VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Zaterdag 12n Maart 1892. Nummer 11. De doode hand. GESCHIEDENIS TWEE VRIENDEN Kroniek. STADSNIEUWS. Strijdpenning. Abonnementsprijs voorop betaalbaar» 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 f!r. 75. Annoncen» 15 cent. per drukregel. Rechte li ke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer.Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekeudmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Deannoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen ioor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteek end toe te zenden. Artikelen on ge teekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. De grootste kwaal onzes|tijds isgvoorzeker de doode hand. Kerken, seminariën en kloos ter palmen gedurig geld en goederen in. Ge- heele fortuinen worden door het zwart ge spuis ingeslokt en aan den handel onttrok ken. Inhet vermaard edictvan 1749 verklaarde Lodewijk den XV dat met de vernieuwing van het verbod door zijne voorgangers gegeven, van geene nieuwe gestichten te maken zonder bemachtiging van hun be komen te hebbenhij als een der bijzon derste voorwerpen die zijne aandacht weerdig waren, de misbruiken aanzag die voortskwamen uit de vermenigvuldi gingen der gestichten van lieden van doo- derhand en uit het gemak hetwelk zij vin den in het bekomen der goederen die na tuurlijk beschikt zijn tot het onderhoud en de behouding der familien-, dat zij dik wijls het verdriet hebben hun van de zelve ontbloot te zien, het zij door genegenheid die de menschen hebben om nieuwe ge stichten te maken die hun eigen zijn en hunnen naam tot de nalatenschap met den titel van stichter te doen overgaan, het zij door eene groote genegenheid voor de reeds bemachtigde gestichten, wiens belangen aan vele gevers duurder zijn dan degene van hunne wettelijke erfgenamen en dat het beste gebruik hetwelk hij van zijne macht in eene zoo aanbclangende materie kon makenwas van zooveel mo gelijk de belangen der familien te doen overeenkomen met de gunst die de ge stichten verdienen die waarlijk voor het publiek nuttig zijn, Doch dit verbod kon weinig baten en de alopslorpende kloosters van monikken e.i nonnen gingen maar stil voort met de fami lien te berooven van hunne goederen. Ook vond Maria-Theresia haar verplicht de zaak aan te trekken en na alvorens erkend te heb. ben dat de ondervinding maar te veel deed 144e Vervolg. Hebt gij dien man gezien die ginder in den weg der hovingen gaat? vroeg de grij saard aan zijnen zoon. Ja, vader, ik heb hem gezien. Men zou zeggen dat hij benauwd van ons was. 't Is zeker, vader, Indien het ook uw gedacht is, 't is nog al aardig. t Is misschien een landlooper, die nog meer de gendarmen zou vreezen dan ons. Ofwel een arme duivel die werk of brood zoekt, antwoordde vader Radoux. Wilt gij dat ik hem achterna loope? Hem verontrusten! waarom? Maak uwen mutsaard op, jongen, dit zal beter zijn. Op dit oogenblik trok Stefanus de rivier over op het brugje. 't Is waarlijk een kloek gebouwde ke rel, hernam vader Radoux; hij beeft de ge. stalte en de houding van uwen broeder; vindt gij niet dat hij wel aan Stefanus gelijkt? En bij de herinnering van zijnen zoon, rob zien, dat men alle slach van middelen had gevonden om de uitvoering van goede wet ten te verwaarloozen, wegens de verkrijgin- gen welke de lieden van dooderhand dedeü, verklaarde zij op hare beurt He t is ons niet onbewust, dat gestichten die slechts voor oogmei k den dienst Gods, de onderwijzing der geloovigen en de hulp der behoeftige hebben, veel gunst verdie- nen en wij besteden altijd onze zorg voor het behouden der wettelijke possessien der gene die voor beweegredenen van openbaar nut en gelijkvormig de wetten zijn gesticht geweest. Maar met onze koninklijke be- scherming te verleenen aan het behouden van gezegde bezittingen, vereischen de belangen en de gemeene vraag van onze getrouwe onderdaken van tevens te zor- gen voor de behouding der familien en te beletten dat door de verkrijgingen van goederen, die strijdig aan de wetten zijn, een groot gedeelte der gronden en andere m onroerende goederen of die als dusdanig bekend zijn aan den handel zou onttrokken worden. Nu zijn wij 150 jaren later en wat is er in den toestand veranderd In iedere gemeente op den buiten, bijna in iedere straat in de steden rijzen kloosters, kerken en kapellen op met zulke verba? ende snelheid, als waren het echte paddestoelen. Daar knielt eene on telbare menigte nietsdoeners die op het zweet van den arbeider een vadsig leven slij ten. De huidige Staatsbestuurders laten de schatkist leeg plunderen door dat gespuis, de gemeenten geven groote toelagen tot het onderhoud van nonnen en broerkens en bij ieder sterfgeval ziet men de wettelijke erfge namen benadeeligd, ja, schandelijk bestolen door de zwarte mannen die op het steryonds? uur, ^wanneer den wil van den lijdenden reeds is overweldigd door de ziekte, een erf deel weten te ontfutselen, of te wel bij licht gelovigen een testament weten te verkrij gen tot meerder eer en glorie Gods; die de wettige erfgenamen berooft van hetgeen hun den twee dikke tranen op de wangen des grijsaards. Komaan, zei hij eensklaps met barscfi- heid en alsof hij op zich zelf verstoord zou geweest zijn, laat ons werken! Onze arbeid moet voltrokken worden vóór den middag. Stefanus verwijderde zich spoedig. Een oogenblik nadien was hij op de groote baan. Om twee ure trad hij in de stad. Hij bleef er maar een half uur. Omtrent acht ure 's avonds was hij terug te Essex. In plaats van zich ten huize van vrouw Cordier te begeven, die hem waarschijnlijk verwachtte, wendde hij zich naar den kant der hoeve. Hij wilde Celina zien, of ten min ste hare stem hooren. Welk middel ging hij gebruiken? Hij wist het niet. Begunstigd door den nacht, zou hij langs de muren slui pen, en al kruipende, dacht hij dicht genoeg van de woning te naderen om te hooren en te zieii, zonder dat iemand zijne tegenwoor digheid kon vermoeden. Hij was echter niet zonder ongerus'heid, want de waakzaam heid van eenen wachthond bedriegen gaat zoo gemakkelijk niet. Het geblaf van het dier kon hem verraden en hem dwingen zich op zekeren afstand te houden Maar djen avond was Jaak naar eenen koopdag gegaan in een naburig dorp, en de toekomt om paters, nonnen en broerkens te kweeken in luiheid en vatsigheid terwijl den bestolen erfgenaam, in liet zweet zijns aan- schijns zal moeten werken om eene korst brood ie winnen voor vrouw en kinderen. De politieke macht der Roomsche Kerk is slechts gesteund op geld en goedschaft de doode hand af en de overgroote staatkundige macht van Roomen valt in duigen. Dat de ontelbare schatten van geld en goed door de kloosters ingepalmd, weei in den handel ge steld v/orden en met het welzijn van den werker ?al de vernietiging onder politiek ge bied der Roomsche macht geschieden. Ten allen kanten, in alle landen houden de poli tieke koppen zich onledig met het opstellen van sociale wetten, doch alles is te vergeefs en hetgeen zij te weeg brengen is een plaas ter op een houten been. De groote kwaal is de opeenstapeling van geld en goed door de kloosters ten nadeele van den handel van den werker. Hetgeen zij vooral moeten be werken is de afschaffing van de schandelijke uitzuigende doode hand, 't Nieuwsbladje melt in zijn voorlaatste nummer, dat er sedert eenige dagen in onze straten echte zwijnerijen plaats grijpen, ge pleegd door jongelingen die tot den militie raad geroepen worden. Inderdaad, al brieschen, tieren en vechten doorkruisen de boerejongens onze straten, en men mag zich gelukkig'achten als er geene bloedige gevechten te betreuren zijn. Maar zou de broodschrijver van l Nieuws bladje, hij die zoo goed kan uitschelden wanneer hij over de socialisten schrijft, hij die deze uitmaakt voor brandstichters, for tuinzoekers, enz., zou het hem niet lastig vallen, eens te melden waar en door wie die jongelingen tot zulke barbaarschheid ge klommen zijn. Hij, aanhanger der kristelijke broerkens- scholen, moet goed weten dat het bij de kris- hond had zijnen meester gevolgd. Stefanus kon dus het huis naderen zonder gestoord te worden. Hij ging verscheidene malen rond de hoeve. Omtrent negen ure werd eene be nedenkamer verlicht. Hij naderde stillekens en, door de ruiten en de gordijnen wierp hij eenen blik in de kamer. Zijn geduld was ein delijk beloond. In die kamer zag hij Celina en hare twee kinderen. De jonge vrouw was gezeten en de kinderen geknieldzij zegden hun avondgebed op vooraleer te gaan sla pen. In eenen hoek bevond zich hun klein bed, rechtover een ander bed, dat veel groo- ter was. Stefanus gevoelde koude zweepdruppels op zijn voorhoofdzijn hart klopte zoo ge weldig, dat hij dacht dat het in zijne borst giDg breken. Tegen den muur geleund, het aangezicht tegen de ruit geplakt, kon hem niets ont snappen van hetgene in de kamer omging. Ceiina's slem liet zich hooren Nu zult gij voor uwen vader bidden, sprak zij, voor dezen die in den hemel is hij God. Stefanus kon met moeite een diepen zucht bedwingen. Een oogenblik later hielp de moeder de kinderen op hare knien klimmen, en gedu rende eenige minuten, zoenden de moeder en telijke onderwijzers is dat ze hunne geleerd heid ontvangen hebben. Het moet hem niet onbekend zijn dat sommige parochiën, de kristelijkste, altijd voor barbaarsch hebben bekend geweest, en er min veiligheid bestaat dan in midden Afri ka, zooals te Zonnebeke. Zoo moet het niemand verwonderen als de lotelingen lawijt maken en zich dikwijls maar verladen na met messen gesteken te hebben. Hoe treurig is het niet zulks te moeten melden. Jammer dat 't schrijvertje niet kan zeggen dat het geene socialisten of liberalen zijn die zoo te werk gaan, 't Nieuwsbladje zou vuur en vlam spuwen. 't Is misschien daarom dat het daarover zoo duisterachtig melding geeft en zijn arti- kelije eindigt met de vraag of de politie daar niet wat meer zou kunnen op waken. Waakt op onze manier, papen, met de kinders wat socialer en men schel ijker lessen in de hersenen te prenten, dan die met cate chismus en gebedekens op te voeden, en dan zullen de boeren leeren kennen hoe eerlijk en vredelievend de ware volksgezinden zijn. Volksman. de kinderen malkander zonder ophouden. Moeder, zei eensklaps de kleine Jaak, gij houdt en omhelst ons gelijk die heer van dezen morgend het te grootmoeder's deed. Kind, antwoordde de moeder, die heer bevond u beiden bevallig en lief, en hij heeft u gekust omdat gij zeer braaf geweest zij t. Ahwat was hij leelijk, met zijn lang haar, zijne groote oogen en zijn grooten baard, zei het meisje. Ik was er bang van Ik was niet bevreesd, hernam Jaak. Ik heb wel gezien dat die heer niet boos was. Ten eerste, hij weendeDe booze lieden weenen niet, niet waar, moeder? 't Is waar, mijn kind. Naar hetgene gij mij daar zooeven verteld hebt, hij heeft u gekust zonder te spreken? De kleine Jaak en zijne zuster antwoord den met een bevestigend teeken van het hoofd. En hij is dan vertrokken? Ja, en grootmoeder heeft hem geld ge geven, omdat hij arm was. Hij heeft misschien kleine kinderen ge lijk gij, en met het geil van uwe grootmoe der heeft hij kunnen brood koopen voor hen. Kinderen er zijn veel ongelukkigen op de wereldals er zich een op de hoeve aan biedt, versloot hem nooit. Wordt voortgezet). HET WEEKBLAD VAN IX. «ami iwi iihbïi ■■■nmiMMin i ii i n Eenige liederen gezongen door de dochter van moedertje van Veurne, in de Ville de Thourout op carnaval. 0.40 Omdat zij ook zoo lieflijk het lied zong van het algemeen stemrecht. 0.40 En dat tot groote voldoening van Mr Edm. V. en compie. 0.10 Omdat den Dobbelen Rosten zoo spijtig was, in het Klein Yper, op den Burgemeester dat hij de vijftig duizend franken gewei gerd had, gezonden door het Bisdom van Brugge 0,10 Ten kwam op geen vijftig duizend franken om de kiezing uit te koopen en de beloften te betalen van lu februari 1891, ze lagen gereed ten was maar te grijpen 0,10

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1892 | | pagina 1