Het banket der Pompiers en zijne gevolgen Maatschappij Burgerwacht Brevet. Eene tournee voor een pieper. 7 o.io BERICHT. Zondag vierde men de inhuldiging van het getneentemuziek en van het pompierskorps. Ter dezer gelegenheid waren al de leden uit- genoodigd op een banket, hun door het schepencollegie aangeboden. Moest men het Journal d'Ypres geloo- ven, nooit zou men schooner feest gevierd hebben, maar eenige genoodigden hebben het ons anders verteld, en het was verre van vrolijk en aangenaam te zijn. De gepatenteerde leugenaar van het Jour nal drukt zich volgenderwijze uit Het katholiek bestuur doet de zaken goed, en wanneer korpsen, zoo waardig in hunne samenstelling als [voorbeeldig door den goeden geest die hen bezielt, gelijk het gemeentemuziek en het nieuwe pompierskorps, wanneer dergelijke korp- sen feest vieren, zijn de hartelijkheid en de vurigheid onvermijdelijk. Voor alwie de nieuwe pompiers kent, schijnt de broodschrijver van het Journal niet uitsluitelijk bekommerd om het tegeno vergestelde van de waarheid te zeggen Hij spreekt van een korps dat waardig is in zijne samenstelling en iedereen weet dat het nieuwe pompierkorps voor het grootste deel is samengesteld uit een bijeenraapsel van mannen zonder eer. Als men die kerels aanschouwt, ziet men onder hen oud-veroordeelden, deserteurs, disciplinairen, weggejaagde soldaten, dron kaards en dieven i Het is wel verstaan dat wij de overgeble vene pompiers van het oude korps buiten kwestie laten, want hadden zij niet eerlijk geweest, nooit zou kommandant Brunfaut hen aanvaard hebben. Wij spreken hier slechts van de nieuw aangeworvene mannen. Het Journal dYpres vervolgt En zekerlij k het was met reden dat zij feest vierden, want allen, grooten en klei- >1 nen, overheden en onderdanen, allen had- den dapper gewrocht, zij verdienden te smullen- Wij zijn nieuwgierig te weten waarin dit dapper werk bestaat dat zij verricht hebben. Men zal ons toch niet wijsmaken dat het is voor hetgene zij in den brand buiten de Rij- selpoort gered hebben, want alles was reeds in puin vooraleer zij toekwamen. Eertijds als de pompiers dag en nacht op de bres stonden en op gevaar huns levens alles aanwendden om den brand uit te dooven en de aanpalende eigendommen te beschermen, werd de ramp nooit door een feest gevolgd en officieren en pompiers vonden hunne bs- looning in het volbrengen hunner plichten. De inkomst der overheden in de zaal is begroet met de tonen der Brabangonne en de geestdriftige toejuichingen der genoo- digden. Dan begon de maaltijd met niet min geestdrift en vuur. En waarlijk men mag zeggen dat de spijzen bekoorlijk waren. Het was een echt feestmaal. Nog beter, - hot was eene broederlijke liedemaaltijd, vol vrolijkheiden vurigheid. Welnu, als de schrijver van het Journal zooveel ophef maakt met de spijzen die daar opgedischt werden, hij moet gemakkelijk om bevredigen zijn. Niet dat wij iets willen inbrengen tegen den ondernemer van het banket, verre van daar! de mensch heeft getracht wel te doen. Maar uit den mond zelve van pompiers heb ben wij vernomen, dat de verschillige ge rechten alles behalve smakelijk waren.Daar bij er was geen orde, de eene hadden eten in overvloed, terwijl de andere zaten te water tanden van den honger. De wachtmeester Verstraete werd door zijne mannen uitgescholden omdat lnj voor zijne brigade niet zorgde en slechts de scho tels ontving als er niet meer dan vellen of zenuwen of beenen te knagen waren. Dan volgden de heildronken, waar men elkanders lof uitsprakBut gemeester Sur- mont hemelde Baus op en Baus verhief den Burgemeester tot in de wolken. Berghman zei dat de pompiers niet alleen gelast waren met den brand uit te dooven, maar ook dat zij hulp moesten bieden aan de politie. Hij sprak den lof uit van de nieuwe pompiers, die reeds bewijzeu van onversaagdheid ge geven hadden en dienst hadden genomen uit edelmoedigheid, zonder er toe gedwon gen te worden. Fraeys sprak den lof uit der muzikanten en gaf recht aan wien recht toekomt. Hij was nog de rechtzinnigste van allen. Alsdan scheidden de pompiers uiteen, maar niet zoogauw waren die edelmoedige vrij willigers op straat of zij gaven bewijzen van hunne waardigheid en van hun voorbeel dig gedrag. Bijna allen waren dronken gelijk Zwit sers, zij waggelden op hunne beenen, slen terden van herberg tot herberg, schreeuw den en tierden gelijk bezetenen, en, nog 't ergste van al, randden de lieden aan die zij in de straat ontmoetten. 't Is alzoo dat de twee beschonkene pom piers eenen grijsaard, Pieter Derille, op den grond wierpen, hem erg mishandelen en de kleederen van zijn lijf rukten. Iedereen kent Pieter Derille; 't is een vreedzaam mensch, meesterknecht in de ijzergieterij van den heer Valcke, bij wien liij sedert vijftig jaren werkt; hij is gedeco reerd met de werkmansmedalje van eerste klas en was brigadier bij de reserve van het oude korps. En zulke man wordt mishandeld door de zen die schepen Berghman tot hulpen der politie had aangewezen. Gaat dat niet over zijn hout? Dezelfde rakkers (D.... eu Vgin gen eene serenade geven op de deur van den Dobbelen Rosten en maakten een zoo luid ruchtig muziek dat zij dreigden de deur in te trommelen. Yan daar trokken zij naar den Olifant, al schreeuwen en tieren gelijk bezetenen, en zij lieten verstaan dat zij al mochten doen wat zij wilden, dat niemand hen kon hinderen omdat zij onder de hooge bescherming ston den van Burgemeester Surmont en Komman dant Baus. Een heer vroeg hen of zij ook deel ge maakt hadden van het oude korps. Neen, sprak D., ik heb mij aangebo den, maar zij hebben mij niet willen aan vaarden omdat ik eene kleine veroordeeling ondergaan had. Maar ik ben er toch geko men en ik zal het laten blijken. En misschien was het maar voor eene prul dat gij veroordeeld wet'dt? vervolgde de heer. Voor nietsIk had eens woorden ge kregen met een persoon, en daar hij mij iets zegde dat mij niet beviel, gaf ik hem eene trommeling, hij "maakte een proces en ik werd gecondamneerd. Ziedaar! En gij, vroeg de heer aan V., zijt gij ook een nieuwe vrijwilliger? Ja, sprak Vik ook werd geweigerd omdat ik eene veroordeeling ondergaan had. Ook voor eene kleinigheid, zeker? Welja, ik ben niet beschaamd het te zeggen; ik ben gestraft geweest omdat men in mijn huis goed gevonden heeft dat gesto len was en dat men mij gelast had te ver- kooperi. En alzoo komt een mensch in 't be nut, maar iedereen weet dat ik geen dief ben ik was maar beschuldigd van verhee ling. Maar toch, dit belet niet dat ik bij de nieuwe pompiers aanvaard ben geweest. Daar ziet men er zoo nauw niet op, omdat zij ons noodig hebben. En dit zijn de mannen die eerlijke lieden durven aanvallen en mishandelen, dit zijn de elementen die het nieuwe pompierskorps be zit, nevens andere kerels die gestraft zijn geweest voor diefte, die te Vilvorde hebben gezeten voor slecht gedrag, die als lafaards het leger ontvlucht hebben, die voor hunne ongebonden!leid schandelijk van het leger weggejaagd werden enz. Maar dit is het eenige niet dat dien avond gebeurde. Op andere plaatsen werd er ge vochten dat het stoof en menig uniform is reeds bij den kleermaker ter vermaking. Kommandant Baus loopt gelijk een beze tene omdat Pieter Derilie geene recliterlijke vervolgingen zou inspannenhij biedt hem geld voor schadeloosstelling zijner gescheur de kleederen en wil al doen wat in zijne macht is om Derille voldoening te geven. Welnu, wij zeggen vlakaf dat, wanneer de officieren zich zooveel moeite moeten ge ven om hunne mannen wil: te wasschen, zulks niets bewijst ten voordeele van het korps waarover zij het bevel voeren en nog min ten voordeele van het Gemeentebestuur, dat het onder zijne bescherming genomen heeft. Ofschoon de feiten die wij komen aan te halen algemeen gekend zijn, zullen de schrij vers van het Journal en van het Nieuws blad niet aarzelen te zeggen dat het de pom piers zijn die de slachtoffers zijn en dat de aanvallers onder de liberalen waren. Die mannen ontzien geen moeite om het tegenovergestelde van de waarheid te doen gelooven en zij zouden het wagen eenen Congolander wit te wasschen als het de be langen hunner meesters geld. Z. Z. YPEREN. Scliieting- van ;25 Februari Boedt Leon 25 25 25 25 20 120 Vaudevyver 25 25 15 25' 25 115 DeweerdtCh 25 20 25 25 20 115 Minnekeer Ange 25 25 20 25 20 115 Masschelein A. 25 25 25 20 20 115 Ligy Albert 20 25 20 25 20 110 Vermeulen Henri 25 20 25 20 20 110 BURGERSTAND. ■van den 19 tot den 26 Februari 1892. Geboorten. Mannelijk geslacht 3. Vrouwelijk id. 5. Eïuwelij ken. Theodorus Dollé, tapitsier, en Maria Flo- rentyn, zonder beroep, Overlij tlens. Vasseur August, 61 jaar, bakker, echtge noot van Leleu Sylvia, Oude Kleermarkt, 22. Verhack Hendrik, zonder beroep, 11 jaar, Progresstraat, 12. Gillebert Emerencia, 48 jaar, zonder be roep, ongehuwd, Dixmudestraat. Lecomte Sophia, 78 jaar, kantwerkster, weduwe van Dewulf Jean, Lange Thourout- straat, 33. Monet Louis, 74 jaar, kleermaker, echtge noot van easier Victorina, Weduwenstraat. Decorte Virgenia, 79 jaar, zonder beroep, ongehuwd, Rijselstraat, 38. Samyn Karei, 78 jaar, zonder beroep, we- duwaar van Braem Maria, Meenenstraat, 5. Ossieuw Maria, 86 j., zonder beroep, wed. vanVanhecke Jos. S' Jans Hospitaalstraat, 5. Kinderen beneden de 7 jaar Mannelijk geslacht 6. Vrouwelijk id. 2. N. B. Maandag 2i Februari, zal het Bureel van den Burgerstand allien open zijn tot 11 uren. Dinsdag, 1 Maart, zullen al de Bureelen gesloten zijn om 11 uren. Wij vernemen dat M. en Mme Meier, tand meesters te Kortrijk, een uitvindingsbrevet bekomen hebben voor hunne tuigen tegen de doofheid. Wij bieden hun onze beste heilwenschen. Men schrijft ons uit Boesinghe Over eenige weken had hier de plechtige begraving plaats van juffrouw U. V. lid der Congregatie van O. L. V. onbevlekt, en al de congreganisteu werden op de plechtigheid uitgenoodigd. Na den dienst moesten die lieve maagdekens de maaltijd bijwonen die hen aangeboden was uit dankbaarheid voor al de gebeden die zij gestort hadden tot lafe nis der ziel van de overledene. Alles liep af gelijk op wieltjes. Na de maal tijd gaf de prefekte bevel huiswaarts te kee- ren en zij zelf toonde het voorbeeld. Maar niet zoohaast was zij vertrokken of de blij- geestigste der meisjes besloten nog eens terug te keeren naar de herberg waar de maaltijd was opgediend geweest. Zoo gezeid zoo gedaan. Nauwelijks waren zij terug of Pé De Ke- mele, die er altijd bij is als het er op aan komt leute en plezier te maken, kwam de herberg binnen gesukkeld onder voorwend sel van de manchetten te halen die de pre fekte vergeten had. Aanstonds schaarden zich al de congrega nisten, die allen verblijd waren, rond den nieuw ingekomene, en riepen om het meestPé, Pé, gij moet trakteerengij moet trakteeren Trakteerenzei Péik wil wel, op voorwaarde dat ik van elk een schoone pie per krijg. Toegestaan riepen de meisjes vol vreugd uit. En Pé begon te tot teren, te kussen en te lek jen, dat het schuim uit zijnen mond liep. En dan gaf hij eene tournée kappers. Pé had er smaak in gevonden en hij wilde eene tweede tournée geven op dezelfde voor waarde, maar het schoon zwart krullekop- je Orinda moest hem de eerste een zoen ge ven. De meisjes stonden nogmaals toe, maarzij besloten eens ferm met Pé dea draak te ste ken; zij mieken hunne handen zwart en naar mate dat Pé naderde om haar te kussen, laaiden en streelden zij hem in het aange zicht dat hij welhaast meer aan eenen Congo lander dan aan een christen m?nscii geleek. De personen die in de herberg aanwezig waren loegen om te bersten en Pé werd weidra gewaar dat hij gefopt was. Hoe groot was zijne verslagenheid toen hij zijn zwart gemaakt gezicht in den spiegel bemerkte. Zijne vreugde verdween in een oogenblik en hij vertrok gelijk een hond met een blik aan zijnen steert wel duizendmaal de congrega- nisten in het diepste der Roode zee verwen- schende. Of er op de parochie met die farce gelachen werd hoeft niet gezegd te worden, en om de eer der congregatie te redden besloot de pas toor in den stoel van ppyuvvai te donderen tegen dezen die zulke hatelijke leugens had den uitgesteken. Wat wil hij van leugens en leugenaars spreken? zeiden deze die het spel gezien had den wij hebben gezien wat wij verteld hebben en de pastoor heeft n ets gezien. In dien er een leugenaar bestaat, 't is wel de pastoor, en hij durft beweerer dat zijne kuip een 3toel va a waarheid is, wij bevestigen dat het eene leugenaarskuip is, waar men niets doet dan lasteren en liegen, eerlijke men- schen aan brokken trekt en appels voor ci troenen verkoopt. 0.10 0.10 1.73 1.16 0.05 0.05 0.20 0.10 0.10 0.10 0.10 Omhaling gedaan in eene Maatschappij van vrijzinnige Ieperlingen die een afkeer heb ben voor de zuuraars en het cijnsstelsel die het zuren toelaat. Omdat den Kommandant B. de brokken van de manoeuvres van Zondag, zou doen vveg- kuisschen onder de donkerpoort. Omat den bakker Malbrancke zijn diner in zijne tuba zou braken in plaats van tegen 't Vleeschhuis. Omhaling onder Vrienden van de Lyre Ouvrière. Omhaling na het bal, der Lyre Ouvrière. Pour l'historique de la marmotte du fameux J. Brouwers, lors de l'installation de la section des voyageurs. Pourquoi pas l'historique de l'intéressant Journal du prot... prot... tec.... t.... Je n'en sort pas, demandez le a Jules, c'esttrès utile pour les grandes maisons. Tot dat ik burger worde in mijn land derf ik weekelijks twee pintjes. Omdat den nieuwen Ondervoorzitter van de L. wat meer zou zwijgen, en meer de con- venentien zou behouden wanneer een lief hebber zijne romance zingt. In het banket gegeven aan de pompiers door de stad (met ons geld lastenbetalers) heb ben er verscheidene mannen met honger naar huis moeten gaan want er was geen eten genoeg. Van Gaper, moeit u met iets dat wild is maar met geene banketten, want het banket van Zondag liet zeer veel te wenschen. Dat zijn toch brave officierenzij leiden zelf hunne zatte mannen naar huis, niet waar mijnheer officier ciment. Bravo 1 2 medaillen voor den dobbelen rosten: Groote ruzie in het Klein Ypkr, is één; en aanranding met de pompiers in Lx Plumb d'Or, op de Beestenmarkt die hunne tunie ken aan stukken trokken uit genegenheid voor die properen rosten, is twee. Omdat den dikken kop van Lx Plumb d'Or uit Yperen (waar men alle man ging rijk maken) is moeten vertrekken en nu in Brussel socialist speelt om aan zijn brood te geraken. Omdat den baas van de 3 Ij. met zijn kind in zijne armenstaat en er mede speelt, (vader liefde) hij mag tiet nog doen niet waar vrouwtje. Ohl Dobbelen Rosten, gij die deel maakt van de treffelijke Katholieke Wacht die om 11 ure slapen moet gaan, het is niet schoon om 1 1/2 ure des nachts te krakeelen in zul ke treffelijke herbergen. Blikken Onzen Heer en zijne makkei's geven u ook ongelijk Dobbelen Rosten, luistert welzegt nooit meer in het Klein Yper dat de Burgemees ter EEN EZEL IS, omdat hij 50.000 franks geweigerd heeft aan het bisdom, voor de kiezingen van 1891, zwijgt liever want gij wint bij uwe kliek niets dan vijanden. M. G. uit de Thouroutpoort, schilder, zou beter doen, enz. De toegezonden corresponded tien met persoonlijkheden zul len niet overgenomen worden het bedrag zal met eenïge woor den van hunne correspondentie ingelijfd worden. Alle correpondentiën moeten vóór den Donderdag avond in gezonden worden, zooniet blij ven zij tot dagen later. Hf.t Comiteit. 0.20 0.10 0.40 0.20 0.10 0.10

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1892 | | pagina 2