VAN UPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Achtste jaar. Zaterdag 7" Februari 1892. Nummer 6. Herziening der Grondwet GESCHIEDENIS TWEE VRIENDEN Artikel 47 der grondwet. 1 Februari 1891 tot 1 Februari 1892 Hulpgeld aan de Vlaamselie Sterre. Abonnementsprijs voorop bataalbf»a-n 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 ft*. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechte lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centismen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekeudmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen ioor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamd# artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteek end toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Laatstleden Dinsdag kwam de bespreking over de herziening der Grondwet te berde. Bijna al de afgevaardigden, waren deesmaal als bij uitzondering ter plaats. De zinken kanselier, Beernaert opende het vuur, en begon met nogmaals te verklaren, dat de herziening der grondwet, een onver mijdelijk iets was, maar dat men min of meer moest weten wat men in de plaats der herziende artikels zou zetten. Hij acht het niet meer voldoende het artikel 47 der grond wet te herzien, maar komt nog met eenen ganschen hoop vodden voor den dag, name lijk de aanhechting van den Congo, het hu welijk des Koningskinders en den vermoede- lijken troonopvolger des konings enz. enz. Zou dit alles maar zijn uitgevonden om de herziening der grondwet op de lange baan te schuiven, om het volk met ijdele woor den te paaien, maar opgepast, dit zal niet lukken, het Belgisch volk eischt, en zal des noods middels weten te gebruiken, om ne vens zijne plichten ook politieke rechten te vergen. Na een kort en kernachtig antwoord van den heer Janson en de tusschenkomst van groenen Woeste, wordt er besloten de ministeriëele voorstellen naar de middensec- te zenden, welke binnen de twee dagen zal samengeroepen worden. Woeste is vijandig aan de volksraadple ging of referendum, en zal ze uit alle kracht bevechten. Er zal dus eerst overgegaan worden tot de stemming der verschillende budgetten, hetgeen de bespreking der grondwetsherzie ning tot in de maand April verdaagd, zoo ten minste De Smet de Naeyer de van ouds treu rig beroemde verslaggever, zijn spel van uit stellen niet herbegint. De ontbinding der kamers zal alsdan in Juni plaats hebben. Uwe kinderen zijn in mijn hart en in mijn gepeins van u niet afgescheiden, zegde hij vuriglijkde weezen van Stefanus Radoux zullen mijne kinderen zijn zoowel als deze die ik zou kunnen hebben. Mijn inzicht heeft altijd geweest hen aan te nemen met u mij nen naam te geven. Ik vergeet niet wat ik de nagedachtenis van Stefanus verschuldigd ben en ik ken u te wel. Celina, om te kun nen veronderstellen dat gij uw bestaan met het mijne zoudt vereenigen zonder mij voor uwe kinderen de plaats te vragen die hen in de familie toekomt. Uw hart is groot en edelmoedig, Jaak, antwoordde zij. Gij neemt het gansch in met uwe kin deren. Lieve kleinen!.... Zij hebben eenen vader weêrgevonden. Het wezen der jonge vrouw straalde van geluk. Gij wilt dus hun vader zijn? zegde zij. Ja. En zult gij ze zeer beminnen? Misschien meer dan of zij de mijne waren. Iedereen weet dat 't algemeen stemrecht door de volksklasse sedert lang gevraagd wordt, opdat de spreuk: alle Belgen zijn gelijk voor de wet maar juist op 't papier gedrukt, werkelijk uitgevoerd zou wezen. De burgerij zelf komt zich te verzamelen tot het bekomen van 't algemeen stemrecht, en is verontwaardigd over het hedendaagsch kiesstelsel, hebbende voor gevolg de schan delijke omkoopingen die men maar al te wel kent. Maar de ministerieele dagbladen komen daar tusschen en willen bewereh dat het een ongeluk ware voor ons land, indien 't alge meen stemrecht zegenpraalde. De doctrinairen, van hunnen kant, zijn er ook tegen en zeggen dat't'algemeen stemrecht overgroote rampen en de dood van Belgie voor gevolg zou hebben. Om alzoo te redeneeren moet men maar flauw de toekomst te gemoet gaan. Maar die heeren zijn slecht gezind omdat de werkende klasse ook wat hare neus in de politieke zaken van 't land zou steken, en, van eenen anderen kant, de kiesknoeierijen zouden geen plaats meer kunnen hebben. De papen zouden willen op valsche manier te werke gaan en stellen het occupatiestelsel voor, om alzoo het cijnsstelsel te behouden en het nog te verslechten. De kleine burgers, die stemrechtig zouden zijn omdat zij een huis bezitten, terwijl de tegenwoordige cijnsplichtigen stemrechtig zijn omdat zij belastingen betalen voor het huis dat ze bewonen, zouden niet beter wor den dan de tegenwoordige. Het stemrecht zou gevestigd worden op kleine bekrompen zelfzuchtige intres ten en, wat meer is, de landelijke deelen zou den grootelijks in het kieskorps heerschen. Men zou het deeg der kiezingen nog meer bewerken dan nu, en de vervaardiging der Zij reikte hare hand en legde ze in deze van den jongeling. Jaak, uw vriend is niet vergeten, zegde zij hem; maar ik zal u beminnen. Eene maand later was de weduwe van Stefanus Radoux de echtgenoote van Jaak Perard. Men was in de maand Februari, eene der treurigste van 't jaar. Op dit tijdstip zijn de nachten lang en de avonden ook. Zoo dacht vrouw Cordier, die, sedert het huwelijk van Celina, zich gansch alleen, gansch afgezonderd bevond. Men had haar nochtans eene kamer op de hoeve aangebo den, maar zij had verkozen in haar huisje te blijven, dat vol duurbare herinneringen was. En die herinneringen, waarmede zij gedurig bezig was, die haar om zoo te zeggen toe lachten, veraangenaamden hare eenzaamheid. Ten anderen, daar zij gewoon was te wer ken, ofschoon zij, gelijk eertijds niet meer moest zorgen voor den dag van morgen, nooit was zij ledig. Dit was nog een middel om het verdriet te verjagen. Zij was het die de linnen der hoeve vermaakte, het kemp en het vlas spon, de kleederen der tweelingen maakte en hunne kleine kousen breide. Zekeren avond zat zij bij haar vuur te werken en dacht aan het verleden. Al het verdriet, al de droefheid, al de vreugden, al valsche stemmers zou eene nog grootere uit breiding nemen. Wat de doctrinairen betreft, ze zijn on verbeterlijke blinden, koppig en vijandig voor 't algemeen stemrecht, en houden zich vast aan hun bekwaamheidsstelsel. De aanhangers daarvan zijn reeds zeer klein in getal en zullen eerlang verdwijnen. Doch, zich niet gansch kunnende in over eenkomst stellen om bekwaamheid tn occupatie te verbinden, zijn doctrinairen en katholieken eensgezind om 't algemeen stemrecht te versmaden en aan te vallen. Nutteloos is het voor hen, want 't ijzer is warm en het moet gesmeed worden. Het artikel 47 der grondwet, niettegen staande alle pogingen hoe machtig ook om het te doen mislukken, zal herzien en goed herzien worden, niet door den wil der re geerders, maar door den wil des volks. lste (Vervolg.) Surmont is delicat, dat is een axioma. Op zekeren dag beschuldigde hij de libera le drukkers 80 frs. gevraagd te hebben voor een werk dat onze katholieke confraters voor16 frs. konden leveren I Wij proti- steeren, eenmaal, tweemaal, misschien tien maal; doch zonder onze eer hersteld werd. Eindelijk, na al onze protestatien en uitda gingen, heeft onze beschuldiger ootmoedig bekend dat hijgemist heeft toen hij ons of onze confraters beschuldigde, te veel voor drukwerk aan de stad gerekend te hebben. Doch, de slechte indruk blijft be staan. na eene beschuldiging, die voor 8 maanden naar ons hoofd geslingerd werd en onze handel heeft er natuurlijk door geleden, vooral bij de eenvoudige buiten lieden, die alles als suiker en zeem inzwelgen en ons huis schuwen, uit vreeze er levend gepluimd het geluk die haar leven vergezeld hadden, kwamen haar beurtelings te voorschijn. Het was een talrijke stoet, waarin de glimlach zelden te midden der tranen verscheen. Het sloeg negen ure. Eensklaps ging de huisdeur open en een man trad binnen. Op zijn gezicht stond vrouw Gordier ver schrikt op en zocht zich achter een meubel te verbergen. Inderdaad het uitzicht van dien onbekenden was niet geruststellend. Zijn baard was lang, en zijn lang en ongekamd haar viel op zijnen hals en deed de bleekheid van zijn mager gelaat neg meer uitschijnen. Een vilten hoed met breede randen bedek te zijn hoofd; hij droeg eene broek van grof laken en eenen langen zwarten wollen kiel, die met eene koord boven zijne heupen ge snoerd was. Hij sloot de deur achter zich toe, nam zij nen hoed af en trad op vrouw Cordier toe. Wees niet bevreesd, sprak hij met eene stem die van aandoening beefde. De klank dezer stem deed de oude vrouw opspringen. Wat, riep hij op droevigen toon uit, erkent gij mij niet? Ik ben dus wel veran derd? Neen, ik ken u niet. Gij wendt de oogen af... bezie mij dan 1 Ik ben Stefanus, uw zoon!.... •—Stefanus! Stefanus! Oh! Heere, Godl te worden. Heel baronachtige gevolgen, zoo men ziet 1 Wilt gij nog een voorbeeld van de goede trouw Lees het Nieuwsblad van 28 November 1891, lste blad zitting van den gemeente raad M. de Voorzitter. Wij hebben opnieuw de vrage onderzocht en wij vinden dat de maatschappij met hare inkomsten kan be staan. Volgens het reglement bestaat de maat schappij uit vier soorten van leden, werken de eere-, bijtredende- en beschermleden. De drie laatsten betalen een Lijdrage. De eereleden ten minste 25 fr. 's jaars. De bijtredende leden ten minste 10 fr. en de beschermleden ten minste '5 fr. Er is dan nog in iedere vertooning eene plaats voorheb;!:'.Jen aan het publiek, aan 50 centimen. De eereleden hebben het recht met al de leden van hun huisgezin de vertooningen bij te wonen. De bijtredende leden mogen de vertoo ningen bijwonen met hunne vrouwen en hunne familie, alszij onder 't zelfde dak wonen, De beschermleden krijgen eene persoon lijke ingangkaart. Alles is daarin valsch uitgenomen de bij zonderheden aangaande de bijtredende leden. 1° De Eereleden betalen geene bijdrage. Zij bekomen dien eeretitel na lang gewezen diensten aan de maatschappij en zij zijn niet talrijk. Zij bewoonen allen vreemde steden uitgenomen de heer Rondelle. De eereleden hebben het recht niet met al de leden van hun huisgezin, de vertooningen bij te wonen. art. 12 van het regl. der Vlaamsche Ster. 2° De beschermleden betalen geen 5 fr. maar wel 25 fr. en krijgen, geene persoon- riep vrouw Cordier uit, en zij zonk op haren stoel. Hij liep tot haar, wierp zich op zijne knien, nam haar hoofd in zijne handen en kuste haar herhaalde malen. Zij antwoordde met een doffen zucht. Hij stond op en, op zijne beurt verschrikt, zag hij om zich heen. Moeder, waar is Celina? waar zijnde kinderen? vroeg hij. Vrouw Cordier boog zich en verborg haar aangezicht in hare handen. Wee! riep hij uit-, mijne vrouw is dood Hij waggelde op zijne beenen gelijk een dronke mensch. Maar, antwoord mij dan, moeder, ant woord mij dan! hernam hij met heesche stem. Stefanus, Celina is niet dood, stamelde vrouw Cordier. Ah! ah! zuchtte hij. Hij zocht een steun tegen een meubelen daar, het hoofd op de borst gebogen, barstte hij in snikken los. Wat doet het goed een weinig te wee- nen, sprak hij. Heere, God! heb medelijden met ons! zuchtte de oude vrouw. Een oogenblik nadien, als hij er in gelukt was zich te bedaren, kwam hij bij vrouw Cordier zitten. Wordt voortgezet HET WEEKBLAD VAN Qde vervolg. VII. Volksman.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1892 | | pagina 1