S 2 MASKERS. Désiré Baeckelandt-Mailliard 3 GRANDS BALS GRAND BAL VERKOOPING extra sghoone en zware eikea en beuken BOOMEN Landbouwcomicie van IJperen. Bedenkingen over de Boterfabriek te Renmiel. Poperinghe. Burgerlijke Godshuizen Burgerstand der stad Poperinghe. VERSCHILLENDE TIJDINGEN. HAKHOUT IN HAMEIEN op Maandag 29 Februari 1892, ten TJIT TER HAND KOOPE1T dienende voor winkel, a. a m Aan zeer genadige prijzen. Wille d'Ypres. LE IARDI 1ER MARS 1882, Ten bureele van dit blad Papier, inkt en pennen. ROYAL LYON. Pé heeft eenigo dagen beschaamd geweest uit te gaan en als men hem nu over de poets spreekt, zegt hijzij zullen mij niet meer vangen, ik heb genoeg met eenen keer. Wij hebben de eer Ued. uit te noodigen tot de algemeene vergadering van het Comi cie, welke zal plaats hebben Aschwoensdag. 2n Maart 1892, ten negen en een kwart ure zeer stipt des morgens, in de gewone zaal van onze bijeenkomsten, (Stadhuis, Be nedenzaal, IJperen). Wij hopen dat om de gewichtige punten bij de dagorde hieronder aangewezen, Ued. aan de werkzaamheden zal deel nemen. Aanvaardt, Mijnheeren, de uitdrukking van onze hooge achting. de secretaris, de voorzitter, De Dejne Bon Surmont de Volsberghe DAGORDE 1° Aanveerding van nieuwe leden. 2° De landbouwmedaille aan oude dienst knechten verleenen. 3° I)e rekening van het dienstjaar 1891 vaststellen. 4° Het budget voor het dienstjaar 1892 opmaken. 5° Onderzoeken of in 1892 de Prijs kampvoor het Hoornvee zal gegeven worden. 6° Verkiezing: a) van de uittredende leden van het Comiteit, deze zijn: MM. Surmont de VolsbergheMerghelynek, Ferd., Du- sillion, E. enJoye,b) van den Voorzitter en twee Ondervoorzitters c) Van den Provincialen afgeveerdigde en zijnen plaatsvervanger a, b en c, de uit tredende leden zijn herkiesbaar arts lO en 16 van het koninklijk besluit van 18 October 1889). 7° Uitdeeling van groenselzaden. 8° Mededeelingen. 9° Prijskamp voor het Paardenras. Art. 14 van het Reglement (koninklijk be sluit). De Secretaris-Schatbewaarder doet bin nen de eerste drie maanden van 't jaar, het beloop der bijdragen van de leden inkassee- ren. (4e Vervolg Voorgaandelijk zegden wij dat de grond eigenaar wel onnoozel zou moeten zijn om niet te begrijpen dat geen boer, drie jaren achtereen zijn melk naar de fabriek zou blij ven breigen, indien hij. pachter, daarvan t voordeel had. Gesteld al dat de landheer van al de voor- deelen welke de fabriek aanbrengt, zelfs niets merkte, 't zij omdat hij onnoozel is, 't zij omdat, hij in eene geheel andere streek woont, wat zal dan allicht gebeuren? De landeigenaar komt misschien in aan raking met eigenaars, die wel de voordeelen der boterfabriek hebben opgemerkt en die het natuurlijk spoedig meedeelen, of, en dit ge schiedt misschien heel dikwijls, andere huur ders of huurlustigen zullen, indien ze zelf geen plaats hebben, den eigenaar wel zoo wijs maken dat zijne landen door de boter fabriek meer kunnen opbrengen. Ons dunkens, de kans dat de eigenaar onkundig blijft aan het feit, dat ten gevolge de fabriek meer geld voor de waar wordt be dongen, bestaat niet of is uiterst gering. Nu stellen wij ieder huurboer in gemoed de volgende vraag ter beantwoording. Ge steld uw eigenaar komt te weten dat gij door eene omstandigheid (hier de oprichting der boterfabriek) meer uit uw gebruik weet te maken, wat is dan uwe ondervinding: dat de eigenaar denkt. Komaan, dat is een flink zaakje voor mijnen pachter, hij heeft daarmee een aardig voordeeltje, zonder dat ik er nadeel van heb, dus ik kan het hem van harte gunnen! Of blijkt het dat de eigenaar in zoo een ge val redeneert: Mijn huisman heeft de plaats voor 50 frs. het gemet gepacht; dat is zeker niet te veel, anders zou hij het niet geboden hebben; hij heeft daarbij niet op dit extra voordeeltje (de boterfabriek) gerekend en er toch alle drie jaren van geprofiteerd. Het wordt dus tijd dat ik er eens iets van trek daarom als 't weer in huring is, dan moet de pacht verhoogd worden. Als ieder boer zich deze vraag doet, dan zal stellig verre het meeste getal een ant woord geven zooals in 't laatste geval. Nu kan een eigenaar zijn huurder nooit precies narekenen, zooals reeds werd opge merkt. Om eene basis te hebben, waarnaar hij de verhooging der huur kan regelen, gaat hij aan 't gissen hoeveel voordeel de boterfabriek zijnen boer wel ongeveer aan brengt. Moeilijk', om niet te zeggen onmoge- lijk zal hij 't voordeel juist schatten: hij zal dat voordeel te hoog of te laag rekenen. Daar het echter, vooral in deze tijden, waarin elk moet vechten tegen allen om voorrang, een eigenschap is van de meeste, zoo niet van alle menschen, om eerder naar zich toe te rekenen dan van zich af, nieenen wij dat er de grootste kans zal zijn voor eene bereke ning die te hoog is, en daarom vinden wij het volstrekt niet onwaarschijnlijk dat de eigenaar, zoo zijn pachter van de fabriek een voordeel van 300 franken per jaar heeft, eene huurverhooging van 400 frs. eischt. Vooral in dezen tijd is dit niet onwaarschijn lijk, nu wij weten dat er vele eigenaars zijn, die in den duren tijd gekocht hebben en bij zonderlijk in den duren tijd hypotheek heb ben genomen. deze moeten natuurlijk veel rente betalen en zijn dus wel gedwongen elke gelegenheid tot verhooging aan te grijpen. Maar ook zonder dit zal de verhooging der huur stellig plaats grijpen. Herinneren we ons maar eens wat in den zoogenaamden opgaanden tijd van voor 25 a 30 jaar gebeurde. Ook toen steeg de opbrengst van het land. Maar aan wien kwam het leeuwenaandeel van dit voordeel? Aan den boer? Ja, zoolang zijnen pacht nog niet om was; maar niet zoodra was die tijd afgeloo- pen of hij moest belangrijk meer geven, zoo hij niet verkoos dat zijne plaats bij gesloten briefjes werd verhuurd Wordt voortgezet). Tot waar het fanatism brengen kan! Een stadsbestuur dat van geen vooruit gang wil, zoo mogen wij wel het onze noe men. De godzalige knikkers die over onze belangen beschikken, verwaarloozen waar achtig niets om den ondergang der stad nog rasser te verwezentlijkenstellig zullen zij dit doel bereiken, want moeten de droevige tijden voor handel, landbouw en nijverheid welke wij steeds beleven nog wat bijblijven dan zullen wij in korte ja-en Poperinghe in een kerkhof herschapen zien Inderdaad, de twee of drij nijverheidsfa- brieken, welke eertijds alhier talrijke lieden werkzaamhielden zijn sedert lang verdwe nen, den landbouw en bijzonderlijk de hop- pekweek welke ten alle tijde eene bron van rijkdom voor de stad waren, kwijnen zonder verbetering te laten afwachten, onzen eer- tijds zoo bloeienden schoen en leerhandel gaat verdwijnen ten gevolge der overgroote tolrechten welke het naburig Frankrijk op dit artikel Sieeft geheven, en van de 800 schoenmakers welke wij over eenige jaren bezaten blijven er misschien geen 100 meer die nog het bestaan kunnen vinden, meest allen hebben de stad verlaten, verder neemt de ontvolking zoodanig aan dat in zekere straten de opgeslotene huizen bijna zoo tal rijk als de bewoonde zijn, de eigendommen zijn ook evenredig in prijsgedaald, en verre van verbetering over zulken onrustwekken- den toestand te mogen koesteren, is het voor iedereen zichbaar dat het nog verslechten zal wanneer de overige onzer familien zullen ui (gestorven zijn. Wat doet nu het stadsbestuur om zoo een onvermijdelijke wreede toekomst tegen te werken?? Niets,... Ja wel, zooals wij het hierboven zegden schijnen zijne pogingen tot hetzelfde doel te strekken. Eene zaak wel ke tegenwoordig in stad druk wordt bespro ken en groote opschudding veroorzaakt, geeft daarvan het klaarblijkend bewijs. Een groot nijveraar van fransch Comen, den heer Gatteau is genegen in Belgie een fa briek op te richten als hulphuis of succursale van deze welke hij reeds in Frankrijk bezit. Menige Belgische steden deden hem zelfs daartoe voordeelige voorstellen opdat hij zijne fabriek op hunnen grond plaatse, doch door de tusschenkomst van M. Julius Van Merris had hij eindelijk Poperinghe daartoe verkozen, ofschoon hem van onzen gemeen teraad niet de minste aanmoediging was toe gekomen. Wel integendeel, volgens men oor- deelenzal. M. Gatteau had van d'heer van Merris het gebruik bekomen van een groot welschikkend huis in het hofstraatje om de fabriek daar te openen, doch daar er wat grond ontbrak om ze op voldoende groote op te richten en het noodige getal machienen te plaatsen om 60 tot 80 werklieden te kun nen bezigen, had hij aan de stad afstand ge vraagd van een klein gedeelte van den hof welk het Weezen gesticht daarnevens bezit, mits natuurlijk de groote waarde er van te betalen, daar de zaak hoogdringend was, vroeg hij een zoo spoedig mogelijk antwoord. Welnu lezers, gij denkt misschien dat de stad en het bestuur der hospicen zich ver haast hebben deze vraag toe te staan om hun alzoo van een goedtje hoog en duur te ont slaan en terzelfder tijde tot het inrichten der fabriek mede te werken die voor ons arme volk zoo hoogst zal welkom zijn? Gezijter wel mee! Ze hebben eerst omtrent drij weken laten voorbij gaan, vooraleer zich te vergaderen om de zaak te bespreken en hebben dan M. Catteau eenvoudig met een non possumus wandelen gezonden. Waar om? niemand weet het. misschien wel omdat de fabriek een liberalen geur zou hebben. Is het nu gelooflijk dat met den partijhaat en) het fanatism zoo verre kan brengen. Men weet reeds niet van wat hout pijlen ma ken om het overgroot getal onzer arme lie den die zonder werk loopen ter hulp te ko men, en liever dan een besluit te nemen dat de onkosten van het Weldadigheidsbureel zou verminderen, maar misschien hun een schijn van bewilligheid jegens een liberaal zou geven, liever of dit te doen laten zij het volk van ellende lijden. Wel is waar hebben zij het besluit niet al leen genomen, iedereen weet dat onze be stuurders slechts de uitvoerders van de fana tiekste onzer geestelijken zijn, zooals de Papelyncks en anderen. 't Zijn zij die aan de bestuurraad dor Hospicen dit besluit heb ben opgelegt uit vrees dat hm vermogen hier zou verminderen indi m r wat voor spoed moest ontstaan, zij weien het wel dat hoe meer eene stad vervallen is, hoe- gemak kelijker zij ze in de klauwen kunnen houden. Voor alle poperingnaars die door den par tijhaat niet geheel en gansch verblind zijn is dit besluit een echt schandaal. Het Weldadigheids Concert, welke wij over 14 dagen aankondigden is allerbest \afgeloopen. Zooals wij het voorspelden is het publiek druk naar de tooneelzaal opge trokken en nog wel ean uitgekozen publiek. De ontvangsten beloopen omtrent de 500 franken waarvan den meeste helft of zoo wat 65 ten honderd den arme toekomen. De jonge liefhebbers hebben zich naar het alge meen genoegen goed van slag getrokken, Eenigen hebben een echt suecès bekomen en mogen artisten liefhebbers genoemd worden. De pianostukken welke door d'heeren J. Taccoen en X. van Yperen uitgevoerd wer den, hebben vooral veel bijval bekomen. D'Heer X. verdient dubbele dankbetuiging daar hij onze liefhebbers kosteloos zijne kun dige medewerking verleende. Madame Wannyn, de beroemde Brusselsche tooneel- speelster en zangeres werd zooals gewoonte dapper toegejuicht, doch eene kleine onpas selijkheid heeft haar belet het aria der Dragons de Villars te zingen. Eindelijk een welgelukt avondfeest, welk iedereen, hen uitersten heeft voldaan. DER STAD YPEREN. van dsn 19 tot den 23 dezer maand GEBOORTEN Mannelijk. 4 Vrouwelijk. 2 HUWELIJKEN. Vandooren Henri, dienstknecht, en Elodie Berat, huishoudster, beide wonende te Pope ringhe. Verstraete Bruno, dienstknecht, en Rachel Hftuspie, kantwerkster, beide wo nende te Poperinghe. STERFGEVALLEN. Degroole Philomene, oud 52 jaren, kant werkster, weduwe van Charles Debruyne, Komstraat. Lescornez Marie, oud 79 jaar ongehuwd, kantwerkster, Pottestraat. Pannekoecke Marie, oud 87 jaren, zonder beroep, weduwe van Pieter Mahieu, Rekhof. Dondeyne Pieter, oud 82 jaren, winkelier, weduwenaar van Eugenie De Raedt en echt genoot van Barbara Vancayseele, Tromme laarstraat. Dousy Charles, oud 65 jaren, schoenmaker, echtgenoot van Stephanie Van Renynghe, Meessenstraat. Kinders beneden de 7 jaren. Mannelijk. 5 I VrouwelijR. 2 Als gij Zwitsersche Pillen koopt, eischt wel dat zij van Parijs komen, uit het fabriek van A. Hertzog, apoteker. Neemt er geene andere!!! (27) PS P* fa cT lo l6 fa oT co <s> van liOöpeii ZILLt yBVi' en ZANDVOORDE 1 ure namiddag, in den Kapellébosch en in den Wolvebosch, door het ambt van den Notaris BUTAYE te Yperen. ZEER VOORDEELIGE CONDITIËN EEN SCHOON gelegen in de Dixmudestraat Voor alle inlichtingen zich te be vragen ten bureele van dit blad. DE Wilt gij schoone, versche en nieu we Maskers en Kostumen hebben om eens proper en net te maskeren, eb wel gaat bij Kleermaker, RIJSELSTRAAT, N° 177, YPEREN parés, masqués ei travesiis dans la grande salie de L'AIGLE IVOR les Dimanches 28 Février,6 et 27 Mars d 9 heures du soir. Prix par souscription, Cavalier 1 fr. Dame 50 c. Bureau. Cavalier, 1 fr. 50. On peut se procurer- des cartes a l'avance au bureau du Journal. A S'occasion du Carnaval paré, masqué et travesti au CAFÉ DE COMMERCE,rue des Chiens a 9 heures du soir, -■ Entrees 1 fr. Cavalier,et ses Dames. Chocolat Baron Antwerpen is overal gevraagd. IJperen, den 22" Februari 1892. Aan de Heeren Leden van het Comicie, Mijnheeren, <N o» co es 3 u. CU i-s M CU O oo c3 3 rQ <D fa C4 AH a o <v S o S> ft* S -Ö rH 12 O g O O lO lO LO lO o O lO CU CU CU CU O CvJ oS cD iO CU O <3, O CU CV? CU u O). co O o O O O O t- O o O O o S? oo Vf lO H O OJ w CU t— O) LO lO iO iO O O 1 CU O? D* O r-H Cv) rH r-H O) CU O O O O O co O O O O LO O 00 lO LO LO O OO O CO r-H r-H CU 00 r—CU 00 O Q W) O -H fc.0 J> O cö u fa fa fa m Xfl Cu O 0 O U O cö O fa <j fa LO CU O TC fa EN TE TE HUIS donnés au profit du S>er.iï©ï- «les Bïlcoïes SLaïtjues

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1892 | | pagina 3