Klerikaal schandaal.
Het officieel onderwijs.
Bescherming der weezekinderen.
Tentoonstelling van Parijs.
nog voor den Godsdienst hebben honden,
te doen verdwijnen, beslissend in den par-
tijenstrijd getreden is.
Het was in 1863. Den 9 Juni van dat jaar
moesten de wetgevende kiezingen plaats
liebben. De liberale kandidaten waren de
heeren Alf. Vandenpeereboom, minister van
Inwendige, uittredend lid, Leo de Florisone,
uittredend lid, Desiré Vandenboogaerde, no
taris te Poperinghe. De klerikale kandidaten
waren de heeren Kar. Van Reningke, Aug.
Sartel en Gust. Du Pare.
Van af den Zondag 17 Mei, tot groote er
gernis van een groot getal geloovigen, tot
verstomming der algemeenheid, veranderden
al de preekstoelen onzer Vlaanderen eens
klaps in politieke tribunen. In alle kerken,
binst eiken dienst, las men in de sermoenen
(soms met ophelderingen) een omwentelende
herderlijke brief van den bisschop van Brug
ge, nopens de aanstaande kamerkiezingen.
Dat dokument, echt politiek lasterschrift,
was niets minder dan een strijdzuchtige op
roep, eene geweldige ophitsing tot een alge-
meenen en wanhopigen strijd op het kiesge-
bied. Alle zoogezegde grieven van den
Godsdienst (alias der geestelijkheid) in uit
drukkingen, waar bitsigheid en gramschap
in doorstraalden, tegen het liberaal ministe
rie en de kamermeerderheid aanhalende, ge
baarde de hevige prelaat, in zijne epische
uitboezemingen, dat het katholicism zelve in
groot gevaar verkeerde, en, om die ramp te
voorkomen, bezwoer hij alle geloovige kie
zers, in naam van hun heil hier op aarde en
hiernamaals, van hand in hand, in dichte ge
lederen tot de stembus te gaan om de libera
len te verslaan en de kandidaten der kerk te
doen zegepralen.
Nooit had een kiesstrijd het karakter ge
had van dezen dien men toen beleefde. De
openbare meening, aan haar zelve overgela
ten had de vier vijfden der stemmen aan de
liberale kandidaten gegeven en er ware geen
strijd mogelijk geweest, maar de geestelijk
heid beschikte er anders over. Een prelaat
kwam, met den bisschopshoed in de hand,
den strijd inrichten en de geestelijkheid werd
op het kiezerskorps geworpen als eene gier,
die hare prooi voelt ontsnappen. Alle gehei
me bijeenkomsten grepen bij de dekens
plaats; daar zetelde men bestendig; al de
zielenherders liepen er naartoe en kwamen
inlichtingen aanbrengen over hunne scha
pen. Men perste de eigenaars uit om ze te
dwingen voor de goede .zaak te stemmen,
enz
Op dat tijdstip schreef de Etoile Beige het
volgende:
De herderlijke brief van den bisschop
van Brugge lezende, waarover wij ons ge-
dacht uitgedrukt hebben, hebben onze le-
zers moeten bekennen dat de aanvallen
van den prelaat op eene bijzondere wijze
tegen den beer Alf. Vandenpeereboom ge-
richt waren, die zich op 9 Juni voor de
kiezers van het arrondissement IJperen
aanbieden moet. Met de lieftallige en goede
liberalen aan te wijzen, met te spreken
over den afkeer der weldaden, door de
begrooting aan het land toegestaan, zocht
Mgr. Malou gewis het volk op te ruien
tegen een der welwillendste, der onpartij-
digste en der milddadigste mannen, welke
de liberale partij tot eene eer rekent in
haren schoot te tellen.
Gelijk wij het doen opmerken hebben,
zal de bisschoppelijke bliksem het doel
overschrijden, dat hij bereiken moest.
Het geweld schaadt aan alle zaken, zelfs
aan de goede. Eet schaadt vooral, wan-
neer het in handen is van een Godsdie-
naar, die de lijdzaamheid en de recht-
veerdigheid zou moeien aanprediken.
De kiezers van Yperen, wij zijn er van
overtuigd, zullen niet vergeten wat zij aan
hunnen oud-burgemeester, aan hunnen
volksvertegenwoordiger verschuldigd zijn,
en wij hebben te veel vertrouwen in het
gezond oordeel der vlaamsche bevolking
om niet overtuigd te zijn dat zij de diensten
hunner afgevaardigden gedachtig zijn zul-
len. De Ypersche kiezers zullen het als eene
eer aanzien tegen de aanvallen van den
bisschop van Brugge te protesteeren en
zullen hunne vertegenwoordigers naar de
Kamer terugzenden met de eer van het
vaandel ia stand te houden, dat zij sinds
1859 zoo c-ervol dragen.
Wat was de uitslag van dien vurigen pen-
nestrijd?
De heer Vandenpeereboom bekwam meer
dan 150 stemmen meer dan de volstrekte
meerderheid; de heer Leo de Florisone 70
stemmen. De heer Van Reninghe, klerikale
kandidaat, en, gelukkiglijk voor hem, uit
tredend lid, 7 stemmen meer dan de noodige
meerderheid om gestemd te zijn.
Howeldat getal stemmen bekwamen de
liberale kandidaten spijts de uiterste dwinge
landij op de gewetens door de geestelijkheid
geoefend. Predikingen, bedreigingen, bedrie
gerijen, smaad, eerloosheden, onder den
dekmantel van het geheim en in den biecht
stoel aan den man gebracht, door de kleri-
kalen, alles was in het werk gesteld geweest.
Men had voor niet eene. booze daad achter
uitgedeinsd om de buitenkiezers de vrees op
't lijf te jagen. De buitenkiezers bezaten toen
maals krachtdadigheid genoeg om naar die
simonische priesters niet te luisteren, die
hunne heilige zending bezoedelen in het
belang der klerikale overheersching.
En nu?
Nu is het mollenwerk, door Bazile sinds
1863 ondernomen en bedektelijk geleid, af
gedaan. Ons schoon arrondissement Yperen
eertijds zoo liberaal, zendt enkel nog kort
gerokte Jezuïeten, wier gedragslijn vooraf
door menheere den Deken of door Mgr den
bisschop afgeteekend is, naar de Kamer!
De toestand is bedroevend.
Maar is hij zonder uitkomst? Hopen wij
van neen, hopen wij dat, in eene naderende
toekomst, de liberalen van hier, met ver
dubbelden moed en krachtdadigheid, kloek
den strijd aangaan zullen en het gansche
land helpen zullen om de kooplieden uit den
tempel te verjagen
Uns mouchardsministerie moest tot het
einde toe zijnen haat en zijne wraak uitvoe
ren. De ministers Beernaert en Devolder,
de grootste plichtigen in die laaghartige
verklikkerskwestie die (zoo lang gansch het
land heeft bezig gehouden, hebben Mijnheer
Gauthier de Rasse, bestuurder der openbare
veiligheid, in beschikbaarheid gesteld. En
welke was zijne misdaad
Die ambtenaar achtte het als zijn plicht
alles te veropenbaren wat hem van den
beruchten Pourbaix bekend was en aar
zelde niet de medeplichtigheid der heeren
Beernaert, Devolder en Lejeune voor het
gerecht te bewijzen.
Van dit oogenblik was de achtbare be
stuurder als slachtoffer der wraaklust onzer
Meesters aangeduid geen hoon, geen laster
werd gespaard om hem te treffenhet ver
slag zelf door onze ministers aan den Koning
gestuurd is eene aaneenschakeling van on
waarheden.
Hoe laag moeten onze regeerders toch in
de algemeene achting gevallen zijn dat zij
gestadig ambtenaars moeten treffen om hunne
eigene gebreken te verduiken en hunne
dwaze misgrepen te verbloemen.
Die wraakgierige daad is eene gevoelige
kaakslag aan de opepbare denkwijze die
sinds lang onze mouchardsministers on
waardig acht de regeering des lands in han
den te houden en in den raad des Konings
te zetelen.
Waren het zij dan niet die de mouchards
in dienst der veiligheid stelden? Waren zij
het niet die ongelukkige werklieden voor het
assisenhof deden vervolgen? Waren zij het
niet die in volle Kamerzitting leugens ver
telden en aldus de beigische bevolking
bedrogen? Zijn het bijgevolg onze leugenaars
ministers niet die aan de deur moesten vlie
gen?
Het volk zal zich door deze laaghartige list
niet laten bedriegen; de wegzending van M.
Gauthier de Rasse is het doodvonnis van
onze huidige meesters.
Woensdag laatst had er in de Kamers eene
ondervraging plaats van wegens den heer
Bara nopens die hatelijke afzetting. Het
ordewoord was aan de rechterzijde van
niet te. spreken en niette onderbreken; zij
hebben immers de verzekering opgedaan
dat die vuile mouchardskweslie niet kan
verdedigd worden. Men leze de Annates
parlementaires om zich een gedacht te vor
men van de harde waarheden die naar het
hoofd der ministers Beernaert en Devolder
geslingerd werden.
De groote Beernaert was in tijds de zaal
ontvlucht.
Wat er van deze vuile kwestie zal over
blijven zegde de heer Bara, is dat een mi
nister des Konings met twee laaghartige
verklikkers samengezworen heeft om
eenen onschuldigen werkman te doen
veroordeelen. Wanneer zulke daden door
eenminister bedreven worden, zit er geen
bloed meer in de natie zoo zij hem niet
schandvlekt. Gij hebt de macht, voegt hij
erbij, maar wanneer gij komt verklaren
dat eene onzedelijke daad zedelijk is, zal
het door de Kamers goedgekeurd zijn,
maar de openbare denkwijze zal u ver
oordeelen.
En zich meer en meer tot de rechterzijde
wendende, loelk belang hebt gij, vroeg hij,
u aan een, twee onwaardige mannen te
verbinden die door de helft van Belgie als
twee misdadigers aangeduid zijn? Dat
hij recht sta deze onder u die den nacht
met Cousaerl had willen doorbrengen.
Niemand heeft den moed er voor? Uwe
stilzwijgendheid is de veroordeeling van
twee schuldige minis Iers.
Deze mannen, onwaardig voorlaan nog
te regeer en, zendt ze naar hunne eigene
betrekkingen terug en dat het stelsel der
moucliards in Belgie eindige.
Donderende kreten van wsge de linker
zijde begroeten die meesterlijke redevoering;
de rechterzijde ligt verpletterd.
Donderdag is de bespreking door den
heer Janson voortgezetde rechterzijde mag
zich aan harde zweepslagen verwachten.
Geen schooner en nuttiger instelling heeft
voorzeker in Belgie eens bestaan; nooit heeft
een werk meer vruchten van zich geworpen
dan het officieel onderwijs, in de jaren 1879
tot 1884. Dit tijdstip heeft maar, al te onge
lukkiglijk voor ons, slechts van korten duur
geweest. De herkiezing van 1884 heeft de
liberale kamerleden vervangen door eenen
hoop uitverkorenen der papen (mouchards),
slaven der bisschoppen; en deze, slechts den
wil der zwarten, in plaats van dien van het
volk uit te oefenen, hebben zonder uitstel
eene wet gemaakt waarvan het gevolg was,
dat meest al de otBciëele leergangen vervan
gen werden door de zoogenaamde scholen
met God, aan wier hoofd, onder een zwart
kleed, dikwijls een door de justicie opge
zochte schelm staat. Wat zijn de scholen van
1879 in vergelijking met deze van den dag
van heden?
Degene van 1879 vormden nog den geest
en de opvoeding des jongetings volgens een
gezond, regelmatig en menschelijk gedacht,
terwijl deze van 1884 van hem slechts eischt
ten dat hij goedwillig de minste bevelen der
zwarten uitoefent om hem immer door zijne
verstompte leering onder de hand to kunnen
drukken.
Deze toestand zal weldra veranderen. De
oogen der kiezers beginnen open te gaan
door de schandaden onzes ministeries, en wij
twijfelen geenszins of in Juni aanstaande
zullen al die rare klerikale vogels, die thans
in het paleis der Natie huizen, vervangen
worden door heeren, die met meer beleid en
kennis van zaken do belangen des lands
zullen weten te regelen, en die met geene
opslokers, dieven en andere schelmen in
betrekking zullen wezen, s. B.
Het wetsontwerp, dat aan de wetgeving
onderworpen is, op de bescherming der ver
latene en mishandelde kinderen, is ongeluk
kiglijk niet volledig.
Het schept slechts bescherming ten voor-
deele der kinderen, wier ouders monsters
zijn en die zich onwaardig gemaakt hebben
nog eenig recht op hun kroost te bewaren.
Gelukkiglijk zijn dergelijke ouders uitzon
deringen in onze maatschappij, doch het
was niettemin noodig maatregelen te ne
men om die arme kinderen aan hunnen ver-
derfelijken invloed te onttrekken. Bovendien,
als het. de toekomst der kindschheid geldt',
kan men geene beschermingsmiddelen ge
noeg nemen.
Het geld dat daartoe verteerd wordt
om van een armen straatlooper een eerlijken
werkman te maken, zal immer wel ge
plaatst zijnhet is trouwens eene besparing
voor later; want 't gene de straatlooper kost
in zijne jeugd zal rijkelijk ingewonnen
worden op de onkosten van het bestuur der
gevangenissen, der bedeïaarsgesiichten en
op den openbaren bijstand.
Er bestaat echter nog eene leemte in
onze wetten opzichtcns ouderlooze kinderen
die in bijzondere ges!ichten opgenomen wor
den. Men weet niet wat al gebeurt ia
zekere weezengestichten, alwaar, 0n(i
voorwendsel van liefdadigheid, jonge kinde
ren aanvaard worden om ze uit te putten
met kanten te spellewerken en andere der
gelijke handwerken, die nooit een betamelijk
dagloon opbrengen, maar alleenlijk aan de
exploiteurs profijt verschaffen. Daarenboven
de ontoereikendheid van het onderwijs en
van de opvoeding dezer weezen maakt zo
onbekwaam om de worsteling voor het
leven vol te houden.
Wij vragen dat de wet de arme weezen
beschermen evenals de zinneloozen.
Niemand mag een zinneloozen gesticht
openen in Belgie zonder de bemachtiging van
't Gouvernement en zonder zich te onder
werpen aan veelvuldige toezichteu en voor
waarden.
Integendeel, iedereen mag een weezenge-
sticht, openen met de medehulp van Broe-
derkens van Iionsse, Maltebrugge of van
Kain, zonder welkdanig toezicht te moeten
onderstaan.
Het ware dus wenschelijk dat men wetton
kon sarden, die een degelijk toezicht daar-
stellen ten voordeele der weezekinderen, in
bijzondere gestichten opgesloten.
De Monüeur kondigt koninklijke beslui
ten af waarbij eene massa toelagen aaa kerk
fabrieken toegestaan worden: voor franks
161.619-80.
Middelerwijl heerscht er in al de andere
besturen groote ellende.
De opslorpende geestelijkheid schuimt het
potje. Zij is meester en benuttigt haar mees
terschap.
De tentoonstelling van Parijs is gesloten.
Zij genoot eenen buitengewonen bijval. Al
de landen der wereld hadden er hunne voort
brengselen naartoe gezonden en bewoners
van de vijf werelddeelen hebben haar be
zocht. Men heeft aan de winketten 28 mil-
lioen, 149 duizend en 352 ingangkaarten
ontvangen. Dat maakt 4 en half maal de
gansche bevoking van ons land uitl Nog
nooit heeft eene tentoonstelling zoovele be
zoekers geteld.
Het totaal der ontvangsten beloopt tot 49
millioen en de uitgaven tot 41 millioen; er
blijft dus eene winst van 8 millioen, die in
de Staatskas zal gestort worden.
Volgens de berekening der policie hebben
er een millioen en half vreemdelingen de
tentoonstelling bezocht, waaronder;
225,400 Belgen,
380,000 Engelschen,
160,000 Duitscuers,
52,000 Zwitsers,
56,000 Spanjaards,
38,000 Italianers, enz.
In evenredigheid van de bevolking hebben
de Belgen het grootste getal bezoekers gele
verd. Men berekent dat de bezoekers aan de
tentoonstelling ten minste een miliiard en
half franken te Parijs gelaten hebben 1
De tentoonstelling is niet alleen eene ex
positie geweest van voorwerpen maar ook
van gedachtende natiën der wereld kwa
men daar niet te zamen om bloed te vergie
ten, maar om er de vreedzame lauweren van
vooruitgang, kunst, beschaving en broeder
min te verwerven! Het Fransche volk wilde
het eeuwenfeest der groote fransche omwen
teling plechtig vieren en het heeft er ten
volle in gelukt.
Ja, dat eeuwenfeest was grootsch! Hare
tegenstrevers moeten het zelf bekennen en,
willen ot niet, moeten zij wel gewaarwor
den dat de woordenVooruitgang, vrijheid
en gelijkheid geene ij dele woorden zijn.
Want zie eensHet pausdom en zijn mach
tige sleep en al de gekroonde hoofden hadden
er belang bij om de expositie tegen te werken.
Doch het volk heeft getoond dat het zich niet
gedwee laat leiden noch door Rome, noch
door ketzer of koning. De zwartjes hadden
goed de groote mannen, die over honderd
jaar de grondslagen der hedendaagsche sa
menleving legden, voor moordenaars en
slecht volk te doen doorgaan; zekere Staats
besturen hadden schoon hunne officieele deel
neming aan de tentoonstelling te weigeren,
niettemin stonden er 28 millioen, 149 dui
zend, 352 mannen uit alle landen op en
stroomden naar Parijs om er het werk van