog een tweede oog
wit dat is aan de kas der ouders te geraken
en zooveel mogelijk de wereldsche centen te
verkristel ij ken. Dit is een der menigvuldige
middelen die zij weet ie gebruiken om haren
rijkdom en hare macht uit te breiden.
Wij willen diesaangaande een eenvoudige
en ware geschiedenis vertellen. Het is die
van een onzer vrienden. Zij dagteekent nog
maar van eenige maanden. Onze vriend be
woont eene groote stad en bleef over 10 jaren
weduwenaar met 3 kinderen waarvan 2
dochters. Op uitdrukkelijk verzoek zijner
afgestorvene echtgeuoote en tegen zijn
eigene overtuiging deed hij aan zijne twee
dochters wat men eene godvruchtige op
voeding - noemt, geven, 't Is te zeggen dat
de meisjes naar de nonnenschool en later
naar het nonnenpensionaat gedaan werden,
terwijl de zoon op het atheneum en later aan
de Hoogeschool studeerde.
Als de dochters in vacantie uit hunne kost
school terugkeerden, ontwaarde de vader
niets bijzonders in haar gedrag. Wel gingen
zij veel ter kerk, meer dan het hem aange
naam was en meer dan hij het noodig vond.
Maar hij aanzag dit als het gevolg van eene
gewoonte die hij weldra zoo dacht hij
zou weten te verbeteren als de meisjes eens
voor goed naar huis kwamen.
Haar gesprek gaf hem zoo min stof tot
argwaan als linar gedrag. Als hij aan zijn
oudste dochter deed voorzien dat hij op het
einde van hare studiën wachtte om haar het
beleid van het huishouden, door Moeder's
dood opengevallentoe te vertrouwen, scheen
het meisje volgeern die taak aan te willen
nemen en er zich met moed voor toe te be
reiden.
Tweede deel.
20Vervolg.)
Twee jaren na de gebeurtenissen, welke
wij komen te verhalen, bevond zich het fran-
sche Hof in het zomerverblijf te Saint-Cloud.
De liefdebetuigingen jegens zijne jonge ge
malin hadden bij den grijzen koning slechts
als een stroovuur opgeflikkerd, hadden enkej
een oogenblik geduurd en waren in groote
koelheid veranderd. Doch die koelheid was
slechts geveinsd, zooals vroeger zijne liefde
was geveinsd geweest. Nu eerst begon de
oude man zijne jeugdige egade waarlijk
hartstochtelijk te beminnen; hij gevoelde
echter dat zijne jaren en zijne krachten bij
haar niet pasten, en werd daarom zeer ijver
zuchtig. Doch oyer die jaloerschheid zelf
schaamde hij zich en verborg de gevoelens
zijns harten onder eene hoffelijke kalmte.
Philips was sedert eenige maanden zeer
menschenschuw geworden. Hij liet het be
heer des rijks gansch in de handen van zijnen
sluwen kamerheer, en vertoonde zich enkel
aan zijn volk, wanneer een der Burgondische
roofridders, die zekere gouwen erg onveilig
maakten, krijgsgevangen was genomen ge-
De goede vader verheugde zich op voor
hand bij de gedachte dat zijne dochters, na
eenige jaren het bestuur van het ouderlijke
huis waargenomen te hebben, dan ook op
hare beurt, en naar het voorbeeld harer
moeder, elk een huishouden zouden stichten.
Met dit vooruitzicht bestuurde hij met eene
nauwgezette zorgvuldigheid het vermogen
dat hij eens aan zijne kinderen zou achter
laten.
Maar hij rekende zonder den waard, 't is
te zeggen zonder Moeder die in 't stille be
sloten had zich ten goede te doen aan het
vermogen dat de zorgvuldige vader voor zij
ne kinderen en hunne lasten in de samenle
ving bestemde.
Was het geen liberaal geld? En was het
Moeder's plicht niet hetzelve te verkriste-
lijken? Zij zou het behendig met vollen
eerbied voor de wet naar hare koffers
doen glijden enhaar oogwit was be
reikt
Ziedaar hoe Moeder de zaken in voege
zette. Zij legde hare boontjes zoo gunstig
te weeken dat ze op het gestelde oogenblik
gaar waren en zij nog enkel de moeite had
van ze.... binnen te spelen.
Toen de oudste dochter meerderjarig werd
verklaarde zij aan haar vader dat zij onher
roepelijk besloten had in een klooster te
gaan. De vader was als verstomd over die
onverwachte bekentenis. Hij wist niet dat
Moeder, door het toedoen der maseur-
kens in 't hert zijner dochter de eerste ge
dachte gezaaid en doen ontkiemen had van
zich eens door een leven vol opoffering
aan den Heer toe te wijden. Hij wist niet
dat de biechtvader zijner dochter op bevel
van Moeder zorgvuldig de eerste kiemen
van dit vroom gedacht ontwikkeld had
en dat, door de vermaningen en raadgevin
gen van den geestelijke, dit gedacht allengs-
kens tot een onwrikbaar besluit opgegroeid
was.
De vader moest toegeven. Een eerste derde
worden, en nu op bevel des vorsten in zijne
tegenwoordigheid met groot vertoon en af
schuwelijke martelingen werd ter dood ge
bracht.
De koningin hield zich eveneens in hare
vertrekken opgesloten, wandelde bij dag te
paard in de omstreek of ging ter valkenjacht
uit. Daar zij kinderloos was, verveelde zij
zich dikwijls uitdermate, en zocht toch wei
nig de feesten en vermakelijkheden, waar zij
gevaar liep den Dolfijn 1e ontmoeten. De
prins van zijn kant vluchtte het Hof en zijne
ouders uit al zijne kracht. Hij zocht de geva
ren en liep in de provintiën tegen vijanden
en opstandelingen oorlogen, en zijne inner
lijke woede tegen het noodlot deed hem
wonderen van dapperheid verrichten.
Het Hof bevond zich dus te Saint-Cloud en
het was er niet zeer vermakelijk. De wan
trouwige Philips de Stoute zag of meende
overal verraders te zien. t>ag en nacht bevon
den zich in het slot een groot aantal wach
ten, en wee den vreemden burgersman, die
ongenood in de nabijheid der burcht kwam.
Wat hij ook vertellen mocht, hij werd zonder
erbarmen opgeknoopt.
In de groote gotische voorzaal, op welke
de vertrekken der koningin uitgang hadden,
waren ook eenige wachten vergaard. Daar
het zeer heet was, hadden die wapenlieden
alle deuren en vensters geopend en zich op
het terras daarbuiten begeven. De officier
van 't huiselijk vermogen verdween in
Moeder's zak, terwijl het klooster, even als
de minaufaurus ui fde oudheid, zjjn jeugdig
slachtoffer verzwolg.
En de vader was als voor eene tweede
maal weduwenaar
De tweede dochter kwam nauwelijks te
huis*of zij gaf het besluit te kennen van,
met hare 21 jaren, het voorbeeld harer zus
ter te volgen.
Men oordeele overlijden toestand van den
vader 1
Maar zie, daar wordt het meisje ziek,
doodelijk ziek. De vader verkrijgt dat zijne
oudste dochter, die haar klooster niet meer
verlaten had sedert zij er zich in terug
getrokken had,'|hare stervende zuster nog
eens zal mogen komen omhelzen.
De non het was geene zuster meer
de non komt, begeeft zich kalm en koud
naar het sterfbed der jonge deerne en daar,
zonder eenen traan, zonder een teeken van
medelijden of van deelneming, neemt zij
afscheid van de stervende.
Daarna, met een droog oog en eene vaste
stem, richt zij zich tot haren vader die zijne
droefheid niet meester kan, en zegt koud
weg:
Vader, ik heb u te spreken
Vader, vervolgt de non toen zij in
een ander vertrek gekomen zijn, ik ben niet
alleen uit mijn klooster gekomen om een
laatste vaarwel aan mijne zuster te zeggen.
Haar afsterven laat mij koel,ja verheugt mij,
want zij zal eene gelukzalige in den Hemel
zijn. Maar mijn klooster is arm. Het heeft
groote noodigheden. Het heeft zelfs dringen
de noodigliedon. Mijne bruidschat, was maar
gering. Het ware Moeder overste en God
aangenaam geweest indien ze wat grooter
geweest was. Nu, met het afsterven mijner
zuster, verwacht ik dat mijn aandeel in hare
nalatenschap niet lang zal uitblijven
En, na deze voor den vader verplettende
die ben bewaken moest, had te veel den
wijnbeker aangesproken en lag nu op zijnen
langen lederen slaapstoel in diepen sluimer
De soldenieren wisten, dat wanneer hij begon
te ronken, zelfs geen donderslag hem wakker
zou geholpen hebben, vooraleer hij zijn roes
je had nitgedut. Zij bleven dus niet langer
voortfluisteren, zooals zij vroeger gedaan
hadden, maar zochten de koelte onder de
dikke bloemstruiken van het terras en gaven
er zich lustig over aan spel en drank. Zelfs
de schildwachten in de voorzaal begonnen
het dragen hunner wapens beu te worden en
de eene vroeg tegen den anderen, duidende
op zijn hoofdman
Zou hij nu vast genoeg sTapen
Een donderslag zou hem niet wakker
krijgen, meende zijn makker.
Kom, laat ons ervan gebruik maken.
De gezellen hebben daar zooveel pret naar ik
zie.
Ja, kom.
Zij plaatsten hunne hallebarden tegen de
pijlen aan en slopen naar buiten, waar eeni
ge hunner kameraden zoo lang zij waren op
de graszode lagen uitgestrekt. Doch de anle-
re vreesden hunne kleederen door dit luie-
rikken te bederven, en daar destijds de sol
denieren geen bijzondere uniform droegen,
en elk zijn plunje koopen moest, betgeen ge
woonlijk gebeurde door een eenzaam wande
lenden burgerman af te maken, zagen zij er
verklaring, verliet de non het ouderlijke
huis.
(Vervolg.)
In ons voorgaande nummer hebben wij het
wetsvoorstel Devolder medegedeeld betrek
kelijk de bekwaamheidskiezers; thans zullen
we do lange lijst mededeelen der huidige be
kwaamheidskiezers, die door deze partij wet
hun politiek recht ontroofd worden en hun
recht van kiezer voor provincie en gemeente
verliezen
1. De tegenwoordige of voormalige Mi
nisters en de Staatsministers.
2. De tegenwoordige of voormalige leden
der wetgevende Kamers en der Provincie
raden, de tegenwoordige Gemeenteraadsleden
en die welke een mandaat van driejaren ten
minste vervuld hebben.
3. De werkelijke, briefwisselende en eere
leden der koninklijke academiën van weten
schappen, letteren en schoone kunsten en
van geneeskunde.
4. De houders van het diploma van tand
meester en van drogist.
5. De dragers van het diploma van licen-
ciaat in de koophandelswetenschappen van
het instituut van Antwerpen, alsook de
dragers van het diploma of getuigschrift van
uittreding, afgeleverd ten gevolge van een
exaam aan de leerlingen die eenen volledigen
leergang van middelbaar onderwijs van den
lageren of van den hoogeren graad in een
openbaar onderwijsgesticht gevolgd hebben.
6. Zij, die met goeden uitslag het openings-
exaam hebben ondergaan in de openbare en
afzonderlijke gestichten van hooger onder
wijs; alsmede in de normaalscholen van den
Staat.
7. De bouwkundigen, gediplomeerd in een
nationaal openbaar of privaat gesticht van
hooger onderwijs; de dragers van het di-
ta nelijk erg tegen op hun dosch te scheuren
of te bevuilen. Daarom had men in de kam
pen bij gebreke aan banken of stoelen, eene
eenvoudige manier van rusten uitgedacht.
Een der kameraden ging op een voorwerp
zitten, een tweede plaatste zich op dezes
knieën en zoo ging het voort tot allen gezeten
waren.
De lustige makkers plaatsten zich nu ook
op deze wijze in halven kring, de eerste
post vattende op eene omgekeerde drink-
kruik, en ongdewongen begon de praat.
't Zou plezierig zijn, niet waar, zei er
een, konden wij cns leven lang met dezen
troost der armen in kring zitten.
De bedoelde armen troost was zijne veld-
flesch, uit welke hij een duchtig slokje nam.
Dat geloof ik meende een tweede. Ik
houd voor mijn deel, veel van het vaderland,
dat is een behoud, vooral wanneer er iets te
profiteeren is. Gij zijt allen zóó, niet waar
kameraden
Ja, zekerriep heel de rei.
Maar ik liete met plezier al de vader
landen van de wereld ten gronde gaan voor
eene enkele flesch van den zoeten franschen
wijn, zei deze die eerst gesproken had.
Dat grondbeginsel werd volstrekt door
allen gehuldigd.
Leve de wijn! juichten zij wat luid.
(Wordt voortgezet.)
HET WEEKBLAD