In de biecht.
STADSNIEUWS.
Sinte-Barbara.
Vlaamsche Ster.
Bekroond.
Koorzangmaatschappij
Yriendenprijskamp
sprong te peerde tegen den persoonlijken
dienstplicht, toen M. d'Oultremont weerom
die kwestie op het tapijt bracht.
Bespottelijker en terzelder tijd gevaarlijker
spel ware moeilijk uit te denken voor Belgie.
Terwyl de vreemde nieuwsbladeren in
groot» drukletter schrijven: Belgie moet
onvermijdelijk het oorlogveld worden van
den toekomenden FranschDuitschen oor
log, zegt M. Pontus minister van oorlog. Ik
voor mij vraag niet beters dan deu per
soonlijken dienstplicht, maar M. Woeste
beschikt hier in de Kamer over de meerder
heid »n hij wil er niet van hooren.
En als men aan M. Woeste de gevaren
voor oogen legt aan de welke de huidige
toestand de onafhankelijkheid van het Va
derland blootsteld, antwoordt hij: Ik ben
gerust, M. Pontus, neemt gansch de verant
woordelijkheid op hem.
Is dit geen echt comediespel? Jammer
maar dat de heilige en onze duurbaarste
belangen zoo weinig beschermd zijn. De
vorst heeft dezelve reeds meer dan eens
herhaald, maar geene grootere dooven dan
deze die niet willen hooren.
Zoo haastig, vrouw? en waarheen?
Waarheenf Naar de biecht ga ik;
daar heen! Weet ge 't nu Ge zoudt u moe
ten schamen, gij Slechts eenen enkelen
keer op een gansch jaar gaat gij, naar de
biecht; en dan nog met tegenzin(led sta
ons bijAls gij u niet betert zullen we op
't einde nog armoe lijden, hoort ge 't En
dat door uwe schuld. Ge zijt reeds erg ziek
geweest en onze alïairens staan ook al niet
te puik meer! Maar do» voort in uwe boos
heid, lach maar met heilige zaken, we zullen
er des te ongelukkiger om zijn. Ge zult gij
toch alleszins het slechtst varen; als 't zoo
ver komt ga ik bij Mama terug, waar ge
mij maar liefst gelaten hadt.
En hierop rukt ze met eenen Hinken slag
de straatdeur achter zich toe, dat de ruiten
er van rinkelen.
En zoo gaat het iedere week crescendo.
Mevrouw richt hare schreden naar de kerk
met een groot gebedenboek onder den arm
en met een paar oogen, waar nog de toorn
in te lezen is.
Eerwaarde heer Boni/acius. 't Is hier
dat Mevrouw wezen moet: bovengemeld
eerw, heer is haar gewoon biechtvader Me
vrouw gaat in de rij knielen en wacht hare
beurt af.... met de handen voor 't gezicht
geslagen (eene houding die veel godsvrucht
verraadt).
Wat mag nu in Mevrouw's kopje wel om
gaan!... Doch Mevrouw's beurt is gekomen
en ze heeft plaats genomen op 't knielbankje.
't Schuitje gaat open en mevr. ziet door het
traliënvenstertje 't eerwaardig gelaat van
den eerw. Bonifacius. De rechterhand gaat
statig omhoog en zegent mevrouw, terwijl
Bonifacius latijn prevelt. De oogen van den
H. man hebben zich nog niet geopend als
mevr. haar oud deuntje begint af te haspelen:
Eerwaarde Vader, 't is acht dagen ge
leden dat ik mijn lantste biecht gesproken
heb, en sedert... De woorden acht dagen
geleden hebben een tooverachtig uitwerk
sel op de oogen van Bonifacius, hij wendt
het gezicht haastig naarmevr. en fluisterend:
Tiens, 't is Leonie. En hoe is 't, kind?
Goed, mijnheer, goed, en met u ook,
zeker?
Altijd vet en gezond; ik heb al wat ik
ln deze wereld verlanggoede tafel en goed
gezelschap! A propos, hoe is 't te huis?
Zie, mijnheer, ik geloof dat er geen
doen aan is; ik berisp hem geheele dagen en
hij is siechter dan te voren; ik ben t'einde
raad!
Zoo, zoo, verlies den moed niet, Leonie,
hij zal wel overkomen houd u sterk, nu
vooral met de aanstaande kiezing; hij moet
voor de katholieken stemmen, hoort ge
Bekijft hem ferm als't noodig is; leg hem
voor oogen welke gevaarlijke kerels die
geuzen zijn, spreek hem van hel en van va
gevuur hij is laatst ziek geweest, niet waar
Ehwel, do» hem verstaan dat dit eene waar
schuwing, eene straffe Gods was, doe dat.
't zal wel gaan, kind; ga nu Leonie, en nog
eens, verlies den moed niet 1 Tot Zaterdag,
niet waar
Ja mijnheer
En de eerwaarde rechterhand gaat weer
omhoog, de oogen sluiten zich en gansch de
persoon van Bonifacius neemt weer een hei
lige houding aan terwijl 't deurtje dicht gaat
en de gladgeschoren jacié zich naar den
overkant wendt.
Mevrouw leest eene ingebeelde penitentie,
en keert met haar gebedenboek onder den
arm en met twee toornige oogen naar
huis terug.... Dat zal een slecht huisgezin
worden.
Men heeft onze klacht rechtmatig bevonden
en er recht aan laten wedervaren. Daarvoor
zeggen wij den bereidwillige hier opentlijk
dank.
Zondag, veertien dagen geleden, was onze
Brandweer in volle vreugde. Zij vierde hare
patrones Ste Barbara. Om elf ure ging het
gansche korps, muziek aan 't hoofd, bij den
heer Bevelhebber, Aug. Brunfaut, om er het
vaandel te halen. Vandaar begaf men zich
naar de Groot» Markt, waar de heeren sche
penen, gevolgd van den stedelijken Raad,
zich niet lang wachten lieten.
De overhandiging der eere-onderschei-
dingen, aan hen, die de noodige verdiensten
bezitten, heeft gelijk de vorige jareD, plaats
gehad. Het eeretkruis werd ook aan hen ter
hand gesteld, die zich door hun werk of door
hunnen moed wisten te onderscheiden.
De gedekoreerden zijn
Pinte, herinneringsmedalj» van 50 jaren
dienst;
Mesure, 80
dienst;
Fiers, 30
dienst
Rabau, 30
dienst
Deconinck, nijverheidsmedalje van 1*
klas;
Timmerman, kruis van 2* klas voor da
den van moed.
Na de wapenschouwing, door den heer
Bossaert gedaan, heeft men zich naar de
Hallen begeven, waar het concert plaats
grijpen moest, langs de Dixmuidestraat, de
Sint-Maartensnieuwweg, de Veemarkt en
de Vandenpeereboomplaats. Veel volk was
in het concert aanwezig en na hetgene men
op 't plateel gezien heeft moet de ontvangst
goed geweest zijn ten voordeele der hulpkas
onzer pompiers.
Na het concert heeft men het vaandel naar
den heer Bevelhebbers woonst terug gedra
gen.
Om 2 ure nam het tweede deel van 't feest
het banket, aanvang. De uitgenoodigden
waren de heeren Bossaert, dd. burgemeester,
Gornette, schepene, de Stuers, dd. schepene,
Gorrissen, secretaris, Lanciaux, kapitein
bevelhebber der Brandweer van Roubaix en
Josson, zijn luitenant. Er waren ongeveer
150 borden, uitgelezene spijzen en de man
nen hebben eere aan het feestmaal gedaan;
volledige orde heerschte er, door de vreemde
officieren bewonderd. De spijzen waren be
reid door het huis Dehollander-Harteel en,
volgens 't zeggen der mannen, bezit dit huis
een goeden kelder.
Bij het nagerecht werden verscheidene
heildronken uitgesproken.
De heer bevelhebber Brunfaut dronk op
het heil van den Schepenenraadde heer
Bossaert op dat der Beandweer; de heer Cor-
nette op dat der vreemde uitgenoodigden;
en de heer Lanciaux op de broederlijkheid
der beide Brandweerkorpsen.
In vriendenkring zijnde had er een klein
muziekfeest plaats, waarvan hier het pro
gramma:
1. Fantasia voor bandonium door A. Igodt.
2. Congolaansch kluchttafereel.
3. Wals voor quatuor.
4. Kluchtige tweezang door Cremer en Aer-
nout.
5. Pot-pourri voor acordeon door A. Igodt.
6. Tyroliaansche gezongen door Rabau.
7. Tweespel voor viool en fluit door Tasseel
en Harteel.
8. Kluchttafereel Duimpje.
9. Tweespel voor viool en bandonium door
Tasseel en Igodt,
10. Vergoding Frankrijk en Belgie.
De uitvoering der verscheidene nummers
was oprecht onberispelijk en ook levendig
toegejuicht. De heeren Igodt, Cremer, Aer-
nout, Rabau, Tasseel en Harteel hebben het
herhaald handgeklap meer dan verdiend.
Om 8 ure moest men tot ieders spijt af
scheid nemen.
Eene heel bijzondere melding ter eere van
den heer Luitenant Ach. Thiebault die het
grootste deel bijgebracht heeft om dat feest
zoo schitterend te doen gelukken. De zaal
had hij op eene uitmuntende wijze versierd
en opgesmukt, en daardoor bewezen dat hij
daarvan een handje heeft, 't Is hij, die met
den heer Balmaekers het vrienden-concert
ingericht en bestuurd heeft. De inrichters
verdienen onzen besten en hartelijksten
dank.
De vertooning jl. Zondag door de Vlaam
sche Ster haren leden en het publiek aange
boden, heeft eene gestamptvolle zaal uitge
lokt; men kon er zich noch roeren noch
keeren en de overgroot® menigte heeft er
eenen avond doorgebracht zoo genoeglijk
en genotvol dat er de weerga moeilijk van te
vinden is. Het zoo puik programma is tot
in zijne minste bijzonderheden uitgevoerd
geweest op eene wijze, die onverbeterlijk
mag heeten.
De Boezemvrienden, blijspel in één be
drijf door A. Hendrikx, is een alleszins be
vallig stukje, dat van 't begin tot 't einde met
zedelijke werken en geestige zetten doorwe
ven is. Daardoor kunnen de zatlappen zien,
waar hunne ongelukkige drift hen onver
mijdelijk naartoe leiden zal en wat de vriend
schap van een boezemvriend-drinkebroèr
waard is.
De heeren K. Deweerdt en P. ^ernout
hebben de hoofdrollen meesterlijk vertolkt
en iedereen lustig doen lachen.
Mej. J. Cuypers, eene speelster zooals er
weinig te vinden zijn, kent het om de rol
van eene verwaarloosde jonge vrouw op
recht koddig weer te geven. Het moet dus
niet gezegd wordenjdat speelster en spelers
op herhaald handgeklap onthaald werden,
vooral als men weet dat de bijrollen onder
geen opzicht beknibbeld kunnen zijn.
Het Rouwkleed, dramatisch schouwspel
in een bedrijf door N. de Tière, mag een pa-
relke genoemd worden. Het zet in gansch
hunne akeligheid de gevolgen uiteen van
een huwelijk dat niet uit liefde, maar wel uit
spijt, om wraak te nemen over hem of haar
die het hart veroverd had, aangegaan is.
Het is een stukje vol gemoedelijke, aandoen
lijke en roerende tafereeltjes, die tot het hart
spreken en zoo diep in grijpen dat menige
traan, zelfs langs mannenwangen, biggelt.
De heer Mailliard, die geschapen schijnt
om den ongelukkige uit te hangen, heeft
daarin zichzelve overtroffen. Hij heeft den
geest zijner rol goed begrepen en deze ver
tolkt zooals zulks in de wezenlijkheid ge
beuren zou. Ware de heer de Tière daar ge
weest, meer dan verheugd had hij moeten
bekennen dat al 't gene hij in die woorden
opsloot, wel degelijk weergegeven werd met
al de aandoeningen en gemoedstoestanden,
die eruit voortvloeien. De heer K. Deweerdt
met zijne wijsgeerige gedachten en zijne on
gekunstelde vriendschap voor den ongeluk-
kigen vriend, heeft zeer wel bevallen en har
telijk doen lachen. De heer Delmotte heeft
goed den verleider, den verbolgen verliefde
verbeeld en het zijne bijgedragen om den on-
gehoorden bijval te verzekeren.Mej. Guypers
ook was wederom goed op de hoogte harer
rol en zij heeft al de toestanden, die er in
voorkomen doen vallen gelijk enkel kunste
naressen van den echten stempel het kunnen.
Overbodig te zeggen dat de zaal onder de
algemeene en herhaalde salvo's gedreund
heeft.
Het Badmeisje, blijspel met zang in een
bedrijf door Meyer Roelandts, is een stukje
dat zeer in den smaak valt van het publiek.
Het krioelt 'er van wezentlijk mooie taferee-
len. Het heelt de veredeling van den werk-
man, hier in de gedaante van een vergrijsden
visscher, tot strekking. De verhevene begrip
pen, de edele gevoelens, die onder dat vis-
scherswambuis schuilen, grijpen diep in op
ons volk en moeten op's menschen gemoed de
beste indrukken nalaten.
De heeren K. en E. Deweerdt hebben hun
ne moeilijke en lastige rollen opperbest ver
tolkt en den toestand, waarin zij zich weder
zijds bevonden,echt meesterlijk weergegeven.
Het zijn, ten andere, twee volleerde spelers.
I)e heeren Delmotte, Mailliard en Creus
hebben zich ook flink uit den slag getrokken
•n veel bygebracht om het geheele stuk den
welverdienden bijval te helpen verzekeren
Op de visschei sgroepen viel ook niet aft
dingen; wel integendeel, zij verdienen den
meesten lof. Qen
Mej. Guypers. die hier nogeens eene *roote
rol te spelen had, heeft niet min meesterlik
gespeeld dan in de vorige stukjes. Zij is t
minste rolvast en op de hoogte van 't
zij schetsen moet. Tot nu toe zagen wij
speelsters optreden, die ons en iedereen w
zeer bevielen, j Een hartelijk en driedubbel
bravo! voor haar.
De drie puike muziekstukken, door d
muziekafdeeling, onder het taléntvol bestuur
van den heer Balmaekqps uitgevoerd, hebben
telkenmale daverend handgeklap doen los
barsten en het afwisselend aria voor fluit
deed de begeestering zoo hoog stijgen dat er
aan de bravo's en het bisgeroep geen einde
kwam, vooraleer die kundige muzikanten
die medeslepende tonen opnieuw hooren
lieten. De heer Balmaekers haalt eere van
zijne muzikanten en deze niet min van hun
talent. Wij juichen ze hier nog eens met
beide handen toe.
Het was gewis eene der mooiste, der ge
noeglijkste, der genotvolste en der leerrijkste
vertooningen, die da Vlaamsche Ster ooit
gaf of nog geven kan en terecht zal ze tijd
vak maken in de jaarboeken van die zoo
moedige als ievervolle tooneelmaatschappij.
Onzen besten da^Jr voor al het genot, dat
wij daar smaakten, en onze rechtzinnigste
gelukwenschen aan de Stervelingen,"die
koene strijders voor de verstandsontwikke
ling, de verzedelijking en de ontvoogding van
ons volk I Dat zij met kloeken moed en taaien
wil op de ingeslagene baan voortgaan en zij
zullen veel goeds stichten op het gebied van
de volksbeschaving en de volksverlichting.
D.
Wij vernemen uit goede bron en met veel
genoegen dat de heer Hyp. Mert, leeraaar
van Germaansche talen aan ons stadskol-
legie, eene verhandeling geschreven heb
bende over eene prijsvraag, door de Vlaam
sche Academie bekroond geworden is. Dat
mag eene allermooiste onderscheiding hee
ten en zal eene goede prikkel zijn om hem
met nieuwen moed, onverpoosden ijver zij
ne taalstudiën te doen voortzetten.
Wij sturen hem onze rechtzinnigste ge
lukwenschen 1
Verleden woensdag gaf de Koorzangmaat
schappij, gevestigd in den Gouden Arend,
een mooi concert. Alles is opperbest van
stapel geloopen en het mag onder alle op
zichten een wel gelukt feest heeten. De
muziekstukken door de Symphonie uitge
voerd, hebben veel bijval genoten en de
koorzangen werden op eene wijze gezon
gen, die enkel lof verdient.
De heer A. Griem heeft eens te meer be
wezen dat hij een goed zanger is, die zijn
talent weet te ontwikkelen, op te leiden en
te louteren. Hij heeft de toejuichingen gewis
volkomen verdiend.
En de kluchtzanger Dekernper dan Hij
was nog eens onbetaalbaar en mag voorze
ker een meester in 't vak genoemd worden.
Hij heeft in goede luim gebracht en hartelijk
doen lachen.
Het was, ©m kort te maken, een der lief
ste muziekfeesten die wij in de Koorzang
maatschappij ooit genoten hebben. Ook heeft
iedereen er zich opperbest vermaakt en men
is vepgenoegd en te vreden huiswaarts ge
keerd met de hoop in 't hart dat men wel
haast nog een degelijk feest zal mogen vij-
wonen.
De drie maatschappijen der Stalen-Kruis-
boogschutters onzer stad gaven Maandag
avond in de Drie Lelien eens soort van prijs
kamp onder vrienden. Daar heerschte veel
begeestering, echte vriendschap en broeder
lijkheid. Men was blijmoedig, vrolijken men
liet dearom niet hardnekkig te wedijveren
naar de prijzen. Het is de Koninklijke maat
schappij uit het Bronzen Hoofd, die met
het vet van de soep vertrokken is. Een twin
tigtal vogels waaronder de oppervogel en de
twee zijdvogels, waren het aandeel dier han
dige en knappe boogschutters.
Wij wenschen hun een gul en hartelijk
proficia I
l —TUI I